Politici reageren geschokt over afnemende kennis en bewustwording van jongeren over Holocaust. Remedie: beter geschiedenisonderwijs

Schermafbeelding van deel nieuwsberichtNew Study Reveals Nearly One Quarter of Dutch Millennials and GenZ Believe the Holocaust Was a Myth or Exaggerated‘ van de Claims Conference, 25 januari 2023.

Gideon Taylor, Claims Conference President meent naar aanleiding van een eigen studie dat het verontrustend is dat de kennis en bewustwording over de Holocaust vermindert. Bij ouderen en jongeren. Meer in Nederland dan in andere landen zoals het VK, Frankrijk, Oostenrijk, Canada en de VS. Voor het onderzoek werden in december 2022 2000 Nederlandse jongeren ondervraagd.

Taylor zegt: ‘Survey after survey, we continue to witness a decline in Holocaust knowledge and awareness. Equally disturbing is the trend towards Holocaust denial and distortion. To address this trend, we must put a greater focus on Holocaust education in our schools globally. If we do not, denial will soon outweigh knowledge, and future generations will have no exposure to the critical lessons of the Holocaust.

Het valt te bezien hoe verontrustend afnemende kennis over een historische gebeurtenis is of een normaal proces van een historische gebeurtenis die redelijk lang geleden heeft plaatsgevonden. Nu meer dan 68 jaar geleden.

Vele actuele gebeurtenissen vragen om aandacht. Nederlanders weten eveneens steeds minder over de Tachtigjarige oorlog of de niet geweldloze expansie in de Nederlandse koloniën. Dat is de verwerking van historische gebeurtenissen die elkaar opvolgen en verdringen. Lobbygroepen vragen aandacht voor ‘hun’ onderwerp en willen er meer aandacht voor. Maar het is ook het gevolg van tekortschietend onderwijs.

Daarom weet ik niet of de verontwaardiging van de Claims Conference over de vermindering van de kennis en bewustwording bij met name Nederlandse jongeren over de Holocaust iets abnormaals is. Het lijkt eerder een volkomen logische ontwikkeling.

Is de belabberde stand van het Nederlandse onderwijs en met name het geschiedenisonderwijs niet de meest voor de hand liggende verklaring voor de afnemende kennis bij jongeren over de Holocaust?

Dat zegt nog niks over de inschatting hoe betreurenswaardig de afnemende kennis bij de Nederlandse bevolking over historische gebeurtenissen is. Inclusief de Holocaust. Want dat geeft een deprimerend beeld van het onderwijs. Dat is uitermate pijnlijk. Maar dat is niet exclusief voor de Holocaust.

De verontwaardiging van sommige TK-kamerleden die in De Telegraaf de afnemende kennis en bewustwording over de Holocaust rechtstreeks verbinden met antisemitisme en haat is te simpel. Dat is te eendimensionaal gedacht. Het is ook contra-productief. Met grote woorden ontkennen ze hun eigen verantwoordelijkheid over de slechte stand van het Nederlandse onderwijs.

Kamerleden zouden zich beter kunnen inspannen om zich daarvoor verantwoordelijke te voelen en het te repareren, dan gelijk met grote woorden te praten over antisemitisme en haat bij Nederlandse jongeren.

Dat is ook precies wat Gordon Taylor zegt: ‘we must put a greater focus on Holocaust education in our schools globally.’

Waarbij het trouwens de vraag is hoeveel aandacht er in het geschiedenisonderwijs aan de Holocaust en aan andere belangrijke historische gebeurtenissen moet worden besteed. Want afnemende kennis over de Holocaust wil niet gelijk zeggen dat het geschiedenisonderwijs meer aandacht aan de Holocaust moet besteden. Taylor is een lobbyist voor zijn eigen zaak en vakhistorici die het curriculum voor middelbare scholen opstellen maken hun eigen afweging.

