Amersfoort weigert beantwoording reeks schriftelijke vragen over MOA omdat het ‘verkapt onderzoek’ is. Bestuurlijke impasse dreigt

Amersfoort staat bij insiders bekend als een gemeente waar de ambtenaren het voor het zeggen hebben. Ook ik heb op zoek naar informatie over het ‘Armando Museum’ aanvaringen gehad met de griffie en bewaar daar slechte herinneringen aan. Amersfoort staat op het gebied van openheid en communicatie niet goed bekend. Dat museum was een ooit in Amersfoort gevestigd museum dat na een brand in 2007 in de Elleboogkerk door het toenmalige gemeentebestuur de stad werd uitgejaagd en onder een andere naam (MOA) en formule in een rijksmonument terechtkwam, landhuis Oud Amelisweerd van de gemeente Utrecht in de gemeente Bunnik.

Sinds de weigering in februari 2019 door een raadsmeerderheid om een onderzoek te houden naar de achtergronden van de verhuizing van dat Armando Museum hebben de standpunten tussen coalitie (VVD, D66, GL, CU) en oppositie zich verhard. In een commentaar omschreef ik de opstelling van de woordvoerder cultuur Linda van Tuyl (GL) die onderzoek afwijst: ‘Ze zijn bedoeld om de controlerende rol van de raad te herstellen, en om van gemaakte fouten te leren zodat die in de toekomst vermeden kunnen worden. Precies dat is aan de orde bij het dossier MOA toen het toenmalige college het convenant uit 1998 met Armando en zijn ex eenzijdig opzegde. Toenmalig directeur Gerard de Kleijn van Amersfoort-in-C noemde dat in 2010 ‘onbehoorlijk bestuur’ en woordbreuk van de toenmalige gemeenteraad die via de coalitiepartijen het besluit van het college volgde. Het is niet niks als een ambtelijk diensthoofd de raad (en in het directe verlengde daarvan het gemeentebestuur) beticht van onbehoorlijk bestuur. Verdient dat geen onderzoek?

De wederzijdse irritatie groeit en middel van communicatie zijn de schriftelijke vragen die raadsleden aan het bestuur kunnen stellen. Voormalig fractievoorzitter van Amersfoort2014 Ben Stoelinga heeft op 17 april een reeks vragen aangekondigd zoals bovenstaande afbeelding toont. Tot nu toe zijn er vier delen gesteld. Er bestaat verschil van mening tussen Amersfoort2014 en het gemeentebestuur (of de ambtenarij?) of de vragen wel beantwoord hoeven te worden zoals onderstaand antwoord van het college van 28 mei 2019 verduidelijkt:

Met dat antwoord dat Amersfoort2014 onvoldoende vindt is deze fractie het niet eens. Het wil antwoord op haar vragen over alle onregelmatigheden rond het Armando Museum en meent dat het college volgens de eigen richtlijnen verplicht is om inhoudelijk te antwoorden. Met het antwoord op bijna alle vragen  dat luidt ‘Zoals toegelicht in de inleiding beantwoordt het college deze vraag niet vanwege de onderzoekstechnische aard’ neemt deze fractie geen genoegen zoals blijkt uit een ‘extra’ schriftelijke vraag van 6 juni 2019:

Het college is in naam van voormalig kamerlid en cultuurwethouder Fatma Koşer Kaya (D66) van mening dat de schriftelijke vragen van Amersfoort2014 ‘een verkapt onderzoek’ zijn en daarom niet beantwoord hoeven te worden. Een onderzoek waarover zo stelt het college op 5 februari 2019 ‘de aanwezige woordvoerders in meerderheid zich tegen een raadsenquête of raadsonderzoek over MOA hebben uitgesproken‘. Hiermee versmalt het college een raadsenquête of raadsonderzoek tot het stellen van schriftelijke vragen. Maar een onderzoek is in procedure en strekking meer dan dat. Het kan een les voor de toekomst geven. Er kan begrip opgebracht worden voor het standpunt van het college dat de reeks vragen van Amersfoort2014 een groot beslag legt op de capaciteit van de ambtelijke organisatie. Complicatie is dat de wethouders relatief nieuw zijn en voor veel informatie afhankelijk zijn van de ambtelijke staf. Ook bij het beantwoorden van de schriftelijke vragen van Amersfoort2014 die terug kunnen wijzen naar het toenmalige opereren van de ambtenaren.

