Terugblik op een jaar Edward Snowden: held of held?

Op 5 juni 2013 begonnen de onthullingen van Edward Snowden. Ik schreef een dag later onderstaande tekst die naar mijn idee een jaar later nog onverminderd geldig is. Alleen met het verschil dat een deel van de Amerikaanse en internationale gemeenschap zich nu bewuster is van wat er mis is met de privacy. Edward Snowden wacht een beter lot dan met een ingetrokken paspoort wachten op betere tijden in Rusland. Op 5 juni 2014 is het een jaar geleden. Kritische burgers zijn iets opgeschoten. Maar ze zijn er nog niet.

In de VS wordt iedere burger zonder onderscheid, laat staan kennisgeving door de overheid aangemerkt als verdachte. Zonder directe aanleiding. Dat kan onder de Patriot Act. Als legitimatie wordt er achteraf het label ‘terrorisme’ opgeplakt. Indien iets uitkomt dat verborgen had moeten blijven. Maar dat label is niet geloofwaardig, want de aanpak kan veel doelmatiger en gerichter. Daartoe hoeven niet de gegevens van miljoenen burgers opgeslagen te worden. Inclusief volksvertegenwoordigers, advocaten en journalisten.

In de VS is dus iedereen schuldig tot het tegendeel bewezen is. Wat Glenn Greenwald in zijn Guardian-column openbaart is nog steeds een effect van 9/11. Amerikanen lijken nu te schrikken hoe diep de overheid in hun leven ingrijpt. Maar klokkenluiders, activisten en politici waarschuwen al jaren dat de privacy in de VS zo goed als dood is. Burgers hadden het kunnen weten. Er zijn genoeg blogs die benadrukken dat de controlestaat in opbouw is. Zie wat Steven Rambam zegt. Of William Binney. Of Glenn Greenwald. Of Julian Assange. Of Thomas Drake. Hoe kan het dat Amerikaanse burgers zich zo slecht informeren? Er lijkt iets fundamenteel verkeerd aan de huidige Amerikaanse politiek. En de gevestigde journalistiek. Ze verzaken hun plicht.

Bezetting Guggenheim Museum: vanwege Abu Dhabi en veel meer

Bezetting van het Guggenheim Museum in New York komt deels voort uit de Occupy beweging. Occupy heeft door de heksenjacht van de regering-Obama echter aan slagkracht verloren. Kritiek heeft een binnenlandse component in ‘het huwelijk van macht, bedrijfsleven en bestuur dat ook de culturele instellingen controleert en de Occupy Wall Street beweging inspireerde’. Doel van Occupy Museums is het herbezetten van galeries en musea. Er is ook een buitenlandse component. Het outsourcen van kapitaal en kennis is de Bermuda-driehoek van het globalisme waarin kunst, sport en media verdwijnen. Onder oncontroleerbare voorwaarden. Kunst is de ‘soft power’ waarmee de VS sinds 1945 grenzen overschrijdt. Ook cultureel imperialisme genoemd.

Hyperallergic.com geeft bijzonderheden over de bezetting waarvan niet alle bezoekers de essentie begrepen. De 40 demonstranten vormden een diverse groep kunstenaars, professoren, studenten en losjes aan Occupy Museums, Gulf Labor en New York University verbonden activisten. Gulf Labor is een coalitie van kunstenaars en activisten die sinds 2011 bezig zijn om ‘de dwingende werving en de slechte leef- en werkomstandigheden van gastarbeiders in Abu Dhabi Saadiyat Eiland’ (Eiland van Geluk) te benadrukken. De campagne richt zich op de werknemers die het Guggenheim Abu Dhabi, het Louvre Abu Dhabi en het Sheikh Zayed Nationaal Museum (in samenwerking met het British Museum) bouwen. Hier kan een petitie getekend worden.

