Verklaring hoofdredactie Volkskrant, 15 december 2022.
Er is een kwestie over een cartoon. Het gaat om onderstaande cartoon van Jos Collignon in de Volkskrant die door de hoofdredactie wordt verwijderd ‘van de site en al onze uitingen’ omdat deze volgens deze hoofdredactie ‘Marokkanen – in Marokko en in de diaspora – stigmatiseert.’
De tekening is volgens deze verklaring ‘In strijd met wat we als krant willen zijn’. Dat is een navolgbaar standpunt. De tekening zou haaks staan op de Volkskrant, dat tegelijk zegt dat het de vrijheid van columnisten en cartoonisten ‘een groot goed’ vindt.
Maar navolgbaarheid geldt niet voor de volgende uitspraak als de hoofdredactie meent dat bij de tekening ‘de grenzen van de humoroverschreden’ zijn. Dat roept de vraag op of hoe de grenzen van de humor kunnen worden overschreden. Is dat per definitie mogelijk of is het een ongelukkige, te haastig gemaakte formulering? De hoofdredactie lijkt een filosofische uitspraak te doen over de grenzen aan de humor die het niet kan onderbouwen. Wie grenzen van de humor vaststelt, maakt humor tandeloos en ondergeschikt zodat het geen humor meer is.
Tweet van Jos Collignon met afbeelding van gewraakte cartoon, 15 december 2022.
De cartoon toont twee Marokkaanse voetballers op een scooter die wegrijden met de wereldbeker in handen, de trofee van het WK Voetbal in Qatar. FIFA-president Gianni Infantino kijkt ze verbaasd na. De tekening suggereert dat de wereldbeker uit zijn handen is gegrist. Collignon heeft op sociale media veel kritiek gekregen dat hij de Marokkaanse vlag niet heeft voorzien van een vijfpuntige, maar zespuntige ster.
Dat de hoofdredactie afstand neemt van de cartoon van Collignon heeft te maken met oordelen en vooroordelen over jeugdige, stelende Marokkaanse Nederlanders. In die beeldvorming gaat de hoofdredactie amechtig mee. De hoofdredactie lijkt met haar verklaring te zeggen dat de cartoon van Collignon plat is en slechts een laag bevat.
Maar de cartoon kan ook op een ander niveau gelezen worden. Namelijk van vrijbuiter Marokko die niet meegaat in de corruptie van de FIFA en de angst van voetbalbonden om zich uit te laten over alle misstanden in Qatar en eigenhandig de wereldbeker opeist. Als een moderne Robin Hood die steelt van de rijken.
Dat komt naast de kritiek van vele kanten op de arbitrage die meent dat de FIFA aanstuurde op een finale Frankrijk-Argentinië en andere ploegen zoals die van Engeland, Marokko, Kroatië en Nederland bewust heeft benadeeld in de arbitrage.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Feestelijke Utrechtse sfeer na WK-stunt Marokko slaat compleet om: ME veegt de Kanaalstraat leeg‘ in het AD, 10 december 2022.
Mijn vader had een uitspraak die hij af en toe gebruikte. Waarschijnlijk had hij die ooit ergens gelezen. De uitspraak luidde: ‘Een Arabier spuugt niet in eigen bron’.
Het heeft te maken met barre omstandigheden en schaarste aan water. Allen beschermen de waterbronnen omdat iedereen ervan afhankelijk is. Dat is het algemeen belang.
Anders is het met de relschoppers die zwaar vuurwerk afsteken en de politie belagen in Nederlandse binnensteden. Met als aanleiding een voetbalwedstrijd. Ze spugen in eigen bron.
Het Utrechtse gemeentebestuur had zich naar eigen zeggen goed voorbereid op de rellen die onvermijdelijk zouden komen. Utrecht heeft een grote Marokkaans-Nederlandse gemeenschap.
‘Gemeente en politie hebben zich ook dit keer voorbereid en moskeeën, theehuiseigenaren en jongerenwerkers werken samen, gaf Dijksma al aan.‘
De interessante vraag is wat de relschoppers bezielt. Onzekerheid, frustratie, bandeloosheid of een onduidelijke identiteit? De uitleg van sociologen zal zijn: straatcultuur. Maar dat verklaart nog steeds het gedrag niet.
De rellen kunnen in negatieve termen begrepen worden. De relschoppers beschadigen door hun gedrag het aanzien van de eigen gemeenschap. Een positieve verklaring kan zijn dat ze zich emanciperen en juist aan de regels en dwang van hun gemeenschap willen onttrekken. Dat gebeurt dan op een botte manier omdat dat de enige wijze is waarop ze zich kunnen uiten.
Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 9 juni 2012. Licht gewijzigd.
KNVB-keuzecommissie (Pelikaan links, Hoolboom rechts) juichen en springen op bij het enige doelpunt (maker Dillens) van de interland Nederland-België in het Olympisch Stadion, Abe Lenstra (in het midden) blijft zitten, 3 april 1955. Credits: Ben van Meerendonk / AHF, collectie IISG, Amsterdam.
Voetbal is oorlog. Voetbal is emotie. Voetbal is commercie. Voetbal is nationalisme. Voetbal is sport. Voetbal is kijken en luisteren. Voetbal is juichen. Voetbal is teleurstelling. Voetbal is mopperen. Voetbal is omhelzen of afstand nemen. Voetbal is wat ieder denkt dat het is.
Mannen bij de radio, uit een reportage van de voetbalwedstrijd Holland-Zwitserland, 21 september 1947. Credits: Ben van Meerendonk / AHF, collectie IISG, Amsterdam.
De onvolprezen persfotograaf Ben van Meerendonk betrapt ‘Us‘ Abe Lenstra die op 3 april 1955 in het Olympisch Stadion onbewogen blijft zitten bij het enige Nederlandse doelpunt, terwijl keuzeheren juichen. Voetbal was toen radio en opzwepende stemmen, voetbal was de krant. Het spel is populair als belangrijkste bijzaak in het leven. En de bal is rond.
Een voetbalfan ben ik niet. Soms zie ik in gezelschap een stukje van een wedstrijd. Meer niet. Ik kijk dan ook niet uit naar het WK Voetbal in Qatar. Ik laat het graag aan me voorbijgaan. Maar ik gun liefhebbers een spannend toernooi.
Het WK Voetbal in Qatar dat op 20 november 2022 begint kent voor- en tegenstanders. Heikel punt zijn de duizenden gastarbeiders die gestorven zouden zijn bij de bouw van de stadions. Niet minder bepalend voor het slechte beeld van Qatar is de min of meer geheime samenwerking met het Taliban-regime in Afghanistan. De in Qatar gevestigde zender Al Jazeera is alleen kritisch over anderen, niet over Qatar zelf. Dat is geen evenwichtige journalistiek in een niet evenwichtig land.
Qatar probeert met een massaal media-offensief waarbij het de beste pr-bedrijven inschakelt om de westerse publieke opinie voor zich te winnen. Op de achtergrond loeren de Qatarese gasvoorraden waar Europese landen begerig naar kijken nu het afnemen van Russisch gas niet meer kan door de oorlog in Oekraïne. Daarom binden westerse regeringen in. De Nederlandse regering dreigt zelfs tegen de zin van de Tweede Kamer in om een hoge delegatie naar het WK te sturen.
Het uitgangspunt van marketing is dat het onmogelijk is om een slecht product te verkopen. Dat geldt voor Qatar. Dat is een slecht product. Maar Qatar moet niet verkocht worden, maar het WK Voetbal wel. Wat Qatar als middel voor de eigen marketing gebruikt is het doel. Zo kan het dat het WK straks een succes word dat niet positief afstraalt op Qatar. De knip tussen Qatar en WK is te groot.
De vrees dat via sportswashing van het WK Voetbal de reputatie van Qatar wordt opgekrikt lijkt ongegrond. Ook hier is de knip te groot. Alle reclames en advertenties van Qatar die zijn gericht op een westers publiek tonen onwezenlijk als een eigen parallelle werkelijkheid. Het is een te aantoonbare sprookjeswereld die weinig verbinding met de werkelijkheid vindt. Het is fantasie die zich te duidelijk laat kennen als fantasie. Daarbij komt dat een 100% positief Qatarees verhaal door een westers publiek cynisch als naïef zal worden afgedaan.
Voor het WK Voetbal kan dat gunstig uitpakken omdat zo’n voetbaltoernooi een sterk merk is van een op zichzelf staande werkelijkheid die alleen maar om het spelletje draait. Zonder verdere pretenties. Dat geldt niet voor Qatar. Daar blijft het valse beeld van belabberde marketing overheersen. Het valt te verzen voor de machthebbers van dat land dat ze overschat hebben hoe de westerse publieke opinie over hun land te beïnvloeden valt.