Om de onduidelijkheden en suggesties over de gemeentelijke organisatie te ontzenuwen is het gewenst dat het college schoon schip maakt en de vragen van Amersfoort2014 zonder terughoudendheid beantwoordt. Als de beantwoording van een specifieke vraag teveel beslag legt op de capaciteit, dan kan dat in voorkomende gevallen met redenen omkleed gemeld worden. Het bestuur van een middelgrote gemeente als Amersfoort dient zichzelf serieus te nemen en zich er niet toe te verlagen om met raadsleden verzeild te raken in een loopgravenoorlog. Het college vertegenwoordigt het openbaar bestuur en moet verantwoordelijkheid tonen. Amersfoort kan best middelen vrijmaken om de reeks vragen in detail te beantwoorden. Als het dat wil.

Foto’s 1 en 4: Schermafbeelding van delen van ‘SCHRIFTELIJKE VRAGEN en/of INLICHTINGEN AAN HET COLLEGE; Ex. artikel 43 en artikel 44 Reglement van orde van de raad’ door Amersfoort2014, 6 juni 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van deel van ‘SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE; Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad’ door Amersfoort2014, 17 april 2019.

Foto 3: Schermafbeelding van deel ‘Beantwoording schriftelijke vragen’ door afdeling Woon Werkklimaat namens het college van de gemeente Amersfoort, 28 mei 2019.

Advertentie

GroenLinks Amersfoort twijfelt aan het bestaan van de waarheid over het Armando Museum en wijst een onderzoek hoe dan ook af

Groenlinks neemt in Amersfoort met twee wethouders deel aan de coalitie. Dit feit alleen verklaart het optreden van de woordvoerder cultuur van GroenLinks Linda van Tuyl. Wat ze zegt is zo afwijkend van waar GroenLinks voor zegt te staan dat nauwelijks valt te geloven dat Van Tuyl echt gelooft in wat ze zegt.

Van Tuyl zegt in een raadsdebat dat ze niet wil dat de onderste steen boven tafel komt in een mogelijk onderzoek naar de besluitvorming over de verhuizing van het Armando Museum naar Bunnik. De reden die ze daarvoor geeft is dat het een complex onderzoek zou worden. Dat meent ze al op voorhand te weten, zonder dat het onderzoek is verricht. En als men de onderste steen boven tafel krijgt vraagt ze zich af wat men ermee gaat doen. Men krijgt medelijden met haar dat Van Tuyl dit om partijpolitieke redenen moet zeggen.

Aan de orde is een onderzoek naar de gang van zaken rond het MOA. Dat heeft de gemeente veel geld gekost. Deze Amersfoortse vertegenwoordiger van GroenLinks gaat niet voor openheid en onderzoek, maar voor het tegendeel. In haar argumenten redeneert ze naar een situatie toe die juist onderzocht moet worden om te weten wat de situatie is. Evenmin is het duidelijk waar Van Tuyl haar observatie op baseert dat het dossier MOA zo uniek is dat een onderzoek weinig oplevert. Afgelopen jaren zijn opvallend veel culturele projecten in Amersfoort mislukt. Valt daar geen patroon in te herkennen? Volgens Van Tuyl niet, want ze weet op voorhand het antwoord. Zij redeneert in een cirkel en stelt haar uitgangspunt als onherroepelijke conclusie voor.

Van Tuyls argumenten kunnen ook omgekeerd worden en tegen haar gebruikt worden. Als namelijk het dossier MOA zo uniek is zoals ze veronderstelt, dan verdient dat juist een onderzoek. Of in de vorm van een raadsenquête of anderszins, naargelang de wens van de meerderheid van de raad. Dit soort onderzoeken zijn ernstig en gaan niet over futiliteiten. Ze zijn bedoeld om de controlerende rol van de raad te herstellen, en om van gemaakte fouten te leren zodat die in de toekomst vermeden kunnen worden.

Precies dat is aan de orde bij het dossier MOA toen het toenmalige college het convenant uit 1998 met Armando en zijn ex eenzijdig opzegde. Toenmalig directeur Gerard de Kleijn van Amersfoort-in-C noemde dat in 2010 ‘onbehoorlijk bestuur’ en woordbreuk van de toenmalige gemeenteraad die via de coalitiepartijen het besluit van het college volgde. Het is niet niks als een ambtelijk diensthoofd de raad (en in het directe verlengde daarvan het gemeentebestuur) beticht van onbehoorlijk bestuur. Verdient dat geen onderzoek?

