Aan krimpend openbaar vervoer in krimpregio Zeeuws-Vlaanderen heeft petitie ‘Trek de reizigerstrein Gent-Terneuzen door naar Goes’ geen boodschap

C. J. W. Nuijs, ‘CHEMINS DE FER DE L’ÉTAT BELGE ET DE MALINES-TERNEUZEN; EXCURSION À L’ÎLE DE WALCHEREN‘, 1892. Collectie: Albertina Sammlungen Online.

Van 1871 tot 1951 bestond er een spoorlijn tussen Mechelen en Terneuzen. Aangelegd voor goederentransport waaronder steenkool uit het bekken van Charleroi naar de haven van Terneuzen. Maar op de spoorlijn was ook plek voor personenvervoer.

De spoorlijn ontsloot economisch het Belgische achterland en gaf Zeeuwen de mogelijkheid om vrij makkelijk naar de regio Mechelen te sporen. De lijn werd in 1930 door de Belgische spoorwegen overgenomen van de Belgische staat.

Tevens was er een spoorlijn van Gent naar Terneuzen die in 1869 werd geopend, maar pas in 1922 een permanent karakter kreeg. Ook deze lijn was bedoeld voor goederenvervoer met als bijvangst reizigersvervoer.

Sinds de sluiting voor reizigers van de spoorlijnen in respectievelijk 1951 (Mechelen) en 1939 (Gent) is het openbaar vervoer in krimpgebied Zeeuws-Vlaanderen meegekrompen. Er zijn nu enkele doorgaande buslijnen naar Goes of Middelburg en naar Gent, Brugge en Sint Niklaas, maar dat zijn lijnen die veel plaatsen aandoen, niet allen dagelijks rijden en veel geld kosten.

Er zijn de Westerscheldetunnel van Terneuzen naar Zuid-Beveland en een personenveer tussen Breskens en Vlissingen, maar dat vraagt meer omrijtijd dan de drie veren van de provinciale PSD tot 2003 boden.

Zeeland heeft ‘eigenlijk geen openbaar vervoer, maar doelgroepenvervoer’, volgens gedeputeerde Harry van der Maas in NRC. Dat zou inhouden dat de zittende Zeeuwse politiek vanwege de kosten niet eenduidig kiest voor het instandhouden van een minimum netwerk aan openbaar vervoer, maar inzet op een combinatie van leerlingen-, zieken- en ‘sociaal zwakkeren’vervoer.

De paradox is dat het openbaar vervoer in Zeeuws-Vlaanderen vroeger beter was dan nu. Dat valt waarschijnlijk te verklaren uit het afnemend economisch belang van België dat vroeger het dichtste spoornet ter wereld had, de opkomst van de Vlaamse havens Antwerpen en Zeebrugge en het teruglopende politieke, economische en demografische belang van Zeeland binnen Nederland.

De petitie ‘Trek de reizigerstrein Gent-Terneuzen door naar Goes‘ merkt op dat ‘medio 2030-2035‘ de oude reizigerstrein van Gent naar Terneuzen terugkeert. Het pleit ervoor om die lijn door te trekken naar Goes. Dat is een miljoenenproject en vergt de aanleg van een extra spoorbuis naast de 6,6 kilometer lange Westerscheldetunnel.

Schermafbeelding van deel petitieTrek de reizigerstrein Gent-Terneuzen door naar Goes‘ van Tim Sekac op petities.nl, 3 april 2023.

Het valt te bezien hoe realistisch het verzoek is om de spoorlijn onder de Westerschelde door te trekken van Terneuzen naar Goes. Maar het is goed van de initiatiefnemer om niet bij de pakken neer te zitten en mee te gaan in het defaitisme, het gebrek aan ambitie en zelfvertrouwen, en het Calimero-complex van Zeeuwse bestuurders. Alleen daarom is het al zinvol om de petitie te ondertekenen.

Kunstwerk van Jan Fabre is niet schuldig. Vlaamse kunstinstellingen verwijderen beeld na klachten over kunstenaar

Jan Fabre, ‘De man die de wolken meet‘. SMAK Gent.

Het beeld ‘De man die de wolken meet‘ van Jan Fabre is in maart 2021 van het dak van het Antwerpse kunstcentrum De Singel gehaald. Reden is dat er klachten zijn ingediend tegen Fabre vanwege grensoverschrijdend seksueel gedrag. Fabre is niet veroordeeld, maar komt volgens de laatste informatie in 2021 nog wel voor de strafrechter.

