Mode van het Zwitserse Hanro. Tussen modern feminisme en conventionele mannelijkheid in de jaren 1930

Stehendes Männer-Model in Herrenoberbekleidung mit Fernglas. Australië, jaren 1930. Collectie: Museum Baselland.

Wat we hier zien is duidelijk, maar de aanleiding voor de foto is dat niet. Gaat het om de verrekijker, de man of wat anders? Is dit het beeld van mannelijkheid uit de jaren 1930?

Wie de vraag stelt stuit op een interessante geschiedenis van het Zwitserse bedrijf Hanro (Handschin und Ronus) dat vanwege tariefmuren noodgedwongen internationaliseerde, zich specialiseerde in tricot en achteraf door anderen wordt geprofileerd als feministisch. Hanro is in 1991 overgenomen door het Oostenrijkse bedrijf Huber Holding.

De beschrijving van de foto die is opgenomen in de collectie van Museum Baselland door een schenking van 20.000 documenten en objecten van de Firma Hanro aan het kanton Basel-Landschaft zegt (vertaald): ‘Staande mannelijk model in herenbovenkleding met verrekijker. Het model draagt ​​een gebreide trui met geometrisch patroon en een geplooide broek. Waarschijnlijk een product van de Australische Hanro-tak aangezien de foto gemaakt is door een fotograaf in Melbourne.’

Geschiedenis van Hanro volgens Huber. ‘DISCOVERY OF MODERN FEMININITY. Madeleine Handschin, granddaughter of the company founder, creates a world first: ultralight bra tops as invisible underwear. Sporty leisurewear also finds a place in the HANRO collection with her beach and swimwear‘.

Was dat feminisme een tweede golf van Reform-kleding na 1900-1920 of een doorstart die in de jaren 1930 door nieuw textiel de vrouw bevrijdde?

Of zo’n bewering klopt is niet zozeer van belang, maar het is een interessante claim die achteraf culturele betekenis wil toevoegen aan een firma die het tijdens haar moeizaam bestaan uitsluitend om overleven te doen was. Daartoe zelfs uitweek van Zwitserland naar Australië.

Hoe het moderne feminisme van Hanro van de jaren 1930 zich verhoudt tot de man met verrekijker in gebreide trui met geometrisch patroon is niet op voorhand duidelijk. Marketing wijst soms vele kanten op. Daar is geen verrekijker voor nodig om te zien.

Madeleine Handschin was ontwerpster van Hanro en dochter van toenmalig directeur Carl Handschin. Na het Australische avontuur in Bendigo van 1926 tot 1933 kreeg zij samen met haar broer Eric die ingenieur in het bedrijf was opdracht van het tweede hoofd van het bedrijf Charles A. Ronus: productie van gebreide bovenkleding. Dat leidde tot technische innovatie en nieuwe vormgeving.

Het bijschrift bij onderstaande foto zegt onder meer over het vormvast breiwerk Wevenit (vertaald): ‘Madeleine gebruikt het ook om strandmode te ontwerpen: lange, knielange en zeer korte broeken, gecombineerd met zogenaamde pull-pyjama’s (korte, backless tops). De strandmode met een perfecte snit en fashionable chic verkoopt onder andere zeer goed aan de trendy Franse Rivièra.’ Maar toen gooide oorlog vanaf 1939 roet in het eten. Opnieuw.

Madeleine Kriesemer-Handschin an der Arbeit im Designatelier von Hanro, 1934. Collectie: Museum Baselland.

Zwitserse missionarissen Schweizer, Trostel, Kühnle, Röder, Weiler en Vischer in Nederlands Borneo (1933-35)

Carl Mattheus Vischer,V.l. Geschw. Schweizer, Trostel Kühnle, Röder, Weiler‘, 1933-35. Collectie: Basel Mission, International Mission Photography Archive, ca.1860-ca.1960.

