PVV, FvD en delen van de SP kunnen fuseren in een Sociaal Nationale Partij

Stel je voor dat FvD, PVV en de meest radicale delen van de SP een nieuwe Sociaal Nationale Partij oprichten. Dat lijkt een dwaze gedachte, maar in Duitsland is het een reële mogelijkheid. Mogelijk in Nederland ook.

Er zijn gelijkenissen van de Nederlandse partijen met AfD en Die Linke: een stagnerende FvD en PVV die uitgeradicaliseerd lijken en hun mojo hebben verloren, en een weinig aansprekende SP die geen goede electorale successen weet te boeken en na 50 jaar sleets oogt.

FvD, PVV en delen van de SP zouden nieuw elan kunnen vinden door elkaar via de flanken van het hoefijzer-model te vinden en de cirkel rond te maken. Met sterke, min of meer onveranderlijke klassieke vijandbeelden, zoals de VS, de NAVO, de wapenindustrie, het kartel, het kapitalisme, de elite, het globalisme of welk vijandbeeld dan ook dat per onderwerp opgetuigd kan worden, zouden de onderlinge verschillen tussen de drie partijen overstegen kunnen worden.

Daarbij komt dat de drie radicale partijen samen in dezelfde electorale vijver van misnoegde en teleurgestelde kiezers vissen die zo’n 20% van het electoraat uitmaken. Nu zijn die stemmen verdeeld over verschillende partijen. Als dat electoraat van malcontenten succesvol zou worden aangesproken, dan kan zo’n Sociaal Nationale Partij de op dit moment grootste partij VVD naar de kroon steken. Een actuele concurrent is echter de BBB die in dezelfde electorale vijver vist.

Op Duitse vredesdemonstraties hebben de AfD en de meest radicale delen van Die Linke die onder het mom van het opkomen voor de vrede een einde aan de wapenleveranties aan Oekraïne, de sancties tegen de Russische Federatie en de NAVO willen een gezamenlijke vijand, namelijk de VS en een gezamenlijke vriend die uit de wind gehouden moet worden, namelijk Poetins Russische Federatie.

Wie weet werkt het uit de mottenballen halen van Willy Brandts Wandel durch Handel dat Poetins Russische Federatie niet tot toenadering tot Europa heeft weten te brengen. Een gezamenlijk vijandbeeld kan toenadering tussen radicale partijen dichterbij brengen. Partijen die niet op inhoud opereren, maar via demagogie kiezers en elkaar aanspreken hoeven programmatisch geen 100% overeenstemming te hebben om met elkaar een Sociaal Nationale Partij te vormen.

Voor de herschikking of fusie van politieke partijen is de carrière van beroepspolitici een sta-in-de-weg. Kunnen politici als Geert Wilders, Thierry Baudet of Lilian Marijnissen een stapje terugdoen in een Sociaal Nationale Partij of carrière buiten de partijpolitiek maken? Wie er partijleider moeten worden is een vraag die nog lang niet beantwoord is.

Naast dat eigenbelang van politici dat verandering tegenhoudt valt evenmin in te zien dat dat deel van de SP dat tegen de sociaal-democratie aanschurkt zich in een Sociaal Nationale Partij kan thuisvoelen. Maar dat ‘redelijke’ deel van de SP zou zich bij PvdA en GroenLinks aan kunnen sluiten.

Zo’n schets doet denken aan de partijvormingen en splitsingen tijdens de Weimar Republiek. Dat geeft aan dat politieke partijen kunnen veranderen en hun bestaan geen doel op zichzelf hoeft te zijn zoals het nu in Nederland lijkt.

De USPD splitste zich als links-radicaler af van de SPD, maar delen ervan keerden in 1922 terug naar de SPD. Aan de radicaal-rechtse en nationaal-conservatieve kant met de Deutschvölkische Freiheitspartei en de DNVP die elementen van respectievelijke FvD en de PVV bevatten, vonden voortdurend herschikkingen plaats die volgden op de electorale resultaten. Uiteindelijk werden de radicaal-rechtse partijen leeggezogen door Hitlers NSDAP.

FvD, PVV en het radicale deel van de SP gaan een gouden toekomst tegemoet als ze elkaar weten te vinden in de vorming van een Sociaal Nationale Partij. De afkeer van de centrumpartijen en hun politiek schept een gemeenschappelijke band. Publicitair en electoraal zou het een sterke combinatie zijn. Maar willen de delen met hun belang sterk zijn in dit geheel?

Advertentie

Gedachten bij de foto ‘Food Administration: Making sauerkraut’ (1918). Door een Duits vijandbeeld wordt zuurkool Nederlands

Ook in Nederland wordt zuurkool niet geassocieerd met de Nederlandse keuken, maar eerder met de Duitse of Frans-Elzasische keuken. Sauerkraut dus. Of Choucroute. Maar tijdens oorlogen wordt alles anders.