Anna_Stump

De groep van 40 pleegde een interventie in het Guggenheim. Deze van conservatoren geleende term die de vleeslijm van het hedendaagse museum is en nieuw met oud, bekend met onbekend en kerncollectie met passanten verbindt. De groep is het niet eens met de arbeidsomstandigheden op Saadiyat Eiland in de Verenigde Arabische Emiraten, waar Guggenheim Abu Dhabi wordt gebouwd dat een ‘echt transnationaal perspectief op de kunstgeschiedenis’ moet gaan geven. Een franchise van Guggenheim in New York dat past in de globalisering van de museumsector. Het Westen exporteert de kennis en een merk, het (Midden-) Oosten betaalt voor prestige. En de museumbezoekers hebben het nakijken. Als ze geen actie ondernemen. 

Foto: Anna Stump, ‘Migrant Labor did not exist in the Wonderland of Knowledge Encyclopedia, 1938.‘  Gouache and Collage on Paper, 2013.

Hypocrisie van Amerikaanse progressieven die niet progressief zijn

Radiohost Richard A. Fowler heet ‘progressive‘ te zijn. Hij is ook interim directeur van Generational Alliance dat op de site strooit met het woord ‘progressive‘ zoals een kleuter die geen maat weet met hagelslag. De vertaling van ‘progressive‘ is progressief of vooruitstrevend. Wat de noties gelijkheid en machtsdeling omvat. Feitelijk is Richard Fowler niet progressief, maar een politiek georiënteerde ‘liberal‘ die de Democratische Partij en president Obama die leiding geeft aan de meest gesloten en heimelijke (secretive) regering sinds jaren en op een ongekende wijze klokkenluiders aanpakt (crackdown) omzichtig in bescherming neemt.

Amerikaanse progressieven als Ralph Nader, Daniel Ellsberg, journalisten als Glenn Greenwald of Jeremy Scahill en de Freedom of the Press Foundationnieuwsmedia als The Real News, Democracy Now! of The Young Turksdigitale burgerrechtenorganisaties als EFF, mensenrechtenorganisaties als ACLU of de Green Party met Jill Stein hebben niets op met partijgangers als Richard Fowler of de omroep MSNBC die door dik en dun Obama verdedigt en zich progressief noemt. In schaaktermen gezegd, ze spelen niet tegen het bord. Dat wil zeggen dat het uitsluitend om de persoon gaat die het beleid uitvoert. Los van de inhoud ervan. Obama verdedigen ze en diens beleid praten ze goed, terwijl ze president Bush voor hetzelfde beleid veroordeelden. Vooral op het gebied van nationale veiligheid en mensenrechten waar Obama de lijn van Bush voortzet.

Obama zwendelt over afwijkende meningen en misbruikt Mandela

There are too many of us who happily embrace Madiba’s legacy of racial reconciliation, but passionately resist even modest reforms that would challenge chronic poverty and growing inequality. There are too many leaders who claim solidarity with Madiba’s struggle for freedom, but do not tolerate dissent from their own people. And there are too many of us who stand on the sidelines, comfortable in complacency or cynicism when our voices must be heard.’ Aldus president Obama in z’n lofrede op Nelson Mandela. Door overheden te veroordelen die ‘geen afwijkende meningen van hun eigen volk tolereren’ plaatst Obama zich op ’n standpunt afwijkende meningen toe te staan. Waar haalt-ie het recht vandaan om met z’n vinger naar anderen te wijzen?

Vraag is wat erger is, een boef of een hypocriet. De recente geschiedenis roept de vraag op met wie de wereld slechter af is, met president Bush of Obama. Het antwoord hangt af van eigen voorkeur. De zalvende en prekende Obama loopt de grootste kans het diepst te vallen en het meest teleur te stellen door de pretenties die hij niet waarmaakt. Z’n woorden zijn mooier dan z’n daden. Hij eigent zich Mandela toe en gebruikt hem om eigen onvolkomenheden en gebrek aan ruggengraat te verhullen. Ook om te verduidelijken wat vuile handen maken in de politiek betekent. Wat deze Obama doet is perfide: dubbeltongig, oneerlijk en vals. Voor wie wil geloven dat dit verraad aan Mandela en een betere versie van Obama de waarheid is klinkt het mooi.

