Waarom ons druk maken over Vlaamse identiteit? Die staat straks toch onder water

De rechtse NVA en het radicaal-rechtse Vlaams Belang hameren op het boetseren van een Vlaamse identiteit. In het onderwijs, in de media en in de samenleving, maar NVA wil vooralsnog niet samen optrekken met het Vlaams Belang. Het accent op Vlaamse identiteit houdt noodgedwongen in dat andere identiteiten in Vlaanderen in de verdrukking komen.

Met een West-Vlaamse tongval (denk ook de geweldige serie Chantal die doordesemd is met West-Vlaanderen en de eigenzinnige grenzeloosheid die bij kuststreken hoort) relativeert Pieter-Jan Catteeuw dat tamboereren van de rechtse politiek op Vlaamse identiteit.

Hij kijkt naar de toekomst en vraagt zich af wat van de Vlaamse historie en cultuur overblijft als de zeespiegel blijft stijgen. Dat is de enige spiegel waar we nu in moeten kijken. Het is zoals in vele landen ook in Vlaanderen vooral de rechtse politiek die de klimaatproblematiek ontkent. Met als gevolg dat maatregelen uitblijven om de stijgende temperaturen en stijgende zeespiegel aan te pakken. In 2050 zijn in Europa de gletsjers gesmolten.

Het laaggelegen Vlaanderen is kwetsbaar voor de stijgende zeespiegel. De paradox is dat de Vlaamse identiteit in de toekomst zal moeten emigreren naar hoger gelegen gebieden. Met meenemen van frietkot, koersfiets, brouwerij en alles wat volgens rechts nu Vlaanderen tot Vlaanderen maakt. Dan worden ook de rechtse Vlamingen migranten.

In de tussentijd is het potverteren en pierewaaien. Voor zolang het duurt. Met het accent op de Vlaamse identiteit die volgt uit terugkijken, terwijl de wijsheid vooruitkijken gebiedt. Het kortetermijndenken is het maximale wat de politiek aankan. Dat is jammergenoeg niet uniek voor Vlaanderen.

Advertentie

Om pseudo-wetenschap in de media te bestrijden moet er een Vereniging tegen de Kwakzalverij in de Media worden opgericht

Het is opvallend dat zowel economen als filosofen de huidige COVID-19 pandemie gebruiken om zich als individu te profileren en hun zaak te bepleiten. Ook en zelfs juist als die slechts zijdelings iets met de pandemie te maken heeft. Het wordt er potsierlijk op als deze deskundigen net doen alsof hun vakgebied een wetenschap is, laat staan een exacte wetenschap. Maar het wordt er idioot op als deze deskundigen net doen alsof ze ook verstand hebben van een ander vakgebied. Dat hebben ze niet. Dat is bewuste misleiding en zelfoverschatting waar overigens de media ook een rol in te spelen hebben. Ze moeten zo’n opinieleider die buiten zijn of haar vakgebied gaat stoppen onder het mom: ‘tot hier en niet verder’. Media moeten de desinformatie niet aanwakkeren.

Denk aan de economen Coen Teulings en Barbara Baarsma die de afgelopen maanden voorlopig hun plek in de geschiedenis hebben verspeeld met slecht onderbouwde, onzinnige uitspraken. Ze hadden moeten zwijgen over gezondheidskwesties waar ze niet echt verstand van hebben en hadden niet de schijn moeten wekken dat de deskundigheid op hun economisch terrein niet zonder meer uitgebreid kan worden naar andere terreinen. Want daarop zijn ze net zo onwetend en ondeskundig als elke willekeurige, nadenkende burger. Voor Ad Verbrugge geldt hetzelfde.

Verbrugge neemt een loopje met de waarheid. Is het angst of realisme dat er in de VS nu al meer dan een half miljoen geregistreerde doden zijn als gevolg van COVID-19? Overheden handelen aarzelend en nemen soms de verkeerde beslissingen omdat ze dit (sinds 1919) niet meer bij de hand hebben gehad. De macht van overheden en techbedrijven moet ingeperkt worden en de privacy en vrijheid van burgers moet beschermd worden. Dat is zinvolle kritiek, maar het is grotesk en gevaarlijk voor de volksgezondheid om dit direct te koppelen aan de bestrijding van de huidige pandemie.