Deze Amerikaanse fotoFood Administration: Making sauerkraut’ dateert uit (ongeveer) 1918. In de westerse pers waren de misdragingen van het Duitse leger van de Belgische bevolking breed uitgemeten. Grotendeels propaganda. De Krauts waren niet populair in de VS, en Sauerkraut moest eronder lijden. Toch is zuurkool gezond en is het gewenst dat de bevolking het eet. Ook in verband met het verschepen van voedsel naar het Europese oorlogsgebied. Maar zoals gezegd, de associatie met Duitsland zit dat in de weg. Het tijdens de Eerste Wereldoorlog neutrale Nederland biedt de oplossing. Sauerkraut wordt door de Amerikaanse overheid in de pers omschreven als Nederlands. Zodat de Amerikanen weer zuurkool gaan eten. Vaderlandsliefde gaat door de maag. En het image van de Nederlandse keuken wordt beter door een leugentje om bestwil.

Foto’s: Schermafbeeldingen uit artikelLiberty Cabbage: 1918’ op Shorpy.

Baarlijke onzin van Laurien Crump over de russofobie in de top van de Nederlandse politiek. Wat moeten media en wetenschap ermee?

Update 8 december 2021: Opnieuw heeft Laurien Crump het voor elkaar weten te krijgen om haar opinie in NRC geplaatst te krijgen. Haar stellingname blijkt uit de kop: ‘Poetin heeft een punt’. Al eerder plaatste NRC in 2016 artikelen van haar waar ik forse kritiek op liet blijken in commentaren. De herhaalde plaatsing door NRC vind ik bedenkelijk omdat Crump in mijn ogen de objectiviteit en onpartijdigheid voorbij is. Ze verbergt zich achter een wetenschappelijke status die ze eigenlijk niet heeft. Daarbij vertelt ze telkens het zelfde verhaal en komt onafhankelijk van de actualiteit telkens terug op het onbewezen feit dat Westerse leiders rond 1990 de leiding van de Sovjet-Unie beloofden de NAVO niet oostwaarts uit te breiden. Dat is inderdaad een mythe en gold alleen voor een moratorium op de plaatsing van NAVO-troepen in de toenmalige DDR. Crump doet aan misleiding en NRC werkt daar welbewust aan mee door haar een podium te bieden. Overigens staat bij het opinie-artikel dat ze ‘universitair hoofddocent’ is, maar volgens opgave van de Universiteit Utrecht is zij ‘universitair docent’. 

Laurien Crump is universitair docent en onderzoeker in de geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Haar achtergrond is Klassieke Talen en Vergelijkende Geschiedenis. Ze is auteur van een boek over de periode 1955-1969 van het Warschaupact. In een artikel in NRC van 20 juni 2016 meende ze dat het Westen op moet houden de Russische Federatie te vernederen. Mijn reactie daarop was dat Crump de plank misslaat en niet weet waarover ze praat. Ik zette zelfs twijfels bij haar motivatie: ‘Het zal niet de opzet zijn, maar dit artikel roept vooral vragen op over de deskundigheid en politieke gezindheid van Crump. Is zij wel zo objectief als ze zegt te zijn?’ Crump vereenzelvigt zich met de retoriek van het Kremlin.

In december 2016 bood NRC haar nogmaals een podium en kon ze haar artikelPraat met die man – om erger te voorkomen’ publiceren. Met die man werd de Russische president Putin bedoeld. In een commentaar concludeerde ik dat ze opnieuw vanuit de identificatie met het Kremlin redeneerde. Nu heeft Crump naar aanleiding van de leugen over een bijeenkomst van de afgetreden minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra opnieuw een artikel geschreven dat door de Belgische De Standaard is geplaatst. De titel is ‘Voor Den Haag blijft Rusland de baarlijke duivel’. Bij de reacties is de versie te lezen zoals die op internet is te vinden.

Crumps stelling is dat er russofobie heerst ‘in de hoogste regionen van de Nederlandse politiek’. Wat ze met ‘russofobie’ bedoelt maakt zij niet duidelijk. Ze lijkt te suggereren dat er in de top van de Nederlandse politiek angst of afkeer voor Rusland of de Russen bestaat, maar zij maakt dat alleen hard door te wijzen op de afkeer van het beleid van het Putin-regime of de slechte relatie op het geleid van de nationale veiligheid tussen de Russische Federatie en westerse landen. Maar het is misleidend om dat russofobie te noemen, dat is hooguit Putinfobie. In de top van de Nederlandse politiek bestaat geen afkeer van het Russische volk, Rusland of de Russische Federatie, maar op z’n hoogst afkeer van het veiligheidsbeleid van de Russische overheid dat de Europese stabiliteit in gevaar brengt. De Russische bezetting van de Krim in 2014, de bezetting van delen van Oost-Oekraïne door reguliere Russische troepen of huurlingen van het Russische veiligheidsbedrijf Wagner en het neerhalen van de MH17 door een Buk-raket die volgens het meest waarschijnlijke scenario van het JIT uit de Russische Federatie werd aangevoerd hebben de afkeer van het Russische beleid in het Kremlin gevoed.