Het is toch opvallend dat Nederlandse jongeren meer dan in de andere genoemde landen minder weten van een historische gebeurtenis als de Holocaust. Dat is vooral een brevet van onvermogen voor het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Dit gaat niet over antisemitisme en haat, maar over tekortschietend (geschiedenis) onderwijs.

Schermafbeelding van deel nieuwsberichtNew Study Reveals Nearly One Quarter of Dutch Millennials and GenZ Believe the Holocaust Was a Myth or Exaggerated‘ van de Claims Conference, 25 januari 2023.

Bizar vonnis in Mechelen: Radicaal-rechtse activisten veroordeeld die spandoek met tekst ‘Stop Islamisering’ toonden

In Mechelen heeft een correctionele rechtbank vier leden van de Vlaams-nationalistische beweging Voorpost veroordeeld tot zes maanden cel voor het aanzetten tot haat en geweld. Reden voor de veroordeling was het in mei 2020 tijdens een demonstratie tonen van een spandoek met als opschrift ‘Stop Islamisering’. Hier is het vonnis te lezen. Aanzet tot haat of geweld jegens een groep is de aanklacht, in dit geval de moslimgemeenschap. De advocaten van de aangeklaagden protesteerden tevergeefs dat de rechtbank niet bevoegd was omdat het om een drukkersmisdrijf zou gaan.

Ik ben het niet met de standpunten van Voorpost of de nationalistische partij Vlaams Belang eens, maar evenmin met de motivatie van het vonnis. Overigens evenmin met de verdediging door de advocaten van Voorpost. De valkuil van een zaak als deze is om de eigen mening te laten bepalen door het feit dat men het niet eens is met de overtuiging van de aangeklaagden. Men moet echter het vonnis kunnen bekritiseren zonder het eens te zijn met de rechts-nationalistische overtuiging van de vier veroordeelden.

In de vonnis is naar mijn idee dit de sleutelzin, waarbij met ‘hem’ wordt verwezen naar aangeklaagde LV: ‘Volgens hem is er geen wet die kritiek op eender welke godsdienst verbiedt’. Uit het vonnis blijkt dat dit aspect door rechtbank noch verdediging wordt uitgewerkt. Dat is merkwaardig. Waarom is dit door de verdediging niet uitgewerkt?

België kent net als Nederland het secularisme als politieke filosofie. Dat houdt in dat alle godsdiensten en levensovertuigingen voor de wet gelijk zijn. Onder de rechtsstaat is voor de volgers ervan het bestaan van hun favoriete godsdienst of levensovertuiging gegarandeerd, maar dat betekent niet dat kritiek erop in het publieke debat niet is toegestaan.

Religiekritiek is zelfs gewenst als men in beschouwing neemt dat vanwege de machtsvorming als wereldreligie de islam machtig is en tegen een stootje moet kunnen. Die kritiek kan opgevat worden als een instrument dat op het niveau van argumenten de vanzelfsprekendheid van de macht aanspreekt. Interessant zou zijn of een spandoek met de tekst ‘Stop Christianisering’ met een tekening van nonnen met hoofddoeken tot dezelfde argumentatie van deze rechtbank zou leiden. Zou dat ook opgevat worden als aanzetten tot haat en geweld jegens een groep, in dit geval de christenen? Met het vonnis beperkt de rechtbank van Mechelen religiekritiek.

Het zou wat anders zijn als de activisten van Voorpost een spandoek hadden getoond met een tekst die niet verwees naar de islam of de islamisering, maar direct naar degenen die zich erdoor laten inspireren, de moslims. Bijvoorbeeld, ‘Moslims Oprotten’ of ‘Minder Moslims? Dat regelen we!’. Zo’n tekst is ontoelaatbaar omdat het in strijd is met de wet die het vrij belijden van godsdienst of levensovertuiging garandeert.