Directeur Philippe Van Cauteren van het Gentse SMAK die op het dak van zijn museum eveneens dat beeld van Fabre had staan legt voor Radio 1 (be) uit wat zijn opstelling is: ‘Wij vinden als museum dat als je een beeld weghaalt, een genuanceerde en kritische dialoog met alle betrokkenen eveneens weggehaald wordt. Ik vind dat we als museum en cultuursector ruimte moeten blijven maken voor debatten. Als we alle foute mannen uit musea zouden halen, zouden er toch wel heel wat lege en kale plekken te zien zijn.

Van Cauteren buigt deels voor politieke druk, maar niet zo volledig als De Singel. Kunstinstellingen worstelen met deze kwestie. Van Cauteren zegt het beeld ‘tijdelijk’ naar binnen te verhuizen en dus in quarantaine te plaatsen. Hij probeert tijd te winnen door een afkoelingsperiode in te lassen. Maar toch, ook Van Cauteren laat zich leiden door klachten over een niet door de strafrechter veroordeelde Fabre. Zonder rechtszaak laten twee Vlaamse kunstinstellingen deze beeldende kunstenaar en theatermaker vallen.

Men zou hopen dat kunstinstellingen bij uitstek de plek zijn waar het vrije woord verdedigd wordt en ruggengraat wordt getoond. Maar nee, het tegendeel is waar.

Een gerucht en een politieke lobby zijn blijkbaar voldoende om een kunstwerk niet alleen ter discussie te stellen, maar zelfs te laten verwijderen. De Singel en SMAK gaan mee in het informele geruchtencircuit van rechteloosheid, en eigenen zich een probleem toe waar ze beter afstand van zouden houden. SMAK doet dat verstandiger dan De Singel, maar onttrekt zich toch ook niet aan het frame van onwettigheid waar het willens en wetens instapt.

Beide kunstinstellingen begrijpen evenmin dat hun angst voor negatieve publiciteit vanwege het tonen van een kunstwerk van een vermeend besmette kunstenaar weer een ander soort negatieve publiciteit voor hen oplevert van zwabberend beleid en een slappe, rubberen ruggengraat. In de beeldvorming blijft hangen dat ze niet voor zichzelf, hun idealen en de beeldende kunst durven en kunnen opkomen.

Deze kunstinstellingen dekken zich bij voorbaat in. Ze worden vermoedelijk gevoed door de angst om maatschappelijk of politiek uit de pas te lopen met de tijdgeest en beschuldigd te worden van vrouwonvriendelijkheid en die hele samenklontering van slogans die kunstinstellingen beschuldigt van conservatisme en archaïsme.

Overigens zijn veel musea wel degelijk bastions van behoudzucht. Dat moet echter veranderd worden door ander personeels-, aankoop-, en tentoonstellingsbeleid, en niet door symboolpolitiek. Zoals het verwijderen van Fabres beeld als aflaat om uit de kritische greep van activisten te blijven.

In een interview in de Volkskrant van 9 september 2021 met twee vertrekkende museumdirecteuren geeft Ann Demeester naast Jacqueline Grandjean vermoedelijk onbedoeld fijnzinnig commentaar op de beslissing van De Singel en SMAK om het beeld van Fabre te verwijderen of te verplaatsen vanwege klachten over het gedrag van de maker. Demeester toont meer onderscheidingsvermogen en moed dan haar Vlaamse collega’s en corrigeert de staf van beide Vlaamse kunstinstellingen:

Een kunstwerk is bijvoorbeeld nooit schuldig. Als de maker een crimineel is, dan moeten we het kunstwerk niet noodzakelijkerwijs aan het publieke domein onttrekken. Tenzij het kunstwerk een soort propaganda of uitdrukking is van het criminele gedrag van de kunstenaar. Anders kun je geen Céline meer lezen, je censureert daar zo veel mee. Je kunt wel besluiten die kunstwerken een tijd in spreekwoordelijke quarantaine te zetten, net als wanneer een schilderij last heeft van mot en schimmel.’

Het verwijderde werk van Fabre is geen propaganda of uitdrukking van het gedrag van de kunstenaar. Het kunstwerk is op zichzelf niet aanstootgevend. Protesterende kunststudenten noemden het volgens de PZC in 2020 zelfs ‘poëtisch en mooi’, maar de connotaties die er door de verhalen rond Fabre bij komen kijken zouden ‘problematisch’ zijn. Tja, daar kan niemand zich tegen verdedigen. Het is het kunstwerk dat moet boeten voor het vermeend foute gedrag van de kunstenaar.