Crump gaat voor een historica losjes met de feiten om. Zo concludeert ze dat Zijlstra niet alleen gelogen zou hebben over zijn aanwezigheid bij een bijeenkomst in 2006 met Putin, maar zou hij ook hebben gelogen over de inhoud: ‘Hij was er niet alleen niet bij, maar Poetin blijkt het ook nooit gezegd te hebben.’ Dat is echter niet onafhankelijk vastgesteld. Ook Crump was er niet bij en weet niet wat er in de marge van de bijeenkomst in 2006 in de Russische datsja is gezegd. Bron is oud-topman van Shell Jeroen van der Veer die nog steeds voor Shell lobbyt en er belang bij heeft om de verhouding met Putin goed te houden en zo de belangen van Shell te verdedigen. Wat hij er achteraf over zegt moet dan ook gerelateerd worden aan Shells belangen die hij verdedigt. Dat zijn geen geringe belangen zoals het pijplijn-project Nord Stream II waar zowel het Russische Gazprom als Shell aan deelnemen of belangen in Russische olievelden (Sakhalin-2: 27,5%; Salym: 50%).

Crump verwijdert zich nog verder van een onpartijdige historische opstelling als zij over de gesprekken van Zijlstra met zijn Russische collega Lavrov zegt: ‘die Zijlstra aanvankelijk zou benutten om de Russen te confronteren met het verdraaien van feiten omtrent de MH17.‘ Dat is een kleuring van de feiten door Crump. Het is een constatering uit het ongerede. Aangenomen mag worden dat als minister Zijlstra in de gesprekken met Lavrov uitging van de bevindingen van het JIT dat wordt gecoördineerd door het Nederlandse OM. Crump gaat niet mee in de bevindingen van het OM, maar bestempelt ze via een omweg als ‘verdraaien van feiten’. Dat is een merkwaardige opvatting voor een universitair docent die werkzaam is bij de Universiteit Utrecht en van wie zorgvuldigheid mag worden verwacht. Crump doet in dezelfde alinea opnieuw aan stemmingmakerij als ze het heeft over ‘versterkte aan­wezigheid van Navo-troepen in Oost-Europa’. In de Baltische staten heeft de Navo-reactiemacht  3.260 militairen gestationeerd. Dat wordt door militaire deskundigen als te weinig gekwalificeerd voor een snelle en passende reactie op offensieve bedoelingen van het Russische leger dat aan de grens met Polen en de Baltische staten aanzienlijk grotere aantallen parate troepen heeft samengetrokken.

Crump gebruikt de blauwdruk van de Koude Oorlog om de huidige spanningen in Oost-Europa te verklaren. Dat mag onderhand haar methodiek genoemd worden. Het is een zinloze omleiding. Uiteraard zijn er kansen gemist om tot een goede relatie tussen de Sovjet-Unie of de Russische Federatie en het Westen te komen. Dat valt te betreuren. Volgens Crump volgt uit een OVSE-rapport waaraan ze heeft meegewerkt dat de oorzaken van de slechte relatie verder terug gaan in de tijd dan 2014: ‘Volgens het rapport zijn de Oekraï­necrisis en de vermeende geo­politieke ambities van Rusland niet de oorzaak van de huidige crisis in de Europese veiligheid, maar het symptoom. De oorzaak ligt dieper, in de unfinished post-Cold War settlement’. Crump gaat verder: ‘De Russen zelf maken er ook geen geheim van dat de invasie van de Krim – hoe afkeurenswaardig ook – bedoeld was om Rusland weer ‘relevant’ te maken. In die opzet is Poetin in ieder geval geslaagd.’ Dat laatste is een aanname die betwijfelbaar is. Het Kremlin heeft zich door de bezetting van de Krim vervreemd van het Westen en sancties op de hals gehaald die de economie en de toenadering tot Europa hebben beschadigd.

Crump laat in haar betoog een onderwerp ongenoemd dat sinds een jaar centraal staat in de politiek en media in de VS en Europa en de verhoudingen akelig heeft verziekt. Namelijk de inmenging van de Russen in de publieke opinie en de nationale politiek van landen via onder meer sociale media en hacks. En dan vooral in de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016. Op een recente hoorzitting in het Amerikaanse congres beweerden de directeuren van de Amerikaanse inlichtingendiensten dat die inmenging ongewenst is, tot op de dag van vandaag doorgaat en er voldoende signalen zijn dat voor Russische inmenging in de tussentijdse verkiezingen van november 2018. Dat is geen aanname, maar een feit dat door onderzoeken in onder meer de VS en het Verenigd Koninkrijk wordt gestaafd. Ofwel, het kan zijn dat de Russische Federatie in het verleden onheus bejegend is door westerse landen, maar sinds het mislukken van de Reset van 2012 doet het Kremlin er zelf weinig aan om de relatie door een gematigde opstelling en overleg met Westerse landen te verbeteren.

Het is een raadsel wat een universiteit als die van Utrecht (waar ik alumnus van ben en die me nauw aan het hart gaat) en  gerespecteerde nieuwsmedia als NRC of De Standaard denken te winnen bij de deskundigheid van Crump die de objectiviteit en de onpartijdigheid voorbij is. Ze is een politiek activiste en daar is niets mis mee. Ze mag uiteraard haar mening verkondigen in het publieke debat, zoals iedereen dat mag. Het wordt er echter bedenkelijk op als ze dat doet onder het mom van wetenschap en zich beroept op een instelling met autoriteit. Zelfs krampachtig in het geval van de OVSE. Het wordt er pijnlijk op als OVSE, Universiteit Utrecht of gerespecteerde nieuwsmedia haar die dekking wensen te geven. Crumps zelfingenomenheid wordt er absurd op als ze denkt de Nederlandse politiek als objectieve analist van advies te kunnen dienen: ‘De opvolger van Halbe Zijlstra nodig ik graag uit tot een gesprek om nieuwe verzinsels te voorkomen’. Ze illustreert haar betoog met plak en knip-illustraties met Zijlstra die haar ‘wetenschap’ er extra onbenullig op maakt.

