Amersfoort weigert beantwoording reeks schriftelijke vragen over MOA omdat het ‘verkapt onderzoek’ is. Bestuurlijke impasse dreigt

Amersfoort staat bij insiders bekend als een gemeente waar de ambtenaren het voor het zeggen hebben. Ook ik heb op zoek naar informatie over het ‘Armando Museum’ aanvaringen gehad met de griffie en bewaar daar slechte herinneringen aan. Amersfoort staat op het gebied van openheid en communicatie niet goed bekend. Dat museum was een ooit in Amersfoort gevestigd museum dat na een brand in 2007 in de Elleboogkerk door het toenmalige gemeentebestuur de stad werd uitgejaagd en onder een andere naam (MOA) en formule in een rijksmonument terechtkwam, landhuis Oud Amelisweerd van de gemeente Utrecht in de gemeente Bunnik.

Sinds de weigering in februari 2019 door een raadsmeerderheid om een onderzoek te houden naar de achtergronden van de verhuizing van dat Armando Museum hebben de standpunten tussen coalitie (VVD, D66, GL, CU) en oppositie zich verhard. In een commentaar omschreef ik de opstelling van de woordvoerder cultuur Linda van Tuyl (GL) die onderzoek afwijst: ‘Ze zijn bedoeld om de controlerende rol van de raad te herstellen, en om van gemaakte fouten te leren zodat die in de toekomst vermeden kunnen worden. Precies dat is aan de orde bij het dossier MOA toen het toenmalige college het convenant uit 1998 met Armando en zijn ex eenzijdig opzegde. Toenmalig directeur Gerard de Kleijn van Amersfoort-in-C noemde dat in 2010 ‘onbehoorlijk bestuur’ en woordbreuk van de toenmalige gemeenteraad die via de coalitiepartijen het besluit van het college volgde. Het is niet niks als een ambtelijk diensthoofd de raad (en in het directe verlengde daarvan het gemeentebestuur) beticht van onbehoorlijk bestuur. Verdient dat geen onderzoek?

De wederzijdse irritatie groeit en middel van communicatie zijn de schriftelijke vragen die raadsleden aan het bestuur kunnen stellen. Voormalig fractievoorzitter van Amersfoort2014 Ben Stoelinga heeft op 17 april een reeks vragen aangekondigd zoals bovenstaande afbeelding toont. Tot nu toe zijn er vier delen gesteld. Er bestaat verschil van mening tussen Amersfoort2014 en het gemeentebestuur (of de ambtenarij?) of de vragen wel beantwoord hoeven te worden zoals onderstaand antwoord van het college van 28 mei 2019 verduidelijkt:

Met dat antwoord dat Amersfoort2014 onvoldoende vindt is deze fractie het niet eens. Het wil antwoord op haar vragen over alle onregelmatigheden rond het Armando Museum en meent dat het college volgens de eigen richtlijnen verplicht is om inhoudelijk te antwoorden. Met het antwoord op bijna alle vragen  dat luidt ‘Zoals toegelicht in de inleiding beantwoordt het college deze vraag niet vanwege de onderzoekstechnische aard’ neemt deze fractie geen genoegen zoals blijkt uit een ‘extra’ schriftelijke vraag van 6 juni 2019:

Het college is in naam van voormalig kamerlid en cultuurwethouder Fatma Koşer Kaya (D66) van mening dat de schriftelijke vragen van Amersfoort2014 ‘een verkapt onderzoek’ zijn en daarom niet beantwoord hoeven te worden. Een onderzoek waarover zo stelt het college op 5 februari 2019 ‘de aanwezige woordvoerders in meerderheid zich tegen een raadsenquête of raadsonderzoek over MOA hebben uitgesproken‘. Hiermee versmalt het college een raadsenquête of raadsonderzoek tot het stellen van schriftelijke vragen. Maar een onderzoek is in procedure en strekking meer dan dat. Het kan een les voor de toekomst geven. Er kan begrip opgebracht worden voor het standpunt van het college dat de reeks vragen van Amersfoort2014 een groot beslag legt op de capaciteit van de ambtelijke organisatie. Complicatie is dat de wethouders relatief nieuw zijn en voor veel informatie afhankelijk zijn van de ambtelijke staf. Ook bij het beantwoorden van de schriftelijke vragen van Amersfoort2014 die terug kunnen wijzen naar het toenmalige opereren van de ambtenaren.