De motivatie dat zo’n spandoek met een tekening van vrouwen die nikabs of boerka’s dragen ’suggereert dat in de toekomst in Vlaanderen, alle vrouwen mogelijks verplicht zullen zijn om nikabs of boerka’s te dragen’ wordt niet onderbouwd. Het Belgicisme ‘mogelijks’ houdt al een slag om de arm dat het misschien kan gebeuren. Het vonnis vervolgt: ‘Dit beeld kan angst en haat opwekken voor vreemdelingen, hun geloof en hun gebruiken en voor de mogelijkheid dat deze in de toekomst Vlaanderen zullen overheersen’. Opnieuw gebruikt het vonnis de optie van iets dat theoretisch kan, maar niet noodgedwongen hoeft te gebeuren, door de aangeklaagden wordt nagestreefd of uit hun actie volgt als bouwsteen voor de motivatie. De rechtbank bouwt hiermee op drijfzand.

Het wordt er absurd op als de vorige citaten worden gevolgd door een conclusie: ‘Aangezien de feiten klaarblijkelijk mogelijks werden ingeven door racisme of xenofobie, is de rechtbank bevoegd om de grond van de zaak te beoordelen’. Let opnieuw op de slag om de arm, ‘klaarblijkelijk mogelijks’ (!). Dat is geen juridische redenering die klopt als een bus en waar geen speld tussen te krijgen is. Het is een impressionistisch, journalistiek betoog dat een parodie op een gerechtelijk vonnis is. In bovenstaande redenering wordt iets verondersteld dat vervolgens als vaststaand wordt aangenomen. Dat is een cirkelredenering. Dit vonnis rammelt aan alle kanten.

De vier activisten van Voorpost verdienen voor genoemde actie op de Grote Markt in Mechelen op 30 mei 2020 eerder een schrobbering, dan een gevangenisstraf van zes maanden. Voor drie met uitstel. Het is voor een open samenleving lastig om grenzen te stellen. Democratie moet weerbaar zijn en verdedigd worden. Niet in het minst tegen radicaal-rechtse activisten die rare kostgangers met radicale overtuigingen zijn en dreinend de grenzen van de wet opzoeken.

Maar de democratie moet evenmin om zeep geholpen wordt door de vrijheid van meningsuiting en religiekritiek in te perken. De zittende macht moet beseffen dat de islam tegen een stootje kan en voor zichzelf op kan komen. Het is een machtige organisatie en geen slachtoffer dat beschermd moet worden. De vrije meningsuiting krijgt pas waarde als men opkomt voor degenen met wie men het niet eens is. Dat idee dient ook het uitgangspunt van een rechtbank te zijn.

Gevestigde democratische instituties moeten niet bang zijn en zelfvertrouwen tonen dat de democratie het wel redt tegen vier tamelijk onbelangrijke radicaal-rechtse activisten. Ze willen de democratie niet afschaffen, maar zich profileren met hun hun politieke agenda. Ze hebben binnen het secularisme recht op de religiekritiek die ze in Mechelen uitoefenden. Ook als daar een politieke overtuiging achter schuilgaat die de meerderheid van de bevolking verderfelijk vindt.

Scientology Kerk Nederland laat op sociale media met aanval op media van zich horen. Het verdedigt zich met algemeenheden

De Nederlandse tak van de Scientology Kerk heeft de afgelopen maand talloze video’s met Gerbrig Deinum op haar YouTube-kanaal geplaatst. Zij doet de publiciteit van de Nederlandse Scientology Kerk en treedt veel op in de media. Deinum praat handig en vlot, maar wel in algemeenheden die niet controleerbaar zijn. Daarom is haar verhaal over de relatie van de Scientology Kerk met de media toch niet overtuigend. Daarbij sluit ze de mogelijkheid uit dat de kritiek die de Kerk krijgt gerechtvaardigd is. Opvallend is dat Deinum in een andere video aandacht besteedt aan de documentaire Going Clear: Scientology & the Prison of Belief van Alex Gibney die uit 2015 dateert. Ook hier wordt Deinum niet concreet en heeft ze geen steekhoudende argumenten.