Foto’s: Knip-en plak illustraties bij het artikelVoor Den Haag blijft Rusland de baarlijke duivel’ van Laurien Crump in De Standaard, 15 februari 2018. NRC heeft op 14 februari 2018 het artikel geplaatst onder de titel ‘Ook kabinet lijdt aan russofobie’, zonder illustraties met een gephotoshopte Zijlstra. 

Conservatieven in de Republikeinse partij zoeken nieuwe identiteit

Voormalig hoofd van de CIA en lobbyist voor de wapen- en veiligheidsindustrie Michael Hayden is in gesprek met BBC’s Katty Kay. Hij acht het mogelijk dat de beïnvloeding van de Amerikaanse verkiezingen inclusief de hack van e-mails van de Democratische partij door Russen te herleiden valt tot president Putin. Probleem tot nu toe is dat de Amerikaanse regering de informatie niet met het publiek deelt. Medestanders van president-elect Trump kunnen daarom blijven beweren dat bewijzen ontbreken. Amerikaanse diensten zouden zich door openbaarmaking in de kaarten laten kijken. Dat willen ze voorkomen. Maar de tijd dringt. President Obama heeft tot 20 januari 2017 de macht en moet voor die tijd handelen. En hij is al zo’n twijfelaar.

Onderstaande grafiek geeft aan hoe de animositeit van Republikeinen jegens Putin veranderd is. Zijn favorability ratings zijn onder Republikeinen van juli 2014 tot december 2016 met zo’n 55 punten verbeterd. Hiermee is de wetmatigheid van een oud vijandbeeld gewijzigd. Terwijl die onder Democraten is verslechterd.

In een opinie-artikel voor The New York Times verbaast de conservatieve ‘talk-show host in Wisconsin’ Charlie Sykes zich over de verandering van het conservatisme in de Republikeinse partij waar racisten vrij baan kregen en nu de partij lijken te hebben overgenomen: ‘For years, we ignored the birthers, the racists, the truthers and other conspiracy theorists who indulged fantasies of Mr. Obama’s secret Muslim plot to subvert Christendom, or who peddled baseless tales of Mrs. Clinton’s murder victims. Rather than confront the purveyors of such disinformation, we changed the channel because, after all, they were our allies, whose quirks could be allowed or at least ignored. We destroyed our own immunity to fake news, while empowering the worst and most reckless voices on the right. This was not mere naïveté. It was also a moral failure, one that now lies at the heart of the conservative movement even in its moment of apparent electoral triumph. Now that the election is over, don’t expect any profiles in courage from the Republican Party pushing back against those trends; the gravitational pull of our binary politics is too strong.’ Conservatieven zoals Michael Hayden of senator John McCain zijn nu de minderheid in hun partij waar vijandbeelden op de kop zijn gezet.

wj

Foto: Schermafbeelding van tweet van Will Jordan, 14 december 2016.

Laurien Crump slaat opnieuw de plank mis over Putin die niet uit zou zijn op confrontatie

vladimir-putin-1

Laurien Crump is universitair docent en onderzoeker in de geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Haar achtergrond is Klassieke Talen en Vergelijkende Geschiedenis. Ze is auteur van een boek over de periode 1955-1969 van het Warschaupact. In een artikel in NRC van 20 juni 2016 meende ze dat het Westen op moet houden de Russische Federatie te vernederen. Mijn reactie daarop was dat Crump de plank misslaat en niet weet waarover ze praat. Ik zette zelfs twijfels bij haar motivatie: ‘Het zal niet de opzet zijn, maar dit artikel roept vooral vragen op over de deskundigheid en politieke gezindheid van Crump. Is zij wel zo objectief als ze zegt te zijn?’ Crump vereenzelvigt zich met de retoriek van het Kremlin.

Nu biedt NRC haar in een artikel opnieuw een podium en kunnen we haar objectiviteit nogmaals toetsen. Zij redeneert opnieuw vanuit haar identificatie met het Kremlin. Haar uitgangspunt zijn de goede bedoelingen die president Putin volgens haar in zijn jaarlijkse toespraak tot de Doema tentoonspreidt door te zeggen dat hij ‘niet uit is op confrontatie” en dat samenwerking in ieders belang is.’ Die uitgesproken hand zou Europa aan moeten nemen. Goede bedoelingen van Putin zijn echter een nietszeggend argument en het is de vraag of hij een hand uitgestoken heeft. Een deel van de Russische informatieoorlog is immers de misleiding (‘Maskirovka’) waarbij om militaire doelstellingen de feiten bewust anders worden voorgesteld dan ze zijn.