Afgelopen maand was er op de Vlaamse publieke omroep VRT de 3-delige serie BDW met de rechtse politicus Bart De Wever. Voorzitter van de rechts-nationalistische N-VA en burgemeester van Antwerpen. Hij gaf een inkijkje in zijn handelen en de strategie van de (partij)politiek. Of men het nou met zijn politieke overtuiging eens is of niet. Hij zei dat politici moeten zwijgen als ze niks te zeggen hebben. Daarmee doelde hij vooral op PS-voorzitter Paul Magnette die volgens hem telkens de onderhandelingen over een regeringscoalitie bemoeilijkte en zelfs onmogelijk maakte door er in de media bijna dagelijks zijn commentaar op te geven. Interessant is dat de kritiek van De Wever deels bestaat uit fundamentele mediakritiek en deels uit eigen politieke profilering. Hij is zo door de wol geverfd dat moeilijk valt te zien waar het een in het ander overgaat.

Wat zou het helpen als we weten dat als een politicus of opinieleider publiekelijk spreekt en daar in de media verslag van gedaan wordt we er vanuit konden gaan dat zo iemand dan ook echt iets zinvols te melden heeft. De talkshows en krantenkolommen zouden er opgeruimd door worden (‘Less is more’) en de kwantiteit van de loze beweringen zou ingewisseld worden voor de kwaliteit van de inhoud. En we weten nu toch al dat er eerder een te groot dan een te gering beroep wordt gedaan op de tijd, het geduld en de goede smaak van de nieuwsconsument? Het is zoals gezegd niet in de laatste plaats aan omroep of krant om de oprispingen en losse flodders van ‘wetenschappelijke’ opinieleiders die zich buiten hun vakgebied begeven en zich manifesteren als pseudo-deskundigen geen plek te geven.

Sommigen noemen het hoogmoed, publiciteitsgeilheid of een verdienmodel van al die (pseudo)-wetenschappers die met hun praatjes als een plaag de media teisteren. Het is de hoogste tijd dat de loze beweringen, schijnwaarheden en filosofietjes in het publieke debat fundamenteel worden bestreden. Nu gebeurt dat goedbedoeld, maar halfslachtig vanuit het idee om desinformatie te bestrijden. Het valt te bezien of dat de juiste invalshoek is. Verboden of blokkades zijn niet het juiste antwoord, maar een aanschouwelijke weerlegging met argumenten als boter bij de vis is dat wel.

Er is in Nederland een vrije pers, maar de interne correctiemechanismen van de journalistiek zoals Ombudsmannen zijn verregaand uitgekleed. Het mechanisme van zelfregulering heeft weinig tanden. Op sociale media is de tegenspraak en correctie zo goed als uitgeschakeld door het eilandenrijk van de bubbels.

Waar de publieke uitspraken van politici en opinieleiders raken aan of gaan over wetenschappelijk onderwerpen is in de media een evenknie van de Vereniging tegen de Kwakzalverij nodig die per omgaande en wijd verspreid corrigeert, in de goede context zet en deskundigen die onder de pretentie van alwetendheid buiten hun vakgebied gaan terechtwijst. Dan kunnen in elk geval de misverstanden die opgeroepen worden snel opgeruimd worden. Als het vuil van het land dat uit de studio’s en krantenredacties wordt verwijderd. En ook van de universiteiten.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelOnze angst voor het virus geeft de staat te veel ruimte’ van Kees Versteegh in NRC, 28 februari 2921.

Foto 2: Schermafbeelding van deel aankondigingWebinar 2020 On demand: Sociale media, slecht voor de gezondheid?’ van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, 19 augustus en 21 oktober 2020.

Kritiek op term ‘oikofobie’ en advies aan Doorbraak.be om afstand te nemen van de rechts-radicale alt-right beweging (zoals Baudet)

Mijn reactie bij een artikel van Steven Vandeborre op Doorbraak.be. Ik stem ermee in en zet evenals de auteur vraagtekens bij het begrip ‘oikofobie’. In een slotwoord roep ik Doorbraak.be op als het zich wil profileren als conservatieve of nationalistisch-conservatieve Vlaamse beweging dat het gevaar loopt om besmet te worden door gedachtengoed en vertegenwoordigers van de alt-right beweging. Zoals die nu in de partij Forum voor Democratie verzameld zijn. Doorbraak.be zou er daarom beter aan doen er publiekelijk afstand van te nemen.

Mee eens wat Steven Vandeborre schrijft. Er zijn twee posities mogelijk ten aanzien van het begrip ‘oikofobie’.
1) De rechts-radicale kleinkinderen van Scruton beweren in navolging van Baudet dat EU, hedendaagse kunst, multiculturalisme en pluriformiteit niet verenigbaar zijn met dat thuisgevoel en tot zelfhaat leidt. De tovenaarsleerlingen klimmen op de schouders van hun meesters. Dat resulteert erin dat rechts-radicale aanhangers of sympathisanten van wat met een verhullende term alt-right wordt genoemd democratische normen, waarden en instellingen afwijzen en misleidende informatie geven over principes als de rechtsstaat en vrijhandel.
2) Degenen die op afstand staan van dat rechts-radicale gedachtengoed beweren dat dat alles wel verenigbaar is met dat thuisgevoel, er per definitie niet haaks op staat en niet in zelfhaat eindigt en daarom niet hoeft te leiden tot de afwijzing van de democratie en misleidende informatie.