De Scientology Kerk heeft in tegenstelling tot gevestigde godsdiensten geen ANBI-status omdat het onder meer niet kan voldoen aan het criterium van de Belastingdienst dat het ‘zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut’. Dat bepaalde in 2015 het Gerechtshof Den Haag in een uitspraak. Daardoor hebben donateurs en organisatie geen recht op belastingvoordelen over giften en donaties en moet de kerk schenk- en erfbelasting daarover betalen. De Scientology Kerk zet zich dus niet voldoende in voor het algemeen nu, maar men kan zich terecht afvragen of andere religieuze instellingen dat wel doen. Dat betwijfel ik. In een commentaar van mei 2015 schreef ik dat er vermoedelijk met twee maten wordt gemeten. Hiermee pleit ik zeker de Scientology Kerk niet vrij, maar betoog eerder het omgekeerde. Namelijk dat alle godsdiensten onterecht een streepje voor hebben boven andere maatschappelijke instellingen en goede doelen stichtingen:

Dat 90%-criterium is een harde grens waarvan onduidelijk is hoe die bewaakt wordt. Wanneer voldoet een religieuze instelling voor 90% aan het algemeen belang en hoe wordt dat kwalitatief en kwantitatief getoetst? Wordt dat in de praktijk getoetst of is er consensus tussen politieke partijen dat het 90%-criterium niet wordt getoetst? Overwegingen om te betwijfelen of er in de praktijk getoetst wordt en te vermoeden dat religieuze instellingen niet voldoen aan dit criterium volgt uit het kenmerk van religie zoals religieuze instellingen dat vertegenwoordigen. Religie bestaat uit twee componenten die zijn te omschrijven als intern en extern gericht. Dat eerste omvat zingeving en troost en is op de gelovige gericht, en dat laatste omvat belangenbehartiging, het bedrijven van machtspolitiek en charitatieve doelstellingen. Dit maakt religieuze instellingen zo divers en onoverzichtelijk dat niet op voorhand valt te zeggen dat ze voor 90% het algemeen belang dienen. Of anders gezegd, het niet op voorhand uitgesloten kan worden dat ze voor meer dan 10% hun eigen belang dienen.

Twijfel over ANBI-status van kerken naar aanleiding van Scientology Kerk

Update 22 oktober 2015: De wereldwijde kerkgemeenschap Scientology, die ook in Nederland een bescheiden aanhang geniet, krijgt geen ANBI-status. Daardoor hebben de donateurs en de organisatie geen recht op belastingvoordelen over giften en donaties en moet de kerk schenk- en erfbelasting betalen over wat ze krijgt, aldus een bericht in De Volkskrant. Het Gerechtshof in Den Haag kwam op 21 oktober tot die uitspraak. ‘De trend is dat rechters bij niet-traditionele religieuze uitingen het individueel belang zwaarder vinden wegen dan het algemeen belang’, zegt hoogleraar belastingrecht Sigrid Hemels van de Erasmus Universiteit. Ze krijgen daardoor vaak geen ANBI-status, terwijl alle traditionele kerkorganisaties in Nederland die wel hebben.

De Scientology Kerk is in Nederland een officiële religie, maar geen algemeen nut beogende instelling (ANBI), zoals andere kerken. Dit in tegenstelling tot de VS waar de Scientology Church grote belastingvoordelen geniet en dit volgens critici een reden is dat het zich als religieuze instelling profileert. In een media-overzicht in de NRC naar aanleiding van de uitzending op 19 mei 2015 van de documentaire Going Clear door de VPRO antwoordt Scientology-woordvoerder Merel Remmerswaal waarom dat zo is: ‘Het is eerder de vraag waarom andere kerken wel de ANBI-status hebben. Het enige verschil is dat wij nieuw en onbekend zijn.’

