Bordesfoto

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 10 mei 2011.

Kabinet Biesheuvel I (6 juli 1971 – 9 augustus 1972).

Neem een staatshoofd, een kabinet en een bordes en er is een bordesfoto. Dat klinkt makkelijker dan het is. Wie staat waar? Moet iedereen dezelfde kant opkijken? Hoe gaat men gekleed en gekapt? Mag men praten of moet men zwijgen? Waar laat men de handen? De bordesfoto is een traditie die spelenderwijze is uitgevonden.

De eerste bordesfoto staat op naam van het kabinet Biesheuvel, dat er van 1971 tot 1973 zat. Wat opvalt is dat niet Juliana, maar Biesheuvel in het midden staat. Mooie Barend, zoals zijn bijnaam was, staat er pontificaal bij en overstijgt onze koningin.

De kleding van de ministers varieert van tweedelig tot driedelig. Volgens het KNMI was het op 6 juli 1971 iets boven de 20 graden. Het is licht bewolkt en zomerpakken hangen nog in de mottenballen.

Uit alles blijkt dat de regie ontbreekt. Men weet nog niet hoe het moet. De bordesfoto hinkt vooruit op de beeldcultuur. Nog geen kleur, maar toch geen sepia meer. De tijdgeest scharniert. Biesheuvel kijkt het pad af en aan de rechterkant is het twee keer drukker dan links. Op de tweede rij kijkt men minder tevreden dan op de druk bezette voorste rij.

Handen kennen drie basishoudingen. Van Agt breviert en lijkt met een elastiekje te frummelen. Juliana en Geertsema sluiten zich daarbij aan, waarbij de laatste zijn buikje probeert te verhullen. De rest is verdeeld in langszij en achterlangs. Biesheuvel laat ze maar hangen en kijkt nogmaals het paleispad af. Komt er ooit een einde aan?

Een verkiezingsfoto straalt overtuiging uit. Dat ontbreekt hier. Macht wordt betrapt in een eerste stap op weg naar een nieuwe gewoonte. Goed is dat het perspectief licht omhoog wijst. Zo moet de macht uitgebeeld worden. Zo hoort het.

Een fundamenteel punt van kritiek op de bordesfoto als genre is van staatkundige aard. Merkwaardig dat het kabinet op bezoek gaat bij de koningin. Hoe leuk bedoeld ook, een principieel bezwaar is dat het de rol van de politiek ondergraaft.

Als voor het maken van een regeringsfoto de koningin niet naar het parlement kan komen, hoeft het kabinet nog niet naar de koningin te gaan. Totdat het staatshoofd geen rol meer in de regering heeft, zou het passender zijn om de uitgevonden traditie van de bordesfoto los te laten. Hoewel er veel aan af te lezen valt.

Schone handen

Global Village Foundation/ Ronald Timmermans en Max Kisman, ‘De kiezer verneukt : Afbraak demokratie‘, circa 1977. Collectie: Stephen Lewis poster collection, circa 1921-2017

Dit zijn twee posters die reflecteren op de politiek situatie van rond 1980. Het CDA ontstond op 11 oktober 1980 zodat de datering ‘circa 1977’ van bovenstaande poster in de collectie van de Joseph P. Healy Collection niet lijkt te kloppen. Maar in 1977 deed het CDA al met een gemeenschappelijke lijst mee aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dus het is mogelijk dat de poster een actueel antwoord was op de de totstandkoming van het kabinet Van Agt-Wiegel in 1977.

In de verkiezingen van 1977 was de PvdA onder leiding van Joop den Uyl de grootste partij geworden met een winst van 10 zetels, maar kwam die partij na stukgelopen onderhandelingen tussen CDA en PvdA toch niet in het kabinet. VVD-leider Hans Wiegel maakte een deal met CDA-leider Van Agt.

Verstonden de makers Ronald Timmermans en Max Kisman (Global Village Foundation) dat onder het verneuken van de kiezer en de afbraak van de democratie? Ze lijken te wijzen op fraude, bedrog, steekpenningen en ondemocratisch gedrag van CDA en VVD, terwijl het kabinet Van Agt I een uitkomst was van onderhandelingen binnen de marges van de Haagse politiek.

