Waarom informeert AIVD toezichthouder CTIVD over toezicht?

bert

Soms meen ik iets van politiek of openbaar bestuur te begrijpen, totdat zich iets bestuurlijke voordoet waar ik geen touw aan kan vastknopen. Neem nou de vandaag gepubliceerde brief van 12 november 2013 van het hoofd van de AIVD Rob Bertholee namens de minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk aan het toenmalig hoofd van de toezichthouder van de AIVD en hoofd van de CTIVD Bert van Delden. Bertholee brengt Van Delden op de hoogte van een overleg in de kamercommissie voor Binnenlandse Zaken. Het gaat over een onderzoeksopdracht dat de CTIVD naar eigen goeddunken had aangepast. Sommige kamerleden signaleerden dat en maakten er bezwaar tegen. Bertholee (AIVD) laat dat op z’n beurt Van Delden (CTIVD) weten.

Waarom is het niet minister Plasterk die de CTIVD direct informeert? Want Van Delden die sinds 1 januari 2014 is gestopt als hoofd van de CTIVD is de toezichthouder van de AIVD. Hoe kan het dat het hoofd van de dienst waarop toezicht gehouden moet worden die toezichthouder op de hoogte brengt van de voorwaarden van dat toezicht, inclusief een onderzoeksopdracht? Is dat contact tussen AIVD en CTIVD niet ongepast omdat het verantwoordelijkheid en besluitvorming omdraait? Al gaat het om informatieverschaffing. Vooral begrijp ik niet waarom minister Plasterk dit laat gebeuren en niet ziet dat dit tot misverstanden kan leiden omdat het geen zuivere bestuurlijke lijn volgt. Waarom informeerde Plasterk Van Delden niet zelf over de opmerkingen en bezwaren van de kamercommissie? Politiek en openbaar bestuur zijn soms lastig te doorgronden. Voor mij.

Foto: Schermafbeelding van brief van 12 november 2013 van AIVD aan CTIVD over onderzoeksopdracht CTIVD, 3 januari 2014.

Kohnstamm (CBP) kritisch op toezicht inlichtingendiensten

Obama Mad Spy_1

Brenno de Winter geeft CBP-voorzitter Jacob Kohnstamm op nu.nl in twee stukken ruimte om zich kritisch uit te laten over de NSA en aantasting van de privacy. In ‘Nederland kan NSA niet alleen te lijf‘ wordt uitgelegd dat Kohnstamm zich ermee bemoeit: ‘Hoewel de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in eerste instantie niet tot zijn werkterrein horen, vindt hij dat dat in het geval van de NSA-kwestie wel zou moeten‘. Omdat het CBP de waakhond is voor de bescherming van persoonsgegevens is dit een logische uitbreiding van het werkterrein: ‘De privacy van burgers is wel degelijk in het geding is. Wij hebben ons er daarom mee te bemoeien.’

Maar deze bemoeienis kan ook opgevat worden als kritiek op anderen die zich niet sterk maken voor het belang van de burger. Dat betreft de toezichthouder op de inlichtingendiensten CTIVD en de bewindslieden op de ministeries van Justitie en Binnenlandse zaken die te weinig afstand nemen van de spionagepraktijken.

Kohnstamm spreekt zich vanuit zijn rol als toezichthouder uit zoals geen enkele Nederlandse overheidsdienst, toezichthouder of kabinetslid tot nu toe deed. Premier Rutte zwijgt, minister Plasterk beweegt zich met vallen en opstaan door het dossier en spreekt zich voortdurend tegen, en minister Opstelten vraagt om vertrouwen, maar zet steevast Veiligheid boven Justitie. Kohnstamms kritiek is nodig. Een half jaar na het begin van de onthullingen van Snowden is het onderhand de hoogste tijd dat de uitvoerende macht enig teken van urgentie afgeeft. Dat ontbreekt tot nu toe. Er dient iets of iemand te zijn om het ongenoegen dat in de samenleving leeft over de massale spionage door geheime diensten te kanaliseren en om te buigen tot opbouwende kritiek.