Qatar heeft zich met de hoop op sportswashing rijk gerekend, maar door de extra media-aandacht voor de slechte mensenrechtensituatie, de puissant rijke in zichzelf gekeerde elite, de export van en financiële steun voor islamitisch radicalisme, de corruptie rond de keuze voor dit WK en de geopolitieke band met het Taliban-regime in Afghanistan valt eerder te verwachten dat de reputatie van Qatar niet verbetert, maar verslechtert. Qatar had zich beter gedeisd gehouden door niet de aandacht op zich te vestigen.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Druk op politie vorig jaar hoog, vooral door coronahandhaving‘ van de NOS, 18 mei 2022.
Mijn reactie op de FB-pagina van de NOS bij het artikel ‘Druk op politie vorig jaar hoog, vooral door coronahandhaving‘ van 18 mei 2022. Het capaciteitsprobleem van de politie is complex. Het wordt niet opgelost als de problemen bij de inzet bij wedstrijden van het betaald voetbal sterk worden verminderd, maar het zal regio’s met relatief veel betaald voetbal clubs ruimte geven voor een inzet die meer is gericht op de bestrijding van de criminaliteit dan nu. Het maakt ook de weg vrij om de expertise, opleiding en capaciteit van de politie specialistischer op te bouwen dan nu mogelijk is:
Tabel 3.1 over de politie-inzet in aantal uren per seizoen voor het betaald voetbal in het Jaarverslag Voetbal en Veiligheid 2018/2019.
Evenementen zoals wedstrijden in het betaald voetbal leggen een hoge druk op de capaciteit van de politie. Volgens critici te hoog. Te bedenken valt dat dit gaat om commerciële organisaties.
De bestaande regeling is dat de clubs zorgen voor de veiligheid in het stadion en de politie voor de veiligheid buiten het stadion. Vaak worden door clubs in het stadion niet-professionele, vrijwillige stewards ingezet die niet het vermogen hebben om de veiligheid in het stadion te garanderen. Daar gaat het mis.
Dat heeft twee effecten. De politie wordt ingeroepen om de veiligheid in het stadion te waarborgen, terwijl dat volgens de afspraken haar taak niet is. Of een deel van het rellende publiek dat binnen het stadion niet in de hand wordt gehouden gaat buiten het stadion door met rellen. Bij een betere handhaving binnen het stadion zou dat laatste minder op hoeven te treden.
De omgeving van een voetbalstadion is openbare weg waar de politie de veiligheid dient te handhaven. Het waterbed-effect van onnodige onrust in het stadion die geëxporteerd wordt naar buiten het stadion die door de politie moet worden opgevangen is de zwakte van de huidige afspraken in het betaald voetbal.
Er bestaat een patstelling in de afspraken over de inzet van politie bij evenementen. Daar dient een doorbraak in bereikt te worden om de capaciteit van de politie maatschappelijker in te zetten voor de kerntaken die met de openbare orde te maken hebben. Zoals de bestrijding van de zware criminaliteit, drugsgerelateerde criminaliteit en witte boorden criminaliteit.
Het is een bizar luxe probleem om de beperkte capaciteit van de politie in de zetten bij wedstrijden van het betaald voetbal. De politie wordt nu onnodig ingezet bij evenementen die in de kern commercieel van karakter zijn.
Er dient toegewerkt te worden naar nieuwe afspraken tussen de KNVB, de betaald voetbal clubs, de gemeenten waarin deze clubs zijn gevestigd en de politie die twee uitgangspunten hebben. Het beroep dat door de clubs of een gemeente op de politie wordt gedaan voor de handhaving van de openbare orde bij voetbalstadions dient sterk te verminderen en de clubs dienen zelf met een scala van maatregelen meer actieve verantwoordelijkheid te nemen in het handhaven van de openbare orde en het terugdringen van de inzet van de politie.
Een regeling zou de volgende elementen kunnen bevatten: 1) de betaald voetbal clubs uit de Eredivisie en Eerste divisie dienen te zorgen voor voldoende professionele handhaving van de openbare orde binnen de stadions; 2) de handhaving binnen de stadions waarvoor de clubs verantwoordelijk zijn dient uitgebreid te worden naar de naaste omgeving van de stadions; 3) de kosten van de inzet van de politie dienen, boven een gezamenlijk af te spreken redelijke basisinzet die overeenkomt met normale handhaving van de openbare orde buiten het stadion, bekostigd te worden uit de gezamenlijke televisie inkomsten van de betaald voetbal clubs; 4) als de kosten voor de inzet van de politie bij wedstrijden van het betaald voetbal niet in evenwicht gebracht kunnen worden met de inkomsten van de totale betaald voetbal sector, dan dient die sector gesaneerd te worden door het fuseren of opheffen van clubs.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Kabinet ziet boycot van WK voetbal in Qatar niet zitten‘ in De Telegraaf, 18 november 2021.