Het waarschijnlijk apocriefe, maar aan Voltaire toegeschreven aforisme dat gaat over de vrijheid van meningsuiting zou ook van toepassing moeten zijn op de vrijheid van expressie van kunstenaars: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen‘.

Maar De Singel en SMAK verdedigen de kunstenaar niet, maar zichzelf. Ze hebben het verkeerde voorbeeld gegeven en door hun ingreep de kunst en zichzelf schade berokkend. Ze tonen weinig moed en leveren de kunst lafhartig over aan politieke activisten voordat de rechter gesproken heeft. Ze vergeten ook onderscheid te maken tussen kunstwerk en kunstenaar. Want zelfs als Fabre in zijn seksueel gedrag zo fout is als sommigen zeggen, dan rechtvaardigt dat nog steeds niet de verwijdering van een kunstwerk van hem.

Ottmar Hörl doet in principe aan beeldhouwen. Zijn levenloze objecten vallen in herhaling en hebben het rijk alleen

De Duitse kunstenaar Ottmar Hörl doet ‘in principe aan beeldhouwen’, zo zegt hij in een reportage van AVS Oost-Vlaamse Televisie. Het tekent zijn zoekende aard en theoretische invalshoek die hem niet alleen doet belanden aan de grenzen van de beeldende kunst, maar hem ook zijn eigen wil in zijn creatieve praktijk doet wegtoveren om die over te dragen aan levenloze objecten. Of dat afgietsels van kabouters, Karl Marx, hazen, beren, Daimlers of wat dan ook zijn. Aanleiding is een tentoonstelling in Kasteel Claeys-Bouüaert in Gent (Mariakerke) dat eigendom is van de stad Gent. Sinds 1998 is er het Centrum voor Jonge Kunst gevestigd.

De reportage wordt er extra geestig op omdat de makers duidelijk niet weten wat ze met het werk van Hörl aanmoeten. Is een debat over tuinkabouters die verboden moeten worden omdat ze zo lelijk zijn ernst of satire? Worden we in het ootje genomen? Die onduidelijkheid is de meerwaarde van de reportage. En uiteraard van het werk van Hörl. De liefhebbers kunnen zijn ‘prachtige kunststof beelden’ bestellen bij Mud In May. In de installatie op het grasveld bij het kasteel Claeys-Bouüaert staan niet alleen ‘fuck you’-kabouters, maar ook andere kabouters. Opvallend is dat de zwarte kabouter die de Hitlergroet brengt en eerder in Gent in 2008 was te zien hier niet kan worden besteld. Blijkbaar kent ook de commerciële kant van Ottmar Hörl grenzen.

Foto 1: ‘Karl Marx, Ausstellung zum 195. Geburtstag: “Ikone Karl Marx”, von Ottmar Hörl’, 2013.

Foto 2: Schermafbeelding van deel aanbod van kunststof beelden van Ottmar Hörl door Mud In May.

Kunstsoap met Cathérine de Zegher, Toporovksi collectie en MSK Gent kent invalshoeken, belangen en onkunde. Nog geen conclusie

Het wordt inmiddels een kunstsoap genoemd. De verwikkelingen van de geschorste directeur van het Gentse Museum voor Schone Kunsten (MSK) Cathérine de Zegher en de collectie Toporovski. Zien hier voor de voorgeschiedenis: een museumdirecteur die op non-actief wordt gezegd vanwege het vermoeden dat ze uit scoringsdrift min of meer onbewust via haar museum gelegenheid tot witwassen gaf aan een verzamelaar van een collectie 24 avant-gardistische Russische schilderijen waarvan de authenticiteit ernstig betwijfeld wordt.