Het is rond 1934 in Borneo ofwel Kalimantan. Het zuidelijke deel dat deel van Nederlands-Indië is. Waarschijnlijk is de boot aangemeerd in havenstad Banjarmasin.

Het Duitse bijschrift van de foto leest vertaald als een gedicht: ‘Van links verwanten Schweizer, Trostel, Kühnle, Röder, Weiler‘. Het klinkt Duits, maar is Zwitsers. Het betreft missionarissen met echtgenote van de Basel Mission.

Ze worden vastgelegd door de fameuze Zwitserse ziekenhuisdirecteur Carl Mattheus Vischer die ook aan de Basel Mission verbonden was. Hij zou op 20 december 1943 door de Japanners worden geëxecuteerd wegens ‘vermeende deelname aan een anti-Japans complot’. Vischer lijkt nog altijd te worden gewaardeerd door de bevolking, met zelfs een Wikipedia-pagina in het Indonesisch. Of wat daar aan herinnering nog van resteert.

Maar nu poseren de Zwitserse missionarissen met hun echtgenoten en een jonger kind nog even in de haven. Gekleed met passende outfit. Vol verwachting en goede bedoelingen. Komen ze aan na een lange reis? Om goed werk te gaan verrichten. De tropen wachten.

Ik heb een hekel aan reizen en aan ontdekkingsreizigers‘, zo luidt de eerste, vertaalde zin van een boek van etnograaf en antropoloog Claude Lévi-Strauss. Het is een reisboek en antropologisch werk met accent op Brazilië. De titel verraadt de afloop: ‘Tristes tropiques‘ ofwel ‘Het trieste der tropen‘.

Enkele zinnen uit de uitgebreide bespreking van dit boek op Wikipedia schetsen de triestheid: ‘Dit nederzettingspatroon met rangschikking van de hutten rond het mannenhuis is doorslaggevend en onmisbaar voor de ordening van het sociale stamleven. De Salesiaanse missionarissen bouwden deze structuur dan ook direct af door, om hen te bekeren, ze in evenwijdig aan elkaar opgestelde rijen behuizingen te laten wonen. Door het wegvallen van deze voor hen onmisbare structuur raakten de inheemsen al spoedig hun gevoel voor traditie kwijt.

Carl Mattheus Vischer (?),Stelzenlaufender Hausbube i. Pudjun. Uralter Brauch, nicht v. Europa übernommen. Analogie zauber z. Befördern des Wachstums der Reispflanzen, so hoch sollen sie werden.” (=Steltlopende huisjongen i. Pujun. Oude gewoonte, niet van Europa overgenomen. Analogie spreuk ter bevordering van de groei van de rijstplanten, zo hoog horen ze te zijn’. Collectie: Basel Mission International Mission Photography Archive, ca.1860-ca.1960.

Triest. Goede bedoelingen kunnen veel schade berokkenen. Het hoeft niet, maar het kan. Het is een gemengd beeld. Dat we het weten. Ach, daarom nog maar even voor de laatste keer een Zwitsers gedicht in tropisch Kalimantan: ‘Schweizer, Trostel, Kühnle, Röder, Weiler‘.

Gedachte bij de foto ‘Weihnachtsfeier in der Faktorei Bonaku (Kam.). Miss. K. Fuchs, Besuch, Miss. K. Hoffmann. Faktorist v. d. Gesellsch. Nordw. Kam’ (1900-1904)

Johannes Leimenstoll, ‘Weihnachtsfeier in der Faktorei Bonaku (Kam.). Miss. K. Fuchs, Besuch, Miss. K. Hoffmann. Faktorist v. d. Gesellsch. Nordw. Kam.‘, 1900-1904. Collectie: International Mission Photography Archive, ca.1860-ca.1960.