Blijft de vraag over de beeldvorming en GroenLinks. Is dit nog wel de partij van voormalig kamerlid Mariko Peters die in 2012 een wetsvoorstel indiende voor een transparante overheid? In de motivatie zei ze: ‘Teveel publieke informatie blijft nu geheim of te lang achter slot en grendel.’ Van Tuyl vindt het blijkbaar prima dat informatie achter slot en grendel blijft. Namens welk GroenLinks spreekt zij? Het is soms politieke realiteit als een partij kernwaarden inwisselt voor deelname aan de macht, maar doorgaans gaat dat gepaard met geloofwaardig theater. Van Tuyl voert dat echter zo ongeloofwaardig en onhandig op dat het absurd wordt.

In het dossier Armando Museum en MOA speelde een van de voorlopers van Van Tuyl een andere rol. Ook toenmalig fractievoorzitter van GroenLinks Hiske Land pleitte in 2010 voor pragmatiek en haalbaarheid, maar koos vervolgens niet voor een kleinere, maar een grotere rol van de raad. Ze pleitte voor een brede, kritische blik en zoektocht naar de waarheid die Van Tuyl bij voorbaat als onmogelijk kenschetst. Hiermee verschilt Van Tuyl niet van rechts-populisten die succesvol het idee van ‘de waarheid’ ondermijnen. Dat is het verschil in intellectuele nieuwsgierigheid en politiek-filosofische stellingname tussen Land en haar opvolger Van Tuyl.

In 2010 schreef Land: ‘Essentie dus: het Amersfoortse culturele klimaat wordt voor een groot deel bepaald door de verzelfstandigde instellingen. We kunnen niet veel meer doen dan hopen dat zij kiezen voor het belang van de stad… Ik pleit voor een brede blik op het museale aanbod, in plaats van te focussen op één instelling zoals nu gebeurt. De bezuinigingen zijn wat mij betreft alleen de aanleiding om ernaar te kijken. Wat willen we voor de stad? Welke betekenis heeft iedere instelling daarin?’ Een zoektocht naar de waarheid is aan Van Tuyl en GroenLinks Amersfoort niet besteed. Linda van Tuyl ontkent het bestaan van de waarheid.

Aangepaste wet beschermt namen ‘universiteit’ en ‘hogeschool’. En kan discriminatoire gedragingen en uitlatingen aanpakken

Er is wetgeving in de maak die namen ‘universiteit’ en ‘hogeschool’ of vertalingen daarvan beschermt. Dat is voortaan voorbehouden aan bepaalde instellingen van hoger onderwijs. Een nieuwsbericht van februari 2016 zegt: ‘Minister Bussemaker wil met het voorstel een einde maken aan de praktijk dat instellingen zich ten onrechte universiteit, university (of applied science) of hogeschool noemen en studenten daardoor misleiden. Met het wetsvoorstel wordt onterecht gebruik van de namen verboden.’  Zo’n 40 opleidingsinstituten in Nederland inclusief de ‘Islamitische Universiteit Rotterdam’ moeten op zoek naar een nieuwe naam.

Artikel 1.3, vijfde lid gaat in op discriminatie: ‘De instellingen voor hoger onderwijs schenken mede aandacht aan de persoonlijke ontplooiing van hun studenten en de bevordering van hun maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. De bevordering van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef houdt ten minste in dat de instellingen, met inbegrip van degenen die hen formeel of informeel vertegenwoordigen, zich onthouden van discriminatoire gedragingen en uitlatingen. De instellingen richten zich in het kader van hun werkzaamheden op het gebied van het onderwijs wat betreft Nederlandstalige studenten mede op de bevordering van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands.

