Als geest van Jan Salie door Europa waart, wat moeten we ermee?

Het_kanonschot_Rijksmuseum_SK-C-244.jpeg

jansalieachtigberoerd, bloedeloos, dweperig, flauw, fleps, futloos, gammel, gezapig, halfslachtig,
krachteloos, laks, lam, lamlendig, lauw, lens, loom, lullig, lusteloos, machteloos, mat, mild, moe, murw, nalatig, paf, plat, slapjes, sloom, vermoeid, verslapt, week, wekelijk, zacht, zwak.

Waart Jan Salie door Europa? De personificatie van de 19de eeuwse lamlendigheid die Potgieter in 1841 in het verhaal ‘Jan, Jannetje en hun jongste kind’ verwoordde. Het kind Jan Salie wordt uit huis -in een hofje- gedaan door de ouders die het 17de eeuwse Nederland verbeelden. Als de geest van Jan Salie het overneemt, dan regeert de lamlendigheid. Dat moet voorkomen worden. Die machteloze halfslachtigheid, de lakse lulligheid, de lome nalatigheid, de weke zwakheid. Valt vooral West-Europa anno nu te karakteriseren als Jan Salie?

Twee voorbeelden: 1) De angst van universiteiten, musea en festivals dat leidt tot het afgelasten van lezingen of symposia over de vrijheid van meningsuiting vanwege een mogelijke dreiging. Vandaag werd bekend dat een lezing op 17 maart van Lars Vilks aan de Zweedse Karlstad Universiteit is afgelast omdat de veiligheid van de aanwezigen niet kan worden gegarandeerd. De lezing hoeft niet meer gehouden te worden. Het punt is al gemaakt, niemand komt meer vanzelfsprekend op voor de vrijheid van meningsuiting. 2) De angst van Europa om weerstand te bieden aan het Rusland van Putin. Het durfde niet optreden toen de Krim onrechtmatig werd geannexeerd en treedt nog steeds niet passend en besluitvaardig op tegen de Russische agressie in Oekraïne.

Hebben we met een vroeg 21ste eeuwse Jan Salie een oud fenomeen in een nieuw jasje te pakken dat onze tijd personifieert? Maar hoe is dat dan ontstaan? Is het ingegeven door de angst om onze welvaart vast te houden en die koste wat kost niet te verliezen omdat we vermoeden dat het economisch nooit meer zo goed wordt als het was? Maakt het spelen op zekerheid door het vertragen van de achteruitgang ons reactief, voorzichtig en defensief? Nee, zo erg is het gelukkig niet. Vele burgers nemen initiatieven en veroveren nieuwe werelden. Maar juist dat gaat ten koste van de oude werelden waar politici, bestuurders en directeuren in opereren. Ze weten zich geen raad met de aanpassing aan nieuwe omstandigheden. En tonen in afwachting lamlendigheid.

Foto: Willem van de Velde (II), Het kanonschot. Omstreeks 1680. Collectie: Rijksmuseum Amsterdam.

Arie Obama of Kees Romney?

Amerikanen die zich geregistreerd hebben mogen komende dinsdag naar de stembus. Er zijn vele kandidaten, maar slechts twee maken kans: Barack Obama en Mitt Romney. Alle andere partijen zijn stelselmatig buiten de presidentsdebatten gehouden door de Democratische en Republikeinse partij. Zodat nu twee smaken grijs resten. Het systeem levert. Het bedrijfsleven steunt beide kandidaten zodat het een loterij zonder nieten is.

Dat alles klinkt afstandelijk, daarom is het tijd voor een gedachtenexperiment. Stel dat in de Nederlandse parlementsverkiezingen slechts twee partijen een kans maken: de ChristenUnie en de SGP. De andere partijen krijgen geen zendtijd op de landelijke tv, worden door de kranten genegeerd en mogen niet deelnemen aan de televisiedebatten. Wekenlang zijn de hoofden van Arie Slob en Kees van der Staaij in beeld. Ze venten breed uit hoe verschillend ze wel zijn. Maar de liberalen, socialisten, groenen en vrijzinnigen zien weinig verschil.

Amerikaanse burgers kiezen komende dinsdag tussen Arie Slob en Kees van der Staaij. Arie maakt volgens berekeningen 85% kans om te winnen. Als de peilingen kloppen. Kees speculeert op de vestiging van de theocratie zonder dat te zeggen. Feitelijk is een stem voor Arie een stem voor Kees, en omgekeerd. Want ze staan op hoofdlijnen voor hetzelfde. Zou u stemmen als de keuze was tussen Arie Slob en Kees van der Staaij?