Ik probeer een en ander aan de hand van de rechts-radicale opvatting van kunst aan te tonen. Hedendaagse kunst die moderne kunst in de eigen tijd is kan vervreemding verbeelden zoals Bertolt Brecht dat vanaf 1920 in het theater deed. Hedendaagse kunst kan politieke standpunten verbeelden zoals 17de-eeuwse schilderkunst (De bedreigde Zwaan van Jan Asselijn) of klassieke kunst (De Lysistrata van Aristophanes) dat ook deden. Hedendaagse kunst kan de samenleving een spiegel voorhouden waardoor het eigene ter discussie wordt gesteld en minder vanzelfsprekend wordt. Hedendaagse kunst kan de structuur van de werkelijkheid ontrafelen door te proberen achter de façade ervan te kijken. Zoals Roland Barthes dat in 1970 in zijn semantische analyse van een verhaal van Honoré de Balzac S/Z deed. Dat zijn geen uitgangspunten, maar toepassingen van hedendaagse kunst.

Baudet geeft door in zijn rijtje vervreemding (in de traditie) van Brecht naast ‘oikofobie’ (thuisgevoel) van Scruton te zetten aan de cultureel-historische en dramaturgische achtergrond van de Brechtiaanse Verfremdung niet te begrijpen. Zoals bij Baudet de pretentie iets te weten van hedendaagse kunst en kunsttheorie voortdurend op gespannen voet staat met zijn werkelijke kennis over en inzicht in kunst(theorie). Vervreemding is niet bedoeld of wordt als dramaturgisch middel ingezet om mensen van hun omgeving te vervreemden, maar beoogt juist het omgekeerde. Namelijk het vergroten van de bewustwording door mensen aan de hand van het creatieve maakproces (het tonen van de montage) zich van hun achtergrond en (achtergestelde) positie bewust te maken. Door ze letterlijk achter de werkelijkheid te laten kijken. Wakker schudden van burgers is hetzelfde wat Baudet zegt te doen. Hij verwart het Vervreemdings-effect als artistiek middel met het gevolg ervan.

Kan Baudet vanwege zijn onbegrip nog geëxcuseerd worden voor het omwisselen van de uitgangspunten en toepassingen van hedendaagse kunst, dat geldt niet als hij stelt dat een uitgangspunt ervan ‘zelfhaat’ is. Dat is geen uitgangspunt, laat staan toepassing van hedendaagse kunst, maar een begrip uit de psychologie dat ‘een vorm van totale afwijzing is die de eigen persoon betreft’. Vertaald naar de hedendaagse kunst zou dat betekenen dat het via een toepassing zichzelf totaal afwijst. Maar dat is in strijd met de logica omdat het van tweeën een is. Ofwel, als hedendaagse kunst zichzelf afwijst dan kan het die afwijzing niet tegelijkertijd als toepassing inzetten. Want dan wijst het zichzelf per definitie niet totaal af, maar bevestigt het zichzelf juist.

De zelfbenoemde en uiterst tevreden met zichzelf zijnde denker Baudet is bij nader inzien vooral een sprokkelaar van andermans gedachten. In de samenvoeging beseft hij dat hij denkfouten maakt die hij door ze in de mal van de partijpolitiek te persen probeert te verhullen. Want in de politiek gelden andere normen en mores dan in de kunsttheorie of de filosofie. In de politiek ligt de lat lager. Baudet rekent erop dat hij ermee wegkomt, en dat is precies wat gebeurt. Het is wellicht de echte reden dat hij de carrièrestap naar de politiek heeft gezet, terwijl hij verklaarde dat nooit te zullen doen en er ongeschikt voor te zijn. Zijn hulptroepen op sociale media laten zich zonder de kern van het debat te doorgronden ervoor gebruiken de kritiek op het denken van Baudet te neutraliseren. Zodat Baudet een debat kan voeren zonder daar ooit kritiek op te ontvangen. Zodat een gratis rit in de publiciteit zijn beloning is.

Als slotwoord nog een overweging voor onderweg over het karakter en de profilering van Doorbraak.be en de term conservatisme of nationaal-conservatisme. Niet als kritiek bedoeld, maar als overpeinzing. Types als Baudet gebruiken de term conservatisme of leunen daar stilzwijgend tegenaan om hun eigen racisme en witte hegemonie-denken te verhullen. Maar ze vallen eerder te omschrijven als anti-conservatief. Conservatieve principes als behoud van democratische normen, waarden en instellingen en voorlichting van het publiek over conservatieve principes zoals rechtsstaat, vrijhandel en uitbreiding van legale immigratie delen ze niet. Laten we ze daarom geen conservatieven noemen. Overigens hebben universele waarden of principes in wisselende combinaties verschillende kinderen. Iedereen die beweert dat ze exclusief aan één politieke stroming toebehoren zit ernaast.