In 1981 gebeurde het omgekeerde. Mede door de winst van D66 verloor de coalitie CDA-VVD haar nipte meerderheid van 77 zetels die toch al uiterst wankel was door de zogenaamde CDA-dissidenten die het kabinet vleugellam maakten. Dat waren er aanvankelijk zes en later in de kabinetsperiode 10. CDA-dissident Jan Nico Scholten met zijn evangelische principes was toen een bekende Nederlander.

Daarom was het begrijpelijk dat het kabinet Van Agt II uit 1981 ging bestaan uit CDA, PvdA en D66. Maar dat was evenmin als het kabinet Van Agt I stabiel en doelmatig. D66 was getalsmatig overbodig en de chemie tussen CDA en PvdA was slecht. Dit kabinet bestond nog geen jaar. In mei 1982 traden de PvdA’ers onder wie de toenmalige partijleider en minister van Sociale Zaken Joop den Uyl af vanwege versoberingen van de verzorgingsstaat.

Het zogenaamde rompkabinet Van Agt III bestond uit CDA en D66 en bereidde in een half jaar de vervroegde verkiezingen van september 1982 voor. Dat resulteerde net als het kabinet Van Agt I in een kabinet van CDA en VVD, nu geleid door CDA’er Ruud Lubbers.

Waar onderstaande poster van opnieuw de Global Village Foundation op duidt lijkt duidelijk. De vormgevers vragen zich af of Joop den Uyl schone handen heeft omdat hij toetreedt tot het kabinet Van Agt II. Ze konden in 1981 nog niet weten dat de bewindslieden van de PvdA in mei 1982 dat kabinet vanwege voorgestelde bezuinigen zouden verlaten. Hoe vuil waren de handen van Joop?

Het is een poster die de PvdA verdacht maakt. Dat is de wetmatigheid in de Europese politiek dat de sociaal-democratie fel bestreden wordt door links. Van communisten tot pacifisten en hardcore socialisten. Een andere meerderheid zonder PvdA was niet te vormen en D66 van toen had een linkser profiel dan het huidige D66 van Kaag. Je kunt je met terugwerkende kracht afvragen, hoe schoon kunnen handen van politici zijn? En hoe realistisch is het wereldbeeld van vormgevers?

Global Village Foundation/ Werkgroep Blaffende Honden, 1981. ‘Hoe schoon zijn de handen van Joop?‘ Collectie: Stephen Lewis poster collection, circa 1921-2017

Pleidooi voor zakenkabinet door FvD gaat voorbij aan hervorming van de partijpolitiek

De tweede man van het rechts-radicale Forum voor Democratie Theo Hiddema pleit voor een kenniskabinet of zakenkabinet. Dat zei hij gisteren 22 mei in een ochtendprogramma van de regionale Limburgese omroep L1. DDS besteedt er aandacht aan in een opinie-artikel. Mijn reactie op het idee van Hiddema is kritisch:

Op dit moment is de keuze voor een zakenkabinet een slecht idee. Want hoe dan ook moet zo’n kabinet beleid ontwikkelen. Dat is pure politiek. Anders gezegd, een zakenkabinet suggereert dat beleidskeuzes voortkomen uit een soort hogere logica die niets te maken hebben met prioriteiten die volgen uit opvattingen over de inrichting van de samenleving. Maar dat is niet zo. Het maken van die keuzes en prioritering is pure politiek.

Waarom met een zakenkabinet net doen alsof politiek geen politiek is? Dan is het eerlijker tegenover de kiezer om gewoon toe te geven dat politiek politiek is. Nog anders gezegd, de politiek is er juist voor ontwikkeld om de macht te verdelen. Als politieke partijen -waar Hiddema met zijn partij ook deel van uitmaakt- slecht presteren wat zo maar mogelijk is, dan moeten die partijen niet afgeschaft of aan de zijlijn gezet worden, maar hervormd worden.

Daar komt bij dat een zakenkabinet altijd een profiel heeft en niet zonder kan. Hoe men het ook draait of keert, de keuze voor het profiel is een politieke keuze. Als het met de benoemingen van bewindslieden kiest voor de voortzetting van de gevestigde orde, dan is dat een politieke keuze. Partijen zoals de PVV of SP die er blijk van geven de gevestigde orde omver te willen werpen zullen met hun miljoenen kiezers hier niet blij mee zijn. En omgekeerd, als er een zakenkabinet komt dat juist wel de gevestigde orde ter discussie stelt dan zullen middenpartijen als VVD, CDA en D66 en hun achterbannen er niet blij mee zijn.