Om de onduidelijkheden en suggesties over de gemeentelijke organisatie te ontzenuwen is het gewenst dat het college schoon schip maakt en de vragen van Amersfoort2014 zonder terughoudendheid beantwoordt. Als de beantwoording van een specifieke vraag teveel beslag legt op de capaciteit, dan kan dat in voorkomende gevallen met redenen omkleed gemeld worden. Het bestuur van een middelgrote gemeente als Amersfoort dient zichzelf serieus te nemen en zich er niet toe te verlagen om met raadsleden verzeild te raken in een loopgravenoorlog. Het college vertegenwoordigt het openbaar bestuur en moet verantwoordelijkheid tonen. Amersfoort kan best middelen vrijmaken om de reeks vragen in detail te beantwoorden. Als het dat wil.

Foto’s 1 en 4: Schermafbeelding van delen van ‘SCHRIFTELIJKE VRAGEN en/of INLICHTINGEN AAN HET COLLEGE; Ex. artikel 43 en artikel 44 Reglement van orde van de raad’ door Amersfoort2014, 6 juni 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van deel van ‘SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE; Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad’ door Amersfoort2014, 17 april 2019.

Foto 3: Schermafbeelding van deel ‘Beantwoording schriftelijke vragen’ door afdeling Woon Werkklimaat namens het college van de gemeente Amersfoort, 28 mei 2019.

Wedzinga analyseert en speculeert over Teeven, Opstelten en Cees H.

Centraal in het betoog van Wicher Wedzinga staat de deal -ofwel: de schikking- uit 1998 met Cees H. die binnen het OM afketste en de wel geslaagde schikking uit 2000 begrijpelijk maakt. Komt de verwarring of het ging om een deal van 2 of 5,5 miljoen gulden (‘de bonnetjes‘) wellicht voort uit de opbouw van het bedrag zo vraagt Wedzinga zich af. Het basisbedrag van 2 miljoen (waarvan 750.000 gulden afgaat) is dan een ontneming en de rest van het bedrag een tegemoetkoming voor het geven van informatie door Cees H..

De deal uit 2000 zou tot op de dag van vandaag om twee redenen geheim moeten blijven: Om Cees H. binnen het criminele milieu te beschermen en om te verhullen dat er voor de ontneming wel van OM-hogerhand toestemming was verleend, maar voor het resterende bedrag aangaande de informatie niet. Niet duidelijk wordt in het betoog van Wedzinga hoe de gevangenisstraf van invloed was op de deal. In 1998 was het belang van Cees H. om een deal te sluiten groter dan in 2000 toen zijn gevangenisstraf geslonken was tot 1 jaar.

Wedzinga kan zijn ongenoegen over de kwaliteit van de Tweede Kamer nauwelijks verbergen. Hij vindt dat kamerleden zich telkens met een kluitje in het riet laten sturen. Vooral als het om geheimhouding betreft die voor de kamer geen geheimhouding kan zijn. Evenmin heeft hij een hoge pet op van oud-staatssecretaris Fred Teeven die wellicht strafrechtelijk vervolgd kan worden omdat hij over de randen van de wet is gegaan.

Wedzinga hoopt op een goed en breed onderzoek naar de deal dat twee aspecten combineert. Namelijk een onafhankelijk juridisch onderzoek door de meest kundige strafrechtspecialisten dat de onderste steen boven haalt, maar ook een onderzoek naar de macht van de ambtenaren op het ministerie van Veiligheid en Justitie die los van de politieke leiding hun eigen gang lijken te gaan. Het in het recente verleden groot aantal afgetreden bewindslieden op dit ministerie geeft aan dat er iets scheef zit. Indirect verwijst Wedzinga hiermee naar de kwestie Joris Demmink.Van 2002 tot 2012 de hoogste ambtenaar op Justitie. In een breed onderzoek zou de positie van Demmink en zijn opvolger Pieter Cloo (ook VVD) niet buiten beschouwing kunnen blijven.

