Commissie Stiekem en ‘het lek’. Selectieve verontwaardiging en narcisme van de politiek

In de hype loopt iedereen als een kip zonder kop achter de hype aan. Met de focus op de rugnummers en de namen. Is er een staatsgeheim gelekt uit die commissie met die rare naam: Stiekem? Welnee. Het is allemaal een kwestie van perspectief. Een oude waarheid leert dat de overheid zelf overvloedig lekt als het zo uitkomt.

Lekken is nooit het probleem als het gelekte in lijn is met wat de regering naar buiten wil brengen. Lekken is pas een probleem als het daarmee strijdig is. Zoals nu. Gaat het om de leugens van minister Ronald Plasterk (PvdA) die doorgeprikt werden door een artikel in NRC, maar niet doorgeprikt mochten worden? Leugens die door het nu ingestelde onderzoek niet vergeten worden, maar door de fractieleider van de VVD Halbe Zijlstra comfortabel in de lucht worden gehouden. Dit gaat werkelijk nergens over. Waarom gaan de politieke partijen niet aan het werk om de vluchtelingencrisis te beteugelen of het land beter te maken? Waarom laten partijen zich steeds maar weer afleiden door hun eigen functioneren? Als een narcist die in de spiegel blijft staren.

Hoe eindigt dat onderzoek? Met controle door de NSA van telefoongegevens van fractieleiders met de NRC?

Snowden laakt volgzame houding AIVD en MIVD ‘op werkniveau’

Minister Ronald Plasterk die verantwoordelijk is voor de AIVD reageerde vandaag ontkennend op aantijgingen van Edward Snowden dat Nederlandse inlichtingendiensten ondergeschikt zijn aan de Amerikaanse NSA. Voor Nieuwsuur sprak Eelco Bosch van Rosenthal en Huib Modderkolk voor De Volkskrant met Snowden in Moskou.

Plasterk ontwijkt een antwoord door erop te wijzen dat Nederlandse diensten zich aan de Nederlandse  wet houden. Maar dat gaat voorbij aan de mogelijkheid dat de diensten binnen de wet functioneren -of de wet maximaal oneigenlijk opgerekt wordt uit het zicht van toezicht en controle- en ondergeschikt zijn aan de VS. De vraag of Nederlandse diensten het schoothondje zijn van de VS is ongelukkig. Vragen of de diensten ‘ondergeschikt’ zijn aan de VS, ‘geen eigen beleid hebben’ en ‘uitermate volgzaam’ zijn worden niet gesteld.

Op Snowdens uitspraken kwam kritiek. Mede ingegeven door nationale trots. Zo meent inlichtingenexpert Constant Hijzen volgens Argos dat Snowden kwaliteiten van Nederlandse inlichtingendiensten over het hoofd ziet. Zoals het analytisch vermogen of de inzet aan tolken. Maar dat is niet wat Snowden ontkent. Hijzens kritiek komt voort uit het verkeerd begrijpen van wat Snowden zegt en hoe hij zijn kritiek inperkt. Snowden  heeft het over het werkniveau –the working level– waarmee hij bedoelt het technisch afluisteren via de infrastructuur en de toegang die de Nederlandse inlichtingendiensten de Amerikanen geven tot kabels, satellieten en knooppunten. De journalisten van Nieuwsuur en De Volkskrant hadden deze misverstanden kunnen helpen voorkomen door de woorden van Snowden beter toe te lichten en van een context te voorzien.

Snowden suggereert kamerleden om bij de wetsbehandeling over de verruiming van de bevoegdheden van de diensten het kabinet de volgende vraag te stellen: ‘Hebben de AIVD en de MIVD in enige vorm samengewerkt met de NSA over welke bevoegdheden ze moeten aanvragen en hoe ze te gebruiken en of ze van plan of bereid zijn om de producten van het nieuwe afluistersysteem met de NSA en andere geheime diensten te delen’. Hijzen vindt dit een goede suggestie: ‘Want het wetsvoorstel gaat straks in de Kamer komen, en dan ben ik wel voor een heel scherpe ondervraging en een goede toelichting van het kabinet. Want waar is deze maatregel eigenlijk goed voor? Dat hangt nog steeds een beetje boven de markt en wordt slechts in heel vage termen geduid. Waarom is het nodig dat de diensten ongericht communicatie via de kabel verzamelen? Het kan wat mij betreft niet zo zijn dat minister Plasterk alleen maar zegt: dat zijn de werkwijzen en daar zwijg ik verder over. Nee, hij zou scherp moeten gaan benoemen waar dit goed voor is.’ De Tweede Kamer is aan zet.