Het conservatisme als ideologie bevat samenhang met min of meer vaste, gemeenschappelijke posities en denkwijzen over de natie, de familie, grondrechten, politieke besluitvorming, verandering en continuïteit. Het gaat er hier niet om om het conservatisme te verdedigen, maar om zo goed mogelijk te omschrijven wat het is en te kijken hoe het zich verhoudt tot de alt-right beweging en het hedendaagse racisme van radicaal- en extreem-rechtse politici die als tovenaarsleerlingen onder meer verwijzen naar Scruton. Het zijn overigens niet alleen radicaal-rechtse politici die de term conservatisme voor hun eigen politieke handelen gebruiken waarvan het zeer de vraag is of dat wel conservatisme is, het zijn ook linkse denkers als Merijn Oudenampsen die dat doen. Daarmee bevindt hij zich op een lijn met Baudet die het conservatisme een revolutionaire en zelfs Leninistische lading geeft. Baudet rekt dat begrip conservatisme oneigenlijk op om zich ermee te tooien en Oudenampsen doet het om alt-right kritisch te benaderen. Maar het resultaat is hetzelfde, namelijk dat er begripsverwarring wordt geïntroduceerd over het conservatisme waarmee niet verklaard, maar verhuld wordt.

Als Doorbraak.be de spreekbuis wil zijn van de Vlaams-nationalistische, conservatieve beweging wat een begrijpelijk en eerbaar streven is, dan zou het strikt bij zichzelf moeten blijven en afstand nemen van rechts-radicale alt-righters als Baudet, Van Langenhove of NV-A’ers die ondubbelzinnig voor een autoritair regime staan. Het verdient aanbeveling om de grens tussen het conservatisme of nationaal-conservatisme en de alt-right beweging helder af te bakenen. Het is het verschil tussen het aanvaarden van het politieke bestel en de democratische rechtsstaat en de verwerping ervan. Nu loopt dat vaak in elkaar over wat de rechts-radicale alt-righters ook op Doorbraak de gelegenheid geeft zich te vermommen en anders voor te doen dan ze werkelijk zijn. Mogelijk lopen nu de belangen van deze rechts-radicalen en nationaal-conservatieven parallel, maar dat is waarschijnlijk een tijdelijke situatie. Op termijn beschadigt die vermenging en/of samenwerking de conservatieve beweging in Vlaanderen, zodat het voor conservatieven of conservatieve media verstandig is om uit zelfbescherming dat onderscheid te maken en de vreemde rechts-radicale bedgenoten die de democratie en het politiek bestel afwijzen met redenen omkleed resoluut de deur te wijzen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelOikofobie is een handige maar lege doos’ van Steven Vandeborre op Doorbraak.be, 2 december 2019.

Hard interview van Kathleen Cools met Dries Van Langenhove. Over Vlaamse rechtse politiek en de keuze van de rechts-extremist

Dries Van Langenhove is oprichter van de extreem-rechtse jongerenorganisatie Schild & Vrienden die op sociale media volop inzet op racisme, antisemitisme en seksisme. In september 2018 kwam deze organisatie in het nieuws door een reportage van de rubriek Pano van de Vlaamse publieke omroep VRT. Zie hier voor een commentaar. Die reportage ging erover dat leden van Schild & Vrienden infiltreren in rechtse organisaties zoals de politieke partijen NV-A en Vlaams Belang, of zelfs platforms van de landelijke overheid zoals de Jeugdraad. Dat is wat in het interview voor de actualiteitenmagazine Terzake van de VRT door Kathleen Cools centraal staat. Namelijk hoe extreem-rechts en Vlaamsgezind populisme zich tot elkaar verhouden.

Aanleiding voor het interview is het nieuws dat Van Langenhove als onafhankelijke kandidaat de Kamerlijst van Vlaams Belang in Vlaams-Brabant zal trekken. Hoewel de partijraad dit formeel nog moet goedkeuren. Hij wordt stevig aan de tand gevoeld door Cools. Hij probeert vol te houden dat hij door zijn kandidatuur niet aan partijpolitiek doet ‘omdat hij daar niks mee te maken wil hebben’ en daarvoor niet uit de staatskas betaald wordt. De uitspraken van Van Langenhove zijn niet geloofwaardig. Hij blijft steken in zijn alternatieve feiten.