Deze foto is niet zozeer een blijk van culturele toe-eigening, maar van het omgekeerde daarvan: cultureel imperialisme. Het is opvallend dat het hedendaagse debat over identiteit, witte dominantie en etnische minderheden zich concentreert op het verbod, of de claim op het verbod, om elementen van een cultuur door leden van een andere cultuur over te nemen.

Dat kan positief met een beroep op zelfbescherming gezien worden als een logische stap van etnische minderheden in de strijd om emancipatie en gelijkwaardige behandeling. Negatief wordt het beschouwd als een rem op de individuele vrijheid en de expressie van kunstenaars en is het een teken van nieuwe apartheid door vanuit een defensieve reflex nieuwe grenzen op te richten.

Feitelijk is wat er op deze foto uit Kameroen van rond de vorige eeuwwisseling valt te zien bedenkelijker dan culturele toe-eigening zoals dat in het huidige debat wordt opgevat. In dat laatste valt immers ondanks alle kritiek waardering voor een andere cultuur te herkennen, al is het volgens de beschermers ervan door ontlening, kopiëren, jatwerk of verdringing.

Kameroen was tot 1914 een Duitse kolonie en de kolonisator exporteerde de Duitse cultuur, ‘Duitsheid’ en het christendom naar dit West-Afrikaanse land vlak boven de evenaar. ‘Weihnachten in Kamerun‘ is daar het resultaat van. Twee Duitse missionarissen en hun bezoeker in het midden vieren kerstmis. In de titel worden de drie zwarte personen niet genoemd.

Cultureel imperialisme steelt niet van andere culturen, maar legt via dwang een andere cultuur een dominante cultuur op die vreemd is. Dat leidt tot een kerstboom in de tropen die door de kolonisator via instituties als missionarissen als normaal wordt opgelegd. Het is voor de gedomineerde cultuur een kwestie van aanpassing en overleving om hierin mee te gaan. Tegenwoordig zouden we in negatieve zin spreken over de lange arm van het christendom.

NB. De collectie van de internationale missie die is opgenomen in de Digitale Bibliotheek van de University of Southern California is een goudmijn met foto’s uit de periode 1860 tot 1960 over het cultureel imperialisme dat via missionarissen en christendom aan andere volkeren werd opgelegd.

De tragiek van Antonio Ligabue en zijn liefde voor Cesarina

Antonio Ligabue (1899-1965) was een Zwitsers-Italiaanse schilder. Hij wordt beschouwd als vertegenwoordiger van de outsider kunst, naïeve kunst, art brut. Na zijn dood werd in 1977 door de Italiaanse publieke omroep RAI de biografische driedelige televisieserie ‘Ligabue‘ over zijn leven gemaakt. Een ingekorte versie die ik toen in de bioscoop zag maakte diepe indruk op me. Ligabue scheurde op zijn rode Moto Guzzi (in 2021 was het merk 100 jaar oud) door Reggio Emilia.

De foto van Ligabue met een vrouw wordt ook wel als voorbeeld gegeven om aan te tonen dat er niet alleen duisternis in zijn leven was, maar ook genegenheid. Hij geeft zijn ‘vriendin’ Cesarina een roos.

In Zwitserland werd hij opgenomen in een psychiatrische kliniek en in 1919 als zoon van een Italiaanse emigrant naar het land van zijn Italiaanse vader verbannen. Zijn moeder en drie broers waren in 1913 door een voedselvergiftiging overleden. Zijn vermoedelijke vader was uit beeld geraakt. Antonio veranderde uit haat voor zijn vader zijn naam van Laccabue in Ligabue. In 1920 begon hij te schilderen. Hij werd ermee een van de bekendste naïeve kunstenaars van Europa. Het is wat men een tragisch leven noemt.

Of Ligabue zijn tijgers en jungle-achtige landschappen losjes baseerde op het werk van de Franse naïeve kunstenaar Henri Rousseau (le Douanier) roept zijn werk op. Ook de Georgische naïeve kunstenaar Niko Pirosmani had een thematiek van wilde beesten, landschappen en portretten. Is dat toeval? Bij Ligabue lijkt de verstilling het meest afwezig.