Remmerswaal heeft een punt. Want volgens de definitie van de Belastingdienst moet een ANBI aan een aantal voorwaarden voldoen waarvan de belangrijkste is: ‘Een instelling kan alleen een ANBI zijn, als ze zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut.’ Andere voorwaarden voor het verlenen van de ANBI-status zijn onder meer dat een ‘instelling en mensen die daar rechtstreeks bij betrokken zijn, niet mogen aanzetten tot haat of het gebruik van geweld’, administratieve verantwoording en het niet hebben van een winstoogmerk. Voor religieuze instellingen wordt per 1 januari 2016 de publicatieplicht aangescherpt. Dat betekent dat de Belastingdienst scherper gaat kijken of religieuze instellingen aan de voorwaarden van de ANBI voldoen.

Dat 90%-criterium is een harde grens waarvan onduidelijk is hoe die bewaakt wordt. Wanneer voldoet een religieuze instelling voor 90% aan het algemeen belang en hoe wordt dat kwalitatief en kwantitatief getoetst? Wordt dat in de praktijk getoetst of is er consensus tussen politieke partijen dat het 90%-criterium niet wordt getoetst? Overwegingen om te betwijfelen of er in de praktijk getoetst wordt en te vermoeden dat religieuze instellingen niet voldoen aan dit criterium volgt uit het kenmerk van religie zoals religieuze instellingen dat vertegenwoordigen. Religie bestaat uit twee componenten die zijn te omschrijven als intern en extern gericht. Dat eerste omvat zingeving en troost en is op de gelovige gericht, en dat laatste omvat belangenbehartiging, het bedrijven van machtspolitiek en charitatieve doelstellingen. Dit maakt religieuze instellingen zo divers en onoverzichtelijk dat niet op voorhand valt te zeggen dat ze voor 90% het algemeen belang dienen. Of anders gezegd, het niet op voorhand uitgesloten kan worden dat ze voor meer dan 10% hun eigen belang dienen.

Media: Religieus of levensbeschouwelijk manifest in Rotterdam?

man

Er is iets opmerkelijks aan de hand met de presentatie van het Rotterdamse manifest tegen uitsluiting en haat. In de media klinken verschillende geluiden. Soms wordt uitgemeten dat het breed is ondertekend door ‘tientallen leiders en vertegenwoordigers van de diverse religieuze en levensbeschouwelijke gemeenschappen in Rotterdam’ (Christelijk Nieuws). Soms wordt uitsluitend naar religieuze instellingen gewezen: ‘een manifest dat dinsdag door tientallen religieuze leiders in de stad is ondertekend’ (Nederlands Dagblad) of ‘Een breed scala aan geloofsgemeenschappen, waaronder de Joodse Gemeente, heeft gisteren een manifest getekend’ (NIK) . En soms staat er in de kop ‘Religieuze groepen in Rotterdam keren zich tegen haat’ wat anders dan in de tekst ‘Tientallen vertegenwoordigers van religieuze en levensbeschouwelijke gemeenschappen’ (RD).

Zo resteert een tegenstrijdig beeld  over de achtergrond van het manifest. Maar die verwarring is begrijpelijk, want behalve het Humanistisch Verbond betreft het uitsluitend religieuze organisaties. De ondertekenaars zijn 29 religieus geïnspireerde instellingen tegenover die ene ‘levensbeschouwelijke’ instelling. Zodat het de vraag is of er wel gesproken kan worden van ‘levensbeschouwelijke gemeenschappen’ als alleen het Humanistisch Verbond betrokken is, en andere levensbeschouwelijke gemeenschappen ontbreken.

