Gedachten bij een menukaart van Hotel Brighton in Le Zoute (1959)

Menukaart Source de Spontin, 1959. Collectie van de Academie voor de Streekgebonden Gastronomie. Erfgoedplus.be.

Menu- of spijskaarten zijn tekenen van de tijd. Ze wijzen naar van alles. Gezondheid, rijkdom, culinaire mode, design, commercie, en de burgerij en haar sociale netwerk. Het is een genoegen om digitaal te grasduinen door menukaarten.

Bovenstaande menukaart met het diner van 22 maart 1959 is simpel in vormgeving. Getypt op papier van mineraalwater Spontin. Een voorloper van Spa. Het is van Hotel Brighton in Knokke-Het Zoute.

Ook het eten oogt simpel. De Crème Madrileine lijkt een romige variant op de Consommé Madrilène. Dan tongfilet met saus. Vervolgens een kwart hoen, een renaissance salade en aardappelkroketten. Vervolgens gebak en ijs. Het is eerder zwaar dan licht. La Grande Cuisine Minceur is nog niet aan de Vlaamse Noordzeekust geland. Escoffier is nog leidend. Maar niet overdreven. Voor de gegoede middenklasse.

Dit is erfgoed dat niet onderschat moet worden omdat het aan zoveel aspecten raakt. Achteraf verbaast de vormgeving het meest. Het duidt op een sjiek hotel dat de standing niet meer op kan houden. Maar teert op een rijk verleden. Van lekker eten.

Dagjestoerisme: Somebody Knokking at Your Door

Iedereen was gewaarschuwd. Ook kleine overlast vanwege COVID-19 wordt in Knokke deze zomer niet getolereerd. Aldus wethouder Anthony Wittesaele van de partij GBL (Gemeentebelangen en niet Groep Brussel Lambert). In Knokke bestaat als vanouds een spanning tussen de gevestigde orde zoals die vertegenwoordigd wordt door de Lippens-dynastie en het urbanisatieproject van de Compagnie Het Zoute én de dagjesmensen.

Daartussenin zit de toerismesector die voortkomt uit de boerenstand. Met de wafelbakkerijen van Moeder Siska als voorbeeld in de Oosthoek tegen de Nederlandse grens. Blankenberghe was de familiebadplaats, terwijl in Het Zoute (‘Le Zoute’) de betere stand inclusief Franssprekende Vlamingen, Walen en Brusselaars zich terugtrok in hun villa’s. Dagjesmensen worden met mate getolereerd om de toerismesector te voeden.

Knokke wacht het lot van (binnen)steden als Parijs, Venetië of Amsterdam die aan hun eigen succes ten onder dreigen te gaan. De coronacrisis biedt een kans om de bakens te verzetten en de invloed van de toeristen in het lagere segment en het dagjestoerisme terug te dringen. Het past in het patroon van Knokke Het Zoute als een badplaats die er wil zijn voor de betere toerist. Alleen heeft het politieke en economische bestuur van de stad dat met de stijgende welvaart die voor meer mensen bereikbaar kwam in de afgelopen decennia niet kunnen volhouden. Dat Nederlandse jongeren die met te veel drank op zich niet weten te gedragen en in België hun land een slechte naam bezorgen is tragisch, maar ze beseffen niet dat ze voor het stadsbestuur een alibi zijn om een nieuw evenwicht te vinden. Noem het achterstallig onderhoud om de kwaliteitstoerist binnen te halen, zonder dat dat in het openbaar zo scherp gezegd kan worden. Dat klinkt niet democratisch.

Gedachten bij verslag van tentoonstelling ‘Inline’ in galerie Knokke

Soms komt de verwachting uit. Dat is het geval bij de kunst die in het verslag van de tentoonstelling ‘Inline’ in de galerie Art Center HOres MOdus 8 op de Zeedijk in Knokke is te zien. Met werk van Alea Pinar Du Pre en Marianne Turck. Galerist is Niña Van den Bosch. De video is geen journalistiek verslag maar een promotie van de galerie. Knokke kende ik goed door de zondagse bezoekjes vanuit het nabijgelegen Zeeuws-Vlaanderen. Het was jarenlang mijn Zandvoort of Egmond. De kunst in de Knokse galeries behaagt, doet geen pijn en past goed in het interieur. Voor zoiets is in Nederland nauwelijks een markt. Niet streng genoeg. Te zuidelijk.