Ligabue’s levensverhaal doet denken aan die andere van oorsprong tamelijk bekend geworden Zwitserse kunstenaar, de schrijver Robert Walser die zijn vrijheid niet vond in een motor, maar in het wandelen. Nederlanders zullen wellicht de associatie maken met dichter Jan Hanlo die in 1969 met zijn motorfiets tegen een landbouwtractor reed en twee dagen later overleed. Hij was eerder wegens een psychose opgenomen in een psychiatrische kliniek. Net als Schriftsteller Walser.

Op de Facebookpagina van de Fondazione Archivio Antonio Ligabue Parma-Archivio dal 1983 waar de hier geplaatste foto’s zonder details werden gepubliceerd staat bij de foto met Cesarina de volgende toelichting. Vertaald: ‘De schilder had nooit een partner, maar slechts één grote ongelukkige liefde: Cesarina, zus van zijn vriend Ivo, manager van de herberg La Croce Bianca in Guastalla. // “Geef een zoen” zei hij tegen haar, die met haar wilde trouwen, haar naar een kasteel wilde brengen en haar tot zijn koningin wilde maken. Toni, zo lang hij zich kon herinneren verkeerd begrepen en mishandeld, verborg in zijn hart alleen de zoektocht naar een perfecte, sprookjesachtige “finale”‘.

Het is de vraag of de Fondazione de sprookjesachtige romantiek van de nobele wilde goed weergeeft of extra aanscherpt. Wie wel eens een opening van een lokale kunsttentoonstelling in Frankrijk, Italië of Spanje heeft meegemaakt weet dat de bestuurders zich doorgaans belangrijker maken dan de kunst en de kunstenaars. De foto’s op de site van de Fondazione bevestigen dat patroon waarachter Antonio Ligabue wordt teruggebracht tot een vehikel voor marketing om het bestuur te dienen. Ook dat is de tragiek van een kunstenaar om na de dood in een vreemd regiment ingelijfd te worden.

In de documentaire Nebbia (Mist) van Raffaele Andreassi uit 1961 (onderstaande versie is op 3 minuten na volledig) zien we (vanaf 8′ 10”) Toni met Cesarina. Hij geeft haar een ‘gestolen’ zoen. Zij laat het zich welgevallen. Je hart breekt als je het ziet. De mist in zijn hoofd lijkt op te trekken. Is het dier even getemd? Vanaf 1955 werd Ligabue bekend. Je moet er niet aan denken wat dat nu voor publiciteit had gegeven en hoe onrustig hem dat had gemaakt. Dat is hem gespaard gebleven.

Documentaire Nebbia (Mist) van Raffaele Andreassi uit 1961.

De klassenstrijd van fotograaf Emil Acklin: [Elite Hotel Zürich], 1930-1950

De Zwitserse fotograaf Emil Acklin (1889 – 1976) zag fotografie als klassenstrijd. Of zo wordt deze communist na zijn dood gepresenteerd, onder meer in een tentoonstelling in het stadsarchief van Zürich in 2019. De 1 mei parade, straatscènes ‘van de onderkant’ en werkers waren zijn vaste onderwerpen. Zürich was een rode stad waar de sociaal-democratie een machtspositie had.

Het is moeilijk om zoveel jaar later te begrijpen wat voor blik dat was. De sterke mannelijke lijven van de arbeiders lijken erg aan te sluiten bij de verheerlijking van arbeiders in de toenmalige Sovjet-Unie. Dat is wel een erg sterke documentaire inspiratie die raakt aan parodie en namaak. Het gevaar van zo’n politieke invalshoek is dat het individu achter de ideologie verdwijnt.