Da’s niet alleen een gemiste, maar ook een wat overbodige kans in een land dat meer atheïsten dan gelovigen telt, zoals blijkt uit een recent onderzoek van Ipsos, politicoloog André Krouwel en godsdienstpsycholoog Joke van Saane van de Vrije Universiteit in opdracht van Trouw. Niet te verwachten valt dat dat in Rotterdam anders is. En 63 procent overigens denkt dat religie meer kwaad dan goeds brengt. Het is goed mogelijk dat genoemde religieuze organisaties dat ook van zichzelf denken en daarom het manifest hebben opgesteld.

tr

Omdat ze vinden dat ze zelf voor de meeste problemen zorgen en het nodig achten om hun gelovigen via het manifest nogmaals te wijzen op de werking van de rechtsstaat. Wie namens wie spreekt maakt het complex. Voor de duidelijkheid was het beter geweest als het Humanistisch Verbond z’n naam er niet aan had geleend.

Foto 1: Schermafbeelding van manifest en ondertekenaars uit Christelijke Nieuws, 21 januari 2015.

Foto 2: Artikel ‘Ongelovigen halen de gelovigen in’ met grafiek in Trouw, 16 januari 2015.

Hoge Raad beperkt vrijheid van meningsuiting politici. Gewenst?

Update 1 februari 2016: De Amsterdamse politicus Delano Felter krijgt toch nog een boete voor antihomo-uitspraken die hij deed in 2010. Het gerechtshof in Amsterdam heeft hem maandag veroordeeld tot een geldboete van 1.000 euro, wegens belediging en discriminatie. Aldus een bericht in Nu.nl.

Terugkomend argument van Delano Felter: Dat is nou eenmaal zo. In deze video uit 2010 geeft hij zijn visie. Een sympathieke Surinamer die onsympathieke dingen zegt. Zoals over homoseksuelen die ‘ook leuke mensen’ zijn, maar wel met een afwijking. Als Republikein vindt hij dat de koningin mag blijven. Waarschijnlijk bedoelt hij niet in functie, maar in het land. Vandaag is Felter weer even actueel omdat de Hoge Raad in een arrest heeft gewezen dat er grenzen moeten worden gesteld aan de vrijheid van meningsuiting van politici. Hiermee draait de Raad een eerdere vrijspraak van het hof terug. Artikel 10 EVRM biedt politici hiermee minder bescherming. Het past in een patroon van ingeperkte burgerrechten. NRC zet het op een rij.

Halberstadt herdenkt Friso. Telt afkomst in de dood niet?

Oranjepropaganda laat ik graag aan me voorbijgaan. Dat gaat vanzelf. In een pluriforme samenleving heeft iedereen de gelegenheid om zich op een positieve en opbouwende wijze te verbinden met gelijkgezinden. Sorry dat dit wat klef klinkt. Toch is het af en toe wel verkwikkend om te bijten, te schamperen of te spotten. Is afzetten tegen de ander van die andere groep immers niet een onlosmakelijk onderdeel van positieve discriminatie? Dat doen we allen op onze tijd. Uiteraard met mate. Als dat afzetten een gewoonte wordt, dan verkeert het in rancune en haat. Het moet wel aangename spot blijven om er zelf niet in verstrikt te raken.

Familievriend van de Oranjes Victor Halberstadt is het ideale doelwit voor spot. Eric Smit schreef gisteren een kostelijk commentaar onder de titel ‘Het geval Victor Halberstadt‘ op FTM. Hij beschrijft een omhooggevallen koekenbakker die vaardig als geen ander in dienst van de elite achter de schermen weet te ritselen. Daarom kan-ie ‘familievriend’ van de Oranjes zijn. Ook nog eens om ondoorgrondelijke redenen sociaal-democraat.