Opnieuw legt Crump in haar beschouwing de blauwdruk van de Koude Oorlog over de huidige relatie tussen de Russische Federatie met het Westen en meent daaruit conclusies over de actuele veiligheidspolitiek te kunnen trekken. Opnieuw gaat ze met dat schematisch denken de fout in. Want 1955 of 1970 is 2016 niet. Er bestaat een fundamenteel verschil tussen de toenmalige Sovjet-Unie en de Russische Federatie anno 2016. Putin is een rechts-nationalistische leider zonder ideologische en strategische visie op de geschiedenis. Het voortbestaan van hemzelf en zijn directe zakenvrienden is wat Putin drijft. De positie van de Russische Federatie is daarvan de afgeleide. Met tactische invallen hobbelt Putin van incident naar incident. Volgens critici werkt hij zich daarmee steeds verder in de nesten. De reserves van de Russische Federatie zouden in de zomer van 2017 op zijn. Dan kan de sociale vrede niet langer afgekocht worden. En wacht de kladderadatsch.

Crump vergeet dat het Putin is die door de bezetting van de Krim in 2014 de Europese veiligheidspolitiek fundamenteel heeft veranderd door het schenden van internationale afspraken over veiligheidspolitiek en soevereiniteit van staten die in 1941, 1975 en 1994 in overleg tussen landen vorm kregen en iedereen zich aan hield. In de Algemene Vergadering van de VN werd in maart 2014 die annexatie in resolutie 62/262 met 100 stemmen voor veroordeeld. Het is naïef en wetenschappelijk onbegrijpelijk van Crump om in een analyse naar de Europese veiligheidspolitiek te verwijzen zonder de Krim of Oekraïne zelfs te noemen. Dat is een onvolledige analyse. Dit pragmatisme -of neorealisme volgens John Mearsheimer en Henry Kissinger- dat pleit voor een dialoog met de Russische Federatie gaat te makkelijk voorbij aan de schade die door dit land sinds 2014 aan de Europese veiligheidssituatie is aangebracht. En Oost-Europese landen heeft geïntimideerd.

Het is wenselijk om een nieuwe start te maken -en door de verslechterende economische situatie wordt Putin daar wellicht toe gedwongen- maar niet op de condities die het Kremlin stelt. Europa neemt de Russische Federatie serieus door Putin niet serieus te nemen. Dat verschil gaat aan Crump voorbij. Europa moet werken aan de verbetering van de verstandhouding met de inwoners van de Russische Federatie. Een autoritair leider als Putin die hard op weg is om zijn land richting dictatuur te loodsen en de rechtsstaat te ontmantelen is geen gesprekspartner waarop vertrouwd kan worden. De recente veiligheidspolitiek van het Kremlin maakt dat duidelijk. Voor de goede verstaander. Europa heeft vrienden nodig, maar niet als ze zich gedragen als vijand.

Foto: De Russische president Vladimir Putin bezoekt de Krim. Credits: Getty.

Gedachten over de NAVO en defensie tegen Russische agressie

Zoals bijna iedereen die opgegroeid is in de jaren voor 1991 heb ik een gezond wantrouwen tegen de NAVO. Was dat immers niet het verlengstuk van de Amerikaanse veiligheidsindustrie? Juan Bosch zette uiteen in zijn essay Pentagonism wat Amerikaans imperialisme inhield. Het hield ons onder de duim. Bosch maakte in de jaren ’70 indruk op me. Het was ook compensatie voor mijn rol als dienstplichtig soldaat in de Nederlandse langharige Krijgsmacht die ik met onnoemelijke tegenzin onderging. De Iran-Contra Affair moest 10 jaar later nog komen. Dat maakte het buitenparlementair handelen van de Amerikaanse regering pas echt inzichtelijk. De eerste keer dat ik mocht stemmen koos ik voor de pacifistische PSP. Nog steeds een ongeëvenaarde partij.

De tijden zijn veranderd. Zodat het denken aangepast moet worden aan de nieuwe situatie. De Koude Oorlog met twee stabiele, monolithische blokken die tot de tanden gewapend tegenover elkaar staan is voorbij. Het Warschaupact dat de tegenhanger van de NAVO was werd in 1991 ontbonden door de implosie van de Sovjet-Unie en de satellietstaten die vlak voor het faillissement de tent verlieten. De Sovjet-Unie had de Koude Oorlog verloren. In 1988 liet toenmalig president Michail Gorbatsjov de Brezjnevdoctrine los zodat Oost-Europese landen voor het eerst sinds 1945 hun eigen koers konden varen. Dat deden ze. In 1999 werden Tsjechië, Hongarije en Polen lid van de NAVO. Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië en Slowakije volgden in maart 2004, samen met Slovenië. Op 1 april 2009 werd ook Albanië lid van de NAVO.

Op sociale media is er veel ruis over de NAVO en de relatie tot de Russische Federatie. Dat komt deels voort uit wrok en ‘nestgeur’ zoals ik hierboven schetste. Dat is een mentaliteit die aansluit bij de periode van voor 1991 en de laatste 25 jaar daar simpelweg als een verlengde van ziet. Zelfs een wetenschapper als Laurien Crump kijkt zo naar de huidige situatie in Oost-Europa. In een commentaar viel ik haar daar vorige maand op aan. De ruis komt deels ook voort uit de Russische propaganda die met ontelbare mantelorganisaties en trollfabrieken de Westerse publieke opinie probeert te beïnvloeden. Door haar spreekwoordelijke verdeeldheid heeft het Westen daar geen goed antwoord op waardoor het de slag om de publieke opinie verliest. Wat die propaganda beoogt is de herinvoering van een nieuwe, wat lichtere versie van de Brezjnevdoctrine die Oost-Europese landen weer afhankelijk maakt van Moskou. Een hink-stap-sprong terug naar de Koude Oorlog.