Juan Cole brandt Obama af wegens de dubbelhartigheid in bovenstaand citaat. In de controlestaat VS is een afwijkende mening praktisch niet mogelijk. Cole begrijpt Realpolitik en is als analyticus geen purist die de lat hoog legt. Hij wil ook niet ‘de politiek’ brandmerken als een klasse die per definitie niet deugt. Alleen, Obama doet alles wat in z’n macht ligt om afwijkende meningen te onderdrukken. Als het Obama werkelijk menens was zoals-ie pretendeert, dan had-ie onafhankelijke onderzoeken naar onrecht en machtsmisbruik ingesteld: ‘A man driven by a desire for social justice, on discovering what the NSA and other agencies have been up to, would have formed an urgent commission to investigate abuses and curb them. Obama instead kidnapped the president of Bolivia looking for Snowden and stiff-armed any talk from people like Sen. Ron Wyden (D-OR) about maybe reforming the practices.‘ De waardeloze Bush verdient de voorkeur boven de waardeloze Obama.

Temperend oordeel Buruma over Obama is uitgewerkt

military

Mooi aan de VS is dat alles er groot is. Volgens Ian Buruma in de NRC van 15 november is de overmoed van de VS nog het grootst. Buruma komt tot de conclusie dat de schuld voor de economische en morele neergang van de VS door iedereen gedeeld wordt. Door deze helicopterblik neemt Buruma president Obama in bescherming: ‘Toch is Obama niet het voornaamste probleem. De moeilijkheid is de Amerikaanse hybris; het geloof in een nationale vrijheidsmissie die te vaak is gebruikt om onnodige oorlogen te ontkenen‘.  Overmoed dus.

Wat Buruma zegt is niet onwaar, maar klopt niet. Hij komt deze keer niet toe aan de vraag wie van ‘het geloof in een nationale vrijheidsmissie‘ profiteren. Of die zelfs exploiteren. Want het kan zijn dat de Amerikaanse overmoed en het geloof in een vrijheidsmissie in de Amerikaanse geest zijn ingedaald, maar een ander aspect is hoe ze vervolgens worden aangewakkerd en misbruikt. Wat Buruma trouwens ook beweert door te stellen dat de vrijheidsmissie dient ‘om onnodige oorlogen te ontketenen‘. Maar bij die constatering laat-ie het.

In een studie concludeerden ​ASIS International (ASIS) en het Institute of Finance and Management (IOFM) dat de Amerikaanse veiligheidsindustrie jaarlijks 350 miljard dollar (= 259 miljard euro) bedraagt. Ter vergelijking, da’s iets meer dan de totale Nederlandse rijksbegroting over 2013 van 248,9 miljard euro. Dit komt bovenop de reguliere Amerikaanse Defensiebegroting van 642 miljard dollar (circa 474 miljoen euro).

Veiligheid en nationale verdediging kosten de VS zo’n 1000 miljard dollar per jaar. Een gigantische industrie en politieke machtsfactor. Het is hier eerder gememoreerd, aftredend president Dwight D. Eisenhower muntte in 1961 het begrip militair-industrieel complex in zijn afscheidsredeHij waarschuwde voor de rampzalige opkomst van misplaatste macht die zich onttrekt aan democratische besluitvorming: ‘In the councils of government, we must guard against the acquisition of unwarranted influence, whether sought or unsought, by the military-industrial complex. The potential for the disastrous rise of misplaced power exists and will persist.‘ De oud-generaal sprak vanuit eigen ervaring en voorspelde 52 jaar geleden wat we nu meemaken.