De dienst voor prins Friso heb ik gemist. Of beter gezegd, het was niet eens tot me doorgedrongen dat er zo’n dienst was totdat ik het stuk van Smit las. Dat bracht me op het spoor van het fragment. Ik meen dat niet ongemerkt kan blijven hoe onthullend het is. Niet alleen vanwege de bijzondere uitspraak van het Engels -‘taken for grented’- van familievriend Halberstadt, maar vooral om wat-ie zegt over Friso. Want deze prins geloofde sterk in het idee van meritocratie, zo zegt Halberstadt. Da’s dus een samenleving waarin afkomst en status van je familie geen rol spelen. Begrijpt u het? Nou ik niet. En volgens mij familievriend Halberstadt evenmin. Maar deze welsprekende ritselaar en regelaar van de elites praat zoals-ie denkt dat-ie van die elites moet praten. En da’s ongewild komisch. Zo komisch dat het aan de menselijke zwakte en de tragiek grenst.

Ook ‘bond tegen vloeken’ miskent functie van grof taalgebruik

GOD

De bond tegen vloeken voegt zich in het pleidooi van PvdA-voorzitter Hans Spekman en premier Mark Rutte voor een beschavingsoffensief op internet. Dit naar aanleiding van het voornemen van Spekman om haatmails van ene ‘Gert Kruier‘ te publiceren op z’n Facebook-pagina. Die daar trouwens niet te traceren zijn. Hiermee kondigt zich een monsterverbond aan tussen een christelijke organisatie, een sociaal-democratische en een conservatief-liberale partij. Wat je noemt vreemde bedgenoten. De bond is trouwens niet alleen tegen vloeken, maar ook tegen schuttingtaal en verwensingen. Het ervaart het vloeken als een groot kwaad.

Probleem met dit ethisch reveil en roep om een beschavingsoffensief is vijfledig. Het dringt iedereen een burgerlijk idee van fatsoen op, bestrijdt symptomen, miskent de functie van grof taalgebruik om sociale structuren  te doorbreken, miskent dat vloeken pijn kan verzachten en miskent de ‘verbinding’ en creativiteit van grof taalgebruik. De bond tegen vloeken doet al sinds 1917 een moreel appel op de samenleving. De bond meent dat het niet de bedoeling kan zijn dat ‘scheld- en vloekwoorden mensen raken’. Maar dat gaat voorbij aan de functie van grof taalgebruik om mensen te raken. Of ze in beweging te zetten om vastgeroeste structuren te doorbreken. Ofwel, de bond verdedigt de status quo en vloekers proberen die te doorbreken.

De bond tegen vloeken publiceert op haar site enkele haatmails met de opzet haar betoog kracht bij te zetten. Zoals de verwensing: ‘GODVERDOMME flikker toch eens op met dat christelijke gezeik van jullie en ga terug met kindjes molesteren stelletje kankerlijers! (..) GOD wat was de wereld mooi geweest zonder religie‘. Wie er van een afstandje naar kijkt kan er een sappig verwoorde politieke uitspraak in zien die zich richt tegen religieuze organisaties. Er wordt niet gedreigd en geen wet overtreden. Dit voorbeeld toont aan dat de norm van de bond tegen vloeken niet door iedereen vanzelfsprekend overgenomen wordt. Zodat brede steun voor het beschavingsoffensief richting fatsoen van de heren Spekman, Rutte en de bond ontbreekt. Godzijdank.

Foto: Schermafbeelding van ‘haatmail‘ die de bond tegen vloeken op haar site plaatst.

Anonymous verklaart Westboro Baptist Church de oorlog

De Westboro Baptist Church (WBC) is een controversiële Amerikaanse christelijk-fundamentalistische
organisatie met haar hoofdkwartier in Topeka (Kansas). Opgericht door Fred Phelps. Van homosexuelen, joden en rooms-katholieken moet het niks hebben. Van moslims evenmin. Maar de organisatie is niet verboden.

WBC heeft aangekondigd met een wake te posten bij Sandy Hook Elementary School ‘om lof te zingen tot God voor de glorie van zijn werk bij de uitvoering van zijn oordeel.’ Dat laatste verwijst naar de schietpartij op de basisschool van Newtown, Connecticut. Schutter Adam Lanza maakte 26 doden. Volgens de WBC heeft God de schutter gezonden. Zo zou God straffen via de schutter voor de acceptatie van homo’s en lesbiennes.