In een reactie op een artikel over het indirecte antwoord in de Bundestag van de Duitse kanselier Angela Merkel (CDU) op haar minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier (SPD) schreef ik vandaag:
‘I like Merkels message better than Steinmeiers. Because it seems a better answer in pacifying Russian aggression.
The USSR stopped to exist. Former ‘members’ of it are sovereign and free to take their own decisions. If they choose for NATO, so let it be. They may and are entitled to it. For decades they were occupied by the USSR and it is conceivably they don’t long for a second Russian occupation.
NATO says it is a defense organization. The member states of the EU have neglected their defense after 1991. You know, the so called ‘peace dividend’. The state of affairs of the European armies is poor. Besides France and the UK. The US has other geopolitical interests and priorities in Asia and the Middle East.
Merkel is managing by speech. One can hope her words may protect Poland, the Baltic states and Germany. NATO-armies are no match for its Russian counterpart. Steinmeier is giving in to that aggression, Merkel is resisting it. The European armies in itself are poorly organized and trained and no threat to its neighbors. Quite the contrary.’

Mijn positie gaat uit van het besef dat er zowel in de VS als in de grotere Europese landen als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Italië een grote wapenindustrie is. En die heeft belang bij het in de lucht houden van een dreiging. Maar ook de Russische Federatie kent een grote veiligheidsindustrie en is na de VS de grootste wapenexporteur ter wereld. Het werkt twee kanten op. De Amerikaanse en Russische elite met banden in de veiligheidsindustrie vinden elkaar in het groot maken van de dreiging, maar zonder dat het tot oorlog komt. Want dat verstoort op termijn de eigen handel. Dat de zakenelite rond de Russische president Putin onberekenbaar zou zijn is een misverstand. Het weet exact waar de eigen belangen liggen en hoe de Russische Federatie geëxploiteerd dient te worden. Zoals de kliek die zich nu vormt rond de Democratische presidentskandidaat Hillary Clinton en eveneens het establishment vertegenwoordigt exact hetzelfde doet.

De veiligheidsindustrie is evenwichtskunst. Ik omschreef die zo in een commentaar over Rob de Wijk: ‘Deze industrie van veiligheids- en inlichtingendiensten, krijgsmachtsonderdelen, particuliere bedrijven die als onderaannemer optreden, hightechbedrijven, gevestigde media en instituten op het gebied van strategie en veiligheid klontert samen en is onderling sterk verbonden. De veiligheidsindustrie heeft als legitimatie de dreiging die door ‘wetenschappers‘ en ‘journalisten‘ in de lucht wordt gehouden.’ Kritische burgers moeten proberen verder te kijken en de schijnverhalen van media die ten dienste staan van die veiligheidsindustrie doorprikken. De Russische agressie in Oost-Europa is reëel in dreiging, maar ook irreëel omdat de dreiging een dreiging moet blijven. Maar ondanks het grote plaatje moet de NAVO wel zorgen dat het de eigen zaakjes voor elkaar heeft en niet onder de voet gelopen wordt. Want oorlog is kansberekening en de kans op succes van de tegenstander moet zo klein mogelijk worden gehouden. Jammergenoeg moet dat dan iets kosten.

Laurien Crump slaat de plank mis over Rusland dat vernederd zou worden

1000w_q95

Laurien Crump is universitair docent en onderzoeker in de geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Haar achtergrond is Klassieke Talen en Vergelijkende Geschiedenis. Ze is auteur van een boek over de periode 1955-1969 van het Warschaupact. In een artikel voor NRC meent Crump dat het Westen op moet houden de Russische Federatie te vernederen. Dat vraagt om een weerwoord.

Crump meent terecht dat de Russische angsten serieus moeten worden genomen. Maar omdat ze goeddeels voorbijgaat aan Poolse, Baltische en Oekraïense angsten voor de agressieve politiek vanuit het Kremlin klinkt dat verre van evenwichtig. Voor oudere generaties is in deze landen de 45-jarige bezetting door de Sovjet-Unie nog levende geschiedenis. Crump wijst op Anakonda2016 een oefening van 24 NAVO partner- en lidstaten die bedoeld is om de Poolse leger in de commandostructuur te integreren. Hierin ziet ze onnodige symboliek. Aan haar analyse dat de Russische Federatie de Koude Oorlog verloren heeft valt niets af te dingen.

Crumb gaat de fout in als ze de onrechtmatige annexatie van de Krim en het zogenaamde referendum die in maart 2014 in resolutie 68/262 breed veroordeeld werden probeert te relativeren met de dooddoener: ‘doet ons vergeten dat ook Rusland legitieme belangen heeft’. Dat is een nietszeggend argument, want elk land heeft legitieme belangen. Dat rechtvaardigt nog niet het eenzijdig en met geweld verbreken van internationale verdragen, zoals Helsinki Final Act 1975 of het Boedapester Memorandum 1994. Daarin garandeerde Sovjet-Unie of haar rechtsopvolger de Russische Federatie de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne.