Een zakenkabinet is een oud idee. Voormalig VVD-leider Hans Wiegel pleitte herhaaldelijk voor een nationaal kabinet. Overigens niet toen hij in 1977 met de VVD toetrad tot het eerste kabinet Van Agt-Wiegel dat door CDA’er Dries van Agt werd geleid. In bijzondere omstandigheden kan een zakenkabinet zin hebben. Zo had Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog nationale kabinetten met de kabinetten Gerbrandy I en II (1940-1945). Maar in gewone omstandigheden biedt een zakenkabinet geen voordeel. Een bijkomende vraag is overigens ook hoe in het parlement de oppositie ertegen gevoerd kan worden omdat het geen politieke steun in Eerste en Tweede Kamer heeft.

Het voorstel van Hiddema is een verre echo van twee ontwikkelingen die de partijpolitiek niet bestrijden door de hervorming ervan, maar door het te willen omcirkelen. In de jaren ’30 (vdve) keerden fascistische partijen zich tegen het heersende politieke bestel door te pleiten voor een corporatieve staat, waarbij alle maatschappelijke geledingen vertegenwoordigd zouden zijn. En binnen met name de christen-democratie bestonden er de laatste decennia tendenzen die pleitten voor de herwaardering van de gemeenschap binnen de communitaristische beweging. Met de Amerikaanse socioloog Amitai Etzioni als leidsman.

Het probleem met een zakenkabinet, een corporatieve staat of de de communitaristische beweging is dat ze zich -zonder dat toe te geven- buiten de normale politiek begeven en onttrekken aan de gewone democratische controle. Ze kunnen door belangengroepen achter de schermen vervolgens makkelijk oneigenlijk gebruikt worden voor iets dat niet met zoveel woorden wordt gezegd. Zo is de kritiek op de communitaristische beweging van Etzioni dat het onder het mom van gemeenschapsdenken allerlei neo-liberale maatregelen heeft mogelijk gemaakt. Omdat dit buiten het parlement op een soort politiek-filosofisch niveau binnen partijen speelt kan er nergens verantwoording voor gevraagd worden.

Dat verschil tussen schijn en wezen is bij de partijpolitiek niet aan de orde, hoe onvolmaakt, ongeïnspireerd, corrupt en ondoelmatig de huidige politieke partijen ook zijn. Partijpolitiek is wat het is, ondanks de nadelen ervan. Als Hiddema had gepleit voor een fundamentele hervorming van de partijpolitiek of het politieke bestel had ik hem gesteund. Bijvoorbeeld door een grotere rol voor de burger door machtsdeling of invoering van E-democracy en een afwaardering van de politieke partijen. Maar hij laat te veel onduidelijkheid wat hij met zijn pleidooi voor een zakenkabinet echt beoogt.

Dus ja, graag hervorming van het politieke bestel en de partijpolitiek. Maar nee, niet door omcirkeling of het passeren van de politiek. Een zakenkabinet of nationaal kabinet is mogelijk, maar dan uitsluitend in bijzondere omstandigheden. Dat is op dit moment niet aan de orde.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelFVD wil dat het anders gaat: Hiddema pleit voor een “kenniskabinet” van Michael van der Galien voor DDS, 23 mei 2017.

Volksmennerij en valse voorlichting: premier Wilders of revolte

gwq

Aldus PVV-leider Geert Wilders op een persconferentie op 30 januari in Milaan van de anti-Europese fractie, ‘Europa van Naties en Vrijheid’. Met naast de PVV en het Franse Front National ook het Oostenrijkste FPÖ, Lega Nord, Vlaams Belang en het Poolse Congres voor Nieuw Rechts (KNP). NRC citeert Wilders in een artikel van Petra de Koning met de veelzeggende titel Het wordt premier Wilders of ‘revolte’.

Wat bedoelt Wilders met ‘Wij laten dat niet gebeuren’? Bedoelt hij dat hij niet laat gebeuren dat de PVV wordt gepasseerd als het de grootste partij in het parlement wordt of laat hij een revolte door ‘de mensen’ niet gebeuren? Wilders beroept zich op een niet bestaande parlementaire regel. Nergens staat geschreven dat de grootste partij het recht heeft om te regeren. Het gaat om het behalen van een meerderheid van 76 zetels en niet voorgeschreven is dat de grootste partij daartoe dient te behoren. Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 1977 werd de PvdA met toenmalig premier Joop den Uyl met 53 zetels de grootste partij, maar kwam er een kabinet (Van Agt-Wiegel) van CDA en VVD zonder de PvdA. Zo gaat het democratisch proces.