Daarnaast is Van Langenhove’s claim onjuist dat al beslist is dat hij volgens het gerechtelijk onderzoek naar aanleiding van de gewraakte reportage van Pano niet vervolgd wordt. Het onderzoek door de Gentse afdeling van het parket Oost-Vlaanderenis is nog volop aan de gang zodat nog niet duidelijk is of hem iets ten laste zal worden gelegd. Van Langenhove is een zetstuk in de strijd tussen NV-A en Vlaams Belang die om de rechtse stemmen vechten. De ontwikkeling in Ninove heeft het schaduwgevecht tussen NV-A en Vlaams Belang aangescherpt. Door een lid van NV-A die de oppositie van links en centrum-rechts steunde bleef de lokale partij Forza Ninove, die wordt geleid door Vlaamse Belanger Guy D’haeseleer, buiten het college.

Het politieke spectrum is relatief. Partijen verhouden zich tot elkaar en schuiven gezamenlijk op naar de ene of de andere kant. Hun onderlinge afstand blijft doorgaans gelijk. Vlaams Belang is radicaler dan NV-A, en Schild & Vrienden extremer dan Vlaams Belang. Zoals in Nederland de PVV radicaler is dan de VVD, en de beweging Erkenbrand extremer dan de PVV. In de concurrentiestrijd op rechts radicaliseren VVD of NV-A en trekken naar rechts. De term daarvoor is ‘ideologische samenspanning’. Dat wil zeggen dat een rechtse partij in de samenwerking met een meer radicale of extreme beweging de retoriek en agenda ervan overneemt.

De frisse jongens van Schild & Vrienden zijn niet zo fris met hun racisme, antisemitisme en seksisme. Ze voelen de hete adem in hun nek van de techbedrijven die door de politiek tot actie worden gedwongen. Dat komt om allerlei redenen niet van de grond, zodat actie tegen extreem-rechtse activisten als Gavin McInnes en Milo Yiannopoulos naar verwachting van die techbedrijven voldoende daadkracht toont om die oproepen tot verdere actie (en investeringen) te bezweren. Schild & Vrienden is ook zo’n symbolisch doelwit. Uit een column uit december 2018 van Van Langenhove voor  blijkt een ander motief voor zijn overstap naar de gevestigde partijpolitiek: gebrek aan middelen en een nieuwe stap in zijn politieke carrière. Kathleen Cools merkte dat in het interview op, maar dat mocht van Dries Van Langenhove hem niet gezegd worden.

Foto: Schermafbeelding van deel column van Dries Van Langenhove in ’t Pallieterke, 26 december 2018.

Frustratie bij Forza Ninove omdat het als grootste partij buiten college blijft. Maar is dat de ‘verkrachting van de democratie’?

Ik begrijp de frustratie van leden van een lokale partij die met 40% van de stemmen de grootste worden in hun gemeente, maar toch niet in het gemeentebestuur komen. Dat overkwam Forza Ninove in 2018 en in 2012 in Ninove, een gemeente met ongeveer 38.000 inwoners in de provincie Oost-Vlaanderen. De reactie hierop is buiten proportie als partijleden en sympathisanten spreken over ‘de verkrachting van de democratie’ en een ‘mars voor democratie’ houden. Wat proberen ze ermee te bereiken dat iets toevoegt aan de democratie?

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 behaalde Forza Ninove 40% van de stemmen. Deze partij is met boegbeeld Guy D’haeseleer nauw verbonden aan het Vlaams Belang, de partij die met de N-VA van Bart De Wever jaagt op de rechts-nationalistische stem. Maar andere partijen hebben met elkaar een meerderheid weten te vormen, zodat Forza bij de vorming van het college opnieuw aan de zijlijn blijft staan.

De wetmatigheid is dat een partij die polariseert en zich radicaal opstelt weliswaar een grote minderheid aan kiezers kan trekken, maar zich tegelijk isoleert en vervreemdt van andere partijen. Dat is de keuze die Forza Ninove heeft gemaakt. Het heeft gegokt en verloren. Dat kan het zichzelf aanrekenen, niet de werking van de democratie. Mijn reactie bij de video op het YouTube-kanaal van het lokale nieuwsmedium Ninofmedia:

Hoe men het ook draait of keert, een meerderheid is een meerderheid, en een minderheid is een minderheid. Feit is dat Forza Ninove (trouwens een merkwaardige Vlaamse naam) geen meerderheid heeft weten te halen in de raad. De grootste partij heeft geen claim op deelname aan het stadsbestuur. In vele steden blijft de grootste partij buiten het bestuur als andere partijen een meerderheid hebben. Bijvoorbeeld ook in Rotterdam.