Slagveld Internet: digitale oorlogsvoering heeft de toekomst

Gisterenavond werd op het Duitse eerste net ARD in de reeks ‘Die Story im Ersten’ de reportage ‘Schlachtfeld Internet’ uitgezonden. Het stelt de vraag in hoeverre het internet nu al het nieuwe slagveld van de oorlog is. En internet het nieuwe wapen om anderen te treffen. Edward Snowden wordt geïnterviewd en dringt aan op bewustwording over deze nieuwe manier van oorlogvoeren. Ook ziekenhuizen en electriciteitscentrales kunnen in die oorlog afgesloten worden als gevolg van oorlogshandelingen door oorlogsvoerende partijen.

Onthullend is dat indringers in de digitale infrastructuur van een land niet in alle gevallen ‘vijanden’ zijn, maar vaak zogenaamde ‘vrienden’. Wat het er nog onoverzichtelijker op maakt wat die oorlog inhoudt. Snowden geeft het voorbeeld van Iran dat via Duitse infrastructuur de New Yorkse beurs aanviel. Omdat de Amerikanen aan een reactie in real time werken zou in de toekomst het Duitse netwerk platgelegd kunnen worden. Dat treft ziekenhuizen en electriciteitscentrales die water uit de kraan en stroom uit het stopcontact laten komen.

Nog onthullender door het uitblijven van een onthulling is de inbraak in 2013 door een buitenlandse veiligheidsdienst in het informatiesysteem van het Belgische Belgacom. Waarmee het netwerk van NAVO en EU kon worden bespioneerd. Mede aan de hand van zogenaamde NSA-documenten ligt de sterke verdenking bij het Britse GCHQ, volgens Der Spiegel in 2013. Maar anderhalf jaar later lijkt de zaak doodgebloed. Stilzwijgen. Een doofpot of komt werkelijk het bewijs niet rond? Politiek ondergraaft zelfs de verdenking tegen de Britten de eenheid binnen de EU. Want hoe kunnen de Britten de EU bespioneren waar ze zelf deel van uitmaken?

De reportage gaat in op de internetveiligheid van Duitsland. Volgens critici is Duitsland met een kwetsbare maakindustrie onvoldoende beveiligd tegen vriend en vijand. Van de ene kant vertrouwt Duitsland te veel op Amerikaanse bescherming -die tot een knellende omarming is geworden- en van de andere kant onderschat het de bedreiging door vijanden. Binnen twee jaar moet de veiligheid van de digitale infrastructuur op peil zijn zegt een Duitse minister, maar of dat geheel los is van de Amerikaanse inmenging blijft de vraag.

Dezelfde vragen gelden voor Nederland. Hoe beveiligt is het tegen aanvallen op de digitale infrastructuur door vriend en vijand? Hoe urgent acht de regering-Rutte deze veiligheid? Welk deltaprogramma en investeringen zet het op de rails om de digitale veiligheid van Nederland oorlogsbestendig te maken? Gaan straks onze ziekenhuizen, transportnetwerk en electriciteitscentrales op zwart door een gerichte cyberaanval van buiten of als onbedoeld neveneffect van zo’n daad die naar Nederland uitstraalt? De nieuwe oorlog brengt het dichtbij.

Telecombedrijf hielp massale Britse spionage. Bewustwording?

Gebaseerd op Snowden-documenten onderzoekt Channel 4 in samenwerking met WDR en Süddeutsche Zeitung hoe de Britse geheime dienst GCHQ en Britse telecombedrijven de afgelopen jaren samenwerkten  in het bespioneren van burgers. Door het aftappen van onderzeese kabels of verdeelstations waar die kabels samenkomen. Channel 4 geeft een samenvatting evenals Ryan Gallager voor The Intercept.