Wilders verwijdert zich met dit soort uitspraken steeds verder van de hoofdstroom van de politiek. Hij zet ‘de mensen’ zonder veel kennis van parlementaire gebruiken en geschiedenis bewust op het verkeerde been. Onder verwijzing naar de democratie bedrijft hij anti-democratie. Wilders heeft zich door het innemen van steeds extremere meningen vervreemd van de andere Nederlandse politieke partijen. Dat heeft twee effecten. De PVV wint daarmee in de peilingen, maar in het parlement is de PVV geïsoleerd komen te staan. Geen enkele partij wil nog met de PVV samenwerken. Dat zijn de twee kanten van dezelfde medaille. Wilders poetst alleen de voor hem mooie kant op en vergeet bewust de andere kant die hem minder goed uitkomt. Er zit maar een ding op voor de PVV, namelijk het halen van 76 zetels in de Tweede Kamer en 38 in de Eerste Kamer. Al het andere is politieke marketing voor een onwetend publiek dat onwetend gehouden wordt door Geert Wilders.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHet wordt premier Wilders of ‘revolte’ in NRC, 30 januari 2016.

Jimmy Carter boort mensenrechtenbeleid Obama de grond in

carter_reagan_ap_605

Is Jimmy Carter de Dries van Agt van de VS? Nee, daarmee doen men Carter onrecht. Hij kwam al op voor de mensenrechten toen-ie nog aan de macht was. Vanuit een religieus-ethisch geweten. In 1980 verloor Carter de verkiezingen van Ronald Reagan. Sinds die tijd bewaakt Carter vanaf de buitenkant het gezonde verstand van de Democratische partij. Principieel in zijn opkomen voor burgerrechten. Hij veroordeelt ondubbelzinnig de aanvallen met drones in het buitenland en de schending op grote schaal van de privacy van Amerikaanse burgers door de overheid. Als vroeger maatregelen genomen moesten worden omdat de nationale veiligheid in het geding was kon dat pas na tussenkomst van een rechter. Nu kunnen overheidsfunctionarissen in de hele VS hun gang gaan. Carter constateert dat van de 30 artikelen in de Universele Verklaring Rechten van de Mens de regering-Obama er 10 schendt. Oud-president Jimmy Carter geeft een interview aan Russia Today:

Former US President Jimmy Carter has slammed American assassination drone strikes in other countries, saying that killing civilians in such attacks would in fact nurture terrorism.

“I personally think we do more harm than good by having our drones attack some potential terrorists who have not been tried or proven that they are guilty,” Carter said in an interview with Russia Today.

“But in the meantime, the drone attacks also kill women and children, sometimes in weddings… so this is the kind of thing we should correct,” he added.

Carter, who served as US president from 1976 to 1980, also criticized incumbent American policy makers for violating the country’s “long-standing policy” of “preserving the privacy of US citizens.”

“We now pass laws that permit eavesdropping on private phone calls and private communication,” he noted, explaining that in the past, in order to do that, the government had to obtain a court ruling that proved the nation’s national security was at risk, “which was very rare, but now it’s done all over America.”

“We need to back off [and] restore basic human rights as spelled out in the Universal Declaration of Human Rights (UDHR),” the former US president underlined.

He concluded by saying that there are 30 paragraphs in the UDHR, “and at present time, my country, the US, is violating 10 out of the 30.”

pri

Foto 1: President Jimmy Carter en Ronald Reagan voor hun presidentieel debat in Cleveland, Ohio op 28 oktober 1980

Foto 2: Marcel van Eeden, Perfect Privacy, 12 april 2002. Credits: Marcel van Eeden.

Lubbers drukte partijpolitieke benoemingen Tilburg en Den Bosch door

Het Brabants Dagblad reconstrueert aan de hand van geheime dossiers het machtsspel rond de burgemeesterbenoemingen van Tilburg en Den Bosch eind jaren ’80. Een zeer verdienstelijk onderzoek dat navolging verdient. ‘Per abuis waren die dossiers, die veel vertrouwelijke gegevens bevatten, niet afgesloten voor inzage. Brabants Dagblad ontdekte het lek en stelde het Nationaal Archief daarvan onlangs op de hoogte, maar niet nadat wij een aantal dossiers hadden gekopieerd, onder meer de dossiers van Dries van Agt, Don Burgers, Gerrit Brokx, Ed Nijpels en Ed van Thijn.’ Er zit dus nog het een en ander in het vat.