Het zal niet de opzet zijn, maar dit artikel roept vooral vragen op over de deskundigheid en politieke gezindheid van Crump. Is zij wel zo objectief als ze zegt te zijn? Die vraag wordt vooral gevoed door de volgende passage: ‘Het Russische argument dat Gorbatsjov in 1990 instemde met de eenwording van Duitsland op voorwaarde dat de NAVO niet verder oostwaarts zou uitbreiden, wordt afgeschilderd als een mythe. Recent vrijgekomen archiefmateriaal heeft echter aangetoond dat verschillende wereldleiders, zoals George Bush senior en Helmut Kohl, in gesprekken met Gorbatsjov inderdaad aangaven dat de NAVO niet in de richting van Oost-Europa zou uitbreiden.’ Op de observatie dat de Russische agressie wordt ingeven -en zelfs te billijken valt- door een onterechte uitbreiding van de NAVO in Oost-Europa bouwt ze haar betoog.

Crump maakt twee essentiële fouten. Van de ene kant vergelijkt ze internationale verdragen die instrumenten zijn van Europese veiligheidspolitiek en officieel zijn uitonderhandeld en vastgelegd met informele gesprekken in de marge van Westerse leiders zoals president Bush sr. of kanselier Kohl die nooit tot verdragen of vastgelegde afspraken hebben geleid. Laurien Crump gelooft in een mythe die ze meent te weerleggen.

Een en ander wordt inzichtelijk uit een interview van Maxim Korshunov met president Gorbatsjov in oktober 2014. Hieruit blijkt duidelijk dat er tussen Gorbatsjov en leiders als Kohl, Bush of minister James Baker nooit afspraken zijn gemaakt over een stop op de uitbreiding van de NAVO in Oost-Europa: ‘The topic of “NATO expansion” was not discussed at all, and it wasn’t brought up in those years. I say this with full responsibility. Not a single Eastern European country raised the issue, not even after the Warsaw Pact ceased to exist in 1991. De logica dat dit onderwerp niet op de agenda stond was dat in 1990-91 de imploderende Sovjet-Unie geen machtspositie meer had om zoiets te kunnen eisen. Volgens Gorbatsjov is er toen alleen een afspraak over een stop op uitbreiding van NAVO-troepen gemaakt voor de stationering in de voormalige DDR. 

Het lijkt uit alles dat Crump aan projectie doet. Wellicht onbewust. Ze projecteert de stabiele status quo van de twee machtsblokken NAVO en Warschaupact van de Koude Oorlog op het instabiele einde van de Sovjet-Unie in 1990-91. De reset van 2009 onder de presidenten Medvedev en Obama die bestond uit toenadering en zelfs leidde tot de optie dat de Russische Federatie lid zou worden van de NAVO geeft aan dat de Russen niet per definitie hoeven te vrezen voor omsingeling. Maar naast het verkeerd interpreteren van de feiten is het grootste tekort van Crumps artikel dat ze de binnenlandse dimensie van de recente politiek van het Kremlin buiten beschouwing laat. Door het oproepen van een vijandbeeld dat bestaat uit omsingeling door het Westen probeert president Putin met teruggrijpen op oude symboliek die uit de Koude Oorlog geleend is de eigen bevolking te mobiliseren, af te leiden van de slechte economische situatie en zijn eigen machtspositie en die van zijn partners te bestendigen. Het is merkwaardig dat Crump dat idioom niet doorprikt, maar volgt.

Foto: ‘Soldiers with the U.S. Army’s 3rd 173rd Airborne Brigade provide security as their squad jumps off a Polish Mi-17 helicopter during an Air Assault Exercise in Swidwin, Poland June 10, 2016. This was part of Anakonda 2016, a Polish-led, multinational exercise taking place in Poland from June 7-17, involving more than 31,000 participants from more than 20 nations. (U.S. Army photo by Sgt. 1st Class Whitney Hughes/Released).’

Karl Drabbe vliegt uit de bocht. Terugkeer van oude vijandbeelden in Nederland. Over collaboratie, Schreibtischtäter en compensatie

kd

Karl Drabbe is een Vlaamse publicist aan de rechterkant van het politieke spectrum. Hij is onder meer columnist voor Jalta.nl. Bovenstaande alinea op Doorbraak.be schoot me behoorlijk in het verkeerde keelgat.

Ik reageerde als volgt: ‘De auteur legt zijn vinger aan de pols van Nederland, zo denkt hij. Maar komt met verkeerde of oude beelden. Nederlanders kijken allang niet meer zo negatief naar de Duitsers zoals ze tot pakweg 2000 deden. De beeldvorming is genormaliseerd. Nederland en Duitsland zijn in vele opzichten naar elkaar toegegroeid. Gidsland Nederland bestaat niet meer en Duitsland is gefragmenteerd en toont geen monolitisch vijandbeeld meer. 

Kwaadwillend wordt Drabbe als hij spreekt over ‘Schreibtischtäter’ die in Nederland ‘zo massaal samenwerkten met de Duitse bezetter halfweg vorige eeuw’. Hij wijst hierbij naar het begrip ‘collaboratie’ dat hij op België van toepassing acht. Met het begrip ‘Schreibtischtäter’ overspeelt Drabbe zijn hand. Want historisch is dat direct gekoppeld aan de massamoord op Joden en andere etnische groepen. Daar was in Nederland geen sprake van. In de bezette West-Europese landen collaboreerden op enigerlei wijze de nationale overheden met de bezetters, maar het is niet zo dat zoals in Roemenië of Hongarije in Nederland Nederlandse schrijftafeldaders massaal samenwerkten met de Duitsers. De Duitsers planden aan hun schrijftafels de massamoord en het onrecht, niet de Nederlanders. Of Belgen.