De foto’s waar dat net niet lukt zijn deze van een bloemenverkoopster. Zij is een individu. Acklin schuwt de tegenstelling niet tussen de breiende en koukleumende verkoopster en de afbeelding van het luxueuze Elite Hotel. De naam ‘Elite’ alleen al. Het scheve kader moet het de terloopsheid van een informele momentopname meegeven. Of het klopt dat de bloemenverkoopster eeuwig onderdeel van een politieke tegenstelling blijft of op eigen benen staat valt te bezien. Hoe dan ook heeft Acklin de sociale geschiedenis van zijn stad vastgelegd. Hij geeft duiding. Dat is zijn verdienste.

Foto 1: Emil Acklin, [Elite Hotel Zürich], 1930-1950. In: arché No 2 – Emil Acklin – Fotografie als Klassenkampf (p.4).

Foto 2: Emil Acklin, [Elite Hotel Zürich], 1930-1950. In: EMIL ACKLIN: FOTOGRAFIE ALS KLASSENKAMPF

De fotografische wereld van Roberto Donetta (1865-1932)

Roberto Donetta (1865-1932) is een fotograaf van wie gezegd wordt dat hij herontdekt is. Vergelijk deze Zwitser uit het bijna volledig Italiaans sprekende kanton Ticino met andere fotografen voor wie fotografie niet hun hoofdbestaan was en die niet opereerden in de kunstsector. Zoals Vivian Maier (fotograferende nanny), Seydou Keïta (ambachtsman in studio) of William Kinnimond Burton (fotograferende ingenieur) en al die fotografen die periodiek ontdekt en afgestoft worden. Waarna hun afdrukken terechtkomen in kunsthandel of bij kunstinstellingen.

De vraag is waarom dit type fotografen betrekkelijk veel aandacht trekt. Trouwens niet al hun werk is interessant, zoals de reeks portretten toont die de Fondazione Archivio Donetta op een voorbeeldige manier presenteert. Dat is er een teken van dat dit cultureel erfgoed wordt gekoesterd en gewaardeerd. Het heeft iets bezwerends om langs de honderden afbeeldingen te scrollen. Is de stelling gewaagd om te veronderstellen dat ze door het ontbreken van pretentie een meer directe blik op een verdwenen wereld geven dan professionele fotografen doen? Het gaat om de registratie van het gewone leven en niks anders. Zo lijkt het.

Oordeel zelf en bekijk de wereld van Roberto Donetta. Om mogelijk te verdwijnen in zijn verbeelding. Overigens is het volgende zelfportret van hem en zijn naasten geënsceneerd. Ook amateurfotografen spreken zichzelf tegen, zo zeggen we dan om ze alsnog in een kader te plaatsen en in te tomen. Hoewel hij ons hier in voorgaat.

Foto 1: Roberto Donetta, Funerale a Comprovasco (Begrafenis in Comprovasco), 1900-1932. Collectie: Fondazione Archivio Donetta (1653.jpg).

Foto 2: Roberto Donetta, Messa in scena in un cortile: Roberto Donetta e la moglia Linda con la testa inquadrata in un cesto e i figli Brigida e Saul (Geënsceneerd op een binnenplaats: Roberto Donetta en zijn vrouw Linda met hun hoofden ingelijst in een mand en hun kinderen Brigida en Saul), 1900-1932. Collectie: Fondazione Archivio Donetta (2965.jpg).

Waarom duldt YouTube nog steeds nepnieuws van Klagemauer TV?

In oktober 2017 schreef ik het commentaarWaarom duldt YouTube het nepnieuws van Klagemauer TV?’ De vraag is nog even actueel als twee jaar geleden.