Hoe in Nederland gevestigde opleidingsinstituten die met buitenlands geld worden gefinancierd kunnen worden aangepakt is onduidelijk. Ook is het ongewis wanneer artikel 1.3, vijfde lid wordt overtreden. In een toelichting zegt het voorstel: ‘Er is ook sprake van een onmiskenbare verzaking van voornoemde plicht indien bijvoorbeeld intolerantie jegens bepaalde bevolkingsgroepen wordt uitgedragen op de website van de instelling. Er is nadrukkelijk geen sprake van strijd met artikel 1.3, vijfde lid, wanneer het gaat om wetenschappelijk of toegepast onderzoek. In het kader van de academische vrijheid moeten instellingen immers onderzoek kunnen doen. Onderzoek kan ook bijdragen aan het maatschappelijk debat. Dat is niet het geval wanneer wordt opgeroepen tot discriminatie. In dat geval wordt de grens overschreden van wat toelaatbaar is voor een instelling die deel uitmaakt van ons hoger onderwijs.’ Gezien de academische vrijheid zal de overheid terughoudend zijn met ingrijpen. In situaties van herhaalde discriminerende uitlatingen zoals door de rector van de Islamitische Universiteit Rotterdam biedt de wet voortaan een handvat om op te treden.

Nodig voor Nederland: transparantiewet en transparantieportaal

the_lion_for_real

Vandaag is in Spanje het Transparantieportaal (‘portal de la transparencia’) gelanceerd. Het geeft Spanjaarden toegang tot gegevens die met de overheid en het openbare leven te maken hebben. Zoals contracten, subsidies, werkzaamheden van ministeries, budgetten, rechten en heffingen en bezoldiging van ambtenaren. Vraag is hoever de openheid gaat. Buitenlandse betrekkingen, openbare veiligheid en milieubescherming zijn uitgezonderd. Vooral uitsluiting van openbare veiligheid roept vragen op. TheLocal.es geeft bijzonderheden.

Openbaarheid is een middel om corruptie te bestrijden. Het mes snijdt aan twee kanten omdat corruptie een bedreiging van economische groei is. Eigenlijk aan drie kanten omdat het ook een manier is om nieuwe politieke partijen als het progressieve Podemos de wind uit de zeilen te nemen. En aan vier kanten als het om het verbeteren van het imago van Spanje gaat dat slechts 37ste staat op de Transparency Index 2014.

De digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom en de Piratenpartij pleiten in Nederland voor transparantie van overheid en openbaar bestuur. Waarbij deze organisaties dat doorgaans aan internetgebruik of vrije communicatie koppelen of het daar op toespitsen, terwijl dat slechts een verschijningsvorm is. Transparantie is echter een mentaliteit. Zeker nu in Nederland vanuit het huidige kabinet van VVD en PvdA een repressieve wind waait die inperkt, betuttelt, verhult en zelfs tegen Europese richtlijnen ingaat kan een transparantie portaal dat meer is dan politieke marketing een middel zijn om de partijpolitiek tegen zichzelf te beschermen. Nodig is een nieuwe transparantiewet. Transparantie is een modieus begrip. Niemand is er in beginsel tegen, maar evenmin willen de gevestigde politieke partijen dat het concreet wordt gemaakt. Dat moet veranderen.

In juni 2012 nam toenmalig kamerlid voor GroenLinks Mariko Peters een initiatief tot een transparante overheid met haar Nieuwe Wob. Dat mondde eind 2013 uit in de initiatiefwet Wet Open Overheid (Woo) van GroenLinks en D66 die onvoldoende politieke steun kreeg. Dat afgeschoten initiatiefvoorstel leest als een antiek bestuurlijk-ambtelijk wangedrocht dat zich niet op de burger van nu richt door een begin te maken om nieuwe technieken voor de informatievoorziening, besluitvorming, controle en verantwoording in te zetten.

De Spaanse Transparantiewet (‘Ley de Transparencia’) zegt: ‘In order to decisively foster access for all to information disseminated, the Transparency Portal shall be created, including not only information regarding which there is an active publicity obligation, but also that which is most frequently requested. The Portal will be a meeting point and dissemination hub, exemplifying a new way of understanding citizens’ right to access public information. It is also set forth here that the Central State Administration, the Administrations of the Autonomous Communities, and the entities forming the Local Administration may adopt collaboration measures for compliance with their active publicity obligations.

Foto: Eric Drooker, The Lion for Real. Credits: Eric Drooker.

Open Data. Weg met de gesloten bestuurscultuur: D66 Nijmegen

touch

Vandaag bespreekt de Nijmeegse raad het raadsinitiatiefvoorstel ‘Open Data van Kristie Lamers (D66). Het geeft het college zes opdrachten mee op het gebied van ‘Open Data‘. D66 meent dat dat “de gemeente Nijmegen van openbaarheid en toegankelijkheid de nieuwe norm voor haar data moet maken. Alle data moet eenvoudig, in een standaard formaat op internet beschikbaar worden gemaakt, tenzij dat strijdig is met belangen als privacy of veiligheid”. D66 beredeneert de openheid niet alleen vanuit de democratie, maar ziet er ook een stimulans voor innovatie en economische activiteit in. Zelfs: ‘Open data zijn dus niet alleen gunstig voor het ontwikkelen en aanbieden van diensten, maar ook voor de verbetering van de kwaliteit van het leven‘.