In de publiciteit woedt een a-synchrone strijd over de schuldvraag. De Zegher die haar sporen heeft verdiend in de internationale kunstwereld kreeg vorige week steun in een open brief van bekende namen. Ze noemen de beschuldigingen aan haar adres leugenachtig en geven de media de schuld: ‘In particular the personal attacks against Catherine de Zegher reached a peculiar and unprecedented intensity that resulted in a trial by media.’ Zo wordt de boodschapper van het slechte nieuws tot zondebok gemaakt. De Zegher voelde zich door deze steun gesterkt. Dat zij zo snel kon vallen kan erdoor verklaard worden dat ze in de stad Gent en in haar eigen museum, en nationaal bestuurlijk onvoldoende steun had opgebouwd. Vlaamse museumdirecteuren distantieerden zich van haar omdat ze de museumsector beschadigd zou hebben. Ofwel, internationaal heeft ze steun die ze nationaal mist. De benoeming van de expert hedendaagse kunst De Zegher bij het traditionele MSK werd toendertijd door velen niet begrepen. De Russische avant-garde is niet haar specialisme.

De laatste aflevering in de kunstsoap is dat volgens de Russische kunstverzamelaar en bruikleengever Igor Toporovski 12 van de 24 werken die in het MSK gepresenteerd werden authentiek zijn. Dat zou blijken uit een onderzoek in vier laboratoria die door hem niet bij naam genoemd worden. Hij concludeert daaruit dat ze geen vervalsingen zijn omdat ze uit ‘de beginjaren 1900 zouden dateren’. De Groene politicus Bart Caron die kritisch dit dossier volgt wijst er in bovenstaande tweet terecht op dat dat nog niets zegt over de toewijzing van de werken. Verdere complicatie is dat kunsthandelaren die in Russische avant-gardekunst handelen een strafklacht hebben ingediend tegen De Zegher omdat ze vreesden dat de vermeende vervalsingen hun handel beschadigde. Hierbij werd na tussenkomst van een Gentse rechter beslag gelegd op de betreffende werken en de daarbij horende documenten. Waarbij het onderzoek tot stilstand kwam. De kunsthandelaren vonden het op hun beurt niet kies dat De Zegher en Toporovski een persconferentie gaven tijdens een lopende zaak.

Op betreffende persconferentie zei De Zegher volgens een bericht in HLN: ‘Ik spreek voor diegenen die houden van kunst, schoonheid en waarheid. Ik heb mijn eigen verhaal, gebaseerd op grondig onderzoek, bekende feiten en wetenschappelijk bewijs dat mijn oordeel en overtuiging bevestigt’. Dat tekent de tragiek van haar opstelling. De Zegher heeft inderdaad haar eigen verhaal dat haar oordeel en overtuiging bevestigt, maar wat dat betekent is de vraag. Deze kunstsoap gaat over commerciële en museale belangen, vermenging van politiek en kunstwereld, een museumdirecteur die losgezongen is van haar eigen omgeving en het moeras inwandelt, een minister die niet alert en passend handelt en media die door de museumdirecteur de schuld in de schoenen geschoven krijgen omdat ze verslag doen. De grootste verliezer is de Vlaamse museumsector.

Foto: Tweet van Vlaamse volksvertegenwoordiger namens Groen Bart Caron, 18 oktober 2018.

Neos bezoekt Museum Dr. Guislain in Gent: met zoektocht en escape room

Neos is het Vlaamse netwerk van ondernemende senioren. Het heeft 214 afdelingen en zo’n 33.000 leden. De afdeling Neos Gent bezocht Museum Dr. Guislain in Gent dat een overzicht van outsiderkunst en psychiatrie geeft. Deze video is bedoeld om bestuursleden van Neos te informeren over dit museum. Een daguitstap is mogelijk, met zoektocht en escape room. Het museum wordt voorgesteld als plek van beleving en avontuur.

Twee misverstanden bij de opleiding ‘islamitische godsdienst’ van de Arteveldehogeschool te Gent

Dit promotiefilmpje van de Gentse Arteveldehogeschool bevat twee misverstanden. Esma Mouissat is tweedejaarsstudent en volgt de opleiding tot leraar islamitische godsdienst. De toelichting zegt: ‘Het doel van dit vak is in de eerste plaats islamitische leerlingen hun eigen godsdienst te leren begrijpen volgens de wetenschappelijke gegevens van de islamitische godsdienstwetenschappen.’ Dit is het eerste misverstand. Hoe kan een beroepsopleiding in de eerste plaats bedoeld zijn om leerlingen hun eigen achtergrond te leren begrijpen? Dat is geen kerndoel van hoger onderwijs, maar speelt op het niveau van therapie en emancipatie. Hoe kan de opleiding alleen bedoeld zijn voor leerlingen met een islamitische achtergrond? Deze hogeschool bestrijdt niet de apartheid tussen mensen met verschillende etnische achtergronden, maar bevestigt die. Is dat een rol die een Gentse hogeschool op zich moet nemen? Het tweede misverstand dat Esma in naam van de hogeschool uitspreekt is dat ‘islamitische godsdienst en geschiedenis vakken zijn die niet vaststaan’. Er is ‘ruimte voor een eigen inbreng’, volgens Esma. Dus bij de Arteveldhogeschool staat de leerstof van het vak geschiedenis niet vast en is die afhankelijk van de invulling die de leerlingen er zelf aan (mogen) geven.