Foto: Jimmy Margulies, The Arms Race. Credits: The Record, 2012.

Presidentskandidaat Jill Stein gearresteerd. GroenLinks zwijgt.

Stel je voor. Jolande Sap of Femke Halsema worden twee keer binnen een maand gearresteerd. Kranten schreeuwen moord en brand. Maar de Nederlandse consensus laat het niet zo ver komen. Politieke partijen zitten dicht op elkaar. Knus op het Haagse Binnenhof. In de VS is het anders. Daar is de presidentskandidaat van de Green Party Jill Stein vogelvrij. Zij wordt gearresteerd. In de VS is het verschil tussen Democraten en Republikeinen, en Groenen, Libertariërs of Justice Party levensgroot. Laatstgenoemden worden buitengesloten van het politieke systeem. Maar moeten Nederlandse partijen dat dan volgen? Toch volgen de Nederlandse partijen dat onderscheid. Wie ‘Jill Stein’ intikt op de site van GroenLinks krijgt 0 hits. Wie ‘Barack Obama’ intikt krijgt 32 hits. Waar ligt de solidariteit van GroenLinks? Bij Jill Stein? GroenLinks kiest vreemde bedgenoten.

Komende maandag 5 november is het slotdebat tussen de kandidaten van ‘derde’ partijen. Jill Stein (Green Party) en Gary Johnson (Libertarian Party) nemen deel. Het wordt georganiseerd door Free & Equal Elections

Glazen plafond in het publieke debat

Met ongenoegen bekijk ik al jaren het publieke debat in Nederland. Wat me niet bevalt wist ik niet precies, maar dat het me niet bevalt weet ik wel. Ik zie geen frisheid, sprankeling en heerlijke dwarsheid. Het is voorspelbaar en defensief. Sinds kort weet ik het. Het zijn kruimels verzuiling die ons door identificatie en groepsvorming de toegang tot de moderne tijd ontzeggen.

Burgemeester Bloomberg van New York verwoordde het vorig jaar zoals geen openbaar bestuurder van Nederland. Hij zegt dat iedereen moet kunnen zeggen wat-ie wil, zonder dat anderen het daarmee eens zijn. Da’s vrijheid van meningsuiting die betekenis krijgt als een opponent ruimhartig aan het woord gelaten wordt.

Zet dat tegenover de politieke, journalistieke en sociale bovenlaag van Nederland die lippendienst bewijst aan de meningsuiting. Het zegt voor te zijn, maar stelt vervolgens zoveel voorwaarden van fatsoen, moraal, religieuze pacificatie, sociale vrede en economisch belang dat een grondrecht betekenisloos wordt. Niet de bekommernis om fatsoen, maar het valse beroep erop valt op.
           


Beperkingen aan de meningsuiting bestaan. Dat betreft aanzetten tot geweld en discriminatie van personen of een groep. Het gaat over een grens als de aangesprokene niet als gelijkwaardige deelnemer kan antwoorden. Na fysieke beschadiging of geestelijke vernedering is dat onmogelijk. Ofwel, beledigen mag, maar het bestaan en de motivatie van anderen in twijfel trekken is ontoelaatbaar.

Waar maak ik me druk over? Het gaat niet om de schijnheiligheid van degenen die vanuit de coulissen hun eigenbelang verdedigen. Of om een weemakende moraliteit van kleinburgerlijke snit. Of om religie die in het publieke debat extra politieke en juridische bescherming geniet. Of om de koninklijke drijfjacht in de bossen.

Het gaat om de democratische orde. Wat inhoudt dat we elkaar binnen spelregels accepteren. Dat is niet onderhandelbaar. Maar democratie is niet voor bange mensen. Het oneigenlijk gebruik van spelegels met het beroep op fatsoen bouwt een vangnet in dat een fuik wordt.

Burgemeester Bloomberg begrijpt beter dan onze spraakmakende gemeente dat een debat noodzakelijk is voor de weerbaarheid van de democratie. Anders vervallen we in autoriteit die vrijheid inperkt. Het oneigenlijke beroep op fatsoen, moraal en beschaving leidt tot zelfcensuur. Tot zwijgen dat haaks staat op het idee van een open, levenskrachtige samenleving.

Het polderland moet in de moderniteit treden. Het glazen plafond van moralisme en beschaving, religiositeit, politieke consensus, sociale vrede en economisch eigenbelang perkte het publieke debat decennialang in omdat het gelijk liep met belangen die doorgaans verborgen bleven.  

