Overheid moet evenwichtig omgaan met codes in museumsector. Nodig is sterk en niet betuttelend toezicht. Voorbeeld hoe het niet moet: het NMvW

Tweet van Kleis Jager plus reacties, 12-16 april 2023.

Overheidsregulering

Een zekere mate van overheidsregulering zie ik als noodzakelijk om niet weg te zakken in anarchie of het recht van de sterkste. Uiteraard moet regulering zorgvuldig gebeuren. 

Ik zie geen tegenstelling tussen een optredende overheid en democratisering van onderop. Toezicht door de overheid moet transparant zijn en geen bijbedoelingen hebben.

Het gaat erom om in de gaten te houden en te voorkomen dat bescherming van sociaal zwakkere makers (ik noem het maar even zo) door de overheid wordt misbruikt om een greep naar de macht te doen. Dat laatste is ontoelaatbaar..

Maar evenmin is dat een reden om niks te doen en niet te streven naar regulering van de kunstsector. Nogmaals, de overheid moet wegblijven van de inhoud.

Toezicht

Toezicht is van belang om te zien of maatregelen goed worden uitgevoerd, geld goed wordt besteed en het beoogde doel wordt gehaald. Toezicht door de overheid eindigt soms in cijferfetisjisme of bureaucratische verlamming. Dat is ongewenst.

In de kunstsector zelf moet trouwens ook het toezicht versterkt worden. Goed toezicht maakt de sector minder kwetsbaar voor dwang van of chantage door de overheid. Wat ontbreekt in de sector én de overheid is toezicht op het toezicht.

Codes

Ik ben er tegen dat codes worden gebruikt om een museum inhoudelijk een bepaalde kant op te sturen. Omdat dat aan de inhoud en zelfbeschikking van een museum raakt en omdat het een verhullende beleidsmaatregel is. Van de andere kant besef ik dat overheden die er miljoenen euros belastinggeld instoppen wel een rol te spelen hebben. 

Toepassing van codes in de kunsten werkt twee kanten op. Het legt de instellingen verplichtingen op van een goede representatie (publiek en bereik, tentoonstellings-, aankoop,- en personeelsbeleid). Maar anderzijds verplicht het de overheid om goed toe te zien op de uitvoering door de musea en de toepassing van de codes.

Het NMvW

Ik zou graag zien dat het NMvW (Nationaal Museum van Wereldculturen) door overheid en ministerie (en op afstand de adviserende Raad voor Cultuur) ter verantwoording wordt geroepen voor het in mijn ogen ondermaatse functioneren dat in strijd is met museale normen. Ik noem het hier omdat het exemplarisch is.

Ook ik onderschrijf het axioma dat autonome kunst of kunst in musea niet ondergeschikt mogen worden gemaakt aan de identiteit van makers. En wat nog erger is, de identiteit van een museummanagement dat met de eigen achtergrond en een beroep op moralisme iets meent te bewijzen in de sfeer van de antropologie. Maar niet precies weet wat. Daarom klinkt wat het NMvW doet zo vaag en wordt het niet concreet. Een hele kluif voor een serieuze toezichthouder.

Dat de overheid het NMvW niet ter verantwoording roept en het NMvW wordt gedekt door ambtenaren van het ministerie van OCW vind ik in strijd met een open regulerend systeem van overheidssubsidiëring. Ontsporing binnen het systeem is het gevolg van wegkijkend toezicht en halfslachtige regulering. Dat beschadigt het maatschappelijk draagvlak.

Daarom volg ik het NMvW al vele jaren kritisch omdat deze instelling exemplarisch is voor een falend overheidssysteem van toezicht en zelfregulering in de kunst- en museumsector. En een voorbeeld van een museum dat de weg kwijt is, maar met verwijzing naar grote woorden goed de schijn weet op te houden dat alles ok is.

Bij het NMvW is identiteitspolitiek de hoofdzaak en is kunst in het verdomhoekje geraakt. Want kunsthistorie bestaat immers uit waarden van de ‘ander’ die niet gevolgd hoeven worden, maar zelfs bestreden moeten worden. Zodat het NMvW vooral overal tegen is. Op vage woorden over wereldburgerschap na. Maar kunst is wel waar het bij het NMvW om draait gezien alle kunstobjecten in de depots.

Kunst is in het NMvW ondergeschikt gemaakt aan maatschappelijk-politieke doelstellingen die niet getoetst kunnen worden omdat ze zo vaag zijn. Zo ontstaat voor de goede verstaander het beeld dat het NMvW niet weet wat het met kunst aan moet en hoe dat ingepast moet worden. Want kunst van traditie en kunstgeschiedenis is de vijand van de eigen identiteit. Voor het personeel dat naar identiteit zoekt.

De media in hun functie van poortwachter van de democratie en journalistieke onderzoeker kijken niet voorbij de oppervlakte en zien niet wat er zich achter de schermen afspeelt. Geen wonder, waarom zouden ze ook. Het ministerie van OCW geeft immers politieke dekking. Maar moet dat NMvW dat niet goed presteert jaarlijks meer dan 15 miljoen euro overheidsgeld kosten?

Het NMvW is het schoolvoorbeeld van ontspoorde regulering en ontbrekend toezicht in de museumsector door de overheid. Het is onverklaarbaar dat het met meer dan 15 miljoen euro overheidssubsidie per jaar ongestoord en zonder degelijk toezicht kan bestaan. Het falen dringt niet door tot media en publieke opinie.

Stemmen in De Telegraaf schoppen graag tegen de overheid en nog liever tegen overheidssubsidies in de kunst. Sebastien Valkenberg schreef op 14 april 2023 een column met de titel ‘Onze Raad voor Cultuur gaat op de Sovjet-toer‘ over codes in de kunstsector die de stemming in rechtse hoek goed weergeeft. Juist daarom rust de plicht op de overheid om goed toezicht op het eigen toezicht te houden. Dat ontbreekt er nu aan met als triest voorbeeld het NMvW.

Plasterk voegt zich opnieuw met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag

Schermafbeelding van deel artikel ‘Ronald Plasterk ziet D66 als bedreiging voor de democratie in Nederland’ van Mark Jongeneel op DDS, 20 januari 2023.