De beschrijving van de kunst van de Oostenrijks-Turks Alea Pina Du Pre vat dat samen: ‘Haar schilderijen nodigen uit om verder te kijken dan het doek en daarmee nieuwe manieren te vinden om te vertellen wat we beleven. Elk schilderij heeft zijn eigen verhaal, gemaakt  om de kijker te stimuleren na te denken over de gelaagde realiteit, om het zichtbare en onzichtbare, de werkelijkheid en de perceptie te doorgronden.’ Dit is onzin die op het eerste gezicht heel wat lijkt, maar bij nader inzien vaagheid en slecht geschreven flauwekul is. Hier wordt indruk gemaakt en ontzag ingeboezemd met kunst die dat niet verdient, maar wel verkoopt.

Wat betekent ‘welke obediëntie zijn homoseksuelen toegedaan’?

Antwerpen

Nederlands en Vlaams hebben overeenkomsten en verschillen. Hetzelfde geldt voor Nederland en Vlaanderen. ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’, dichtte Hendrik Marsman in Awater. Mogelijk een woordgrap, mogelijk een diepere waarheid. Als Nederlander die weliswaar op zo’n 20 kilometer van de Belgische grens is opgegroeid en ontelbare keren in Zelzaete, Gent, Knokke of Brugge kwam begrijp ik niets van een bericht in het Vlaamse nieuws. Het gaat volledig aan me voorbij. Mentaliteiten die aan elkaar grenzen sluiten elkaar uit.

Het betreft een uitspraak van de Antwerpse burgemeester Bart de Wever. Volgens de N-VA-politicus zouden loketbedienden hun homosexuele geaardheid niet mogen uiten. Tot zover een conservatief standpunt zoals Silvio Berlusconi, Vladimir Putin of Marco Rubio die uiten. In de Vlaamse terminologie gaat het over Holebi’s, (Homo’s, Lesbienne’s en Bisexuelen) alsof het om een exotische stam gaat. In Nederland een onbekende term. Maar dan komt het: ‘Holebi’s een obediëntie noemen getuigt van weinig inzicht‘, citeert De Standaard.

Wat betekent dat? Wat is een obediëntie? Ik heb geen idee, al herken ik er het woord gehoorzamen in van het Franse ‘obéir‘. Maar gehoorzaamheid aan wat? De liberale politicus Alex Polis maakt het er voor mij niet duidelijker op als-ie zegt: ‘(..) dat doe je niet door een ganse groep van mensen weg te zetten als een obediëntie.’ Ik raak ervan overtuigd dat het een schandelijke zaak is. Maar wat betekent het in hemelsnaam?

Het gaat verder: ‘De Wever maakt een grote denkfout door een positieve keuze zoals het toetreden tot een obediëntie, gelijk te stellen met geaardheid.‘ De Wever zou een denkfout maken. Maar welke? Het gaat verder. Oppositiepartij SP.A reageert met verbazing op De Wever: ‘De partij vraagt zich zaterdag in een persbericht af ‘welke obediëntie homoseksuelen toegedaan zijn‘.’ Och God, wat vreselijk, is obediëntie een dodelijke ziekte? Een soort Vlaamse Aids? Of anders een ritueel van de mormonen, katholieken of vrijmetselaars? Want zelfs vrijgevochten Vlamingen kunnen in gedachten geen afstand nemen tot religie. Ook als ze menen een andere obediëntie toegedaan te zijn. Ik geloof het te begrijpen. Maar zeker weten doe ik het niet. Daar ben ik blij om.

Foto: Antwerpse mannen.