Integriteit in Zoetermeer gaat over kleine dingen. Wat een vertoon

Gemeentesecretaris Koek van Zoetermeer weet geen definitie van integriteit te geven. Volgens haar gaat het juist om ‘die kleinere dingen, die dingen waar je misschien van denkt, ik krijg het een beetje warm bij de gedachte dat ik dat aan iemand moet vertellen. En dat is juist wat ik zo graag zou willen dat jullie dat wel met elkaar bespreken. Waarom wordt Hennie Koek sprekend opgevoerd als ze niet weet waarover ze praat?

Het komt in de buurt van wat Tom-Jan Meeuws afgelopen zaterdag in NRC constateerde over een groeiende integriteitsindustrie die een imagoproduct wordt: ‘Hier bleek, kortom, wat overheidsintegriteit in de praktijk voor die handhavers was geworden: een praatje. Public relations. Een truc om het eigen imago op te krikken. Geen hamerstuk – een toneelstuk.’ De overheid pakt de kleinere dingen aan. Dat helpt. Bespeur de tegenzin van de gemeenteambtenaren die de praatjes aan moeten horen waarvan ze weten dat het praatjes zijn. Is het integer van de gemeente Zoetermeer om dit haar ambtenaren aan te doen? Het is geestelijke marteling.

Arrestie raadslid in Goeree-Overflakkee. Onderzoek gevraagd

In de Zuid-Hollandse gemeente Goeree-Overflakkee werd raadslid Rob Maliepaard (GoereeOverflakkeeSamen) op maandag 3 november gearresteerd. Samen met twee fractiemedewerkers zorgden vier politiewagens en zeven agenten ervoor dat het drietal uit het gemeentehuis verwijderd werd. Door toedoen van wethouder Trouwborst. Ze werden vijf uur in Spijkenisse in detentie gezet. Rob Maliepaard licht het in een open brief toe.

Ze wilden dossiers over de voormalige gemeente Oostflakkee inzien dat in 2013 bij een herindeling opging in Goeree-Overflakkee. In Oude-Tonge dat deel was van Oostflakkee zouden ambtenaren ondernemers hebben tegengewerkt. Maliepaard was daar wethouder van de PvdA. Hij was op zoek naar ‘onofficiële papieren documenten die hem van binnenuit het gemeentehuis zijn doorgespeeld met dingen die niet door de beugel kunnen’, aldus Binnenlands Bestuur. Maliepaard legt uit dat de documenten niet geregistreerd zijn, dus niet ter inzage aangevraagd kunnen  worden. De reactie van wethouder (geen loco-burgemeester) Marnix Trouwborst (VVD) valt op zijn minst voorbarig te noemen. Zonder onderzoek komt-ie al na een dag tot de slotsom dat er geen sprake is van onregelmatigheden. Maar dat moet juist onderzocht worden. Bij voorkeur door een onafhankelijke commissie die door de CvdK wordt aangesteld. RTV Rijnmond doet verslag.

René ten Bos over marktdenken, managers en gestisch handelen. Stop Resultatitis

Filosoof en organisatiedeskundige René ten Bos houdt een voordracht over resultaat gericht werken dat het procesmatig werken heeft verdrongen. Met als gevolg dat de managers die zouden moeten sturen geen idee meer hebben hoe het proces in elkaar zit. Ze zijn ervan vervreemd. Deze ontwikkeling begon volgens Bos in 1989 toen Margaret Thatcher de ideologie dood verklaarde. De politiek ging onder het mom van no nonsense de burger als klant zien die bediend moest worden met resultaten. Op het proces had de burger geen invloed meer. Tegenover resultaatgericht werken staat het gestisch handelen waarvan Ten Bos vele voorbeelden geeft.

In gesprek met Yvonne Jansen voor Binnenlands Bestuur vindt Ten Bos dat alle ambtenaren weigerambtenaar moeten worden om ‘af te rekenen met een teveel aan regels en bureaucratie’. Dat kan alleen door ermee te breken: ‘Dat begint met ze ter discussie te stellen. Rapporteer niet meer, stop met controleren, doe zoals een weigerambtenaar.’ Hij ziet managers als een tragische kaste: ‘Ze dromen ervan dat ze uit het moeras van het bureaucratische ontsnappen. Daar spreekt een zekere wanhoop uit, omdat het altijd aanmodderen is en nooit perfect. Maar perfectie kan helemaal niet in overheidsorganisaties. Je hebt altijd te maken hebt met countervailing powers, tegenmacht van mensen die het niet met je eens zijn.’ Ten Bos heeft het gehad met een bureaucratie die zichzelf opklopt met ‘al die schreeuwerige goeroetoestanden’ terwijl ambtenaren gewoon dienstbaar en neutraal moeten zijn. Aanbevolen voor leidinggevenden die zweren bij resultaatgericht werken.