In het commentaarPlasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag‘ van 4 juli 2021 schreef ik over Telegraaf-columnist Ronald Plasterk:

Schermafbeelding van deel commentaar ‘Plasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag’ van 4 juli 2021.

Plasterk is losgeslagen van zijn sociaal-democratische ankers en in rechts vaarwater terecht gekomen. Daar is niks mis mee. Maar welke oude rekeningen heeft deze voormalige minister nog openstaan? Waarom uit hij zich herhaaldelijk negatief over D66 en partijleider Sigrid Kaag?

Zoals in zijn Telegraaf-column ‘Veruit de grootste bedreiging voor vrijheid van denken en vrijheid van meningsuiting is D66‘ van 19 januari 2023 (achter betaalmuur). Plasterk suggereert dat D66 een grotere bedreiging voor de democratie is dan FvD.

Van Plasterk is bekend dat hij als minister publiciteitsgeil was. Nu zoekt hij in rechtse kringen publiciteit. Verslaafd aan aandacht, terwijl zijn politieke carrière is geëindigd. Hij wil spreken als pundit die nog steeds serieus wordt genomen en relevant is voor het politieke debat. Mijn reactie bij bovenstaand artikel van DDS:

Plasterk slaat de plank mis als hij D66 wil verbinden met linkse politiek. Want D66 is geen linkse partij. Zoals Plasterk zelf evenmin nog een links denkend ex-politicus is. 

Op Plasterks argumenten valt wat af te dingen. Een democratie die zich weerbaar opstelt moet uit zelfbehoud partijen die de democratie praktisch omver willen werpen kunnen verbieden. Men kan niet van een democratie vragen dat die zelfmoord pleegt door geen actie te ondernemen tegen partijen die de democratie willen begraven. 

Vraag is of TK-kamerleden van FvD Pepijn van Houwelingen en Gideon van Meijeren een gedachtenspel spelen en alleen uit zijn op publicitaire aandacht of werkelijk als doel het einde van de democratie hebben. Als ze op hun grensoverschrijdend gedrag, zoals het bedreigen van mede-kamerleden, aangesproken worden verdedigen ze zich vaak door ironie of de afzwakking van hun gedrag. 

Het debat over de weerbaarheid van de democratie moet in een open samenleving gevoerd kunnen worden. Partijen moeten verboden kunnen worden als ondubbelzinnig aangetoond kan worden dat ze bewust de democratie ten grave willen dragen. Maar dat verbod moet door de hogere rechtscolleges uitgevaardigd worden en niet door concurrerende politieke partijen die bij zo’n verbod eigenbelang kunnen hebben. 

Dat is geen makkelijk debat omdat kamerleden van politieke partijen zowel de taak hebben om de regering te controleren als niet buiten de regels van de rechtsstaat mogen treden. Van Houwelingen en Van Meijeren zoeken bewust de grens op en schieten er af en toe overheen. Maar wat zegt dat en roept welke tegenreactie op? 

Het gedrag van deze FvD’ers kan provocerend worden genoemd. Hoe serieus kunnen we deze kamerleden nemen die niet echt uitkomen voor hun mening en deel uitmaken van een partij waarvan de partijleider zegt dat hij het zelf ook niet meer weet? 

Wanneer is het middel om partijen te verbieden erger dan de kwaal? Dat weten we niet. Maar in een weerbare democratie die niet naïef of te betuttelend wil zijn moet dat debat gevoerd kunnen worden. Het is daarom goed dat dit onderwerp bespreekbaar wordt gemaakt. Meer dan dat is het niet. 

Plasterk blaast het op en blaast er zichzelf mee op.

Radicaal-rechts gebruikt artikel van Keyvan Shahbazi om links te bashen

Schermafbeelding van deel opinie-artikelWaar komt linkse liefde voor Iraans islamisme vandaan? Is het naïviteit? Is het verwardheid? Is het domheid?‘ van Keyvan Shahbazi in het Dagblad van het Noorden, 21 december 2022.

In een onevenwichtig, impressionistisch artikel dat oorspronkelijk op 20 december 2022 in De Telegraaf verscheen meent de Iraans-Nederlandse Keyvan Shahbazi aan de hand van een paar voorbeelden dat links een vriend van het islamisme is. Shahbazi leidt uit het bijzondere het algemene af. Dat is geen valide manier van argumenteren.

Zelfs Michel Foucault die al meer dan 35 jaar geleden is overleden wordt door hem van stal gehaald met een voorbeeld uit 1978. Dat leidde toen tot een controverse. Foucault was trouwens minder eenduidig positief dan Shahbazi suggereert en sprak over het Iraanse regime als een ‘”bloedige regering van een fundamentalistische geestelijkheid“.

Shahbazi zegt over de Westerse houding jegens Iran: ‘Maar wij kijken liever de andere kant op.’ Echt? De eindredactie vertaalt Shahbazis woorden in een inleidende alinea: ‘maar het Westen, en dus ook Nederland, omarmt liever het islamitisch regime of kijkt weg‘.

Nergens onderbouwt Shahbazi op een geloofwaardige wijze zijn claim dat het Westen of Nederland het Iraanse regime omarmt. Het betoog mist reliëf als de auteur niet zegt dat het juist de vijand van het Westen is dat het Iraanse regime omarmt. Kan het Westen een vriend van Iran zijn als tegelijkertijd de vijand van het Westen, te weten de Russische Federatie Iran omarmt? Of Hezbollah of Syrië?

Op dit moment omarmt de rechts-nationalistische Russische Federatie van Poetin uit geopolitieke en militaire noodzaak het Iraanse regime. Poetin die door vele Europese en Amerikaanse rechts-radicalen in bescherming wordt genomen. Die constatering is de sleutel om deze opinie te begrijpen.

De vraag die de auteur laat liggen is waar de rechtse liefde voor Iraans islamisme en Russische imperialisme vandaan komt. Probeert hij dat weg te poetsen door het omgekeerde te beweren in de hoop dat zijn afleiding voldoende desinformatie geeft om echt op de situatie in te gaan? 