De regering-Biden overweegt om vanwege de mensenrechten geen diplomatieke afvaardiging naar de komende Olympische Winterspelen in China te sturen. Aldus een bericht van Politico van 18 november 2021. Dit speelt tegen de achtergrond van een relatie tussen de VS en China die tijdens de regering Trump verslechterd is. De Winterspelen vinden vanaf 4 februari 2022 plaats in Peking.
De regering Biden spreekt over ‘de genocide op religieuze minderheden in Xinjiang’. Het Canadese Lagerhuis steunde in februari 2021 een motie die zegt dat de behandeling van de Oeigoeren genocide is. De Nederlandse regering noemde het toen geen genocide, maar ‘grootschalige mensenrechtenschendingen tegen Oeigoeren‘.
Dat zou Nederland ook kunnen doen door geen ministers, premier of staatshoofd die deel van de regering uitmaakt te sturen naar de Winterspelen in China.
Hetzelfde is een optie voor het WK Voetbal in Qatar. Wel sporters sturen, maar geen diplomatieke afvaardiging namens Nederland. In februari 2021 nam een meerderheid van de Tweede Kamer een motie van SP-Kamerlid Sadet Karabulut aan met alleen VVD, CDA en FVD tegen die oproept om geen diplomatieke afvaardiging naar Qatar te sturen, aldus een bericht in De Telegraaf. Het gaat niet om een boycot, want dan zou Nederland geen sporters sturen, maar om het niet sturen van een diplomatieke afvaardiging.
In antwoord op een vervolgmotie van maart 2021 antwoordde het kabinet op 21 mei 2021 dat dit nog niet aan de orde was omdat Nederland zich nog niet had gekwalificeerd en dat pas in november 2021 duidelijk werd. Welnu, deze week heeft het Nederlandse elftal zich door een zege op Noorwegen geplaatst voor het WK in Qatar.
De schendingen van de mensenrechten in China zijn veel groter dan in Qatar en vinden op industriële schaal. Van de andere kant is de economische en politieke macht van China groter dan van Qatar.
Pas op 18 november 2021 dienden D66, GL en CU een motie in die de regering oproept om vanwege de mensenrechten geen diplomatieke afvaardiging naar de Winterspelen in China te sturen. Beide moties lijken samen te hangen.
Of de motie van Sjoerdsma c.s. over China wordt aangenomen staat nog niet vast, maar is wel waarschijnlijk. Dan is het echter nog niet zeker of de regering die motie uitvoert. Het weigert evenmin de motie van Sadet Karabulut over Qatar uit te voeren. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok kondigde dat in zijn antwoord van mei 2021 aan.
Dit is des te merkwaardiger omdat het over het functioneren van de regering gaat en de grenzen die daar aan gesteld worden door de Kamer. Het Kamer heeft daarover het laatste woord, maar de demissionaire minister van Buitenlandse Zaken Ben Knapen (CDA) legt in navolging van Blok en na plaatsing van het Nederlands elftal de motie Karabulut naast zich neer en noemt volgen het bericht in De Telegraaf het uitvoeren ervan een symbolisch gebaar. Dat gaat dus over moderne slavernij van arbeidsmigranten. Hij verantwoordt dat zo: ‘Ik vind het te kort door de bocht om nu als een soort protestgebaar te zeggen, ‘we blijven weg’.
Dat is op zijn beurt te kort door de bocht van minister Knapen. Hij geeft zowel een verkeerde beschrijving van de situatie in Qatar als een misleidende beschrijving van de motie Karabulut. Die roept niet op dat ‘we‘ wegblijven, maar ‘geen afvaardiging van de regering te sturen naar het WK in Qatar en hierover in overleg te gaan met andere landen‘. De motie roept niet op dat de sporters wegblijven.
SP-Kamerlid Jasper van Dijk vindt het naast zich neerleggen van de motie Karabulut schoffering van de Tweede Kamer. Van Dijk: ‘Het zou zeer ongepast zijn als onze koning gezellig in een skybox gaat staan borrelen met de autoriteiten van Qatar. Zo lang werknemers worden uitgebuit moeten we dat voorkomen.’
Dat is een echo en voorafschaduwing van de kritiek die koning Willem-Alexander in februari 2014 kreeg toen hij tegen alle protesten in vanwege de schending van de homorechten door het Kremlin van het kabinet de Winterspelen in Sochi mocht bezoeken en met president Poetin een biertje dronk. Anders landen schaalden toen hun diplomatieke afvaardiging af, maar Nederland weigerde dat. Het RD formuleerde dat toen in een subliem redactioneel zo: ‘Het gedrag van onze koning in Sotsji was niet wijs en niet waardig‘. De kans bestaat dat de koning dat in Qatar of Peking herhaalt.