Toegenomen maatschappelijke bewustwording maakt dat spionage die enkele jaren geleden als wettelijk werd gezien niet langer als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Het is een moeizaam proces om gevestigde politici en ambtenaren tot inzicht en beleidsverandering te brengen. Zo lag aan het afluisteren van kanselier Merkel door de Britten waarschijnlijk een wettelijke machtiging ten grondslag. De vraag is niet alleen of massaal afluisteren of aftappen van data politiek verstandig of ethisch aanvaardbaar is -naast het capaciteitsprobleem waardoor massale spionage averechts kan werken- maar ook of het wettelijk is zo’n machtiging te geven.

Tekenend voor een ouderwetse manier van denken dat elk doel de massale, ongerichte spionage heiligt is het tegensputteren van de oud-chef van de GCHQ Sir David Osmand die uit een gesprek met Channel 4 en de Duitse parlementariër Konstantin von Notz loopt omdat-ie zijn trein zou moeten halen. Zonder het besef dat-ie de trein allang gemist heeft bij een veranderd denken over privacy en spionage dat de prioriteiten heeft gewijzigd in het voordeel van de burgerrechten. Paul Mason legt het voor Channel 4 overtuigend uit.

Greenwald beantwoordt aanval MSNBC met tegenaanval

Glenn Greenwald verenigt drie rollen in zich. Als onderzoeksjournalist werkte hij de afgelopen 6 maanden in The Guardian en talloze internationale nieuwsmedia als initiator en poortwachter van de Edward Snowden-documenten mee aan stukken die de spionagepraktijken van vooral de NSA en de Britse GCHQ ter discussie stelden. En in Engelstalige en Braziliaanse media opereert Greenwald als een geharnaste woordvoerder voor het pro-Snowden kamp. Elke aanval weet-ie te pareren en succesvol om te buigen in een tegenaanval. Hij is de schaker die zijn gesprekspartners telkens drie zetten vooruit is. Als moreel baken en burgerrechtenactivist herinnert Glenn Greenwald de ander eraan hoe ze door een andere keuze hun betere ‘ik’ hadden kunnen zijn.

Die vermenging van rollen roept irritatie op en lokt tegenstanders vaak uit hun tent. Deze drie rollen vallen in bovenstaand fragment prachtig samen. Kristen Welker van het linksige MSNBC redeneert zo strikt vanuit het perspectief en het belang van president Obama -en niet uit dat van de burgers of dat van de grondwet- dat ze het in het gesprek niet eens kan verbergen. Greenwald gaat op z’n bekende wijze frontaal in de tegenaanval als Welker persoonlijk wordt en hem indirect verwijt een woordvoerder van Snowden te zijn. Hij riposteert door te zeggen dat journalisten dat in openheid mogen zijn als ze daar eerlijk over zijn. Want MSNBC neemt het altijd op voor Obama en de Democratische partij. Wat een feit is en het pro-Snowden kamp enorm stoort.

Zoals bijna altijd bij dit soort discussies in Amerikaanse media verschuift zo het debat naar de dubieuze rol van de Amerikaanse journalistiek. Die volgens critici als Greenwald -maar ook conservatieve en progressieve, niet partijgebonden journalisten- te braaf, te kritiekloos en te ondergeschikt aan de zittende politieke macht is. Kristen Welker toont dit aan en bereikt daarmee het omgekeerde van wat ze wilde: Obama verdedigen.

GCHQ en NSA bespioneren bijna iedereen. Dus Nederland ook

Map_TAT-14

The New York Times, The Guardian en Der Spiegel bundelden om logistieke, publicitaire en politieke redenen hun krachten in een op de Snowden-documenten gebaseerd artikel over afluisteren door de Amerikaanse en Britse geheime dienst van bevriende landen, ngo’s en bedrijven. Met name The Guardian staat onder zware druk van de Britse regering die de persvrijheid aan banden wil leggen. De media geven er hun eigen accent aan. Uit de documenten blijkt dat in 2009 de toenmalige Israëlische premier Ehud Olmert en de minister van Defensie Ehud Barak, in 2010 een vice-president van de Europese Commissie Joaquín Almunia (mededinging) en het telefoonnetwerk van de Duitse regering in Berlijn en van Duitse ambassades elders werden afgetapt.