Antwerps college volgt ambtenaren via tablet. Kan dat? Privacycommissie heeft kritiek

tablet

Een opmerkelijk bericht in de Gazet van Antwerpen dat de privacycommissie (CBPL) en de vakbonden in de gordijnen jaagt. Het stadsbestuur van Antwerpen heeft door de wijziging van de rechtspositie van het personeel de mogelijkheid gecreëerd om ambtenaren via de locatie van hun tablet te volgen: ‘De bedoeling is om individuele verplaatsingen van de werknemers in kaart te brengen. Technisch is dit mogelijk met de geolocatie of ‘track and trace’ die in deze toestellen is ingebouwd.‘ De tablet krijgen ze van hun werkgever.

Wethouder personeelsbeleid Ludo Van Campenhout (N-VA) suggereert dat de Antwerpse ambtenaren en hun handcomputers op dit moment via het systeem ‘track and trace‘ nog niet worden gevolgd. Dit ‘Real Time Location System‘ maakt het mogelijk om via de locatiebepaling van de tablet de locatie van de ambtenaar te bepalen. Het college zegt het te willen gebruiken ‘om misbruik van het materiaal te controleren of het tijdsgebruik van ambtenaren na te gaan’, aldus De Standaard. Op 27 september heeft het college toegezegd dat er eerst een ‘regeling‘ over voorwaarden en gebruik opgesteld moet worden. Die is er nu nog niet.

De socialistische vakbond ACOD heeft aanwijzingen dat het systeem nu al wordt gebruikt: ‘Wij hebben sterk de indruk dat het stadsbestuur nu al gebruikmaakt van deze technische mogelijkheid om het doen en laten van de ambtenaren te controleren’, aldus Gerard Van der Elst, secretaris van ACOD-Antwerpen. ’Dit maken we toch op uit enkele tuchtdossiers die we behandelen als vakbond. Mensen zouden op ‘heterdaad’ betrapt zijn op plekken waar ze niet hoorden te zitten.

Het lijkt erop dat het Antwerpse college van Vlaamse nationalisten, christen-democraten en liberalen (N-VA, CD&V en Open VLD) het systeem ‘track and trace‘ heeft ingevoerd zonder dat betrokken ambtenaren hierover volledig zijn geïnformeerd en het gebruik ervan voldoende is uitgewerkt. Daarnaast is onduidelijk onder welke voorwaarden het Antwerpse college haar ambtenaren wil gaan volgen. Het zegt dat voldaan moet worden aan ‘principes van finaliteit, proportionaliteit en transparantie‘, maar een woordvoerder van de privacycommissie merkt op dat dit zo vaag is dat er niet mee te werken valt voordat ze uitgewerkt zijn in een arbeidsreglement.

Of soortgelijke systemen op handcomputers om de locatie van ambtenaren -of werknemers- te volgen in Nederland in gebruik zijn is mij niet bekend. Het is gewenst dat er eerst een principieel debat gevoerd wordt over de wenselijkheid en de voorwaarden van gebruik van Real Time Location Systemen in de werkomgeving.

Foto: Tablet. ‘Een beter milieu begint bij een tablet‘.

Burgers worden ontmoedigd door gemeenten. Waarom is dat?

bellen met burgers klein

Jos Moerkamp zet in Binnenlands Bestuur op een rijtje wat we eigenlijk al weten: ‘Krachtige burgers worden door gemeenten gehinderd‘. Hij stelt dat op het gebied van welzijn gemeenten de burgers aanmoedigen om initiatieven te nemen, maar al te veel ‘burgerkracht’ dwarsbomen. ‘Ambtenaren laten zich influisteren door welzijnsorganisaties die louter eigenbelang nastreven‘, zo omschrijft Moerkamp de klacht.