Om koning Willem-Alexander tegen zijn eigen hysterie te beschermen is het alleen al gewenst om de beide moties over Qatar en China (mits die aangenomen wordt) uit te voeren. Zodat hij zich niet net als in Sochi 2014 opnieuw aan kan stellen als een kleine jongen en controversiële bestuurders van het ontvangende land legitimeert door ze te ontmoeten en een persmoment te gunnen voor hun propaganda. Dat komt naast de afkeuring over de behandeling van minderheden en arbeidsmigranten en de toepassing van de mensenrechten in beide landen.
Het kabinet doet er verstandig aan om in Europees verband te opereren en steun te zoeken voor het niet sturen van een diplomatieke afvaardiging naar de Winterspelen in China en het Wereldkampioenschap Voetbal in Qatar. Het gaat om de sport en daarom is het gewenst dat sporters en sportbestuurders de aandacht krijgen zonder dat een staatshoofd, premier of minister daar pontificaal voor gaat staan.
Er zijn voldoende mogelijkheden, plekken en gremia om de diplomatieke relaties met beide landen te onderhouden. Dat hoeft niet tijdens een sporttoernooi te gebeuren. Minister Knapen mist de essentie als hij zegt dat het wegblijven van de regering een symbolisch gebaar is. Het is andersom, de diplomatieke afvaardiging naar zo’n sporttoernooi is een symbolisch gebaar.
Bukayo Saka, 19, was targeted with racist abuse after Sunday’s Euro 2020 loss. (Reuters/Carl Recine)
De claim dat topsport verbindt is een misverstand. Degenen die dat zeggen en verbinding naar voren brengen als kenmerk van topsport weten dat het onzin is, maar om commerciële en politieke redenen houden ze uit eigenbelang de claim in de lucht.
De Londense Metropolitan Police meldt vandaag volgens een bericht op Politico dat het ‘onderzoek deed naar de golven van online raciaal misbruik waarmee de zwarte spelers van het Engelse voetbalteam werden geconfronteerd nadat de ploeg door Italië was verslagen in de Euro 2020-finale’. Bukayo Saka, Marcus Rashford en Jadon Sancho, die allemaal zwart zijn, namen deel aan de strafschoppenserie die nodig was nadat de stand na 120 minuten wedstrijd gelijk was. Sindsdien zijn ze het slachtoffer van racistische scheldpartijen op hun sociale media-pagina’s.
De claim over die verbinding maakt topsport belangrijker dan het feitelijk is en trekt geld aan. Omroepen die hun zendtijd rijkelijk vullen met uitzendingen van topsport werken er bewust aan mee om het misverstand in de lucht te houden. Ze geven zich over aan de gemakzucht. Zodat het misverstand in de beeldvorming nog sterker benadrukt wordt. Want omroepen hebben zich grotendeels afhankelijk gemaakt van de aanbieders van topsport. Ze larderen dat met ellenlange praatprogramma’s over sport die relatief makkelijk te maken zijn en niet veel kosten.
Zo tekent zich een bizarre samenklontering af van sportbobo’s, sportbemiddelaars, sportbonden, investeerders in topsport, politici die de nationale kaart trekken als er een sportprestatie geleverd wordt door de ‘eigen’ sporters, mediabedrijven die sport aanbieden, omroepen die topsport uitzenden en het publiek dat topsport in grote porties voorgeschoteld krijgt en geconditioneerd is om niet verder te vragen.
De politiek vindt de buitensporige aandacht voor topsport best omdat het de perfecte afleiding is van echte problemen die niet of slechts mondjesmaat aangepakt worden. Zoals de klimaatproblematiek, de pandemie, goed bestuur of evenwichtige eigendomsverhoudingen.
Van de aandacht voor topsport wordt gezegd dat het iets is ‘waarmee je het volk tevreden houdt’. Maar de waarheid is dat de Romeinse schrijver Juvenalis die de term brood en spelen (‘panem et circenses‘) bedacht het niet serieus, maar spottend bedoelde. Onze Taal zegt in een trefwoord hierover: ‘De keizers zorgden voor deze gratis spelen en dit gratis brood om het volk rustig te houden. Juvenalis gebruikte de term brood en spelen sarcastisch. Hij wilde ermee aangeven dat het Romeinse volk oogkleppen ophad voor het verval van het Romeinse Rijk. Zolang er maar brood werd uitgedeeld en spelen werden georganiseerd, was het volk tevreden, en keek het niet verder dan zijn neus lang was.‘
Het is merkwaardig dat de term brood en spelen ontdaan is van de spottende betekenis en tegenwoordig ver is afgedwaald van wat het ooit betekende. Het wordt als verdienste voorgesteld, maar dient om te verhullen. Dat is het gevolg van misleiding (‘sport verbindt’) en afleiding (‘het volk kijkt niet verder dan de neus lang is’).