Als de partijen vooraf afspreken op lokaal niveau te gaan voor een afspiegelingscollege, dan heeft Forza Ninove gelijk in haar verontwaardiging. Maar als dat niet zo is, dan heeft het ongelijk. De opmerkingen over ‘het verkrachten van de democratie’ moeten dan met een korreltje zout genomen worden.

Zijn de opstelling van zowel Forza Ninove als Samen en Open VLD op te vatten als tamelijk rechtlijnig en voorspelbaar, dat geldt niet voor N-VA dat intern verdeeld raakte. In die partij is de besluitvorming onduidelijk verlopen. Maar verdeeldheid en afsplitsing horen ook bij het democratische proces. Dat geeft Forza en de ene N-VA’er aan haar kant de hoop op een herkansing.

Het goed beheersen en uitvoeren van het politieke handwerk lijkt voor een politieke partij zinvoller dan het tonen van verontwaardiging en miskenning, het zwaaien met vlaggen, het invliegen van kopstukken en het bezigen van grote woorden over democratie die niet waargemaakt kunnen worden. Dat beschadigt de democratie juist.

Foto: Schermafbeelding van de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 in Ninove.

Tentoonstelling Guggenheim trekt aandacht door kritiek op video met honden die elkaar niet aan kunnen raken. Protest = marketing

Het Guggenheim Museum in New York ligt onder vuur door de videoDogs That Cannot Touch Each Other’ (2003) van Peng Yu en Sun Yuan op de tentoonstellingArt and China after 1989: Theater of the World’ die op 6 oktober opengaat. Er is Chinese hedendaagse kunst te zien uit de periode 1989-2008. Of het de marketing van het Guggenheim Museum is of het protest van dierenactivisten, de tentoonstelling trekt al veel publiciteit.

De reacties doen denken aan wat Jan Fabre overkwam met werk dat was gebaseerd op Dali Atomicus (1948) van Philippe Hartman en Salvador Dali. Katten zouden door hem mishandeld zijn bij een opname door een Franse ploeg voor een film over hem. Een onterechte beschuldiging. De fractie van de PVV stelde in juni 2016 in de Brabantse Staten vragen over Fabre en probeerde hem af te beelden als een kunstenaar met ‘een zeer dubieuze reputatie als het gaat om dierenwelzijn’. In een commentaar omschreef ik dat toen zo: ‘Behalve Jan Fabre kregen afgelopen jaren ook Hermann Nitsch en Damien Hirst op oneigenlijke gronden kritiek van politieke activisten die zich presenteren als dierenactivisten. Ze zouden zich dienen te beperken tot waar het om gaat: dierenrechten. Dat is een goed doel, maar de PVV maakt het breder dan het is door Fabre een ‘narcistische dierenbeul‘ te noemen. Voor die kwalificatie bestaat geen enkel bewijs. Dan wordt de kritiek onzuiver en ongeloofwaardig. Met de politisering van hun rechten door de PVV hebben dieren niks te winnen.’

In een ander commentaar over een haatcampagne tegen Jan Fabre concludeerde ik dat het niet alleen tegen Fabre of voor het dierenwelzijn ging, maar vooral tegen de kunst: ‘Tegenwoordig is de geringste verwijzing naar kinder- of dierenmishandeling in de eigen omgeving al voldoende voor massale mobilisatie. Sterk aangejaagd door sociale media die telkens uitkomen bij verontwaardiging. Het besef van gebrek aan zeggenschap over grote problemen eindigt zo in extra gevoeligheid voor het kleine. In een vlucht naar de wereld van de onschuld. De campagne tegen Fabre doet denken aan de rancune van de VVD en PVV tegen de kunst. Da’s op zijn beurt het kleine van de politiek.’ Deze geschiedenis herhaalt zich weer eens in New York.

Foto: Still uit video ‘Dogs That Cannot Touch Each Other’ (2003) van Peng Yu en Sun Yuan.

Hans Teeuwen voegt zich in de kritiek op Erdogan. De affaire Böhmermann

In Duitsland ligt kanselier Angela Merkel onder vuur omdat ze te toeschietelijk zou zijn geweest naar de Turkse regering in de affaire Böhmermann. Hans Wansink zegt in een commentaar in De Volkskrant: ‘Het was dan ook een blunder van Merkel om Erdogan afgelopen zondag te laten weten dat zij de satire ‘bewust kwetsend’ vond. Ze liet zo twijfel bestaan aan het belang van de vrijheid van meningsuiting, in de ijdele hoop dat Erdogan het erbij zou laten zitten. Maar die rook zijn kans om politieke munt uit de affaire te slaan.’