Het opinie-artikel is slecht onderbouwd. Het is geconstrueerd op een wankele basis van selectieve voorbeelden, een vertekenende opvatting van wat links is en het generaliseren over de houding van links jegens het Iraanse regime of het islamisme. De actualiteit dat de grootste vijand van het Westen Iran omarmt wordt weggelaten door Shahbazi.

Shabazi is uitsluitend succesvol in het afleveren van een halfproduct dat door rechts-radicale opiniemakers wordt gebruikt om ‘links’ te bashen. Of het hem daar om begonnen was of dat hij voor het karretje van radicaal-rechts wordt gespannen is onduidelijk. Zijn onevenwichtig opinie-artikel roept deze kaping op.

Op sociale media verwijzen de voormannen van radicaal-rechts zoals Ellian of Duk met instemming naar dit artikel. De reden lijkt niet omdat het een diepgaande analyse van de relaties van Iran met andere landen biedt, maar omdat het de kans biedt om links te bashen en dat door verwijzingen op sociale media eindeloos uit te vergroten. Uit de voorbeelden blijkt dat Shahbazi met links ‘radicaal-links’ bedoelt. Dat is een extra onevenwichtigheid van zijn artikel. De centrum-linkse Tony Blair, François Hollande of Bill Clinton omarmden nooit het Iraanse regime.

Tweet van Afshin Ellian van 20 december 2022 en tweet van George Knight van 21 december 2022.

Kwestie Arib is kapstok voor ongenoegen over centrumpolitiek

De kwestie Khadija Arib is simpel. Over deze PvdA-ster gaan al jarenlang verhalen over grensoverschrijdend gedrag jegens kamerpersoneel. Wie zegt dat niet te hebben geweten heeft zitten slapen of liegt.

Of die verhalen waar zijn moet worden uitgezocht. Het is een raadsel waarom dat nu pas in een onderzoek gebeurt, want ze was voorzitter van januari 2016 tot april 2021. Een verklaring kan de corona-pandemie zijn die vele procedures heeft vertraagd.

Van Arib tekent zich uit berichten een profiel af van een goede voorzitter om kamerdebatten te leiden en de orde te handhaven. maar tevens een niet aangenaam individu dat achter de schermen niet alleen het kamerpersoneel intimideerde, maar ook een slechte manager was.

In de zichtbare aspecten van haar functie als Kamervoorzitter was ze goed en in de voor het publiek onzichtbare aspecten was ze slecht. Dat laatste in de zin van gemeen, kwaadaardig en onplezierig.

Positieve beeldvorming leidde bij Arib tot zelfoverschatting. Ze dacht afgelopen week brede steun in kamer en publieke opinie te kunnen krijgen voor haar positie en opende de aanval op de huidige Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66). Maar die steun viel tegen en was anders dan ze ingeschat had. De Telegraaf staat in de campagnestand en roept openlijk om Bergkamps aftreden.

Het was een afleiding van Arib om Bergkamp erbij te betrekken in een poging om de zaak waar het om draait, namelijk het onheus bejegenen van ambtenaren, naar de achtergrond te verdringen.

Arib kreeg aanvankelijk geen steun van haar eigen partij en na de aanvankelijke steun in de vooral rechtse media krijgt nu langzaam de nuancering waar het in de kwestie Arib in de kern om draait de overhand: het handelen van Arib als peoplemanager.

Dat hoeft niet meer onderzocht te worden omdat Arib afscheid heeft genomen als kamerlid. Ze ontneemt zo de kamer de mogelijkheid om haar ter verantwoording te roepen. Overigens zet het kamerbestuur, het presidium het onderzoek naar Aribs grensoverschrijdend gedrag voort. Want voor ambtenaren die zich slachtoffer voelen wordt deze kwestie niet beëindigd door weg te lopen.

Aribs voortijdig opstappen was tegen al haar oproepen aan kamerleden in omdat ze er steeds op hamerde dat kamerleden hun termijn af moeten maken. Arib doet nu wat ze anderen verweet.

Bergkamp die niet goed is in het handhaven van de orde in debatten heeft zoals blijkt niks met de kwestie Arib te maken. Dat probeerde Arib er van te maken. Als afleiding voor een onderzoek naar haar eigen fouten.

Rechtse media sprongen gretig op deze kwestie en volgden de agenda van Arib. Simpelweg omdat ze garen kunnen spinnen bij een tweestrijd Arib-Bergkamp. Ze hebben immers een bloedhekel aan D66. Dat gaat niet meer om Arib of Bergkamp, maar om het bashen van links en centrum.

Ook de oppositie links (SP, PvdD) en rechts (BBB, Omtzigt) van de PvdA nam de talking points van Arib over en viel onder verwijzing naar het opkomen voor de democratie in een brief Bergkamp aan.

De absurditeit én de aanval op Bergkamp is goed te zien in onderstaande tweet. Voormalig VVD-kamerlid Ton Elias roept godbetert op om Kees van der Staaij Kamervoorzitter te maken. Deze steile conservatieve christen is notabene lid van de SGP dat van Nederland een theocratie wil maken.

Tweet van NPO Radio 1, 30 september 2022.

Zoals de commentator in het fragment van WNL zegt over Arib: ‘ze oogstte de afgelopen dagen wat lof van verschillende kanten, maar nu klinken er ook andere geluiden door zoals van de ambtenaren in de kamer’.

Arjen Lubach verwoordde in zijn show van 3 oktober 2022 dat ‘andere geluid’ in een item over Arib. Hij stript de afleidingen van deze kwestie waarachter Arib het probeerde te verbergen en toont dat rechts de kwestie voor eigen doeleinden kaapt. Het andere geluid stelt het onderzoek naar Aribs grensoverschrijdend gedrag als Kamervoorzitter centraal. Dat past in een democratie waarin niemand boven de wet staat. Ook Khadija Arib niet.

Met haar gambiet heeft Arib zich binnen een week mat gezet. De rechtse pers pruttelt nog door in de hunkering naar Bergkamps scalp en het verdacht maken van de centrumpolitiek. Duidelijk is dat de kwestie Arib over meer gaat dan de kwestie Arib. Het is een kapstok voor het eigen ongenoegen. Wat daar zoal hangt, zegt vooral iets over dat ongenoegen.

Waarom doet Rutte alsof hij niet weet dat een Russische invasie van Oekraïne bevestigd is?

