Gedoe over identiteit. Hedendaagser kan het niet. Hoofdrolspeelster Adele James is ‘queen‘ ofwel farao Cleopatra in de vierdelige miniserie ‘Queen Cleopatra‘ voor Netflix van Tina Gharavi (vier delen) en Victoria Adeola Thomas (een deel).
Het gedoe gaat erover dat de Britse James die Cleopatra speelt zwart is. Volgens een bericht van de BBC pikken veel Egyptenaren niet dat Cleopatra door haar verbeeld wordt als zwarte Afrikaanse.
Het raakt aan de identiteit van Egypte en dat ligt gevoelig door de spanning tussen Arabische en zwarte Afrikanen. Met als dieptepunt Tunesië waar na een uitspraak van de president gejaagd wordt op zwarte Afrikanen.
Zahi Hawass, a prominente Egyptoloog en voormalige minister van Oudheden vertelde de al-Masry al-Youm newspaper (vertaald): ‘Dit is volledig nep. Cleopatra was Grieks, wat betekent dat ze een lichte huid had, niet zwart.’
Tegelijk bestaat in de populair-culturele wereld van Afro-Amerikanen een beeld dat Egypte een bakermat was waar de voorouders van Afro-Amerikanen een belangrijke rol speelden. Denk aan de Afro-Amerikaanse muzikant Sun Ra die zijn naam ontleende aan de Egyptische zonnegod Ra en herhaaldelijk met zijn ‘Arkestra’ Egypte bezocht. Dat is een mythe die in de populaire cultuur van Afro-Amerikanen is doorgesijpeld.
Een artikel in TIME stelt de vraag of Cleopatra zwart was. De conclusie is dat we het niet weten. Ze wordt geclaimd als Macedonisch, Grieks, Egyptische en Afrikaans.
Beelden over Cleopatra botsen dus. Niet alleen over de vraag of Cleopatra zwart of wit was, waar geen informatie voor beschikbaar is om die met stelligheid te beantwoorden. Maar ook omdat het a-historisch is om achteraf ras centraal te stellen, terwijl in het oude Egypte de afbakening tussen bevolkingsgroepen vloeiend was en etniciteit niet zo’n zwaarwegende rol speelde als nu.
Het antwoord op de vraag over de huidskleur van Cleopatra is projectie, machtsdenken en een zoektocht naar en bevestiging van eigen identiteit. Groepen overschreeuwen elkaar in een kwestie die niet te beantwoorden valt. Maar het gaat niet om het antwoord op de vraag over een historische figuur als Cleopatra, maar om het claimen van haar etniciteit door de eigen etnische groep om daarmee het eigen gezag te versterken.
Naast dat alles speelt nog een andere kwestie. Fictie is geen afbeelding van de werkelijkheid, maar er een verbeelding van. Cleopatra kan in de dramatische verbeelding alle kenmerken worden meegegeven. Alle huidskleuren, geloven, seksuele identiteiten en gedragskenmerken. Verbeelding in fictie is vrijheid om er alle kanten mee op te gaan. Naargelang de behoefte van de makers om iets te zeggen. Zo beredeneerd is de kleur van de hoofdrolspeelster in een fictiedrama een non-discussie.
Een debat over de kleur van Cleopatra in een Netflix-serie is een hedendaags pijnpunt en heeft niets met de historische achtergrond van Egypte te maken waar het naar verwijst. Het toont vooral aan dat betrokkenen die zich met overgave in het debat gooien iets willen bewijzen over eigen identiteit, authenticiteit, invloed en belang. Het is retrospectie zonder introspectie.