Moeten we ons druk maken over de in ogen van sommigen onevenredige aandacht voor topsport in de media? Je kunt toch zeggen dat het volk uiteindelijk krijgt wat het verdient? Maar dat is te simpel bekeken omdat er geen echte keuze meer is. De rest is wegbezuinigd. Liefhebbers van sport die buiten de topsport valt, kunst, film of natuur worden in de media stiefmoederlijk bedeeld. Ze worden in de steek gelaten. Daar gaat het mis.
Het begin van een oplossing om te komen tot een evenredige aandacht voor topsport die niet zo buitensporig is als nu is het besef dat topsport niet verbindt, maar verdeelt. Wellicht kan men nog beweren dat aandacht voor topsport mensen in de eigen kring beter insluit, maar de keerzijde daarvan is dat het de verdeeldheid tussen groepen mensen vergroot. Topsport raakt aan de open zenuwen van een samenleving zoals de racistische uitingen van het Engelse voorbeeld illustreren.
Welke sport- of mediabobo wil daarmee geassocieerd worden in deze tijden waar de termen diversiteit en inclusie bekende begrippen zijn? Laten we ze ter verantwoording roepen door de claim dat sport verbindt door te prikken. Het sprookje heeft lang genoeg geduurd.
Op de terugweg van Rotterdam naar Utrecht liet mijn medereiziger op haar telefoon de uitslag van de wedstrijd van Nederland tegen Tsjechië zien: 0 – 2. Mijn eerste reactie was: ‘Godzijdank’. Niet omdat ik het Nederlands elftal en de supporters geen feestje gun, maar omdat de Oranjegekte, het nationalisme en de zelfoverschatting over de eigen kansen weer langzaam bezit van de Nederlandse publieke opinie begon te nemen. Dát ontstemde me. Ik was blij dat dát stopte en me in supermarkt, straten en televisie (eindeloze praatprogramma’s over voetbal) niet nog twee weken bleef achtervolgen.
Van voetbal heb ik geen verstand. Het interesseert me weinig. Wel zie ik topsport als een interessant maatschappelijk fenomeen waar commercie, publiciteit. politiek, emotie en volksaard samenkomen. Het citaat van Sky Sports bij bovenstaande video van VoetbalPrimeur is in mijn ogen veelzeggend: ‘Nederland is identiteit helemaal kwijt!‘. Welk Nederland wordt hier bedoeld?
Het commentaar van VoetbalPrimeur baseert zich op de krantencommentaren die vernietigend zijn voor het Nederlands elftal. De spelers zouden slecht gespeeld hebben en geen karakter en vechtlust hebben getoond en coach Ronald de Boer zou foute beslissingen hebben genomen en niet hebben geïnspireerd. Het is mogelijk, ik heb de wedstrijd niet gezien, dus kan er niet over oordelen. En als ik de wedstrijd wel had gezien had ik er nog niet over kunnen oordelen.
Praten over voetbal of topsport in het algemeen is bijna altijd achteraf praten of het doen van voorspellingen die achteraf niet worden gecheckt. Dat doet VoetbalPrimeur hier ook. Dat maakt voetbalcommentaar per definitie vrijblijvend en zweverig. Het wordt samengevat in de dooddoener: ‘De bal is rond‘. Dat maakt voetbal ook zo populair en goed inzetbaar in massamedia omdat de analyse altijd klopt omdat die alleen naar zichzelf verwijst. Voetbalcommentaar is een in zichzelf gesloten wereld dat daarbuiten geen betekenis heeft. Dus onschadelijk voor de macht.
De UEFA begreep dat uitgangspunt goed door het verbod op het vertonen van de regenboogkleuren in het stadion van München tijdens de wedstrijd Duitsland – Hongarije. Het ontbreken van maatschappelijke en politieke relevantie is de hoofdregel van voetbal. Dat is de afspraak. Het is wel een instabiel evenwicht omdat in vele gevallen voetbal en politiek nauw samenhangen en voetbal wordt doordrenkt met politiek. Kijk naar het WK van 1978 in Argentinië dat moest dienen om de machtsbasis van het regime te verbreden. Maar dan is voetbal geen voetbal meer, zeg een belangrijke bijzaak, maar wordt het een politiek bijproduct.