Toenmalig minister-president en CDA’er Ruud Lubbers manipuleerde en schoffeerde de voordrachten van de vertrouwenscommissies. De Brabantse Commissaris van de Koningin Frank Houben (CDA) stelde zich daarbij ondergeschikt op in dienst van Lubbers. Bij lezing van de dossiers Burgers (Den Bosch) en Brokx (Tilburg) valt op dat het bij dit soort benoemingen uitsluitend om partijpolitiek gaat. In het bijzonder het dossier Brokx is leerzaam omdat de vertrouwenscommissie ‘tot haar spijt moest constateren in hem niet het minste vertrouwen te hebben’. Commissaris Houben hangt in de verantwoording een betoog op waar geen logica in te ontdekken is en dat Brokx goedpraat. Bij de benoeming in Den Bosch stond Don Burgers in elk geval nog op de tweede plek. Daar werd oud-minister Bram Stemerdink (PvdA) gepasseerd door Lubbers en Houben.

Publicatie van beide dossiers tekent het failliet van de Nederlandse partijpolitiek. Niet de kwaliteit van het openbaar bestuur, of de stad en haar inwoners staan centraal bij deze benoemingen, maar enkel en alleen het partijbelang. Overigens schermt in zijn reactie op Lubbers toenmalig fractievoorzitter van de PvdA Wim Kok ook met allerlei claims en percentages. Ook Kok claimt benoemingen namens de PvdA. Het nieuws is dan ook niet zozeer dat Ruud Lubbers machtspolitiek speelt, maar dat alle partijen dat doen. Zolang ze de functies in het openbaar bestuur kunnen blijven beschouwen als hun bezit kunnen de partijen hun claim op deze functies blijven leggen. Dit is een onhoudbare en onbillijke situatie in een land waar slechts zo’n 2% van de bevolking lid is van politieke partijen en 98% niet in aanmerking komt voor hoge functies in het openbaar bestuur.

Foto: De junior burgemeester bezoekt Brakkestein, 1930. Credits: Regionaal Archief  Nijmegen.

Van Agt waarschuwt

Dries van Agt, Laurens Jan Brinkhorst en Hans van den Broek waarschuwen voor de zoveelste keer in een NRC-artikel. Ze roepen de EU op om politieke wil te tonen en weerstand te bieden aan de VS inzake het Midden-Oosten. Dat de EU nog steeds geen politieke unie is lijken de oud-politici vergeten.

I. Wat is verantwoordelijkheid in een oorlogsgebied als het nabije Midden-Oosten? Is dat verantwoordelijkheid van een regering voor het eigen leger, voor de eigen bevolking, voor de eigen economie, voor de buren, voor de regionale vrede, voor de wereldvrede of voor de natuur in verband met atomaire, biologische of chemische wapens?

Welke grens is er aan mensenrechten? Waar eindigt de specifieke situatie van een land en begint universaliteit? Tellen mensenrechten in een als democratisch bedoeld land als Israël zwaarder dan in politiestaten als Saudi-Arabië, Palestina of Egypte waar burgerrechten minder ontwikkeld zijn? Leggen critici in het Westen de lat hoger voor een land met een vergelijkbaar politiek systeem? Wellicht onbewust.

Reconstructie van de werkelijkheid aan de hand van begrippen als verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid is lastig. Dat gaat over goed en kwaad die ook nog eens cultureel bepaald zijn. Het dient uiteindelijk herleid te worden uit concrete data. Daarbij past het begrip proportionaliteit beter. Ondanks alle tekortkomingen is er niets concreter en strikt juridischer.

Het is schrikken in de Arabische wereld. Zo zijn alle vrouwen, ook gesluierde, in Egypte het slachtoffer van sexuele intimidatie en kijkt de overheid weg. Of vermoordt de soennitische Taliban in de Pakistaanse Ahmadiyya-moskees tientallen moslims. Vraag is of het helpt om er met Nederlandse ogen naar te kijken. Begrijpen we de achtergrond van dit meedogenloze geweld? Lopen scheidslijnen niet grilliger en subtieler dan we denken? Moeten we daarom niet terughoudend zijn met meningen vanuit onze leunstoel?