Openbaarheid en toegankelijkheid in het openbaar bestuur zijn voorwaarden voor goed bestuur, maar verre van vanzelfsprekend. Opvallend in het internettijdperk waarin technisch zoveel mogelijk is. Het openbaar bestuur loopt achter in het bieden van openheid. Vreemd is dat ICT-projecten van overheden vaak mislukken. De basisregel van informatieanalyse is betrokkenheid en medewerking van allen. Zonder dat gaat het niet.

D66, GroenLinks en de Piratenpartij zijn voorstanders om de gesloten bestuurscultuur open te breken. In een toelichting zegt D66: ‘Nederlandse overheden stellen de gegevens (data) die zij verzamelen meestal niet openbaar beschikbaar. Zij hebben daar vaak geen principiële reden voor. Het is eerder een gewoonte dan een keuze.  (..) D66 Nijmegen vindt dat de gemeente Nijmegen van openbaarheid en toegankelijkheid de nieuwe norm voor haar data moet maken. (…) Dat vraagt om een open houding van de gemeente Nijmegen.

Bij een prijsvraag voor de preambule van ‘De Nieuwe Wob; Initiatiefwetsvoorstel GroenLinks voor een transparante overheidvan toenmalig kamerlid Mariko Peters schreef ik: ‘Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is….
’dat niet de ene waarheid de andere blokkeert, maar ideeën elkaar opvolgen, dat inzichtelijkheid in de werking van de overheid de bereidheid van burgers om zich in te zetten voor de samenleving vergroot, dat openheid een voorwaarde is om goed geïnformeerde en betrokken burgers voor de publieke zaak te winnen zodat ze op hun beurt kunnen deelnemen aan een prikkelend debat als voorwaarde voor een open samenleving en dat het daarbij wenselijk is dat de overheid de vergroting van het aantal burgers dat meepraat ondubbelzinnig toejuicht en actief ondersteunt omdat het alleen zo een basis legt onder de democratische orde
….Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze.’

De Raad van State oordeelde in november 2012 in een advies over dit initiatiefvoorstel van GroenLinks dat het onvoldoende onderbouwd was. Ook vond de raad dat de problemen die wel worden genoemd in het voorstel niet veroorzaakt worden door de huidige wet maar voornamelijk door de uitvoering ervan. Dit duidt opnieuw op een gesloten Nederlandse bestuurscultuur die openheid en toegankelijkheid niet als noodzakelijke voorwaarde voor haar functioneren ziet. Maar als een mentaliteit die in de uitvoering openheid tegenhoudt. 

Foto: Hans Wildschut, Touch, 2009. Credits: Hans Wildschut.

GroenLinks heeft al een jaar geen agenda

Wie googelt op ‘assange groen links’ komt berichten van december 2010 tegen als Tofik Dibi en Arjan El Fassed in de kamer vragen stellen en aandringen op een eerlijke procesgang voor Julian Assange. Op de site van GroenLinks dateert het laatste bericht over WikiLeaks van april 2011 als Mariko Peters zich kritisch uitlaat over de strafvervolging van Rop Gonggrijp. Daarna worden er geen berichten over dit onderwerp genoemd. Peters verlaat de fractie, haar WOB-voorstel voor een transparante overheid is haar politieke testament.

Vandaag publiceert De Volkskrant een interview met scheidend kamerlid van GroenLinks Ineke van Gent onder de titel: ‘Van Gent: GroenLinks heeft al een jaar geen leiding.’  Da’s de mening van Van Gent: ‘Jolande (Sap, red.) is fractievoorzitter, ik vice-voorzitter en Tofik Dibi secretaris. Maar dat bestuur functioneerde sinds de zomer van 2011 niet meer‘. Jolande Sap probeert in een tweet de kritiek klein te maken: ‘Wat een storm in een glas water hoe de #VK vandaag opent. Iets met komkommers?’ In de peilingen doet GroenLinks het ronduit slecht. De lijsstrekkersverkiezing tussen Sap en Dibi bracht de partij veel negatieve publiciteit door de aanpak.