D66’er Kohnstamm kijkt als voorzitter van de zogenaamde Artikel29-werkgroep die de verzamelde Europese privacytoezichthouders bundelt verder dan Nederland. Hij pleit voor Europese eenheid om de VS het hoofd te bieden en onderstreept dat in het interview met Brenno de Winter: ‘De overheersing van het Amerikaanse bedrijfsleven is zo groot dat privacywetgeving in heel Europa nodig is om daar zoveel mogelijk een beperking in aan te brengen.’ Kohnstamm geeft fijnzinnig aan waarom de spionage ontspoord is en niet doelmatig meer kan zijn: ‘Het grote probleem van veiligheidsdiensten is dat er zo ontzettend weinig terroristen zijn en dat je dus relatief gesproken meer informatie moet verzamelen dan je lief is.‘ Kritiek over de sector zelf is welkom.

In een ander stuk CBP kritisch over oprekken rechten inlichtingendiensten laakt Kohnstamm de commissie-Dessens die naar zijn idee te weinig afstand neemt tot de inlichtingendiensten: ‘Je moet een grote afstand houden tot degene op wie je toezicht houdt. In het rapport lijkt dit teveel bijeen te komen.’ Kohnstamm vindt het een goed principe dat nut en noodzaak van spionage moeten worden aangetoond. Maar in praktijk wordt dat soms vergeten. Naar zijn idee krijgt het rapport dat lek niet boven water: Mijn grote kritiek op het rapport is nu: gaat het om ongerichte kabelgebonden interceptie of gaat het om met zoektermen persoonlijke gegevens onderscheppen? Daar word ik niet wijzer van uit het rapport.‘ Word vervolgd, hopelijk met debat. 

Foto: Mad, War on Privacy, oktober 2013.

Afshin Ellian negeert rol van toezicht en kritische journalistiek

001_RBIAdam-image-1420463

Het is zeer kwalijk hoe D66, gesteund door haar mediaorgaan NRC Handelsblad, de activiteiten van de AIVD onderwerp van discussie maakt.’ Aldus Afshin Ellian die in een Elsevier-column met de titel ‘Tweede Kamer moet de hypes van D66 en NRC negeren‘ alles uit de kast haalt tegen wat-ie overduidelijk ziet als links-liberale vrijzinnigheid. Met z’n focus op de bestrijding van het jihadisme haalt Ellian van alles door elkaar en verliest het overzicht. Het gaat om toezicht door parlement en CTIVD, proportionaliteit van spionage van burgers, en journalistiek die de macht ter discussie stelt. En dat NRC het mediaorgaan van D66 zou zijn is de vraag. Omdat het niet in z’n verhaal past moffelt Ellian de SP als meest kritische volger van de AIVD weg.

Schokkend hoe gouvernementeel Ellian zich opstelt. Hij vergeet dat onafhankelijke journalistiek de macht dient te bevragen. Een volwassen democratie kan niet functioneren zonder kritische journalistiek. Ellian stelt dat ‘NRC voorop loopt in het creëren van een bedenkelijke sfeer rond de Nederlandse inlichtingendiensten’ maar onderbouwt dat niet. Hij verwijst naar een NRC-artikel dat critici aan het woord laat die om meer toezicht en controle op de inlichtingendiensten vragen. Maar hoe onderzoek en verslaglegging van NRC -dat zich opstelt als doorgeefluik van kritiek op het kabinet- tot een bedenkelijke sfeer kan leiden valt niet in te zien. Het is eerder andersom. Het goedpraten van Ellian dat parlementaire controle en toezicht op AIVD en MIVD niet nodig zijn en kabinetsleden uit principe niet liegen tegen burger of parlement is bedenkelijk. 

Ellian rechtvaardigt de claim van minister Plasterk en de veiligheidsdiensten dat het alle middelen inzet om het terrorisme te bestrijden met de dooddoener dat Plasterk gelijk heeft: ‘Het is helemaal waar wat de minister zegt.’ Werkt de democratie volgens Ellian zo simpel? De onthullingen aan de hand van de documenten van Edward Snowden hebben juist duidelijk gemaakt dat nationale inlichtingendiensten hun boekje te buiten gaan. De vraag is niet uitzonderlijk of dat in Nederland ook het geval is. Dan kan via onderzoek uitgezocht worden. Daarnaast zijn deze diensten bezig met economische spionage en spionage van onschuldige burgers. 