Opzet is om de ander weer recht in de ogen te kijken. Ook bij zakelijke onenigheid. Zonder tussenkomst van woordvoerders die verwoorden en verwarren. Die zelfs onze identificatie voor hun rekening willen nemen. Pas als we onszelf zijn kunnen we coalities smeden.

Het is onze burgerplicht om de roep om openheid te concretiseren. Door meer gebruikers van het vrije woord kan het glazen plafond doorbroken worden. Da’s een langlopend project. Het begint met het besef om zonder moralisme vrij te denken. De valse schijn moet aan diggelen. 

Met dank aan Johanna Nouri voor haar commentaar. 

Foto: Coney Island, Brooklyn, New York

Liberale democratie

I. Liberale democratie kan een voorbeeld zijn. Er zit perspectief in een kleine, krachtige nationale staat, vrijheid voor het individu, een grondwet met grondrechten en een open samenleving met een krachtig publiek debat. De politieke filosofie die dat schraagt is het liberalisme. Als onderstroom van het conservatisme. Da’s geen tegenstelling van progressiviteit, maar van anti-revolutionarisme. Daarom kan er progressief liberalisme bestaan, maar geen revolutionair liberalisme. Vandaar dat de ongelijksoortige VVD, D66 en GroenLinks in dezelfde stroming onder te brengen zijn.

Dit houdt in dat iedereen vrijheid heeft te doen wat-ie wenst, maar niet met voorbijgaan aan bepaalde uitgangspunten. Een duidelijke grens zijn de voorwaarden van de rechtsstaat die uitmonden in het secularisme waaronder de meest uiteenlopende meningen gebracht kunnen worden zonder dat ze conflicteren. Iedereen die de vrije keuze van de open samenleving en het levendig publieke debat accepteert kan er een plaats vinden. Alles gegarandeerd door een neutrale overheid.

Vanzelf gaat het niet. Verhoogde dijkbewaking is nodig. De waakvlam moet aanblijven. De liberale democratie moet elke dag verdedigd worden. Het getuigt van naïviteit om te denken dat er nooit gecorrigeerd hoeft te worden. Ofwel, dat een kleine staat niet optreedt. Anderen de eigen wil opleggen of beperken hoort niet thuis in een liberale democratie. Zo is het ongewenst dat godsdienstig geïnspireerden anderen hun normen opleggen. Hierop kan niet afwachtend gereageerd worden. De staat dient pro-actief op te treden.

De liberale democratie staat van verschillende kanten onder druk. Merkwaardig is dat de grootste dreiging van binnenuit komt. Het is een mechanisme dat fijn afgestemd moet zijn om optimaal te werken. Partijen dienen terughoudend te zijn om hun eigen doelstelling erin te willen verwezenlijken. Daar gaat het mis. Politieke partijen verwarren hun verschillende functies van controleren, beleid maken en besturen. Het is ongewenst dat een regering partij kiest tussen burgers. Daarom is het de vraag of politieke partijen bij de liberale democratie passen.

In elk geval moet voorkomen worden dat partijen een loopje met de rechtsstaat nemen. Zo is de ene partij (PvdA) selectief in het formuleren van plichten en de andere (PVV) in het formuleren van rechten. Zo handhaven partijen (CDA, CU, SGP) de extra juridische bescherming van religie in het publieke debat. Zo zijn bijna alle partijen onvoldoende kritisch jegens het bedrijfsleven.

Partijen die actief het mechanisme van instituties en waarden in standhouden verdienen onze voorkeur. Op dit moment zie ik dat het beste vertegenwoordigd door de liberale partijen van Nederland. Het komt voort uit de uitgangspunten van hun politieke filosofie en doordat ze de laatste jaren het minste zijn blootgesteld aan de verleidingen van de macht.

II. Aan de huidige VVD zijn onvolkomenheden te herkennen. De omgang met duurzaamheid, met cultuur, met veiligheid boven burgerrechten, met de gevolgen van de bankencrisis en de hypotheekrenteaftrek komt gemankeerd over.

Interessant zou zijn om een actuele vorm van liberalisme te formuleren die de meest waardevolle elementen uit het gedachtengoed van de VVD, D66 en GL combineert. Immers levensvatbare parlementaire partijen met een gemeenschappelijke liberale kern. Een vorm die optreedt waar de gemeenschap wordt beschadigd en vrijlaat waar initiatieven worden genomen. Maar partijen zitten zichzelf in de weg.