Iedereen die nadenkt over de Amerikaanse macht die leiders van andere landen vrees aanjaagt kent de feiten. Zeker een kritische geest als Ian Buruma. Toch koppelt-ie de Amerikaanse overmoed en de vrijheidsmissie los van het militair-industrieel complex. Da’s onverstandig omdat het een uit het ander volgt. Ze versterken elkaar zelfs in een geharnast haasje-over. President Obama breekt net als andere politici verkiezingsbeloften. Maar de vraag waarom Obama Guantánamo niet sluit, klokkenluiders vele malen harder vervolgt dan zijn voorgangers die ook ‘leden’ onder overmoed en nationale vrijheidsmissie, de drones-oorlog overzee zonder voldoende juridische basis heeft opgevoerd en de massale spionage van burgers toelaat wordt daarmee niet beantwoord. Maar ontweken door Buruma. Het in abstracties verhullen van Obama’s fouten is afwending.

Foto: ‘The Military-Industrial Complex. War is big business. Even in 1963, the military-industrial complex knew that millions could be made from the escalating tension in Southeast Asia. So, when it looked as though Kennedy was going to go soft on Vietnam, the Pentagon had him killed to make way for the bellicose tendencies of his successor.‘ De presidenten Kennedy (links) en Eisenhower op 22 april, 1961.

Durft Europarlement Snowden de Sacharovprijs toe te kennen?

bof

Update 10 oktober: Zoals verwacht gaat de Sacharovprijs naar Malala. Verdiend, maar ook een keuze die politiek het minst gevoelig ligt. Zelfs wat laf oogt. Westerse dissidenten krijgen in het Westen minder steun dan oosterse dissidenten. Het Europarlement maakt deze regel waar. Vrijheid is ook daar onderhandelbaar. 

De digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom vindt dat de Sacharovprijs voor vrijheid van denken die het Europarlement sinds 1988 jaarlijks uitreikt naar Edward Snowden moet gaan. Naast Snowden zijn de genomineerden drie Wit-Russische politieke gevangenen en de Pakistaanse Malala Yousafzai die in haar land campagne voert voor onderwijs aan meisjes. Op 10 oktober wordt de prijswinnaar bekendgemaakt.

In een scherpe tekst merkt Ton Siedsma op dat de westerse landen Snowden en de eigen burgers in de steek hebben gelaten: ‘Alle burgers van deze landen worden bespioneerd, maar ze doen niets. De Nederlandse overheid hult zich in stilzwijgen, het Europees Parlement doet halfslachtig onderzoek en intussen gaan de praktijken van de NSA gewoon door‘. Bits of Freedom zou in een toekenning van de Sacharovprijs aan Snowden een signaal van Europa aan de VS zien. Het vraagt echter vrijheid van denken van een meerderheid van het Europarlement om afstand te durven nemen van de VS. Gezien het stilzwijgen en de dubbele agenda’s van de belangrijkste landen lijkt het er sterk op dat juist dit in de Europese politiek van dit moment ontbreekt.

Foto: Schermafbeelding van ‘Snowden verdient de Sakharovprijs‘ door Bits of Freedom, 9 oktober 2013.

Amerikaans Exceptionalism: een wereld van (on)mogelijkheden

pvb

Zo kun je het ook bekijken. Zoals Peter Van Buren doet. Amerikaans ‘exceptionalism’ betekent zich meer verschansen voor de vijand. En by the way de Amerikaanse aankomend ambassadeur voor Nederland Timothy Broas, hoopt na zijn aantreden Den Haag zover te krijgen meer JSF’s te kopen. Dat zal de achterban van de PvdA prettig vinden om te horen. Broas zei vandaag tijdens een hoorzitting voor een Amerikaanse senaatscommissie er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat als de Nederlanders meer kunnen kopen er alles aan te doen om ze ook zover te krijgen. Of die kisten nou presteren of niet, de komende Amerikaanse ambassadeur zal er persoonlijk voor zorgen dat de Nederlanders er zoveel mogelijk van kopen. Da’s de ware spirit. Diplomatieke taal die de Nederlandse regering zal bevallen. Timothy Broas heeft als grootste verdienste dat-ie een succesvol fondsenwerver voor de Democratische Partij van president Obama is. Exceptional.