Drabbe grossiert in oude vijandbeelden die wellicht ooit een kern van waarheid bezaten, maar intussen allang achterhaald zijn. Het is merkwaardig dat hij meent dat Nederlandse media ‘altijd al op een lichtjes gespannen voet’ staan met Duitsland. Waar baseert hij dat op? De Nederlandse media berichten zakelijk over Duitsland, en niet anders dan over andere buurlanden. Daarnaast introduceert hij het begrip ‘compensatie’ als verklaring voor die vermeend gespannen verhouding van de Nederlandse media inzake Duitsland. Zijn suggestie is dat meer dan 70 jaar na de Tweede Wereldoorlog de Nederlanders nog steeds een schuldcomplex over die oorlog hebben. Drabbe heeft het bij het verkeerde eind. Hij is het die in het verleden leeft, niet de Nederlanders.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelDE TERUGKEER VAN DE SCHAAMTE’ van Karl Drabbe op Doorbraak.be.

Europa lijkt steeds meer op strategisch spelletje Risk. Wie wint?

Valt Europa steeds meer samen met het machtsdenken van het strategisch bordspel Risk? Woedt er een strijd tussen de Russische Federatie en het Westen (meeste EU-lidstaten, VS en Canada) waarbij de strijd vooral op afstand met zetstukken wordt gevoerd? Het gaat aan ons voorbij omdat media er nauwelijks verslag van doen.

De Russen interveniëren sinds augustus 2014 met een hybride oorlog in Oost-Oekraïne, hebben de Krim onrechtmatig ingepikt, voeren hun gevechtskracht en paraatheid op, bedreigen de Baltische staten, proberen de EU door verdeeldheid te verzwakken in het opkopen van radicale, eurosceptische politieke partijen en het neutraliseren van Duitsland dat als spookbeeld heeft dat het aan de basis van de derde wereldoorlog staat.

Westerse initiatieven kunnen niet uitblijven. Maar zijn a-synchroon. Geen wapengekletter, maar inzet van economische middelen om Rusland af te remmen. Mogelijk inmenging in de zwakke regio’s van de Russische Federatie: de Kaukasus en het Verre Oosten waar nu China goedkoop de buit binnenhaalt. Of pionnen het Kremlin insturen voor een paleisrevolutie. Passen de ‘Electric Maidan’ protesten in Armenië in de strategie?

Stichting MoslimPleegkind gebruikt vijandbeeld in spotje. Waarom?

Het promotiefilmpje ‘Ontmoet Leyla: een moslimpleegkind’ van Stichting MoslimPleegkind zit moeilijker in elkaar dan voor snel begrip nodig lijkt. De opzet lijkt dat een meisje door verschillende kleren (een rokje en roze vestje tegenover een lange broek en een  grijskleurig jack) twee verschijningsvormen verbeeldt. De meest aannemelijke verklaring is dat roze vestje het ideaalbeeld is en grijskleurig jack de realiteit.

Een witte en blonde man en vrouw komen langs en nemen roze vestje mee. Het rugzakje blijft op stoep staan. Maar het ouderpaar brengt het meisje terug, nu gekleed in grijskleurig jack. Het meisje verandert weer in roze vestje en in grijskleurig jack. Een vrouw met hoofddoek en een kale man komen langs en nemen grijskleurig jack mee. Ze vergeten de rugzak, maar de vrouw met hoofddoek loopt terug om deze op te halen. Eind. 

De bedoeling van de campagne is bewustwording bij moslims van het fenomeen pleegzorg en de mogelijkheid om kinderen in huis te nemen. De kritiek op moslims is dat ze zich te weinig melden als pleegouder.

De kamerleden Fleur Agema en Machiel de Graaf (PVV) stellen vandaag kamervragen over dit spotje aan minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid. Ze merken op dat het filmpje suggereert dat blanke ouders niet goed voor moslimkinderen kunnen zorgen. De PVV’ers vragen de regering om te zorgen dat de campagne beëindigd wordt. Door intrekken van de subsidie?

De PVV’ers hebben deels gelijk met hun vragen. Niet waar ze zeggen dat het gaat om ‘het schaamteloos promoten van de kwaadaardige ideologie die de islam is’. Wel waar ze zeggen dat het filmpje suggereert dat blanke ouders -die trouwens ook islamitisch kunnen zijn- niet goed voor moslimkinderen kunnen zorgen. Dat is onbewezen en in strijd met de praktijk van de pleegzorg. Het is niet te hopen dat Stichting MoslimPleegkind werkelijk meent dat een vijandbeeld nodig is om moslims aan te sporen om pleegouder te worden. Welke fase in de emancipatie dit symboliseert is een vraag die dit filmpje oproept. Het is jammer dat de Stichting MoslimPleegkind meent dat het aanspreken van de doelgroep niet op een louter positieve manier mogelijk is.