Schermafbeelding van delen artikel Rutte: sowieso sancties tegen Rusland, maar een inval is nog niet bevestigd‘ in de Telegraaf, 22 februari 2022.

Terwijl op sociale media de filmpjes van binnentrekkende Russische troepen in de pseudo-separistische ‘Volksrepublieken’ Donetsk en Loehansk, die sinds 2014 worden bestuurd vanuit Moskou, worden gedeeld zegt premier Rutte op dinsdagochtend in een korte persverklaring dat hij ‘precies wil weten’ wanneer de militaire invasie is gestart.

Welnu, als Rutte en zijn adviseurs hun ogen open hadden gehouden, dan hadden ze geweten dat de Russische invasie van Oekraïne op dinsdagochtend is gestart. Voordat Rutte zijn persverklaring gaf. Dit roept de vraag op waarom premier Rutte de invasie van Oekraine die door onafhankelijke bronnen is bevestigd ter discussie stelt.

Kan het dat Rutte door zijn politieke en militaire adviseurs zo slecht wordt geïnformeerd? De MIVD moet dit weten door het inwinnen van eigen informatie of door informatie die het van Britse, Amerikaanse en andere inlichtingendiensten heeft gekregen. Doet Rutte dan net alsof hij niet weet dat er sprake is van een Russische invasie? Daar lijkt het sterk op. Hij heeft er zogezegd ‘geen actieve herinnering’ aan.

Volgens Rutte was op dinsdagochtend een militaire invasie van Oekraine door de Russische Federatie ‘nog niet bevestigd’. Dat is klinkklare onzin. Dat is wel degelijk bevestigd. Russische troepen zijn dinsdagochtend deze pseudo-separistische troepen binnengetrokken als zogenaamde ‘vredestroepen’ en daar is beeldmateriaal van.

Het betreft zonder enige twijfel volgens internationale definities een militaire invasie omdat dit gebeurt zonder instemming van Oekraïne. Reguliere Russische troepen bezetten een deel van het Oekraïense grondgebied. Dat is een invasie. Oekraïne dreigt vanwege deze invasie de diplomatieke betrekkingen met de Russische Federatie op te zeggen.

Wat nu? Als het Westen de eigen logica volgt dienen de strengste sancties op korte termijn door VS, VK, Canada, de EU en andere landen die zich hierbij willen aansluiten als Japan, Turkije, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea collectief ingesteld te worden. Het betoog om de strengste sancties zoals het afsluiten van de Russische Federatie van het internationale betalingssysteem SWIFT en de definitieve sluiting van gaspijplijn Nord Stream II nog even achter de hand te houden om erger te voorkomen is een foute redenering.

Er is een militaire invasie van Oekraine door troepen van de Russische Federatie geconstateerd en dat is voldoende voor het inzetten van de strengste sancties. Des te meer omdat dit is aangekondigd. Het Kremlin is meermalen gewaarschuwd dat als het Oekraïne zou binnenvallen er harde sancties zouden volgen. Het Kremlin heeft zich er niks van aangetrokken. Daarom moet het Westen op korte termijn alle sancties inzetten. Ook om het Kremlin duidelijk te verstaan te geven dat de fouten van 2014 toen het Westen slap handelde niet zullen worden herhaald.

Een invasie is een invasie. Hoeveel slechter de oorlog ook kan worden. De Russische Federatie stopt niet met een militaire invasie van de pseudo-separistische ‘Volksrepublieken’ en wil verdere delen van Oekraïne bezetten.

Moties roepen op om geen diplomatieke afvaardiging naar WK Voetbal Qatar en Winterspelen China te sturen. Regering weigert en kiest stelling tegenover kamer

Schermafbeelding van deel artikelKabinet ziet boycot van WK voetbal in Qatar niet zitten‘ in De Telegraaf, 18 november 2021.

De regering-Biden overweegt om vanwege de mensenrechten geen diplomatieke afvaardiging naar de komende Olympische Winterspelen in China te sturen. Aldus een bericht van Politico van 18 november 2021. Dit speelt tegen de achtergrond van een relatie tussen de VS en China die tijdens de regering Trump verslechterd is. De Winterspelen vinden vanaf 4 februari 2022 plaats in Peking.

De regering Biden spreekt over ‘de genocide op religieuze minderheden in Xinjiang’. Het Canadese Lagerhuis steunde in februari 2021 een motie die zegt dat de behandeling van de Oeigoeren genocide is. De Nederlandse regering noemde het toen geen genocide, maar ‘grootschalige mensenrechtenschendingen tegen Oeigoeren‘.

Dat zou Nederland ook kunnen doen door geen ministers, premier of staatshoofd die deel van de regering uitmaakt te sturen naar de Winterspelen in China.

Hetzelfde is een optie voor het WK Voetbal in Qatar. Wel sporters sturen, maar geen diplomatieke afvaardiging namens Nederland. In februari 2021 nam een meerderheid van de Tweede Kamer een motie van SP-Kamerlid Sadet Karabulut aan met alleen VVD, CDA en FVD tegen die oproept om geen diplomatieke afvaardiging naar Qatar te sturen, aldus een bericht in De Telegraaf. Het gaat niet om een boycot, want dan zou Nederland geen sporters sturen, maar om het niet sturen van een diplomatieke afvaardiging.

In antwoord op een vervolgmotie van maart 2021 antwoordde het kabinet op 21 mei 2021 dat dit nog niet aan de orde was omdat Nederland zich nog niet had gekwalificeerd en dat pas in november 2021 duidelijk werd. Welnu, deze week heeft het Nederlandse elftal zich door een zege op Noorwegen geplaatst voor het WK in Qatar.

De schendingen van de mensenrechten in China zijn veel groter dan in Qatar en vinden op industriële schaal. Van de andere kant is de economische en politieke macht van China groter dan van Qatar.

Pas op 18 november 2021 dienden D66, GL en CU een motie in die de regering oproept om vanwege de mensenrechten geen diplomatieke afvaardiging naar de Winterspelen in China te sturen. Beide moties lijken samen te hangen.

Motie van het lid Sjoerdsma c.s. over geen regeringsafvaardiging naar de Olympische Winterspelen sturen. Ingediend 18 november 2021.