Voorbeelden van Leo Offers in Den Haag, vrijwilligersbestuurders van wijkhuis De Fonkel in Helmond en vrijwilligers van een wijkcentrum in Rotterdam-Alexander tonen aan dat gemeenten en betrokken burgers tegenover elkaar kunnen komen te staan. En dan blijkt dat gemeenten nog steeds denken in het instandhouden van organisaties. Niet in het ondersteunen van netwerken waarvan burgers deel kunnen uitmaken. ‘Het enige wat de gemeente dan hoeft te doen, is de mensen in netwerken een beetje faciliteren bij het delen van kennis en hen verder in hun waarde laten. Zelf halen ze de noodzakelijke bezuinigingen dan op hun sloffen’, zegt Marjanne van Ginneken van het informele wijknetwerk Makers en Doeners.

Moerkamp constateert en waagt zich niet aan de analyse waarom betrokken burgers worden ontmoedigd. Dat vraagt ook meer onderzoek. Te denken valt aan de lokale politiek dat in problemen, programma’s en top-down benadering denkt en niet in oplossingen en netwerken. Ook de vermenging op het personele vlak van lokale politiek en welzijnsorganisaties maakt dat burgers als lastig worden gezien omdat ze dat machtspel verstoren. Maar dat ambtenaren op lokaal niveau zoveel macht hebben is nog wel het meest kwalijk. Ze moeten de samenleving dienen, niet hun wil opleggen. Het is aan de lokale politiek om de macht van de ambtenaren te breken. Onder de garantie dat er bij de burgers altijd meer expertise verzameld is.

Foto: Bellen met burgers, de informele aanpak.

Het rommelt in Amersfoort. Moet er ingegrepen worden?

Het rommelt in politiek Amersfoort: mislukte projecten, een verbroken belofte over het Armando Museum die 1 miljoen euro kost, overschrijdingen, onregelmatigheden in nieuwbouwwijk Vathorst, een verzakte kademuur bij museum Flehite en als klap op de vuurpijl een opgestapte gemeentesecretaris. Bijzonder omdat het sinds eind 2011 na Gerard de Klein, Piet Buijtels en Henk Huitink de vierde is die opstapt, zo citeert Binnenlands Bestuur Hans van Wegen van Burger Partij Amersfoort (BPA). Hij wijt het aan de stadhuiscultuur: ‘Die overheersende cultuur op het stadhuis is nog steeds : “Wij weten het beter. Beter dan de gemeenteraad. Beter dan de burger.”’ Volgens Van Wegen verdient de 13de stad van Nederland een beter bestuur, ambtelijk en politiek. Ambtenaren krijgen te veel ruimte en zouden hun eigen gang gaan. Burgemeester Bolsius doet alsof er niks aan de hand is. Dat geeft te denken. Misschien moet minister Plasterk maar eens krachtig ingrijpen.

Wat betekent ‘welke obediëntie zijn homoseksuelen toegedaan’?

Antwerpen

Nederlands en Vlaams hebben overeenkomsten en verschillen. Hetzelfde geldt voor Nederland en Vlaanderen. ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’, dichtte Hendrik Marsman in Awater. Mogelijk een woordgrap, mogelijk een diepere waarheid. Als Nederlander die weliswaar op zo’n 20 kilometer van de Belgische grens is opgegroeid en ontelbare keren in Zelzaete, Gent, Knokke of Brugge kwam begrijp ik niets van een bericht in het Vlaamse nieuws. Het gaat volledig aan me voorbij. Mentaliteiten die aan elkaar grenzen sluiten elkaar uit.

Het betreft een uitspraak van de Antwerpse burgemeester Bart de Wever. Volgens de N-VA-politicus zouden loketbedienden hun homosexuele geaardheid niet mogen uiten. Tot zover een conservatief standpunt zoals Silvio Berlusconi, Vladimir Putin of Marco Rubio die uiten. In de Vlaamse terminologie gaat het over Holebi’s, (Homo’s, Lesbienne’s en Bisexuelen) alsof het om een exotische stam gaat. In Nederland een onbekende term. Maar dan komt het: ‘Holebi’s een obediëntie noemen getuigt van weinig inzicht‘, citeert De Standaard.