De Duitse politiek inclusief het kabinet van CDU/CSU en SPD is verdeeld. Links vindt dat Merkel pal voor Böhmermann had moeten staan en is vergeten de vrijheid van meningsuiting in haar reactie voorop te zetten. Ook wordt opgemerkt dat Merkel nu een rechtsstatelijk zuivere oplossing heeft gekozen door het terug te verwijzen naar de rechter. Zie de analyse van politicoloog Tilmann Mayer. Maar de publicitaire schade voor Merkel valt niet meer weg te poetsen. Het is nu aan de openbare aanklager of Böhmermann vervolgd wordt.

Merkel heeft dus geblunderd of zich in elk geval onnodig kwetsbaar gemaakt. De kritiek op haar wordt van verschillende kanten gevoed. Er zijn de vrijdenkers en verdedigers van de rechtsstaat die het ontoelaatbaar vinden dat een Duitse satiricus niet kan zeggen wat hij van de Turkse president vindt die hij ziet als een despoot die een loopje neemt met de mensenrechten, kritische journalistiek met geweld het zwijgen oplegt en de Turkse democratie om zeep helpt. In een reactie vindt de Antwerpse burgemeester en N-VA-leider Bart De Wever dat Merkel zich te afhankelijk heeft gemaakt van Turkije en daar in deze affaire nu de wrange vruchten van plukt. Maar critici van een verenigde EU grijpen de affaire aan om Merkel die de EU symboliseert aan te vallen zonder dat ze zich anders bekommeren om mensenrechten of vrijheden. Het is aan ons om deze soorten reacties goed te onderscheiden. In elk geval, hoe meer kritiek op Erdogan hoe beter. Hij spoort niet.

Asielzoekers in België met elkaar op de vuist vanwege hoofddoek

vtm

Zij komen naar hier, zij zijn hier te gast. Wij niet bij hen. Zij moeten zich aanpassen aan onze regels.’ Aldus Theo Francken, de Vlaamse staatssecretaris voor Asiel, Migratie en Administratieve Vereenvoudiging in de federale regering-Michel. Hij doelt met deze uitspraak op Afghaanse asielzoekers in het noodopvangcentrum van Leopoldsburg die een Syrisch meisje dat geen hoofddoek droeg wilden dwingen die wel te dragen en zich niet Westers te kleden. Iraakse en Syrische asielzoekers zouden voor het meisje in de bres zijn gesprongen, en een internationale vechtpartij was geboren. Een zevental personen zou verwondingen hebben opgelopen.

Theo Francken is lid van de Vlaamsgezinde partij van Bart De Wever, de N-VA en schuwt harde uitspraken niet. Hij staat bekend als een hardliner. Hij vervolgt op VTM Nieuws: ‘Als zij denken dat ze hun oorlogen en conflicten kunnen importeren, dan zijn ze aan het verkeerde adres. De komende dagen zal ik met de regering bespreken of we de sancties voor misdragende asielzoekers kunnen uitbreiden zodat zij ook hun permanent asielrecht kunnen verliezen. Op die manier moeten wij niet meer voor hen betalen.’

De vechtpartij geeft te denken. Begrijpelijk is het dat asielzoekers die hun eigen omgeving hebben verlaten en onder weinig benijdenswaardige omstandigheden opeengepakt zitten in een asielzoekerscentrum leiden aan stress. Ook begrijpelijk is het dat ze teruggrijpen naar gebruiken uit hun land van herkomst. Maar dat ze in een Westers land een andere asielzoekster menen te kunnen verplichten zich niet-Westers te kleden is absurd en getuigt van totaal gebrek aan realiteitszin. Zijn ze niet voorgelicht dat dit soort gedrag onaanvaardbaar is?

Deze Afghaanse asielzoekers die over de schreef gaan staan niet op zichzelf. Ze begrijpen niet hoe ze zich in West-Europa dienen te gedragen. Een trieste constatering. De volgens Duitse statistieken voornamelijk (80%) laagopgeleide asielzoekers hebben West-Europa weinig te bieden. Behalve hun archaïsche ideeën. Kansloos. 

Foto: Schermafbeelding van bericht100 ASIELZOEKERS OP DE VUIST OM HOOFDDOEK’ op VTM-Nieuws.

Urbanus: Driekwart van de socialisten zijn rechtse zakken

654275

Ik stond daar als artiest en ik ben me bewust van dat statement, maar ik blijf artiest en eigenlijk sta ik achter ideologie van links. Maar de linksen van nu staan met een vlagje te zwaaien maar die vlag dekt de lading niet meer. Drie vierde van die socialisten zijn rechtse zakken met een rood vlagje.‘ Aldus de Vlaamse komiek Urbanus die afgelopen weekend optrad op een congres van de Vlaams-nationalistische N-VA. Hij zegt niet zozeer een fan van de N-VA te zijn, maar van de andere partijen niks te willen weten. De uiterste relativering.