Foto: Schermafbeelding van tweet van Peter Van Buren.

Obama herhaalt: de VS zijn bijzonder. Echt, hoe exceptional dan?

President Obama vindt de VS ‘exceptional’. Dat zei hij gisteren in zijn toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN. Volgens Obama handelt z’n land niet alleen uit eigenbelang, maar ook in het algemeen belang. Z’n gedachtengang is dat als de VS zich uit de wereld terugtrekt dat ruimte aan negatieve krachten geeft. Obama gebruikt het woord ‘disengage‘ dat letterlijk het afbreken van het gevecht betekent. Z’n woorden bevatten een kern van waarheid. Amerikaans isolationisme kan tot nieuwe evenwichten leiden. Zowel tot meer conflicten als tot meer pacificatie. Vraag is waar de VS zelf handelen als negatieve kracht. Het bespioneert andere landen. In het Midden-Oosten jaagt het uit eigenbelang oorlogen aan. De VS is hierin niet ‘execeptional‘. Veel landen doen dat. Maar het handelt daarin laagdrempeliger dan welk land dan ook vanwege haar militaire suprematie.

Maar president Obama heeft gelijk dat z’n land bijzonder is. Zoals Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Spanje, Portugal en de andere 183 lidstaten van de VN dat ook zijn. Bijzonder aan president Obama en Amerikaanse politici is dat ze steeds menen te moeten benadrukken dat de VS zo bijzonder zijn. Als dominees die de wereld zalven. Da’s nog wel het uitzonderlijkst van alles. Toch?

Brazilië valt VS frontaal aan over NSA-spionage

rio3

Precies een jaar geleden hield president Obama een toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN. Hij nam de houding aan van de bevoogdende wereldleider die het beste met anderen voorheeft, als geen ander weet wat mensenrechten zijn en wat rechtvaardigheid is en dat vanuit z’n autoriteit kan zeggen. Kortom, Obama bewandelde in 2012 de ‘moral high road’. Hij meende anderen een voorbeeld te kunnen stellen.

Toen al vond ik de president uitblinken in dubbele waarden. Heeft iemand die spreekt over rechten van dissidenten maar in eigen land een heksenjacht op klokkenluiders leidt recht van spreken? NRC volgde de moralistische toespraak van Obama kritiekloos. Over zoveel volgzaamheid, eenzijdigheid en naïviteit verbaasde ik me. Onder het mom van berichtgeving gaf de kritiekloze houding van de NRC aan hoe bij de gevestigde media Obama’s image groter was dan zijn daden rechtvaardigden. Het publiek kreeg het niet mee.

Het slechtste moest nog komen: het NSA-schandaal. In september 2012 waren de onthullingen van Edward Snowden nog 9 maanden ver weg. Sinds juni 2013 is president Obama in het defensief gedrongen. Hij is bij velen in binnen- en buitenland zijn geloofwaardigheid kwijt. Vooral omdat-ie verklaringen doet die telkens weer onjuist blijken. Hoe goed ligt het in de internationale gemeenschap als-ie steeds maar herhaalt voor de rechten van Amerikanen op te komen, maar buitenlanders die rechten niet gunt? Dat maakt geen goede indruk. Moeilijk voorstelbaar is dat Obama zich nog met geloofwaardigheid op kan stellen als hoeder van de vrije wereld die opkomt voor universele waarden. Het verschil tussen schijn en wezen is te groot geworden.

Het best blijkt die omslag uit de toespraak tot dezelfde Algemene Vergadering van de VN door de Braziliaanse president Dilma Rousseff. Ging president Obama een jaar geleden over mensenrechten in de aanval tegen anderen, nu gaat Brazilië op dezelfde manier in de aanval tegen de VS. Deze opstelling en confrontatie tekent de zelfverzekerdheid van Latijns-Amerika. Vorige week zegde president Rouseff vanwege de spionage door de Amerikanen een staatsbezoek aan de VS af. Met haar toespraak zet Rousseff de puntjes op de i en schetst ze een uitweg om onder de Amerikaanse controle van het internet en communicatie-infrastructuur uit te komen:

I would like to bring to the consideration of delegations a matter of great importance and gravity.