Heeft Jolande Sap gelijk dat het interview met Ineke van Gent nergens over gaat? Vraag is hoe de ambitie van GroenLinks ingeschat moet worden. Je zou de agenda verwachten van het Australische Groene parlementslid Scott Ludlam en diverse nationale Groene partijen: WikiLeaks, privacy, burgerrechten, transparantie, radioactiviteit en cyberspace. Voor het grootste deel de agenda van de Piratenpartij. Sap heeft zich in een groots gebaar verbonden met D66, ChristenUnie, VVD en CDA aan het Kunduz-akkoord. Dat kan na de verkiezingen van 12 september verzilverd worden. Aan de basis zijn echter de kernpunten veronachtzaamd. Daarmee is de noodzaak afgenomen om op een partij te stemmen die de eigen agenda niet langer volgt.

Foto: Fractiebestuur van GroenLinks: Tofik Dib, Jolande Sap (midden) en Ineke van Gent, 2012. Credits ANP

PvdA praat plichtmatig over privacy in programma

In het conceptverkiezingsprogramma draagt de PvdA in hoofdstuk 5 haar ‘keuzes voor een veilig Nederland’ aan. Het gaat om veilige buurten voor de man of vrouw in de straat en het aanpakken van daders. De ervaring van partijleider Diederik Samson als straatcoach klinkt erin door. Het vierde onderdeel ‘Digitale veiligheid en privacy’ hangt er verloren bij. Het had ook in hoofdstuk 11 ‘keuzes voor democratie en bestuur’ gepast dat begint met ‘Vrijheid betekent dat wij in ons privédomein ongestoord kunnen doen wat we willen en kunnen.’

De benadering van privacy en veiligheid als verlengde van sociaal-economische factoren past in de traditie van de sociaal-democratie. Maar oogt achterhaald. Zo wordt de PvdA ingehaald door het initiatief van Mariko Peters van GroenLinks over een transparante overheid. En door een toepassing van Vinca Kruk, Jonas Staal en Daniel van der Velden dat hierop aansluit om een online platform op het kruispunt van sociale media en WikiLeaks te vormen met Nulpunt: nieuw sociaal platform. De Piratenpartij gaat ook verder dan de PvdA met kernpunten over transparant bestuur, burgerrechten en bescherming van de digitale omgeving, maar moet eveneens oppassen niet ingehaald te worden door 0. Het kan het beter politiek adopteren in haar programma.

De PvdA wil niet alle wet- en regelgeving terugdraaien die de privacy van burgers inperkt, maar alleen de ‘vergaande’ inperking ervan. Da’s een verouderd standpunt. De PvdA zou beter met iets nieuws komen.

Foto: Schermafbeelding van onderdeel ‘Digitale veiligheid en privacy’ uit het conceptverkiezingsprogramma PvdA, juni 2012

GroenLinks neemt nieuw initiatief tot transparante overheid

Kamerlid van GroenLinks Mariko Peters haalt de publiciteit met de roep om meer transparantie van de overheid. De partij heeft er een site voor opengesteld: ‘De Nieuwe Wob; Initiatiefwetsvoorstel GroenLinks voor een transparante overheid.‘ In de motivatie zegt het: Teveel publieke informatie blijft nu geheim of te lang achter slot en grendel. Dat wil GroenLinks veranderen. Met dit initiatief haalt deze partij de Piratenpartij in die voorlopig blijft hangen in het stroomlijnen van de organisatie. Peters stelt zich pragmatisch op.

GroenLinks probeert de burgers bij het schrijven van het voorstel te betrekken. Er is een prijsvraag voor de preambule met als prijs onder meer een rondleiding door het gebouw van de Tweede Kamer. In maximaal 100 woorden kan de inzender een tekst schrijven die ‘wervend, inspirerend en mooi de bedoelingen van de wet en de idealen van de open democratische samenleving in het digitale tijdperk verwoordt‘. Ik doe een poging.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is….’ dat niet de ene waarheid de andere blokkeert, maar ideeën elkaar opvolgen, dat inzichtelijkheid in de werking van de overheid de bereidheid van burgers om zich in te zetten voor de samenleving vergroot, dat openheid een voorwaarde is om goed geïnformeerde en betrokken burgers voor de publieke zaak te winnen zodat ze op hun beurt kunnen deelnemen aan een prikkelend debat als voorwaarde voor een open samenleving en dat het daarbij wenselijk is dat de overheid de vergroting van het aantal burgers dat meepraat ondubbelzinnig toejuicht en actief ondersteunt omdat het alleen zo een basis legt onder de democratische orde ‘….Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze. Maak ook uw tekst