Val van een museumdirecteur: Catherine de Zegher en het MSK Gent

Straffe kost in Gent. Dit bericht in de Vlaamse krant De Morgen gaat over directrice Catherine de Zegher van het Museum voor Schone Kunsten Gent (MSK Gent) die door het Gentse college (schepencollege) op 7 maart tijdelijk op non-actief is gesteld.  Afgelopen dagen kwam het MSK Gent onder kritiek na aanhoudende geruchten over de echtheid van 26 Russische avant-gardewerken uit de Toporovski-collectie, (soms ook geschreven als Toporkovski) die sinds oktober 2017 in het museum werden geëxposeerd. Hoe reëel het gevaar is dat het MSK Gent de museumlicentie verliest is onduidelijk. Maar zo’n maatregel zou buitensporig zijn en de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de Belgische museumsector enorm beschadigen. Het zou waarschijnlijk een reeks van vragen oproepen over de organisatie, financiering, doelmatigheid, kwaliteit en steun door de landelijke en lokale politiek van de Belgische museumsector. Een debat dat op scherp zet en onvoorziene gevolgen kan hebben en daarom niemand in de Belgische politiek of museumsector graag voert.

In januari zetten internationale deskundigen en op 5 maart 2018 Vlaamse museumdirecteuren in een open brief hun bezwaren uiteen. De Vlaamse directeuren schreven: ‘Wij kunnen en willen nu niet meer zwijgen, want dit is de wereld op zijn kop. Het MSK heeft in de afgelopen maanden op flagrante wijze alle deontologische codes en de regels van het gezond verstand geschonden. Men is in zee gegaan met een verzamelaar die men niet kende, met een collectie ‘too good to be true’ in een domein, Russische avant-garde uit de eerste decennia van de twintigste eeuw, waar het museum niet in gespecialiseerd is en waarvan internationaal bekend is dat zowel authenticiteit als herkomst zeer problematisch kan zijn.’ Ze namen afstand: ‘De imagoschade is groot, wat Catherine de Zegher en het stadsbestuur in de pers ook mogen zeggen. En het treft niet alleen het MSK, maar de geloofwaardigheid en reputatie van onze musea en erfgoedinstellingen is in het geding – in Vlaanderen en internationaal, in de pers, bij vakgenoten en het brede publiek. Wij ondervinden dat dagelijks in onze contacten. En dat raakt ons diep. Wij zijn overtuigd van de intrinsieke kwaliteit, professionaliteit én integriteit van de sector in de volle breedte. Het is juist daarom dat wij ons nadrukkelijk distantiëren van de wijze waarop het MSK gehandeld heeft en nog handelt in deze kwestie.

Dat directeur De Zegher gehandeld heeft met een grote portie naïviteit en goedgelovigheid kan onder meer onderbouwd worden door een bericht in NRC van 2013 over een een internationale bende kunstvervalsers die in Duitsland werd opgepakt en gespecialiseerd was in werken van Russische avant-gardisten als Malevitsj, Kandinsky en Natalia Gontsjarova. Precies de namen die vertegenwoordigd waren in de Toporovski-collectie: ‘Volgens het BKA [Bundeskriminalamt] zijn sinds 2005 in totaal vierhonderd vervalsingen verkocht, meestal aan Duitse verzamelaars. De bedragen liepen uiteen van tienduizenden tot tientallen miljoenen euro’s. Ook echtheidscertificaten werden vervalst. De Frankfurter Allgemeine Zeitung schrijft dat justitie ook onderzoek doet naar betrokkenheid van experts in de kunstwereld, onder wie handelaren en galeriehouders.