In parlement, bij CTIVD en in de maatschappij staat ter discussie of de veiligheidsdiensten de wet overtreden. Een houding om dat zorgvuldig uit te zoeken dient de democratische rechtsorde meer dan het wegmoffelen van bezwaren. Ellian schiet definitief uit de bocht als-ie beweert dat NRC en D66 een ‘zeer beperkt begrip van de rechtsstaat‘ hanteren: ‘wel permanente controle op politie en inlichtingendiensten, maar geen aandacht voor de strijd tegen terrorisme, dat de rechtsstaat ernstig bedreigt.’ Dit is zo aantoonbaar onjuist en naast de waarheid dat Ellian met deze uitspraak niet D66 en NRC beschadigt, maar vooral zichzelf. Afshin Ellian heeft de realiteit van de democratische rechtsorde en de rol van kritische journalistiek geheel uit het oog verloren. 

Foto: Minister Plasterk verdedigde het handelen van de AIVD. Credits: ANP

AIVD hackt internetfora en overtreedt wet. Wat deed het toezicht?

800px-Gebouw_AIVD_Zoetermeer

NRC zet de reeks onthullingen uit de NSA-documenten van Edward Snowden voort. Bezoekers van Nederlandse internetfora moeten zich zorgen maken. De AIVD breekt in op servers van internetfora en verzamelt gegevens van alle bezoekers. Ook van u en mij tegen wie helemaal geen verdenking van terrorisme bestaat of het vermoeden dat we een bedreiging voor de rechtsorde zijn. Wat de AIVD doet is tegen de wet. Een doelwit moet aan te wijzen kunnen zijn. Een sleepnet dat iedereen meeneemt is ontoelaatbaar.

Opvallend is dat alle partijen in de Tweede Kamer zich tegen deze praktijken van de AIVD uitspreken. Ook VVD en PvdA. Waar laat dat toezichthouder CTIVD en minister Plasterk die steeds meer grip op de AIVD wil krijgen? Waaruit heeft hun toezicht de afgelopen jaren eigenlijk bestaan als dit de praktijk is geworden? Hebben de CTIVD en Plasterk wel inzicht in het precies functioneren van de AIVD of worden ze door die dienst met een kluitje in het riet gestuurd, op afstand gehouden? Hoe is het mogelijk dat niet Anonymous of hackers met minder ethische doelstellingen de grootste wetsovertreders zijn maar een overheidsdienst zelf? De ongebreidelde wetsovertreding door de AIVD valt voorlopig alleen te verklaren door het devies dat wat technisch mogelijk is ook gebeurt. Of het wenselijk en wettelijk is interesseert de AIVD blijkbaar niet.

Als de roep klinkt om het hoofd van de AIVD Rob Bertholee van zijn functie te ontheffen dan kan dat een symbolisch begin zijn van een hoognodige grote schoonmaak. In 2012 verklaarde Bertholee dat de AIVD transparanter naar de burger moest zijn: ‘Mensen denken dat we ze zomaar kunnen bespieden‘. Bertholee suggereerde dat transparantie een van z’n persoonlijke doelen was, hij zei dat belangrijk te vinden. Het is niet alleen aantoonbaar onjuist wat-ie toen zei, het is ook hypocriet om zich voor te laten staan op transparantie om tegelijk stiekem de wet te overtreden door de burger te bespieden. Iemand als Rob Bertholee die liegt, bedriegt en bespiedt is in een normale democratische rechtsorde niet te handhaven.

Hoe dan ook moeten alle activiteiten van de AIVD, maar ook die van de andere veiligheidsdiensten en samenwerkingsverbanden weer onder de wet worden gebracht. De programma’s die de wet overtreden moeten per omgaande worden beëindigd. Het onvoldoende toezicht van CTIVD en minister Plasterk baart zorgen. Dat moet zo snel mogelijk op orde worden gebracht. Directeur Bert van Delden van de CTIVD is al lang niet meer geloofwaardig en kan ook beter z’n boeltje pakken. Hij heeft eerder aangetoond een te volgzame mentaliteit te hebben en de massale spionage van burgers in Nederland niet af te keuren. 

Foto: Hoofdkantoor AIVD in Zoetermeer, 2007.