Toen schreef ik: ‘Berichten die aan de hand van onjuiste informatie stellen dat men op moet passen voor onjuiste informatie zijn wijd verspreid op sociale media. Zo ook op het YouTube-kanaal Klagemauer TV van de Zwitserse sekte Organischen Christus-Generation (OCG) van de prediker Ivo Sasek. In een oud bericht uit 2009 (met update uit 2011) waarschuwt de Vlaamse Marc Verhoeven voor deze christelijke organisatie van Sasek. (..) Zo tekent zich een opvallend verbond aan van een Zwitserse christelijke sekte en Duits radicaal-links dat door het Kremlin wordt gesteund. Door verwijzingen gebruiken ze elkaars berichten om aan geloofwaardigheid te winnen. Maar om journalistiek gaat het niet (..).’

Website YouTube is eigendom van Google. Het zegt desinformatie te bestrijden zoals het in een notitie (white paper) van februari 2019 uiteenzette.  Met aandacht voor YouTube (p.17-24).

Maar blijkbaar schieten de aanpak en de aanbevelingen tekort om de vele landenplatforms van Klagemauer TV op YouTube af te sluiten of op z’n minst de meest controversiële video’s met de meest aantoonbare feitelijke onjuistheden te verwijderen. Men kan zich dan ook afvragen hoe doelmatig de aanpak van Google is als het een platform als Klagemauer TV blijkbaar niets in de weg kan leggen.

Het gaat er niet zozeer om dat Klagemauer TV als een soort mantelorganisatie in het vaarwater van de Russische propaganda is terechtgekomen en hierover naar de nieuwsconsumenten niet transparant en eerlijk is. Dat is niks nieuws onder de zon.

Het gaat erom dat de voornemens van Google om de eigen media van desinformatie op te schonen vooralsnog niet werken. Aan mooie voornemens en notities hebben nieuwsconsumenten weinig. Dat zijn vooral de ventielen voor politieke druk. Het ‘gezond journalistiek ecosysteem’ dat Google zegt te ondersteunen brengt het op dit moment niet in praktijk. Zo kan Klagemauer TV haar desinformatie en ophitserij blijven verspreiden op YouTube.

Foto: Schermafbeelding van aankondiging video’s op Klagemauer TV, 28 april 2019.

Gedachten bij video ‘Painting # 3 (Il Deserto Rosso)’ van Baettig. Elk kunstwerk mag vervormd of gewist worden. Maar is dat zinvol?

Vooral het werk van Ruth Baettig valt op. Het toont een sleutelscène van de film “Il Deserto Rosso” van Michelangelo Antonioni. Met langzame schilderstreken wordt dit zichtbaar gemaakt. Het gaat over de vragen van herinneren en vergeten, van verliezen en van het vinden van jezelf. Een werk dat beweegt tussen performance, film en schilderkunst en dat zich onderscheidt van de anders overwegend modern-conservatieve werken van de jaarlijkse tentoonstelling 2018’, aldus de toelichting bij deze video op het YouTube-kanaal van het Zwitserse arttv Kulturtipp. De tentoonstelling waar dit werk van Ruth Baettig deel van uitmaakt en waar reclame voor wordt gemaakt is de ‘Jahresausstellung Zentralschweizer Kunstschaffen XL’ in het Kunstmuseum Luzern. Dit ter ere van het Kunstgeschellschaft Luzern, een kunstgenootschap dat 200 jaar bestaat.

Het gaat om de video ‘Painting # 3 (Il Deserto Rosso)’ van Ruth Baettig en de beschrijving ervan. Het fragment komt uit de film Il Deserto Rosso (1964) van Michelangelo Antonioni waarover de Antonioni-biograaf Sam Rohdie zegt dat deze film ‘misschien’ gevoegd moet worden bij de befaamde trilogie van begin jaren ’60 (L’avventura, L’eclise, La notte). Over deze invloedrijke films zeiden critici dat ze op zoek naar mening waren, of het gebrek eraan kritiseerden. Maar wat Ruth Baettig er meer dan 50 jaar van maakt is het omgekeerde. Antonioni wekte in zijn middenperiode vervreemding bij de beschouwers, maar ook in zijn vertelling door zijn films met hun personages niet vast te pinnen op vaste betekenissen. Baettig maakt expliciet wat Antonioni impliciet liet. Baettig probeert de vraag naar betekenis in te vullen op zoek naar haar antwoord over betekenis.