II. Toen Van Agt als minister-president aan de macht was, had-ie iets kunnen ondernemen om de toestand in het Midden-Oosten te verbeteren. Het was toen ook duidelijk dat daar heethoofden, om niet te zeggen zultkoppen tegenover elkaar staan die er samen niet uitkwamen. Toen deed Van Agt niets.

Hij kwam pas tot inzicht toen-ie de macht ingeleverd had. Beter laat dan nooit. Hoewel? Zijn opstelling is vrijblijvend zonder verplichting. Van Agt loopt constant zijn opvolgers voor de voeten. Er is een tijd van spreken en een tijd van zwijgen. Van Agt is als de voetbaltrainer die na zijn pensioen exact weet hoe-ie had kunnen winnen. Nostalgie als derde loopbaan.

Waarom denkt Van Agt niet breder? Waarom probeert-ie het niet eens op een andere manier? Plaats het Midden-Oosten conflict in een brede context. De oplossing ligt immers niet in Tel Aviv of Ramallah, maar in Washington, Beijing of Moskou. De VS die notabene in de oproep van Van Agt genegeerd moet worden. Het antwoord lijkt duidelijk. Van Agts macht is symbolisch. Dat beseft-ie door zich te herhalen.

Van Agt benadrukt keer op keer zijn eigen onmacht en irrelevantie en de relevantie van de grote politiek. Da’s veel VS, maar meer dan de VS alleen. Juist de verdeeldheid tussen de wereldmachten staat een oplossing van het Palestina-conflict in de weg. Die volgens velen over Iran en Syrië loopt. Niet over de studeerkamer van Van Agt, Brinkhorst en Van den Broek.

Foto: Eerste kabinet Van Agt (1977-1981). De bewindslieden lopen na de beëdiging de trappen van Paleis Soestdijk op. Voorop lopen Koningin Juliana, Wiegel en Van Agt. Soestdijk, 19 december 1977.

Einde aan religie

In de jaren ’90 (vdve) praatte ik veel met vrienden over het einde van de religie. In navolging van Francis Fukuyama en zijn essay The end of history and the last man. Zoals Paul Scheffer in zijn bespreking zegt: Het wezen van de liberale democratie is dat de wil tot onderwerpen uit het domein van de politiek wordt verbannen. Dat projecteerden we op religie. In onze ogen een achterlijk iets. Folklore voor dummies. De tijd was gekomen dat religie zich terug zou trekken uit het publieke domein.

Wat zaten we ernaast. De opkomst van de islam kreeg publicitaire vaart door projecties van uiteenlopende partijen. Angsten, verlangens en beroepsperspectieven werden erop losgelaten. De islam werd eerder een luchtkasteel dan een realiteit. Dat ging hand in hand met een ethisch reveil van normen en waarden. Christelijke ethiek stond weer centraal. Onder Balkenende en Rouvoet stierf het trouwens een zachte dood in betutteling en afremmen. Het werd nooit positief.

Af en toe denk ik met weemoed aan ons optimisme van een goede 15 jaar terug. Is dat ons 1968? Was het nostalgie die me op 9 juni 2010 op de VVD deed stemmen? De minst moralistische partij die het meest zei te gaan voor vrijzinnigheid? Voor het eerst van mijn leven rechts stemmen, ik schrok er zelf van, maar als tegenwicht voor de politiek correcten en de christelijke kwezels zag ik geen andere weg.

Het antwoord op de desoriëntatie in het Westen en het moraal verval kent corrigerende antwoorden. Da’s een wetmatigheid. Volgens Scheffer werkt Fukuyama dat in zijn latere boeken uit. Het kiert tussen het vooruitgangsdenken van de liberale democratie en moreel reveil. Maar het idee van religie dat het enkel en alleen dit gat kan vullen is lachwekkend en loopt over van pretentie.

Natuurlijk heb ik niet echt iets tegen religie. Mij best dat het haar plek in de Nederlandse pluriformiteit inneemt. Maar soms is door alle tegenstroom een extreme koerswijziging nodig om in het midden uit te komen. Religie claimt niet alleen degenen die het inspireert, maar ook andersdenkenden. Da’s ongepast. Het niet kennen van haar grenzen is de zwakte van religie.

Foto: Kerkinterieur, Alabama of Tennessee, 1936 door Walker Evans