Of de motie van Sjoerdsma c.s. over China wordt aangenomen staat nog niet vast, maar is wel waarschijnlijk. Dan is het echter nog niet zeker of de regering die motie uitvoert. Het weigert evenmin de motie van Sadet Karabulut over Qatar uit te voeren. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok kondigde dat in zijn antwoord van mei 2021 aan.

Dit is des te merkwaardiger omdat het over het functioneren van de regering gaat en de grenzen die daar aan gesteld worden door de Kamer. Het Kamer heeft daarover het laatste woord, maar de demissionaire minister van Buitenlandse Zaken Ben Knapen (CDA) legt in navolging van Blok en na plaatsing van het Nederlands elftal de motie Karabulut naast zich neer en noemt volgen het bericht in De Telegraaf het uitvoeren ervan een symbolisch gebaar. Dat gaat dus over moderne slavernij van arbeidsmigranten. Hij verantwoordt dat zo: ‘Ik vind het te kort door de bocht om nu als een soort protestgebaar te zeggen, ‘we blijven weg’.

Dat is op zijn beurt te kort door de bocht van minister Knapen. Hij geeft zowel een verkeerde beschrijving van de situatie in Qatar als een misleidende beschrijving van de motie Karabulut. Die roept niet op dat ‘we‘ wegblijven, maar ‘geen afvaardiging van de regering te sturen naar het WK in Qatar en hierover in overleg te gaan met andere landen‘. De motie roept niet op dat de sporters wegblijven.

SP-Kamerlid Jasper van Dijk vindt het naast zich neerleggen van de motie Karabulut schoffering van de Tweede Kamer. Van Dijk: ‘Het zou zeer ongepast zijn als onze koning gezellig in een skybox gaat staan borrelen met de autoriteiten van Qatar. Zo lang werknemers worden uitgebuit moeten we dat voorkomen.’

Dat is een echo en voorafschaduwing van de kritiek die koning Willem-Alexander in februari 2014 kreeg toen hij tegen alle protesten in vanwege de schending van de homorechten door het Kremlin van het kabinet de Winterspelen in Sochi mocht bezoeken en met president Poetin een biertje dronk. Anders landen schaalden toen hun diplomatieke afvaardiging af, maar Nederland weigerde dat. Het RD formuleerde dat toen in een subliem redactioneel zo: ‘Het gedrag van onze koning in Sotsji was niet wijs en niet waardig‘. De kans bestaat dat de koning dat in Qatar of Peking herhaalt.

Om koning Willem-Alexander tegen zijn eigen hysterie te beschermen is het alleen al gewenst om de beide moties over Qatar en China (mits die aangenomen wordt) uit te voeren. Zodat hij zich niet net als in Sochi 2014 opnieuw aan kan stellen als een kleine jongen en controversiële bestuurders van het ontvangende land legitimeert door ze te ontmoeten en een persmoment te gunnen voor hun propaganda. Dat komt naast de afkeuring over de behandeling van minderheden en arbeidsmigranten en de toepassing van de mensenrechten in beide landen.

Het kabinet doet er verstandig aan om in Europees verband te opereren en steun te zoeken voor het niet sturen van een diplomatieke afvaardiging naar de Winterspelen in China en het Wereldkampioenschap Voetbal in Qatar. Het gaat om de sport en daarom is het gewenst dat sporters en sportbestuurders de aandacht krijgen zonder dat een staatshoofd, premier of minister daar pontificaal voor gaat staan.

Er zijn voldoende mogelijkheden, plekken en gremia om de diplomatieke relaties met beide landen te onderhouden. Dat hoeft niet tijdens een sporttoernooi te gebeuren. Minister Knapen mist de essentie als hij zegt dat het wegblijven van de regering een symbolisch gebaar is. Het is andersom, de diplomatieke afvaardiging naar zo’n sporttoernooi is een symbolisch gebaar.

Leon de Winter zit nog steeds gevangen in zijn radicale standpunten over Trump

Leon de Winter, ColumnWachten op excuses voor fakenieuws‘. De Telegraaf, 10 november 2021.

Het is triest om te lezen hoe diep Leon de Winter het konijnenhol is ingedoken. Daarin leeft De Winter met zijn medestanders die hem naar de mond praten in zijn eigen surrealistische werkelijkheid. De Winter die ooit een beloftevolle cineast en schrijver was is verworden tot een complotdenker aan wie de nuance niet is besteed, maar de opruiing en de leugen des te meer.

Het is nog om een andere reden triest om te zien, want De Winter schaart zich in zijn Telegraaf-columns steevast aan de kant van Trump die in november 2020 met groot verschil de presidentsverkiezingen verloor en steeds meer in het nauw wordt gebracht door lopende civiele, publiekrechtelijke en strafrechtelijke rechtszaken.

Om het in voor hem gepaste termen te zeggen, De Winter is de troonhemel, de marquee van radicaal-rechts Nederland. Hij geeft legitimatie en zichtbaarheid aan het complotdenken. De haat van links overschaduwt zijn denken en inschattingsvermogen. Het is een dubbele gijzeling. De Winter wordt gegijzeld door zijn radicale denkbeelden en daarmee gijzelt hij de publieke opinie van rechts-radicaal Nederland.

In zijn column Wachten op excuses voor fakenieuws‘ in De Telegraaf van 10 november 2021 associeert De Winter er in zijn konijnenhol uitgebreid op los. Hij neemt het feit van een FBI-onderzoek en knoopt daar met halfslachtige koppelingen zijn onwaarheden aan vast. De leugens en insinuaties zijn te talrijk om ze allemaal te behandelen.

De Winter is de meester van de geprefabriceerde mening waarmee zijn columns in elkaar worden gezet. De Winter schrijft al jaren dezelfde column met dezelfde strekking. Het is niet de bedoeling dat zijn lezers nieuwe inzichten worden voorgehouden. Laat staan dat het de opzet is dat De Winter tot nieuwe inzichten komt. Het is juist de bedoeling dat de lezers oude standpunten krijgen voorgeschoteld die ze herkennen en kunnen herkauwen.