De toelichting bij het kunstwerk roept pretentie op, zoals de oorspronkelijke film leegte opriep. De wens om te duiden en bewerken wordt zo de vijand van duiding. Wat Baettig doet mag. Elk kunstwerk mag digitaal bijgeknipt, vervormd of gewist worden. Baettig staat op de schouder van de reus Antonioni en voegt er haar mening en hedendaagse kunstjargon aan toe. Maar waar Antonioni bovenal verwees naar de samenleving uit de eerste helft van de jaren ’60 (vdve), vestigt Baettig de aandacht op zichzelf door de ingreep. Want daaraan kan geen enkele kunstenaar ontkomen die aan de slag gaat met een iconisch werk uit de kunstgeschiedenis.

Hoofdrolspeelster Monica Vitti kijkt ons inhoudsloos en stom aan, verloren in een Zwitserse kunstvideo uit 2018. ‘Painting # 3 (Il Deserto Rosso)’ heet geen modern-conservatief werk te zijn, maar zich daarvan te onderscheiden. Maar deze video is juist wel ‘modern-conservatief’ omdat het een icoon uit de moderne filmgeschiedenis kannibaliseert en wil behouden door het van ruis te voorzien die het miste. De film van Antonioni kan die ingreep wel aan, het is de vraag of dat in dezelfde mate geldt voor de video van Baettig.

To Hublot or not to Hublot is the question. Marketing en kunst

Hublot is een Zwitserse maker van luxe horloges in het topsegment, onderdeel van het Franse concern LVMH (Moët Hennessy Louis Vuitton). Wie houdt van horloges, champagne, cognac, parfum en lederwaren is aan het juiste adres. Luxe merken moeten het hebben van prestige, hun producten alleen zijn onvoldoende. Wie lenen zich er beter voor om -tegen gereduceerd tarief- die meerwaarde te geven dan ontwerpers en kunstenaars? Overigens draven atlete Dafne Schippers of voetbalscheidsrechter Björn Kuipers ook op in de publiciteit van Hublot. Daartoe zullen ze contractueel wel verplicht zijn. Een design prijs georganiseerd of een ‘alternatieve’ straatkunstenaar als Shepard Fairey gestrikt haalt dat prestige binnen. Kunstenaars moeten zich in bochten wringen om de samenwerking met Hublot te verkopen, zoals onderstaande video aantoont. Beschamend?

Schandaalbank HSBC, de gangsters van financiën

Iedereen die geïnteresseerd is in economie en de opkomst van China, de bankensector en de verwevenheid van politiek met de bankensector moet de documentaire Die Skandalbank/ Les gangsters de la finance (HSBC – Gangsters of Finance) van Jérôme Fritel voor Arte France over de Britse bank HSBC zien. Deze machtigste Britse bank is groot geworden in Hongkong en biedt toegang tot het Westen voor China, en omgekeerd. Daarbij dreigt het niet alleen extra corruptie en een foute belastingmoraal naar het Westen te halen, maar ook de instabiliteit van de Chinese bankensector. Dat kan de Westerse economie bij een volgende economische crisis nekken. HSBC is de spreekwoordelijk bank die te groot is om te worden aangepakt, too big to jail. Bankiers van HSBC ontspringen de straf die ze verdienen. Schandalen in de VS of Zwitserland wist de bank door politieke druk te neutraliseren. De documentaire moest het doen zonder medewerking van HSBC die de bank weigerde. Een oplossing biedt de documentaire niet. Het schetst het probleem van een almachtige bank die zich onaantastbaar heeft gemaakt en politici heeft opgekocht. Nationale overheden hebben het nakijken.

Tot 11 februari 2018 is hier op Arte een Engels ondertitelde versie te zien.