Recent revelations concerning the activities of a global network of electronic espionage have caused indignation and repudiation in public opinion around the world.

In Brazil, the situation was even more serious, as it emerged that we were targeted by this intrusion. Personal data of citizens was intercepted indiscriminately. Corporate information – often of high economic and even strategic value – was at the center of espionage activity. Also, Brazilian diplomatic missions, among them the Permanent Mission to the United Nations and the Office of the President of the Republic itself, had their communications intercepted.

Tampering in such a manner in the affairs of other countries is a breach of International Law and is an affront to the principles that must guide the relations among them, especially among friendly nations. A sovereign nation can never establish itself to the detriment of another sovereign nation. The right to safety of citizens of one country can never be guaranteed by violating fundamental human rights of citizens of another country.

The arguments that the illegal interception of information and data aims at protecting nations against terrorism cannot be sustained.

Brazil, Mr. President, knows how to protect itself. We reject, fight and do not harbor terrorist groups.

We are a democratic country surrounded by nations that are democratic, pacific and respectful of International Law. We have lived in peace with our neighbors for more than 140 years.

As many other Latin Americans, I fought against authoritarianism and censorship, and I cannot but defend, in an uncompromising fashion, the right to privacy of individuals and the sovereignty of my country. In the absence of the right to privacy, there can be no true freedom of expression and opinion, and therefore no effective ÿdemocracy. In the absence of the respect for sovereignty, there is no basis for the relationship among Nations.

We face, Mr. President, a situation of grave violation of human rights and of civil liberties; of invasion and capture of confidential information concerning corporate activities, and especially of disrespect to national sovereignty.

We expressed to the Government of the United States our disapproval, and demanded explanations, apologies and guarantees that such procedures will never be repeated. [vet: GK]

Friendly governments and societies that seek to build a true strategic partnership, as in our case, cannot allow recurring illegal actions to take place as if they were normal. They are unacceptable.

Brazil, Mr. President, will redouble its efforts to adopt legislation, technologies and mechanisms to protect us from the illegal interception of communications and data.

My Government will do everything within its reach to defend the human rights of all Brazilians and to protect the fruits borne from the ingenuity of our workers and our companies.

The problem, however, goes beyond a bilateral relationship. It affects the international community itself and demands a response from it. Information and telecommunication technologies cannot be the new battlefield between States. Time is ripe to create the conditions to prevent cyberspace from being used as a weapon of war, through espionage, sabotage, and attacks against systems and infrastructure of other countries.

The United Nations must play a leading role in the effort to regulate the conduct of States with regard to these technologies.

For this reason, Brazil will present proposals for the establishment of a civilian multilateral framework for the governance and use of the Internet and to ensure the effective protection of data that travels through the web.

We need to create multilateral mechanisms for the worldwide network that are capable of ensuring principles such as:

1 – Freedom of expression, privacy of the individual and respect for human rights.

2 – Open, multilateral and democratic governance, carried out with transparency by stimulating collective creativity and the participation of society, Governments and the private sector.

3 – Universality that ensures the social and human development and the construction of inclusive and non-discriminatory societies.

4 – Cultural diversity, without the imposition of beliefs, customs and values.

5 – Neutrality of the network, guided only by technical and ethical criteria, rendering it inadmissible to restrict it for political, commercial, religious or any other purposes.

Harnessing the full potential of the Internet requires, therefore, responsible regulation, which ensures at the same time freedom of expression, security and respect for human rights. 

Foto: Affonso Eduardo Reidy, Museum of Modern Art in Rio De Janeiro. 1953. Braziliaanse modernistische architectuur.