De beeldvorming over sport kan zo gek niet zijn of ik wil het geloven. Wat me opvalt is dat het Nederlands elftal na drie gewonnen wedstrijden in de poule tegen zwakkere ploegen de hemel in werd geschreven, terwijl nu het omgekeerde gebeurt. De spelers en de begeleiding worden de grond in geboord. Is dat niet twee keer buiten proportie? Wat zeggen die overdreven reacties over de identiteit van Nederland?
In politiek opzicht is Nederland in Europa het grootste land van de kleinen of als men het welwillend oprekt het kleinste land van de groten. Met voetbal lijkt het niet anders. Het Nederlands elftal blijft net als de Nederlandse staat steken tussen servet en tafellaken.
Het voordeel, of zo men wil nadeel, van voetbal is dat uitschieters naar boven of beneden vaker plaatsvinden dan in de politiek. Hoewel Nederland afgelopen jaren talloze politiek nederlagen heeft geleden, zoals Zwarte Maandag in 1991. Toenmalig Premier Lubbers en minister van Buitenlandse Zaken Van den Broek dachten dat ze een akkoord hadden over een verdragstekst voor de Europese Politieke Unie, maar bijna alle EU-lidstaten veegden het van tafel. Nederland had het niet zien aankomen. Dat kwam door een slechte voorbereiding. Waarschuwingen werden genegeerd. Die politieke tik op de vingers heeft jaren nagedenderd.
Typeren zelfoverschatting en onderschatting van de tegenstander de Nederlandse identiteit? Ik weet het niet. Er zijn genoeg uitzonderingen. Wellicht gaat het eerder over de identiteit van de massamedia en sociale media die erg snel hun evenwicht verliezen. Als men al kan bepalen of ze welbeschouwd ooit in evenwicht zijn. Dat komt omdat voetbal zoals gezegd in zichzelf geen maatschappelijke en politieke relevantie heeft.
Iets dat gewichtsloos is kan als een ballon hoog stijgen, maar ook diep naar beneden storten. Dat laatste heeft een groot deel van het Nederlandse publiek op zondag 27 juni 2021 ondervonden en daar praten de massamedia nu eindeloos over na omdat hun favoriete betoog de cirkelredenering is. Ze hebben achteraf altijd gelijk. Daarmee is het nauw verbonden met het voetbalcommentaar. Dat is een eindeloos gesprek over niets. Voetbal vult de existentiële leegte met hanteerbare leegte.
De oorlog van de shirts zou de titel van een film kunnen zijn. De synopsis zou dan zijn: ‘Zoals elk jaar krijgen de inwoners van Oekraïne aan het begin van elk oorlogsjaar ruzie met die van Rusland. Dit jaar zal anders zijn, aangezien het Oekraiense voetbalteam zojuist het idee heeft gekregen om de contouren van hun land af te beelden om hun shirt. Rusland heeft in 2014 onrechtmatig een stuk land ingepikt, het schiereiland de Krim. Dat beschouwen de Russen als een voldongen feit en het ter discussie stellen daarvan als een politieke daad. Daarop antwoorden de inwoners van Oekraïne dat niet hun shirt, maar de bezetting van een deel van hun grondgebied een politieke daad is. Namelijk het schenden van de territoriale integriteit van hun land. Dat hoeven ze niet te zeggen, dat staat op hun shirt‘.
Dit shirt gaat het team van Oekraïne dragen tijdens het komende EK Voetbal. Uit een bericht van AFP blijkt dat het shirt van Oekraine ‘is goedgekeurd door de UEFA, in overeenstemming met de toepasselijke tenuevoorschriften’. De Russische voetbalbond had dinsdag 8 juni 2021 bij de UEFA in een brief bezwaar gemaakt tegen het Oekraïense shirt waarbij het ‘wees op het gebruik van politieke motieven op het Oekraïense nationale teamshirt, wat indruist tegen de basisprincipes van de UEFA-tenueregels’. Op zondag 13 juni spelen Oekraïne en Nederland in Amsterdam hun eerste wedstrijd in het EK.