De Zeghers schorsing was onvermijdelijk. Ze heeft bij een tentoonstelling van Russische avant-garde kunst steken laten vallen, naar nu steeds duidelijker blijkt. Ze weigert ook medewerking aan het onderzoek. Ze zei eerder dat ze op haar kunsthistorisch oog afging. Een achterhaalde uitleg van een museumdirecteur die geavanceerde technische middelen kan inzetten om het eigen oog ‘aan te vullen’. De lokale politiek bemoeit zich er intussen mee. Oppositiepartij N-VA meent dat het museum beschadigd wordt en het gemeentebestuur van stad Gent (sp.a, Groen en Open Vld) de zaak wil vertragen. De Vlaamse museumsector is de verliezer.

Zo kent België een eigen kwestie Ruf. Waarbij museum en kunsthandel op een onacceptabele wijze in de directeur samenkomen. Maar waar Ruf achter de schermen opereerde, is dat bij De Zegher van het MSK Gent anders. Ze liegt aantoonbaar en heeft de hele Vlaamse en internationale kunstwereld tegen zich in het harnas gejaagd. Er is nog een ander verschil. De Raad van Toezicht van het Stedelijk die Ruf aannam was juist het probleem. Het gaf het slechte voorbeeld. Kwaadwillenden zouden kunnen beweren dat iemand met het profiel van Ruf met stevige vertakkingen naar de kunsthandel bewust aangezocht werd om bepaalde leden van de Raad van Toezicht zelf de ‘mentale’ ruimte te geven om binnen de kaders van het Stedelijk handel te drijven. En over de schreef te gaan. Jan Christiaan Braun stelde dat vanaf 2014 aan de orde in de openbaarheid. De Zegher lijkt zonder deze bijbedoelingen gehandeld te hebben. Door toedoen van haar eigen goedgelovigheid en de gemene handelwijze van anderen is ze een fuik ingezwommen waaruit ze niet meer kon ontsnappen.

Het is de tragiek van een museumdirecteur die met vervalsers in zee gaat en zich niet meer aan hun grip kan onttrekken. Via een omweg geeft de kwestie De Zegher reliëf aan de kwestie Ruf. Een museumdirecteur die de fuik inzwemt van de kunsthandel of van malafide verzamelaars verliest aan geloofwaardigheid en integriteit. En verliest uiteindelijk ook de functie van museumdirecteur. Dan heeft het ontbroken aan gezond verstand.

Foto 1: Schermafbeelding van slotalinea uit artikelDirectrice MSK wordt tijdelijk opzijgeschoven’ in De Morgen, 8 maart 2018.

Foto 2: Foto ‘Catherine de Zegher with Igor Toporovsky © Fondation Dieleghem’ in The Art Newspaper, 29 januari 2018. 

Russische avant-garde: Vragen over authenticiteit van bruiklenen van Toporovski-collectie in Museum voor Schone Kunsten Gent

De Standaard zoomt in een bericht in op 26 bruiklenen van de Toporovski-verzameling die in de vaste opstelling van het Museum voor Schone Kunsten in Gent sinds oktober 2017 tijdelijk worden gepresenteerd. Ze zijn onderdeel van de collectie van de Russische kunsthistoricus Igor Toporovski die volgens plan vanaf 2020 in een nieuw opgericht museum in het Brusselse Jette wordt ondergebracht. Dat museum in het jachtpavilioen van het vroegere kasteel van Dielegem zal gewijd zijn aan de Russische avant-garde van begin 20ste eeuw. Over de authenticiteit van de werken van onder meer Kazimir Malevitsj, Wassily Kandinsky, Vladimir Tatlin, El Lissitzky en Natalja Gontsjarova die nu zijn te zien in Gent zijn twijfels gerezen.

De Standaard zet het scherp aan: ‘Sinds de opening van de nieuwe opstelling gonst het in de museumwereld van de geruchten. Russische modernistische kunst staat na recente schandalen met vervalsingen in een slecht daglicht.’ En: ‘Tien specialisten Russische kunst  publiceren nu samen een open brief. Onder hen vooraanstaande curatoren die in Londen en New York grote exposities over Russische modernisten maakten. Verder zijn er onderzoekers en kunsthandelaars met specialisatie in Russische kunst. In hun brief noemen ze de geëxposeerde stukken ‘hoogst twijfelachtig’. Naar verluidt gaan de briefschrijvers niet zover om de werken vervalsingen te noemen. Ze verzoeken het museum om de werken terug te trekken. Zo’n open brief die een museum terechtwijst is bijzonder. En pijnlijk voor de reputatie van het Museum voor Schone Kunsten in Gent

The Art Newspaper zet vandaag de brief online (zie ook bij reacties) . Het is opvallend dat dat niet eerder gebeurde. Ondertekenaars zijn onder meer Aleksandra Shatskikh die verschillende boeken over Malevich schreef; Natalia Murray van het Courtauld Institute of Art; Vivian Endicott Barnett, auteur van catalogues raisonnés van Kandinsky en Alexej von Jawlensky en Konstantin Akinsha, een kunstjournalist en curator.