Toezichthouder CTIVD dient onafhankelijk te zijn. Voorzitter Van Delden moet opstappen

30051002809553

Ot van Daalen van de digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom vindt dat Bert van Delden als voorzitter van de toezichthouder op de veiligheidsdiensten CTIVD moet opstappen. Volgens Van Daalen verdedigt Van Delden de plannen om Nederland massaal af te luisteren. Dat past niet bij een onafhankelijke toezichthouder, meent-ie. De CTIVD heeft volgens de wet een beperkte taakomschrijving waaraan het zich te houden heeft. Van Daalen: ‘De Commissie hoort toezicht te houden op de uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.‘ Het is niet aan de CTIVD om beleid te maken of de grenzen van het toelaatbare op te rekken. Het dient toezicht te houden door het handelen van de veiligheidsdiensten aan de wet te toetsen.

Eerder was de CTIVD in het toezichtsrapport over 2013 opvallend flexibel met het billijken van uitzonderingen op de notificatieplicht. Dat houdt in dat iedereen die door de veiligheidsdiensten afgeluisterd wordt hierover na verloop van tijd moet worden geïnformeerd. De inzet van bijzondere bevoegdheden, zoals het aftappen van een telefoon en het binnendringen in een woning is gebonden aan een wettelijke notificatieplicht. Uit de onderzoeksperiode 6 april 2010 tot 1 juli 2012 bleek dat niemand die afgeluisterd werd door de AIVD werd genotificeerd. In 2013 trad een lichte verbetering op. Maar de CTIVD billijkt te vaak de uitzonderingen.

Van Daalen merkt op dat Van Delden afgelopen weekend in De Volkskrant in een interview verklaarde dat de AIVD de wet overtreedt om te voorkomen dat er ‘iets’ gebeurt. De CTIVD-voorzitter keurt aanschaf van een Israëlisch spionagesysteem Argo 2 goed, hoewel met het gebruik ervan de AIVD buiten de wet komt. Hij schat in dat eind december 2013 een adviescommissie voorstelt om de wet te verruimen. Zodat de AIVD massaal Nederlanders kan afluisteren zonder notificatieplicht. Zoals de NSA en GCHQ nu al doen. Maar de verwachting van een advies en een mogelijke wetswijziging is niet iets waarop Van Delden vooruit kan lopen. Bestuurlijk heeft-ie de wet te volgen die zijn dienst dient te volgen. Het is trouwens onzeker of een wetswijziging er werkelijk komt. Zo gooit Van Delden zijn eigen geloofwaardigheid en die van de CTIVD te grabbel.

Een deel van de politiek en journalistiek viel afgelopen week over Van Delden heen. Met z’n afhankelijke opstelling maakt-ie zich tot woordvoerder van de AIVD, niet tot een onafhankelijke toezichthouder. De SP’er Ronald van Raak is ongerust over de onafhankelijkheid van de CTIVD en is kritisch: ‘De CTIVD zegt dat de diensten hun gang kunnen gaan, omdat de wet toch wel zal worden aangepast. Dat is de omgekeerde wereld. De Tweede Kamer moet eerst de kaders stellen en aangeven hoe ver de diensten mogen gaan.’

Het probleem wie het toezicht houdt op de toezichthouder en waardoor de NSA zo kon ontsporen geldt ook voor Nederland. Met een juridische schijnwereld van FISA-rechtbanken werd in de VS jarenlang het parlement buiten het toezicht gehouden. De wettelijke toetsing was een ‘rubber stamp‘ die automatisch alle verzoeken tot spionage goedkeurde. De tragiek van het kabinet Rutte is dat het nu technische middelen aanschaft die elders politiek niet meer aanvaardbaar worden geacht. Terwijl in de VS langzaam, maar gestaag het inzicht doorbreekt dat echt toezicht op de veiligheidsdiensten nodig is voor een werkbare democratie spannen minister Plasterk en CTIVD-voorzitter Van Delden het paard achter de wagen. Het zou Van Delden die aan geloofwaardigheid verloren heeft sieren als-ie de eer aan zichzelf houdt en opstapt. Zodat Nederland een nieuwe start kan maken door de CTIVD tot een onafhankelijke toezichthouder te maken zoals het bedoeld is.

Foto: Eppo Doeve, Spionage. 1965. Ontwerp omslag. Credits: IISH.