Voor Nederland is interessant wat Der Spiegel schrijft over de onderzeese ‘telefoonkabel’ TAT-14 waarover ook internetverkeer gaat. De kabel van ruim 15.000 kilometer loopt vanaf de oostkust van de VS via het Britse Widemouth Bay naar Frankrijk, Nederland (Katwijk), Duitsland en Denemarken. In het Engelse Cornwall is vlakbij de plek waar de kabel aan land komt het afluisterstation in Bude dat door Britten gerund en door de VS ondersteund wordt. Uit documenten blijkt dat vanaf Bude en via TAT-14 in 2009 telefoonnummers in het regeringscentrum te Berlijn (‘49-30-180 German Government Network‘) afgetapt werden. Er is geen reden om te veronderstellen dat dit gestopt is. Omdat TAT-14 van Bude naar Katwijk loopt is het aannemelijk om te veronderstellen dat ook het Nederlandse regeringscentrum in Den Haag door de Britse GCHQ afgetapt wordt. Zonder kennis van de Nederlandse regering. De nieuwsmedia publiceren de onderliggende documenten niet.

Foto: Ligging van TAT-14 Kabelsysteem.

Kohnstamm (CBP) kritisch op toezicht inlichtingendiensten

Obama Mad Spy_1

Brenno de Winter geeft CBP-voorzitter Jacob Kohnstamm op nu.nl in twee stukken ruimte om zich kritisch uit te laten over de NSA en aantasting van de privacy. In ‘Nederland kan NSA niet alleen te lijf‘ wordt uitgelegd dat Kohnstamm zich ermee bemoeit: ‘Hoewel de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in eerste instantie niet tot zijn werkterrein horen, vindt hij dat dat in het geval van de NSA-kwestie wel zou moeten‘. Omdat het CBP de waakhond is voor de bescherming van persoonsgegevens is dit een logische uitbreiding van het werkterrein: ‘De privacy van burgers is wel degelijk in het geding is. Wij hebben ons er daarom mee te bemoeien.’

Maar deze bemoeienis kan ook opgevat worden als kritiek op anderen die zich niet sterk maken voor het belang van de burger. Dat betreft de toezichthouder op de inlichtingendiensten CTIVD en de bewindslieden op de ministeries van Justitie en Binnenlandse zaken die te weinig afstand nemen van de spionagepraktijken.

Kohnstamm spreekt zich vanuit zijn rol als toezichthouder uit zoals geen enkele Nederlandse overheidsdienst, toezichthouder of kabinetslid tot nu toe deed. Premier Rutte zwijgt, minister Plasterk beweegt zich met vallen en opstaan door het dossier en spreekt zich voortdurend tegen, en minister Opstelten vraagt om vertrouwen, maar zet steevast Veiligheid boven Justitie. Kohnstamms kritiek is nodig. Een half jaar na het begin van de onthullingen van Snowden is het onderhand de hoogste tijd dat de uitvoerende macht enig teken van urgentie afgeeft. Dat ontbreekt tot nu toe. Er dient iets of iemand te zijn om het ongenoegen dat in de samenleving leeft over de massale spionage door geheime diensten te kanaliseren en om te buigen tot opbouwende kritiek.

D66’er Kohnstamm kijkt als voorzitter van de zogenaamde Artikel29-werkgroep die de verzamelde Europese privacytoezichthouders bundelt verder dan Nederland. Hij pleit voor Europese eenheid om de VS het hoofd te bieden en onderstreept dat in het interview met Brenno de Winter: ‘De overheersing van het Amerikaanse bedrijfsleven is zo groot dat privacywetgeving in heel Europa nodig is om daar zoveel mogelijk een beperking in aan te brengen.’ Kohnstamm geeft fijnzinnig aan waarom de spionage ontspoord is en niet doelmatig meer kan zijn: ‘Het grote probleem van veiligheidsdiensten is dat er zo ontzettend weinig terroristen zijn en dat je dus relatief gesproken meer informatie moet verzamelen dan je lief is.‘ Kritiek over de sector zelf is welkom.