In Nederland treft de sociaal-democratische PvdA hetzelfde verwijt van hypocrisie. De lading rode rozen dekt de lading niet meer. Door zowel de focus op de nieuw-klassieke economie en de samenwerking met de VVD is de partij naar rechts opgeschoven. Maar het politieke spectrum is sinds Paars de afgelopen jaren sowieso naar rechts opgeschoven. De SP van nu is de PvdA van vroeger en de PvdA van nu is de VVD van vroeger.

Dit oude links dat nieuw rechts is geworden heeft de macht niet meer, maar nog wel een dikke vinger in de pap van de culturele hegemonie. Die aan de hard-materiële kant gekenmerkt wordt door de rationalisatie  en economisering van de samenleving en aan de zacht-immateriële kant door de klemmende wil om dat te neutraliseren door hypercorrect gedrag. Zo kreeg toneelschrijver Haye van der Heyden hiermee te maken toen-ie een lans voor de PVV van Geert Wilders brak. Op dezelfde manier als Urbanus nu. Niet door fan te zijn, maar de rest van de politieke partijen -ook- niks te vinden. Dat kwam Van der Heyden op kritiek te staan van een welwillende klasse die uit knorrigheid of woede het oversteken van een grens door anderen afkeurt.

Het is een merkwaardig politiek-cultureel fenomeen dat de gekte van ‘rechts’ eerder wordt veroordeeld dan de gekte van ‘links’. Het is absurd dat Urbanus zich moet verdedigen voor z’n optreden op een congres van de NV-A. Zijn keuze tekent niet zozeer de sterkte van de N-VA, maar de zwakte van de andere gevestigde partijen die geen geloofwaardig alternatief (meer) bieden. In zo’n situatie van partijen die allemaal door de mand vallen past het niet om alleen de ‘rechtse’ partij af te wijzen. Wijs ze dan gerust allemaal af. Mijn idee.

Foto: Urbanus speelt op het N-VA-congres, februari 2014. Credits: Belga.

De Grauwe mengt zich in politieke strijd tegen NV-A. Dom?

De gezaghebbende Vlaamse econoom Paul De Grauwe meent dat België economisch niet beter wordt van staatshervormingen. Vertaald naar de partijpolitiek wil dit zeggen dat De Grauwe de decentralisering die de N-VA van Bart de Wever voorstaat afwijst. En de partijen omarmt die tegen overheveling van bevoegdheden vanuit het landelijk niveau zijn. Hij legt het uit in De Tijd dat ter promotie ook het filmpje van hem maakte.

Voor het schoolbord vergelijkt Paul De Grauwe de ontwikkeling van de Vlaamse met die van de Waalse economie. Zijn conclusie is dat de realisatie van groei van de Vlaamse economie faliekant is mislukt. De gematigde Vlaamsgezinde en econoom Peter De Roover maakt in Doorbraak gehakt van de economische ‘analyse’ van De Grauwe die naar zijn idee methodologisch niet klopt. Zo beantwoordt De Grauwe niet de vraag hoe het de Vlaamse en Waalse economie vergaan zou zijn zonder staatshervorming. En vergelijkt-ie beide economieën alleen met elkaar, maar niet met de ontwikkeling van andere gelijksoortgelijke regio’s.

De Roover plaatst De Grauwe via een omweg in het kamp van federalist Guy Verhofstadt van de liberale Open VLD. Hij meent dat het interview in De Tijd -wat veel publiciteit genereert- wordt geplaatst naar aanleiding van het verschijnen van de bundel ‘Een beter België‘ van Verhofstadt met een bijdrage van De Grauwe: ‘Het boek is dan ook minder een pro-VLD-werkstuk dan één tegen N-VA. Dat project ligt in het verlengde van het grote doel – meer Vlaamse autonomie verhinderen – waarin De Grauwe en Sinardet zich uiteraard wel vinden. Mooi voor de zuiverheid van het debat dat ze zich nu echt expliciet outen als politieke activisten.

Peter De Roover heeft gelijk dat Paul De Grauwe z’n wetenschappelijke status te grabbel gooit. Het lijkt er sterk op dat de Vlaamse middenpartijen alle middelen inzetten om Bart De Wever te stoppen. Da’s toegestaan, maar jammer is dat De Grauwe er z’n wetenschappelijke integriteit voor inlevert met een suffe goocheltruc met grafieken op een schoolbord. Het lijkt nergens op. De Roover wijst in de laatste alinea’s in zijn stuk voor Doorbraak De Grauwe er nog eens extra op dat halfslachtige economische hervormingen niemand dienen. Maar ook dat past niet in het dualisme van Paul De Grauwe die wetenschap met politiek activisme verwart.

leen-voet-ma-1

Foto: Leen Voet, Machteld & Adolf, 1302. Tekening, 2013.