De internationale gemeenschap steunde in 2014 in meerderheid de niet bindende resolutie 68/262 van de Algemene Vergadering van de VN. Daarin staat dat de territoriale integriteit van Oekraïne binnen internationaal erkende grenzen wordt erkend en dat het zogenaamde referendum van de Russische Federatie over de Krim ongeldig was. Zie mijn commentaar van 20 maart 2014 over de rechts-extremistische waarnemers die het Kremlin toendertijd geronseld had in een poging om het referendum legitimiteit te geven. Sinds 2014 heeft de internationale gemeenschap inclusief VS en EU haar stellingname niet gewijzigd die zegt dat de annexatie van de Krim door de Russische Federatie onrechtmatig is en het schiereiland teruggeven moet worden aan Oekraïne. Ook als dat tientallen jaren duurt.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Backing Ukraine’s territorial integrity, UN Assembly declares Crimea referendum invalid‘, UN News, 27 maart 2014.
De Krim kent ernstige waterproblemen. Dat was in 1954 de belangrijkste reden voor de leiding van de toenmalige Soviet-Unie om het schiereiland over te dragen aan de Republiek Oekraïne. Zo’n 65 jaar later is dat waterprobleem nog niet opgelost en lijkt voor het welzijn en de economische ontwikkeling van de Krim een goede verstandhouding met Oekraïne een voorwaarde omdat dat land de watertoevoer kan afsluiten. Het tekort aan water is schadelijk voor landbouw, bevolking en toerisme.
Er is vaker gezegd van president Poetin dat hij een slimme tacticus is, maar een beroerde strateeg. De populariteitsbonus die de Russische president Poetin in 2014 kreeg door de bezetting van de Krim die een golf van nationalisme aanwakkerde is uitgewerkt. Hij gaat in zijn buitenlandse politiek voor snel en makkelijk gewin en kijkt onvoldoende wat dat voor de lange termijn betekent. Poetin verzamelt molenstenen om de nek van de Russische Federatie.
In Syrië, Wit-Rusland, de Krim en de zogenaamde volksrepublieken Donetsk en Loehansk in Oost-Oekraïne steekt Poetin zijn tegenstanders de loef af, maar zadelt zijn eigen land met torenhoge kosten op. Dat kan de Russische Federatie niet betalen omdat het met deze buitenlandse avonturen op grote voet leeft. Het land verkeert economisch in stagnatie en heeft nu het geluk dat de olieprijs met ongeveer 70 USD voor een vat de hoogste in twee jaar is. Maar dat kan veranderen en is een wankele basis voor structurele kosten van deze expansie.
Oekraïne peutert met dit shirt in een open zenuw van het Kremlin. Het is een slimme actie van Kiev om op het populaire EK de onrechtmatige bezetting van de Krim door de Russische Federatie onder de aandacht te brengen. De uitspraak ‘Voetbal is oorlog‘ die per abuis aan de succesvolle Ajax-trainer Rinus Michels wordt toegeschreven bevestigt het idee dat sport meer is dan sport. Het heeft alles met politiek te maken. Dat wordt keer op keer bewezen.
Dat de Russische voetbalbond die onder controle van het Kremlin staat ontkent dat politiek niet thuishoort in de sport is een eenzijdige en onoprechte benadering. Het is juist het Kremlin dat telkens sport inzet voor politieke doeleinden. Inclusief staatsprogramma’s om te frauderen met de dopingcontrole om zo successen te behalen die voor politieke doeleinden worden gebruikt. De Russen krijgen nu van het Oekraïense broedervolk een koekje van eigen deeg.
Je kunt er alleen maar verbaasd over zijn dat het Kremlin door dit protest Oekraïne in de kaart speelt en extra aandacht aan deze kwestie geeft. Dat is niet in het belang van het Kremlin omdat het publicitair averechts werkt. De kaart van Oekraïne op dit voetbalshirt getuigt van zelfbewustzijn en geeft het signaal af dat Oekraïne niet bang is voor de grote, boze buurman.
Er wordt wat afgeouwehoerd in de media. Over voetbal, de politiek, het weer of wat dan ook. Voorspellingen zijn een extreme vorm van leuteren. Het is best, want het is aardige tijdvulling. Maar wat als het bazelen in de plaats komt van een serieuze benadering van het onderwerp of de benadering van een serieus onderwerp? Dan is het wauwelen minder onschuldig dan het lijkt. Zo wordt zwammen een afleiding voor een volwaardig publiek debat.
Ja, de winter van 2021 wordt meer winter. Laten we hopen dat het publieke debat van 2021 ook meer publiek debat wordt dat geen bijzaken, maar hoofdzaken aansnijdt. Ik durf de voorspelling aan dat dat niet zal gebeuren. Zie, ik word ongewild onderdeel van het leuteren. Ook in 2021 zal veel gekwebbeld worden over oppervlakkigheden. Het is zoals het is. De wereld bestaat nu eenmaal uit bijzaken waar hoofdzaken bedachtzaam achter verstopt worden.