
De uitzending van Nieuwsuur van 8 maart 2023 besteedde aandacht aan de aanslag van 26 september 2022 op de twee Russische Nord Stream-gaspijplijnen in de Oostzee. Er zouden nieuwe ontwikkelingen zijn, hoewel bij nader inzien de vraag niet kan worden beantwoord of dat werkelijk zo is. Berichten uit Duitsland waren voor Nieuwsuur aanleiding voor een item hierover.
Wie er achter de aanslag zit is nog steeds niet aangetoond. Eerst werd gedacht dat de al buiten gebruik zijnde pijplijnen door de Russische Federatie waren opgeblazen. Het Kremlin verwees vervolgens naar de VS als de dader. Nu worden er berichten in de media verspreid dat een ‘pro-Oekraïense‘ groep de aanslag heeft gepleegd. Wat is het waarheidsgehalte van de aantijgingen?
In een bericht van de NOS van 12 uur na de uitzending van Nieuwsuur wordt gezegd dat het voor conclusies nog te vroeg is, zo ‘waarschuwen onderzoekers en deskundigen‘. Het bericht houdt slagen om de arm en noemt wat er ‘zou‘ zijn gebeurd. Of het echt zo is gebeurd is onduidelijk. Toch citeert de NOS ondanks de voorzichtigheid een hypothese van Ben de Jong. Daarover later meer.
Het aantonen óf aanwijzen wie de dader is heeft een politiek belang. Want zo’n dader wordt in de verdediging gedrongen en moet publiekelijk uitleggen waarom het de aanslag heeft gepleegd. Dat zorgt voor negatieve publiciteit voor de betreffende dader. Hoewel de aanslag niet voor belang was voor de oplopende energieprijzen, wordt ook de associatie met stijgende prijzen gelegd.
De propagandadiensten van de betrokken landen hebben er dus belang bij dat de aanslag de vijand in de schoenen wordt geschoven. Los van het feit wie het gedaan heeft. Dat kan door het planten van materiaal dat media en onderzoekers de indruk geeft dat een bepaald land het heeft gedaan. Dat zijn operaties van land A die zo zijn ontworpen dat het lijkt alsof ze worden uitgevoerd door land B. Een zogenaamde valse vlag-operatie.
In het spanningsveld van operaties van geheime diensten, de Russisch-Oekraïense oorlog en de strijd om de informatieruimte door misleiding en propaganda, moeten media, onderzoekers en deskundigen terughoudend zijn. Zeker als duidelijkheid ontbreekt. Ze moeten voorzichtig zijn met veronderstellingen die kleuring geven aan de vraag over de dader. Zo’n hypothese is niet neutraal, maar deel van de strijd om de informatieruimte.
Ben de Jong is gastonderzoeker bij de Universiteit Leiden. Hij liet zich in betreffende uitzending van Nieuwsuur verleiden tot de volgende als-dan uitspraak: ‘Als er een connectie is met de Oekraïense regering, hebben Zelensky en zijn bondgenoten een ernstig probleem.‘ Dat is ondoordacht en onverstandig van deze onderzoeker naar inlichtingendiensten.
Met het in de openbaarheid uitspreken van zo’n hypothese die een specifiek land beschuldigt betreedt De Jong willens en wetens het domein van de propaganda en de fantasie. Daar moet een onderzoeker van weg blijven. Met zijn hypothese beschadigt De Jong niet alleen Oekraïne, maar vooral zijn status als bekwaam onderzoeker.
Nieuwsuur valt journalistiek evenmin vrij te pleiten. Het had De Jongs hypothese in de montage moeten laten sneuvelen. Want de hypothese is niet in lijn met de aanpak die Nieuwsuur in het item koos. Het weet dat vermoedens onderdeel van de propagandastrijd zijn en er met nodige slagen om de arm verslag van moet worden gedaan. Met plaatsing aan het eind van De Jongs hypothese wordt een schreeuwerig uitroepteken achter een verder ingetogen en terughoudend item gezet.