Een reden waarom het fout heeft kunnen gaan is te vinden in de verklaring van museumdirecteur Catherine de Zegher. Ze zegt in De Standaard: ‘Er is geen voorafgaand chemisch onderzoek in het labo geweest. Dat gebeurt alleen bij een aankoop waar twijfels over zijn en met het akkoord van de eigenaar. Bovendien is dat het terrein van de kunstmarkt, en in ons geval is er van geen enkel commercieel belang sprake.’ Dit roept de vraag op of De Zegher en haar staf voldoende verantwoordelijkheid nemen voor wat ze in hun museum tonen en of de procedure van het Museum voor Schone Kunsten wel valide is. Bij de vaststelling van de authenticiteit van een werk dat op zaal getoond wordt zou het geen verschil moeten uitmaken of het een aankoop of een bruikleen betreft. Zo kan een tijdelijke bruikleen aan een museum een soort echtverklaring worden. Hier moet elk museum zich voor hoeden. Over een witwasmodel kan door musea niet alert en nauwlettend genoeg worden gedacht, gezien de grote financiële belangen. Igor Toporkovski zegt de herkomst van elk werk met documenten te kunnen staven. Wat die bewering waard is staat nu in het middelpunt van de belangstelling.

NB: Tekst geactualiseerd met verwijzing naar brief nadat The Art Newspaper die op 15 januari om 12:44 uur online zette.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelTwijfels over Russische kunst in Gent’ van Geert Sels voor De Standaard, 15 januari 2018.

Petitie: Snelheidsbeperking zeevaart op Westerschelde. Veiligheid binnenvaart in geding. Kolonisatie van de rivier door Antwerpen

we

Binnenschipper Marijn Oosdijk uit Terneuzen vraagt zijn collega’s om steun in een petitie. Het gaat om de Westerschelde waar zeeschepen op weg naar of van Antwerpen en binnenvaartschepen elkaar kruisen. Die bijvoorbeeld komend uit het Kanaal van Gent naar Terneuzen als onderdeel van de hoofdtransportas Gent-Duitsland de Westerschelde over moeten steken om het Schelde-Rijnkanaal of het Kanaal door Zuid-Beveland in te varen. De klacht van Oosdijk is dat zeevaartschepen te hard varen. Zijn petitie is ook bedoeld om de klachten te inventariseren, te polsen wat de ervaringen van zijn collega’s zijn en actie te ondernemen.

Uit de reacties blijkt ongenoegen en machteloosheid. Reactie #1 zegt zelfs niet graag over de Westerschelde te varen omwille van de zeevaart die niet naar de binnenvaart omkijkt. Dat gaat niet zozeer om botsingen, maar om hoge golfslag. Reactie #28: ‘Het is waar dat met name container schepen met hoge snelheid enorme golfslag veroorzaken, als kleine binnenvaart blijf je nergens en spoelen de golven over je heen’.

Reactie #14 ziet een al jarenlang bestaand probleem: ‘Er zijn meerdere incidenten gebeurt die telkens net goed aflopen. Maar het is wachten tot een incident waar het niet goed afloopt. Wie wil die slachtoffers dan op z’n naam hebben? En wie verteld het de nabestaanden?!’ Reactie #16 voelt zich in de steek gelaten door de overheid: ‘Alle klachten wordt niets mee gedaan, heb gemeld bij politie overleg vorige maand, dat sommige zeeboten met 36 km door komen, zij hebben geen snelheidsbeperking en het enige wat je kan doen als schipper is zeggen dat je omslaggevoelig bent en dan nog.’