Dan resteert een vorm van liberalisme waarin duurzaamheid, compassie met de zwakkeren, culturele en educatieve focus, rust in huis boven open grenzen, individualisering en vergroting van burgerrechten, actief burgerschap, politieke hervormingen en een kleinere overheid samengaan met een straf bezuinigingsbeleid, geen staatssteun voor banken en afschaffen van allerhande overbodige subsidies. VVD, D66 en GL kunnen dat afzonderlijk niet bieden, maar samen wel. Door een verstandige uitruil van programmapunten. Een idee voor de toekomst.

Foto: Eugène Delacroix, De Vrijheid leidt het volk (La Liberté guidant le peuple), 1830

Het glazen plafond in het publieke debat

Met ongenoegen bekijk ik al jaren het publieke debat in Nederland. Wat me niet bevalt wist ik niet precies, maar dat het me niet bevalt weet ik wel. Ik zie geen frisheid, sprankeling en heerlijke dwarsheid. Het is voorspelbaar en defensief. Sinds kort weet ik het. Het zijn kruimels verzuiling die ons door identificatie en groepsvorming de toegang tot de moderne tijd ontzeggen.

Burgemeester Bloomberg van New York verwoordde het onlangs zoals geen openbaar bestuurder van Nederland doet. Hij zegt dat iedereen moet kunnen zeggen wat-ie wil, zonder dat anderen het daar mee eens zijn. Da’s vrijheid van meningsuiting die pas betekenis krijgt als een opponent ruimhartig aan het woord gelaten wordt. Zo hoort het.

Zet dat tegenover de politieke, journalistieke en sociale bovenlaag van Nederland die lippendienst bewijst aan de meningsuiting. Ze zegt voor te zijn, maar stelt vervolgens zoveel voorwaarden van fatsoen, moraal, religieuze pacificatie, sociale vrede en economisch belang dat een grondrecht oneigenlijk afgebroken wordt. Wat steekt is niet de bekommernis om fatsoen, maar het valse beroep erop.

Beperkingen aan de meningsuiting bestaan. Dat begint bij aanzetten tot geweld en discriminatie van personen of een groep. Het gaat over een grens als de aangesprokene niet als gelijkwaardige deelnemer kan antwoorden. Na fysieke beschadiging of geestelijke vernedering is dat onmogelijk. Oftewel, beledigen mag, maar het bestaan en de motivatie van anderen in twijfel trekken is ontoelaatbaar.

Waar maak ik me druk over? Het gaat me niet om de schijnheiligheid van degenen die vanuit de coulissen hun eigenbelang verdedigen. Of om een weemakende moraliteit van kleinburgerlijke snit. Of om religie die in het publieke debat extra politieke en juridische bescherming geniet. Of om de drijfjacht in de bossen. Het gaat me om de democratische orde. Wat inhoudt dat we elkaar binnen spelregels accepteren.

Burgemeester Bloomberg begrijpt beter dan onze spraakmakende gemeente dat een debat noodzakelijk is voor de weerbaarheid van de democratie. Anders dreigen we te vervallen in autoriteit die vrijheden inperkt. Het valse beroep op fatsoen, moraal en beschaving om maar niet alles te zeggen leidt tot zelfcensuur. Tot zwijgen dat haaks staat op het idee van een open samenleving.

Wat te doen? Restjes verzuiling dienen opgeruimd te worden. Zodat het polderland in de moderniteit kan treden. Het glazen plafond van moralisme en beschaving, religiositeit, politieke consensus, sociale vrede en economisch eigenbelang perkte het publieke debat decennialang in omdat het gelijk liep met belangen die doorgaans verborgen bleven.

We kunnen beter terugvallen op fatsoen dat uit onszelf komt. Dat niet door externe krachten wordt opgelegd en het debat vertroebelt. Opzet is om de ander weer recht in de ogen te kijken. Ook bij zakelijke onenigheid. Zonder tussenkomst van woordvoerders die verwoorden en verwarren. Die zelfs onze identificatie voor hun rekening willen nemen. Pas als we onszelf zijn kunnen we coalities smeden.

Het is onze burgerplicht om de roep om openheid te concretiseren. Door meer deelnemers aan de inrichting van de samenleving en meer gebruikers van het vrije woord kan het glazen plafond doorbroken worden. Da’s een langlopend project. Het begint met het besef om zonder moralisme vrij te denken. De valse schijn moet aan diggelen.

Foto: Glaskoepel, Galeries Lafayette, Parijs.