In een commentaar van 30 oktober 2019 ging ik in op een andere column van De Winter die ook ging over het Steele dossier. Daarin schreef ik: ‘De Winter verwijst naar het Steele Dossier. Het is onjuist dat alle constateringen eruit niet kloppen. Wel is door deskundigen op het gebied van inlichtingendiensten zoals John Schindler vanaf de publicatie geopperd dat de uitleg dat de Russen compromitterend materiaal van Trump met prostituees in een Moskouse hotelkamer hebben vermoedelijk Russische desinformatie is om Trumps werkelijke rol te verdonkeremanen. Die bestond uit het witwassen van illegaal geld van Russische criminelen en politici uit de kringen van het Kremlin via Westers vastgoed.’

Als analist Igor Danchenko gelogen heeft tegen de FBI, dan moet hij daarvoor aangeklaagd worden. Dat gebeurt ook, want inmiddels is hij daar vorige week donderdag voor aangeklaagd en in hechtenis genomen. De Democratische volksvertegenwoordiger Adam Schiff heeft afgelopen week in de media onderschreven dat dat de juiste gang van zaken is.

De door Trump benoemde speciale onderzoeker John Durham die al sinds april 2019 bezig is en langer onderzoek heeft verricht dan Robert Mueller maakt gezien de uitkomsten zijn claim niet waar. Het onderzoek zou leiden tot aanklachten tegen topfunctionarissen van de inlichtingendienst uit het Obama-tijdperk en zou beweringen beamen dat het Rusland-onderzoek een politieke ‘heksenjacht’ was. Maar dat maakt Durham niet waar door nu op de proppen te komen met een kleine vis als Danchenko.

Voor de zoveelste keer herhaalt De Winter in zijn column de onwaarheid dat speciale aanklager Robert Mueller in zijn onderzoek niets gevonden heeft. Dat is onjuist. Mueller heeft in zijn rapport 11 gevallen van potentiële obstructie opgesomd. Door die obstructie en de tegenwerking in het onderzoek door Trump die overal rode lijnen aanbracht die Mueller niet mocht overtreden is de onderste steen over de samenwerking van Trump met het Kremlin nog niet boven gekomen.

Het is stemmingmakerij als De Winter over Mueller zegt: hij ‘leidde de jacht’. Mueller kreeg juist het verwijt van Democratische zijde dat hij te bestuurlijk-correct en terughoudend opereerde. Nogmaals, dat kwam mede omdat Trump en toenmalig onderminister Rod Rosenstein rode lijnen bleven trekken die Mueller niet mocht overtreden zodat er van een breed onderzoek nooit sprake kon zijn.

De Winter maakt er een potje van als hij zegt dat de elites zich tegen Trump keerden. Het omgekeerde is waar. De elites spanden Trump voor hun karretje. Dat resulteerde in belastingwetgeving die de vermogenden en bedrijven financieel bevoordeelde en de regelgeving afzwakte. Daarvan profiteerde ook Trump de zakenman. Dat gaf sponsors als Robert Mercer, de toenmalige Koch Broers en Sheldon Adelson de financiële tegenprestatie die ze van Trump eisten. Ook nu nog ondersteunen de grotere Amerikaanse bedrijven de Republikeinse politici die op 6 januari 2021 deelnamen aan de planning om de Republiek omver te werpen. Hoewel de bedrijven dat niet publiekelijk toegeven en lippendienst bedrijven aan de democratie. Wellicht dat de Winter daardoor in verwarring wordt gebracht.

Logisch klopt het evenmin als De Winter beweert dat de Democraten is veranderd in een partij van hoger opgeleiden en beter gesitueerden. Als dat werkelijk zo was, dan zouden de Republikeinse bestuurders in staten als Texas, Arizona, Pennsylvania, Georgia en nog een handvol andere ‘rode’ staten niet alle moeite nemen om de toegang van minderheden en jongeren tot de stembus te onderdrukken omdat ze kiezersonderdrukking als de enige mogelijkheid zien om in de toekomst verkiezingen te winnen.

Het bontst maakt De Winter het in zijn konijnenhol als hij zegt dat Mike Flynn een onkreukbare man is. Hij zou volgens De Winter ‘een onschuldig slachtoffer in de jacht op Trump zijn’. Dat is klinkklare onzin. Flynn moest onder druk van Trump aftreden als Nationaal Veiligheidsadviseur omdat hij gelogen had tegen vice-president Mike Pence. Flynn zei onlangs in de show van Tucker Carlson dat hij Trumps gratie niet verdiende. Flynn ziet zichzelf niet als onkreukbaar. Verder handelde Flynn in strijd met de wet door te lobbyen voor buitenlandse overheden (onder meer Turkije) zonder dat tijdig te melden. In 2017 heeft Flynn toegegeven dat hij heeft gelogen tegen de FBI.

Heksenjacht van rechtse media op Annalena Baerbock en Sigrid Kaag

Lezersbrief in De Telegraaf, 9 september 2021.

Het is een wetmatigheid dat de rechtse pers een centrum-linkse partij als favoriet doelwit voor aanhoudende kritiek neemt. Niet een radicaal-linkse partij, want die zit in hetzelfde frame als de rechtse pers. Namelijk schoppen tegen de gevestigde orde en de overheid.

Rechts valt partijen aan die zich het meest sterk maken voor de gevestigde orde, zich het actiefst verzetten tegen de tegenstanders ervan die EU en Europese landen willen destabiliseren en geen stabiele machtsbasis hebben om hard terug te slaan.

Als de lijsttrekker van zo’n centrum-linkse partij dan ook nog een vrouw is, dan is het helemaal heerlijk scoren voor de rechtse pers die nog grotendeels in een mentaliteit van machismo is blijven hangen omdat masculiniteit in de verdrukking zou zijn geraakt.

Naast een ideologisch heeft dat ook een economisch motief. Aanvallen op vrouwen jagen de clicks de hoogte in. Ze worden vooral op hun persoon of karakter en vrouw-zijn en niet op de inhoud van het politieke programma van hun partij aangevallen. In de populistische rechtse pers worden lifestyle en politiek hecht met elkaar verbonden en lopen zelfs zo in elkaar over dat ze niet meer van elkaar te onderscheiden zijn.

Schermafbeelding van deel artikelWoke’ D66 afgeslacht door eigen prominenten‘ op Geen Stijl, 9 september 2021.