In een ander stuk CBP kritisch over oprekken rechten inlichtingendiensten laakt Kohnstamm de commissie-Dessens die naar zijn idee te weinig afstand neemt tot de inlichtingendiensten: ‘Je moet een grote afstand houden tot degene op wie je toezicht houdt. In het rapport lijkt dit teveel bijeen te komen.’ Kohnstamm vindt het een goed principe dat nut en noodzaak van spionage moeten worden aangetoond. Maar in praktijk wordt dat soms vergeten. Naar zijn idee krijgt het rapport dat lek niet boven water: Mijn grote kritiek op het rapport is nu: gaat het om ongerichte kabelgebonden interceptie of gaat het om met zoektermen persoonlijke gegevens onderscheppen? Daar word ik niet wijzer van uit het rapport.‘ Word vervolgd, hopelijk met debat. 

Foto: Mad, War on Privacy, oktober 2013.

Oproep aan media: volg de spionnen zoals zij de burgers volgen

ms

Willkommen auf meiner Website! Nachdem ich schon alles über Sie weiss, dürfen Sie jetzt auch mal etwas über mich erfahren. Denn nur ein transparenter Geheimdienstchef ist ein moderner Geheimdienstchef. Und wer nichts zu befürchten hat, hat auch nichts zu verbergen.‘ Aldus Markus Seiler. Burgers die niks te vrezen hebben, hebben niks te verbergen. Dat prenten overheden ons in. Dat geldt dus ook voor overheidsdienaren.

Wat kunnen media doen als inlichtingen- en veiligheidsdiensten steeds weer duiken voor controle, voldoende parlementair toezicht ontbreekt en de verantwoordelijke ambtenaren die er leiding aan geven in het openbaar geen verantwoording af willen of mogen leggen? In Zwitserland heeft Die Wochenzeitung een antwoord gevonden. Het volgde ‘Geheimdienstchef‘ Markus Seiler zoals geheime diensten willeurige burgers volgen. Ofwel, media kunnen inlichtingendiensten een koekje van eigen deeg geven door de leiders ervan te volgen. Die Wochenzeitung heeft het samengevat in een aparte website: markusseiler.ch. Eerder ludiek en signalerend met voorzichtig een teen in het water dan werkelijk indringend in de levenssfeer. Maar het is een begin.

Dit opent perspectief voor kritische Nederlandse media die het wegduiken van de Nederlandse geheime diensten en de ontwijkende antwoorden van ministers over de massale spionage van burgers goed beu zijn. Ze kunnen de directeur van de AIVD Rob Bertholee volgen zoals deze burgers volgt en dat weergeven in de website robbertholee.nl. En het woonhuis, woonomgeving, vrienden en vijanden, hobby’s, kerk of sportclub en werkplaats van directeur Pieter Bindt van de MIVD openbaren op de website pieterbindt.nl. Of zijn de Nederlandse media te netjes, te schijterig en te onderhorig omdat het formeel niet bij hun ethische code past?

Burgers worden massaal bespioneerd door binnenlandse of buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten, maar burgers en media achten zich te fatsoenlijk om ministers of directeuren van geheime diensten met gelijke munt te betalen. Zo resteert een a-synchrone strijd. Misschien moeten Nederlandse media toch nog maar eens achter hun oren krabben en bedenken waarom zwaardere middelen niet geoorloofd zouden zijn in de strijd tegen de massale spionage door overheden. Een agendapunt voor de komende redactievergadering. 

Foto: Schermafbeelding van de door Die Wochenzeitung opgezette website markusseiler.ch die de baas van de Zwitserse geheime dienst volgt. Information in English on TheLocalSwitzerlandMagazine spies on Switzerland’s top spy.