Anonymous vindt de kerk die haat predikt maar niks. Het is een petitie gestart om de WBC te verbieden. Met al meer dan 130.000 handtekeningen. Tevens heeft het gehackte telefoonnummers en adressen gepubliceerd van de leden van de WBC. Deze politiek-juridische weg om de WBC te verbieden blijft binnen de wet.

In de video zegt Anonymous de kerk kapot te maken. Het te zullen ontmantelen. Daarbij stelt Anonymous dat de WBC het geloof misbruikt. ‘Your hatred supersedes your faith and you use faith to promote your hatred‘. Da’s echter niet meer dan een opinie van Anonymous. Zo stapt het in de valkuil om onverdraagzaamheid met onverdraagzaamheid te vergelden. De aankondiging een maatschappelijke organisatie te vernietigen gaat over de schreef. Het maakt niet uit hoe verwerpelijk de WBC is. Zoals alle religies heeft het de vrijheid om in naam van God van alles te verkondigen. Dat doen allerlei religies overal ter wereld op alle momenten van de dag.

WBC

Foto: Schermafbeelding van 17 december 2012 van petitie om de WBC te laten verbieden: ‘Legally recognize Westboro Baptist Church as a hate group‘.

Abdelghani Merah veroordeelt islamisme, kiest voor humanisme

Abdelghani Merah is de oudere broer van de schutter van Toulouse en Montauban die in maart 2012 zeven moorden pleegde. Drie paratroopers, een Rabbi en drie Joodse kinderen werden gedood door Mohammed Merah. Abdelghani distantieert zich van zijn familie. Deze week verschijnt zijn boek ‘Mon frère ce terroriste‘ (Mijn broer, die terrorist). Een samenvatting omschrijft de opvatting van Abdelghani Merah (eigen vertaling):

Sinds 21 maart 2012 kan ik niet meer slapen. Er is niet een nacht, niet een dag waarop de gezichten van de slachtoffers van Mohamed Merah niet door m’n kop spoken. Hoe kan ik zwijgen? Ik ben Abdelghani Merah. Ik ben de oudere broer van degene die men de ‘scooter moordenaar’ noemt. Ik ben de oudere broer van Mohamed Merah, de fanatieke terrorist uit Toulouse die dood en verderf op zijn pad zaaide. Ik moet nu de stilte verbreken, want ik heb haat en intolerantie altijd verworpen. Door dit boek wil ik de pijn en de woede van me afschreeuwen, maar vooral wil ik de samenleving bewustmaken van de gevaren van het fundamentalisme. Ik hoop dat wij, en met name jongeren, ons er bewust van worden dat geweld en extremistische ideeën niet anders dan een veld van ruïnes voortbrengen. Als antwoord op de verschijningsvormen van het fundamentalisme zal ik nooit geweld gebruiken. Mijn woord is mijn wapen, en de humanistische waarden zijn mijn munitie.

De moeder van Mohammed en Abdelghani voedde haar kinderen op in een sfeer van racisme en haat. De kinderen werd ingeprent dat Arabieren geboren zijn om de joden te haten. Raadsel is niet waarom Mohammed moordde of zus Souad trots op hem is omdat-ie tot het bittere einde ging, maar waarom Abdelghani zich aan de haat wist te onttrekken. In een interview met Pierjean Frison antwoordt-ie: ‘Ik was nieuwsgierig. Ik realiseerde me dat alles wat mijn familie zei vals was. ‘ Bewonderenswaardig. Conclusie van dit verhaal van twee broers? Soms is de islam ronduit ideologisch en politiek, niet religieus. Individualisme is het antwoord.

Foto: Abdelghani Merah, Mon frère ce terroriste; un homme dénonce l’islamisme (‘een man veroordeelt het islamisme‘)