In Nederland zijn Sigrid Kaag (D66) en in Duitsland Annalena Baerbock (Groenen) het kop van jut van rechtse media en rechtse opiniemakers. In de VS was dat in 2016 Hillary Clinton. Het is trouwens de vraag of vooral D66 en de Democraten in alle gevallen centrum-links zijn, maar in de beeldvorming worden ze zo wel gekarakteriseerd door rechts. Dat valt een stropop aan, dus een fictief persoon, ofwel een sprookjesversie van een politicus, en niet de echte politica.

Tweet van Anne met verwijzing naar Telegraaf-column van Ronald Plasterk.

Onderzoek van Avaaz maakt duidelijk dat Baerbock via sociale media vooral door Russische staatsmedia met desinformatie wordt aangevallen. De Groenen zijn vanwege zorgen over het klimaat en de geopolitiek de grootste tegenstanders van de Russische gaspijplijn Nord Stream II. De aanval heeft dus een strategische reden van een buitenlandse actor om het eigenbelang veilig te stellen.

De ongerijmdheid is dat rechtse media die dat eigenbelang niet hebben en zeggen te gaan voor wet en orde, nationalisme en eigenheid voortborduren op de buitenlandse inmenging. Dat is het raadsel van een rechtse pers die zweert bij nationalisme, maar in de praktijk daar haaks op staat en de eigen democratie helpt verzwakken. Onder het mom de vijand van mijn vijand is mijn vriend.

Tweet van Syp Wynia, 11 september 2021.

Deze observaties maken maakt duidelijk dat de aanval van de rechtse media en rechtse opiniemakers op centrum-links gerelativeerd moet worden. Het is niet waarover het lijkt te gaan. Het is het dienen van de belangen van anderen in de hoop om makkelijk te scoren door oude, overleefde vooroordelen op te poetsen en telkens te recyclen zodat de eigen achterban gevangen blijft in een vijandbeeld en mentaal niet meer kan weglopen.

De hetze tegen centrum-links is de lopende band van simplisme waar de rechtse pers mee scoort en in een automatisme niet meer hoeft na te denken hoe het werkelijk is door het denken uit te besteden aan de eigen reflex.

Plasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag

Schermafbeelding van deel artikelOud-PvdA-minister Ronald Plasterk wil dat Sigrid Kaag aftreedt: ‘Zo iemand kan je in een kabinetsteam niet hebben’ van Michael van der Galien op DDS, 3 juli 2021.

Oud-minister Ronald Plasterk heeft een Telegraaf-column en moet daar noodgedwongen rechtse praatjes bezigen. Of hoofdredacteur Paul Jansen hem dat oplegt of dat Plasterk daar door zelfcensuur of zelfverloochening toe komt is van ondergeschikt belang. Het resultaat is hetzelfde.

Plasterk plooit zich als een lichte vrouw die zich verkoopt. Het is triest om te zien. De sociaal-democraat schept verwarring en is populair bij PVV- en Forum-sympathisanten.

Het is veelzeggend dat een sociaal-democraat van overtuiging die binnen zijn partij niet relevant meer is zijn overtuiging verkoopt aan de meest biedende. Of in dit geval waarschijnlijk, de enig biedende. Maar Plasterk heeft het recht om de weg van de minste weerstand te volgen. Een weg die bij anderen veel weerstand oproept.

Met terugwerkende kracht worden zijn ministerschappen in Balkenende IV en Rutte II er niet geloofwaardiger op. Ook toen al zocht hij opvallend de publiciteit. Bijvoorbeeld door foto’s te maken van degenen die hem in zijn werkkamer als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bezochten. Dat deelde hij weer breed in de publiciteit.

Zijn laatste column in De Telegraaf is een bescheiden hit op radicaal-rechtse sites, zoals DDS. Ik reageerde daar bij bovenstaand artikel: ‘Plasterk is een fossiel die zichzelf tot leven probeert te wekken. Hij zoekt de rechtse echokamer op om zichzelf te laten horen. Plasterk toont aan hoe iemand van overtuiging kan veranderen. Hij neemt de kleur van zijn omgeving aan en verliest in dat proces zichzelf. Ik kan me niet voorstellen dat verstandige Telegraaf-lezers die hang naar aandacht van Plasterk niet doorzien. Als hem een kabinetspost in Rutte IV zou worden aangeboden, dan verschiet hij in een nacht weer van kleur.

De column van Plasterk past in de continue oorlog die de Telegraaf tegen D66 en Sigrid Kaag voert. Is D66 immers niet de aartsvijand van de PVV? De Telegraaf probeert nog steeds het foute beeld te vormen dat de progressieve centrumpartij D66 met stevige rechtse sociaal-economische programmapunten een linkse partij is.

Plasterks column staat achter een betaalmuur, maar er valt te lezen dat het als volgt begint: ‘Het VPRO-programma Sigrid Kaag van Beiroet tot Binnenhof is een mooie boel geworden. Om te beginnen is het politiek kluitjesvoetbal. Het programma is gemaakt door de VPRO, die wordt geleid door een oud-campagneleider van D66. Er is in overleg met de publieke omroep (die onder leiding staat van een D66’er) een tijdstip gekozen soort voor de verkenningen om maximale electorale impact te hebben (…). De film is mede gefinancierd door het Nederlands Filmfonds (voorzitter was Thom de Graaf), en kreeg, zo meldt journaliste Kim van Keken, een extra subsidie van minister Van Engelshoven (D66).

Dit is stemmingmakerij door associatie van Plasterk. Het feit dat leden van D66 hierbij betrokken zijn wil nog niet zeggen dat ze verkeerd gehandeld hebben. Maar dat suggereert Plasterk wel. Thom de Graaf was overigens nooit voorzitter van het Nederlands Filmfonds, maar voorzitter van de Raad van Toezicht van die organisatie. In die functie is hij opgevolgd door het voormalige VVD-kamerlid Laetitia Griffith. In Nederland Polderland rouleren dit soort functies tussen leden van de grootste partijen. Dat is de PvdA al sinds 2017 niet meer.