Transparantie is een modieus begrip. Niemand is ertegen, maar evenmin maakt iemand het concreet. Eind januari 2012 probeerde ombudsman Alex Brenninkmeijer dit te veranderen door de overheid te kritiseren bij de prijsuitreiking van de Journalist van het Jaar aan Brenno de Winter. De ombudsman zei toen: ‘Iedereen heeft een feilloos kompas voor wat eerlijk is of niet. De prijs voor het niet eerlijk zijn met overheidsinformatie is verlies aan vertrouwen en geloofwaardigheid.‘ De overheid die meer bevoogdend en afhoudend is dan de reputatie van Nederland doet vermoeden heeft een achterstand goed te maken. De overheid moet oppassen niet verder te verzinken in eigenbelang en zelfgenoegzaamheid. Of de politiek echter bereid is om de burger in de macht te laten delen is de vraag. GroenLinks en Mariko Peters verdienen lof dat ze dit oppakken.

Foto: Censorship. Credits: Eric Drooker

PvdA moderniseert monarchie zonder te moderniseren

Volgens berichten presenteert Geert Wilders op 1 september namens zijn partij een wetsvoorstel om het staatshoofd uit de regering te halen. Een plan van zijn fractiegenoten Andre Elissen en Lilian Helder. Hiermee gaat de PVV tegen VVD en CDA in. De PVV wil de monarchie behouden, maar de politieke invloed van het staatshoofd inperken. Wilders lijkt gebeten op koningin Beatrix omdat-ie vindt dat ze telkens zijn partij aanspreekt. Dat is-ie beu.

De houding van D66, SP, GroenLinks en de Partij voor de Dieren is duidelijk. Zij willen evenals Wilders de monarchie moderniseren. Hoewel hun motivatie verschilt. De SP gaat het verst en vindt dat elke gezagsdrager in Nederland moet worden gekozen, ook het staatshoofd. Om zich niet te isoleren voegt de SP zich in het kamp van de hervormers. Van degenen die de politieke invloed van het staatshoofd willen terugdringen.

Ook de houding van VVD, CDA, SGP en CU is duidelijk. Ze stellen zich gouvernementeel op en willen alles bij het oude laten. Ze zien niets in modernisering. Deze partijen vormen met 59 zetels in de Tweede Kamer geen meerderheid. Hoewel ze een grondwetswijziging waarvoor 2/3 van de zetels nodig is kunnen blokkeren.

Blijft de PvdA over die zich in geen van beide kampen bevindt. Volgens De Volkskrant wil de partij de politieke ruimte van Willem-Alexander inperken als-ie staatshoofd wordt. Volgens de PvdA moet-ie geen voorzitter van de Raad van State worden. Een ceremoniële functie. En het staatshoofd moet geen enkele rol in de kabinetsformatie krijgen. Maar opvallend is dat de PvdA het artikel 42, eerste lid, weigert aan te passen. Dat zegt De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers. 

Gezien het chagrijn binnen de PvdA moeten we deze opstelling eerder partijpolitiek dan inhoudelijk duiden. Want hoe kan een partij die zegt de monarchie te willen moderniseren het staatshoofd binnen de regering laten? De voor de hand liggende verklaring is dat de PvdA de PVV niet aan een meerderheid wil helpen voor haar wetsvoorstel en daarom een noodrem inbouwt, artikel 42, lid 1. Behalve de PvdA zijn alle partijen volstrekt duidelijk in hun beweegredenen en opstelling.

De conclusie is dat de grootste vijand van de PvdA nog steeds de PvdA zelf is. Zonder leiderschap. Deze episode over de modernisering van de monarchie toont aan dat de partij zichzelf nog steeds in de weg zit. Voor de modernisering van de monarchie moet eerst de PvdA gemoderniseerd worden. Maar ondanks alle tegenstand zal de monarchie daar naar verwachting eerder mee klaar zijn dan de PvdA. Ook een soort monarchie met prinsen, prinsessen en baronnen die elkaar de rode burcht uitvechten, maar zonder hoofd.

Foto: Verkiezingsaffiche PvdA jaren ’40