Wat is de beste strategie om politici als Donald Trump of Geert Wilders te weerstaan? Jimmy Dore verwijst naar een opinie-artikel van Luigi Zingales in The New York Times dat een les trekt voor de aanpak van Trump uit de opkomst van Silvio Berlusconi. Zingales ziet parallellen tussen Trump en de Italiaanse oud-premier. Hij vreest dat de Trump-dynastie twee decennia aan de macht blijft als Donald Trump nu niet goed aangepakt wordt. Voor Nederlanders is het interessant om die les ook op Wilders te betrekken. Hoewel hij niet aan partijvorming doet. Hier volgen de aanbevelingen voor het counteren van Berlusconi, Trump en Wilders (BTW):
a) de oppositie moet zich competent opstellen en niet richten op de persoon BTW, maar op het beleid. Probleem hierbij is dat BTW doorgaans een hap-snap beleid voert en dat op één A4-tje samenvat (Wilders) of vaag blijft over de voornemens (Trump). De hoofdlijn van BTW biedt echter nog voldoende aangrijpingspunten om het beleid centraal te zetten en aan te vallen. Zoals standpunten over moslims en immigratie die in strijd zijn met de grondwet (Trump, Wilders). De Nederlandse les: Media en politieke partijen moeten terug naar de basis: het politieke programma van de PVV en het stemgedrag in de Tweede Kamer. Dit biedt de mogelijkheid om woordvoerders van de PVV die hun beleidsterrein verwoorden centraal te zetten. Dat heeft een tweeledig effect: minder focus op Wilders door verbreding op andere PVV-politici en meer aandacht voor het beleid.
b) de oppositie moet de standpunten van BTW op eigen verdiensten beoordelen en niet op voorhand vanuit een voorgevormde mening afwijzen. Als een standpunt van BTW waardevol is en aansluit bij het programma van een politieke partij dan kan die betreffende partij het omarmen en politieke steun geven. Politieke isolatie van BTW werkt averechts omdat het gematigde kiezers die meegaan in de anti-establishment retoriek van BTW in hun richting jaagt. De Nederlandse situatie: Om de tweedeling tussen PVV en de middenpartijen (VVD, CDA, PvdA, D66) te bestrijden moet de PVV in de beeldvorming zoveel mogelijk gepresenteerd worden als een genormaliseerde politieke partij die in het politieke proces dingen voor elkaar krijgt. Succesjes relativeren de positie van de PVV als paria. De SP kan samenwerking zoeken met de PVV over beleid in de zorg, met de PvdD over dierenwelzijn, met de VVD over strenger immigratiebeleid (dat binnen de grondwet blijft), met D66 over bestuurlijke hervorming, met 50PLUS over pensioenen, met het CDA over drugsbeleid en de joods-christelijke wortels en met de PvdA over de aanpak van fraude in het openbaar bestuur of investeringen in infrastructuur.
c) de oppositie moet zich verjongen en door de-academisering verbreden door leden van jongere generaties van buiten de eigen partijstructuur in de eigen machtsstructuur op te nemen en belangrijke posities te geven. Dat slaat BTW het argument uit handen dat het als enige namens het volk spreekt, haar noden begrijpt en gevestigde partijen de belangen van het establishment vertegenwoordigen. Politieke partijen die BTW willen weerstaan moeten zich opstellen als een beweging en niet als een politieke partij die het eigen voortbestaan centraal zet. De Nederlandse situatie: De Nederlandse politieke partijen hebben in totaal minder dan 290.000 leden en nog slechts 2,2% van de kiesgerechtigden is lid van een politieke partij. Dus de partijpolitiek is hevig aan vernieuwing toe. Een autoritaire leider als Wilders in een partij zonder interne partijdemocratie als de PVV moet niet bestreden worden door andere langgedienden en partijtijgers als Rutte, Samsom, Asscher, Pechtold, Van der Staaij of Zijlstra, maar door jongeren als Jesse Klaver die Wilders juist uit doen komen als bedaagd en gevestigde orde en één van de langzittende parlementariërs die zelf het politieke establishment symboliseert.