Wat betekent dat? Wat is een obediëntie? Ik heb geen idee, al herken ik er het woord gehoorzamen in van het Franse ‘obéir‘. Maar gehoorzaamheid aan wat? De liberale politicus Alex Polis maakt het er voor mij niet duidelijker op als-ie zegt: ‘(..) dat doe je niet door een ganse groep van mensen weg te zetten als een obediëntie.’ Ik raak ervan overtuigd dat het een schandelijke zaak is. Maar wat betekent het in hemelsnaam?

Het gaat verder: ‘De Wever maakt een grote denkfout door een positieve keuze zoals het toetreden tot een obediëntie, gelijk te stellen met geaardheid.‘ De Wever zou een denkfout maken. Maar welke? Het gaat verder. Oppositiepartij SP.A reageert met verbazing op De Wever: ‘De partij vraagt zich zaterdag in een persbericht af ‘welke obediëntie homoseksuelen toegedaan zijn‘.’ Och God, wat vreselijk, is obediëntie een dodelijke ziekte? Een soort Vlaamse Aids? Of anders een ritueel van de mormonen, katholieken of vrijmetselaars? Want zelfs vrijgevochten Vlamingen kunnen in gedachten geen afstand nemen tot religie. Ook als ze menen een andere obediëntie toegedaan te zijn. Ik geloof het te begrijpen. Maar zeker weten doe ik het niet. Daar ben ik blij om.

Foto: Antwerpse mannen.

Nijmegen gevraagd om openheid over kunstveilingen

Eergisteren schreef ik in een reactie over de Nijmeegse kunstveilingen: “Er bestaat onduidelijkheid over de commissieleden die de ontzameling van de Nijmeegse gemeentecollectie begeleiden en bewaken. De Notitie ontzameling moderne kunst geeft onder ‘Advisering en begeleiding’ op p.4 de volgende namen van leden die zitting nemen in een begeleidingscommissie. Onduidelijk is of deze personen ook werkelijk zitting hebben genomen in deze commissie:
-Jan Wieger van den Berg , Nijmeegse beeldend kunstenaar, lid van de commissie Beeldkwaliteit, heeft zich bij de voorbereiding al in het proces verdiept en kent de Nijmeegse/Gelderse scene uitstekend;
-Korrie Besems, fotografe uit Amsterdam
-Andrée van de Kerckhove, beeldend kunstenaar uit Ravenstein, tentoonstellingsmaker en onderzoeker, theoriedocent verbonden aan ArtEZ
-Henk van den Bosch, kunstschilder te Amersfoort

(..) Vanwege alle onduidelijkheid en speculaties over de kunstveilingen lijkt het gewenst dat de gemeente Nijmegen volledige openheid van zaken geeft over de resultaten van de veiling. Zodat misverstanden kunnen worden weerlegd, en eventuele tekortkomingen kunnen worden besproken in de openbaarheid. Aan de hand van de veilingresultaten kan getoetst worden of de veilingen volgens de uitgangspunten van de ambtelijke Notitie zijn verlopen.

Om deze redenen zal ik de interne organisatie van de ontzameling verzoeken of het de catalogus van alle veilingresultaten op het net zet. Zodat dit onderdeel van de discussie kan worden. Als er niets te verbergen valt en er geen formele bezwaren tegen openbaarmaking zijn, dan kan de organisatie daar geen bezwaren tegen hebben. Juist omdat deze openbaarheid een maatschappelijk nut dient.”

Op maandagochtend is er op de afdeling Beleidsrealisatie van de gemeente Nijmegen niemand bereikbaar. Een secretariaat heeft de afdeling niet. E-mail adressen mag de telefoniste niet geven. Zodat ik de coördinator van de kunstveilingen Stefan Grond nog niet heb kunnen vragen of er een catalogus is. Maar een collega van hem kan ik straks bellen. Weet zij het? Twee medewerkers van de internetveiler Veilet BV die de kunstveiling uitvoerde vertelden me desgevraagd dat er geen catalogus van de veilingen is. Een reconstructie aan de hand van gegevens moet mogelijk zijn. Zodat Helen Frik of Paul Klemann weten wat er gebeurd is. En alle anderen.

Foto: Louise Bourgeois, The Conversation, 2007 (Rode inkt op papier). Credits Hauser & Wirth