DDS gaat in de overdrive als het onder verwijzing naar de VPRO-documentaire waarover kamervragen door de PVV waren gesteld suggereert dat minister ‘Kaag haar collega-minister Arie Slob (ChristenUnie) hier gewoon keihard over heeft laten liegen‘. Het valt trouwens op hoe Plasterk in zijn column delen van de kamervragen van PVV’er Martin Bosma overneemt. En DDS vervolgt: ‘Slob antwoordde daarop dat – zo werd hem dat verteld door de VPRO – er geen contact was geweest tussen de documentairemakers en D66, niet over de precieze inhoud van de docu, tenminste’.

De crux waarop Plasterks column leunt is dat minister Kaag haar collega-minster Slob informatie heeft onthouden waardoor hij de kamervragen van de PVV verkeerd heeft beantwoord. Dat laatste is juist en valt de VPRO te verwijten die Slob verkeerd heeft geïnformeerd zodat hij op zijn beurt de kamer verkeerd informeerde. Daar staat Kaag buiten. Dat zijn gescheiden verantwoordelijkheden die Plasterk op een hoop gooit. En stel dat Kaag Slob die op een ander ministerie werkt hierover wel had geïnformeerd, dan was de reactie van De Telegraaf voorspelbaar geweest. Namelijk dat Kaag Slob heimelijk probeerde te beïnvloeden. Het is immers nooit goed wat de Telegraaf over D66 meldt.

Dat er foute kantjes zitten aan de productie van de VPRO-documentaire over Kaag is duidelijk. De makers zijn door D66 en Buitenlandse Zaken onder druk gezet om de film aan te passen. Dat is ontoelaatbaar en hoort niet in een werkende democratie thuis.

Er moet wetgeving komen om de verderfelijke invloed van voorlichters en communicatie-experts bij ministeries en gemeenten op de journalistiek en de kunst terug te dringen. Hun macht is veel te groot geworden. Ze perken de persvrijheid en de vrijheid van expressie in.

Omdat nog niet alle feiten bekend zijn, dient deze kwestie tot op de bodem uitgezocht te worden en openbaar gemaakt te worden. De losse flodders voor de boeg van De Telegraaf en Roland Plasterk hebben geen enkele betekenis om deze kwestie zorgvuldig in kaart te brengen en het achterliggende probleem van politieke druk op media en kunst structureel op te lossen.

Persfotograaf wordt met auto en al sloot ingekieperd. Hoe kan agressie tegen journalisten gestopt worden?

Gisteren werd de auto van persfotograaf Timothy waarin hij samen met zijn vriendin zat door een shovel ondersteboven een sloot ingewerkt. Dat gebeurde nadat ze werden bedreigd door een groep omstanders. De fotograaf was in het buitengebied van Lunteren afgekomen op een autobrand om daar foto’s van te maken. De politie heeft twee mensen aangehouden, onder wie de bestuurder van de shovel.

In een bericht van Omroep Gelderland vertelt Timothy dat hij overal pijn heeft: ‘Ik heb spierpijn, rugpijn. Mijn rug is beschadigd door glas van de autoruit. Ik kan dus ook nergens tegenaan zitten.’

Het Genootschap van Hoofdredacteuren is volgens een bericht in De Telegraaf geschokt door het gebeurde. Het zegt: ‘Bij die aanval werd de auto waarin zij zaten met een shovel een sloot in geduwd, waarbij beiden gewond raakten. Het gaat hier om een directe en levensbedreigende aanval op twee mensen maar het is ook een nieuwe aanslag op de journalistiek en de persvrijheid.

Deze gebeurtenis van een persfotograaf die wordt bedreigd en aangevallen en het werken onmogelijk wordt gemaakt kan niet los worden gezien van de rol van de journalistiek in het publieke debat. Die staat onder druk zoals een uitzending van Medialogica (HUMAN) duidelijk maakte. Is het niet zo dat extremistische geluiden steeds meer zendtijd in de gevestigde media krijgen en het ageren tegen journalisten steeds meer genormaliseerd wordt?

In een scherts zou je kunnen zeggen dat na het tijdperk Pim Fortuyn de gevestigde media de boze burger opzocht omdat die in de periode daarvoor over het hoofd gezien zou zijn en dat als emanciperend na-ijl-effect daarvan nu de boze burger de journalist opzoekt. Met knuppel of shovel.

De media waren kort na de eeuwwisseling bang de boot te missen en stuurden hun journalisten de straat op om de mening van de burger te horen. Sinds die tijd besteden media zoveel aandacht aan de boosheid, ontevredenheid en het misnoegen van de burger dat dit de norm lijkt te zijn geworden. Maar publieksonderzoeken concluderen dat deze nieuwe normaliteit helemaal niet standaard is. Ze wordt door de media oververtegenwoordigd. Politici als Baudet en Wilders, en allerlei complotdenkers krijgen overmatige aandacht.

Dat heeft tot gevolg dat de claim van vooral het rechts-radicale populisme dat journalisten het verlengde van de macht zijn (‘Staatsomroep’) door steeds meer mensen wordt geloofd. Overigens nog steeds een minderheid. Journalisten worden verjaagd, het werken onmogelijk gemaakt of met als nieuw dieptepunt de sloot in gekieperd. Terwijl het omgekeerde het geval is. Namelijk journalisten volgen kritisch de macht én de tegenmacht en doen daar verslag van.

Wat er moet gebeuren om de aversie of zelfs vijandschap van steeds meer mensen tegenover de media en journalisten af te zwakken is de vraag. Hoe dan ook lijken de afgelopen 20 jaar de media in eigen voet te hebben geschoten door veel te veel aandacht aan extremistische en anti-democratische denkbeelden te hebben gegeven. De agressie tegen journalisten hebben de media zelf gezaaid.

Het is de vraag of de gevestigde media nu nog met elkaar tot een strategie van de-escaleren, media educatie en versterking van de democratie kunnen komen. De fletse houding van hoofdredacteur NOS Nieuws Marcel Gelauff in de uitzending van Medialogica geeft weinig vertrouwen dat de Nederlandse journalistiek intellectueel en mentaal opgewassen is tegen het rechts-radicalisme en ambitie, bereidheid en durf in zich heeft om de urgentie onder ogen te zien om zich te wapenen tegen de rechts-radicalen en anti-democraten die journalisten aanvallen.