Belgische loodsen worden genoemd als deel van het probleem. Reactie #20: ‘En onze zuiderburen zijn met bepaalde loodsen altijd een beetje veel aan het WEDSTRIJD VAREN’. Hoe het beter kan doet deze schipper door te verwijzen naar de drukst bevaren kunstmatige zeeweg ter wereld het Noord-Oostzeekanaal bij Kiel waar een snelheidsbeperking voor zeevaartschepen geldt. Waarom op de Westerschelde geen snelheidsbeperking voor de zeevaart of op z’n minst een gelijkwaardig overleg tussen vertegenwoordigers van binnenvaart- en zeevaart bestaat is de vraag. Een mogelijk antwoord geeft A. Verboom in reactie #40: ‘Ik heb het idee sinds de Westerschelde is uitgediept, de zeevaart niet meer hoeft af te stoppen i.v.m. diepgang t.o.v. de bodem en er steeds meer grote containerterminals bij komen het probleem voor de binnenvaart steeds groter wordt.’

De problemen zijn terug te brengen tot het economisch belang van de Antwerpse haven waar alles voor moet wijken. Inclusief de veiligheid ondanks de sussende woorden van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie dat wel een loodsplicht noemt, maar geen snelheidsbeperking voor zeevaartschepen. Door afspraken van de Scheldeverdragen van 2005 is de Westerschelde verdiept tot 13.10 meter. Met als gevolg dat grotere, diepere en snellere zeevaartschepen naar Antwerpen kunnen varen. Met alle veiligheidsproblemen van dien die de binnenvaartschippers in hun reacties aankaarten. De verdieping van de Westerschelde heeft voor Zeeland ongunstige neveneffecten gehad, zoals het verlies aan natuur dat het volgens afspraken van de Natura 2000 richtlijn moet realiseren op eigen gebied en de veiligheid van de scheepvaart waarvoor zoals blijkt door snelheidsbeperkingen geen afspraken gemaakt kunnen worden omdat dat blijkbaar niet in Belgisch belang is.

Terwijl de Vlaamse regering er de economische lusten van draagt moet Zeeland de lasten dragen door de Hedwigepolder als natuurcompensatie af te stoten als landbouwgrond. Wat Zeeuwen met de herinnering aan de ramp van 1953 door de ziel snijdt. Het is zover kunnen komen door het systeemmatig zwakke bestuur van de provincie Zeeland en het relatief kleine belang van deze provincie in Den Haag. Toen de Zeeuwse Jan Peter Balkenende in 2002 premier werd was het kwaad al geschied. Hij kon met de Zeeuwse CDA’er Ad Koppejan dit dossier politiek en juridisch niet meer redden, maar alleen rekken. Dat geeft aan wie het op de Westerschelde voor het zeggen heeft: België. De Vlaamse kolonisatie van de Westerschelde is de afgelopen decennia door Nederland geen halt toegeroepen, maar eerder toegenomen. De politiek laat het gebeuren. Zoals ontpoldering van de Hedwigepolder tegen Zeeuwse wensen in en marginalisering van de binnenvaart op de Schelde leren.

Foto: Petitiesnelheidsbeperking zeevaart Westerschelde’ op petities24.com.

Onderzoek tegen Gentse inspecteur vanwege uitspraken op Facebook

In Gent loopt tegen een politie-inspecteur een onderzoek vanwege racistische uitspraken op zijn Facebook-pagina. Hem wacht een schorsing of tuchtmaatregel. Zijn uitlatingen roepen de vraag op of hij neutraal kan functioneren in de ontmoeting met migranten en of hij de goede naam van het Gentse korps beschadigd  heeft. Hij krijgt ook bijval. In een petitie roepen sympathisanten op tegen het onderzoek te protesteren.

De 56-jarige inspecteur maakte een vergelijking door onderstaande twee foto’s onder elkaar te zetten. Met het commentaar: ‘Zoek de verschillen …. die apen kan je nog iets aanleren …. die zwarten uit de jungle niets.’ Het is niet erg fijnzinnig of grappig wat de Gentse politie-inspecteur hier schreef. Eerder hatelijk en plat.

Inmiddels is volgens een tweet van de journalist van De Gentenaar Bert Staes de Facebook-pagina van deze inspecteur van Politiezone Gent afgeschermd. Dit verklaart dat Nederlandse en Vlaamse media die naar deze kwestie verwijzen, niet de bron geven. Zo ontbreekt de context van de uitspraken en is het oordeel mogelijk gekleurd. Hoewel nauwelijks voor te stellen is wat de verzachtende omstandigheden zouden kunnen zijn.

CNMwyPLWsAA8rdL

Foto: Schermafbeelding in tweet van Bert Staes van schermafbeelding van FB-pagina van de Gentse politie-inspecteur tegen wie een onderzoek is gestart wegens racistische uitspraken op deze FB-pagina.