Om pseudo-wetenschap in de media te bestrijden moet er een Vereniging tegen de Kwakzalverij in de Media worden opgericht

Het is opvallend dat zowel economen als filosofen de huidige COVID-19 pandemie gebruiken om zich als individu te profileren en hun zaak te bepleiten. Ook en zelfs juist als die slechts zijdelings iets met de pandemie te maken heeft. Het wordt er potsierlijk op als deze deskundigen net doen alsof hun vakgebied een wetenschap is, laat staan een exacte wetenschap. Maar het wordt er idioot op als deze deskundigen net doen alsof ze ook verstand hebben van een ander vakgebied. Dat hebben ze niet. Dat is bewuste misleiding en zelfoverschatting waar overigens de media ook een rol in te spelen hebben. Ze moeten zo’n opinieleider die buiten zijn of haar vakgebied gaat stoppen onder het mom: ‘tot hier en niet verder’. Media moeten de desinformatie niet aanwakkeren.

Denk aan de economen Coen Teulings en Barbara Baarsma die de afgelopen maanden voorlopig hun plek in de geschiedenis hebben verspeeld met slecht onderbouwde, onzinnige uitspraken. Ze hadden moeten zwijgen over gezondheidskwesties waar ze niet echt verstand van hebben en hadden niet de schijn moeten wekken dat de deskundigheid op hun economisch terrein niet zonder meer uitgebreid kan worden naar andere terreinen. Want daarop zijn ze net zo onwetend en ondeskundig als elke willekeurige, nadenkende burger. Voor Ad Verbrugge geldt hetzelfde.

Verbrugge neemt een loopje met de waarheid. Is het angst of realisme dat er in de VS nu al meer dan een half miljoen geregistreerde doden zijn als gevolg van COVID-19? Overheden handelen aarzelend en nemen soms de verkeerde beslissingen omdat ze dit (sinds 1919) niet meer bij de hand hebben gehad. De macht van overheden en techbedrijven moet ingeperkt worden en de privacy en vrijheid van burgers moet beschermd worden. Dat is zinvolle kritiek, maar het is grotesk en gevaarlijk voor de volksgezondheid om dit direct te koppelen aan de bestrijding van de huidige pandemie.

Afgelopen maand was er op de Vlaamse publieke omroep VRT de 3-delige serie BDW met de rechtse politicus Bart De Wever. Voorzitter van de rechts-nationalistische N-VA en burgemeester van Antwerpen. Hij gaf een inkijkje in zijn handelen en de strategie van de (partij)politiek. Of men het nou met zijn politieke overtuiging eens is of niet. Hij zei dat politici moeten zwijgen als ze niks te zeggen hebben. Daarmee doelde hij vooral op PS-voorzitter Paul Magnette die volgens hem telkens de onderhandelingen over een regeringscoalitie bemoeilijkte en zelfs onmogelijk maakte door er in de media bijna dagelijks zijn commentaar op te geven. Interessant is dat de kritiek van De Wever deels bestaat uit fundamentele mediakritiek en deels uit eigen politieke profilering. Hij is zo door de wol geverfd dat moeilijk valt te zien waar het een in het ander overgaat.

Wat zou het helpen als we weten dat als een politicus of opinieleider publiekelijk spreekt en daar in de media verslag van gedaan wordt we er vanuit konden gaan dat zo iemand dan ook echt iets zinvols te melden heeft. De talkshows en krantenkolommen zouden er opgeruimd door worden (‘Less is more’) en de kwantiteit van de loze beweringen zou ingewisseld worden voor de kwaliteit van de inhoud. En we weten nu toch al dat er eerder een te groot dan een te gering beroep wordt gedaan op de tijd, het geduld en de goede smaak van de nieuwsconsument? Het is zoals gezegd niet in de laatste plaats aan omroep of krant om de oprispingen en losse flodders van ‘wetenschappelijke’ opinieleiders die zich buiten hun vakgebied begeven en zich manifesteren als pseudo-deskundigen geen plek te geven.

Sommigen noemen het hoogmoed, publiciteitsgeilheid of een verdienmodel van al die (pseudo)-wetenschappers die met hun praatjes als een plaag de media teisteren. Het is de hoogste tijd dat de loze beweringen, schijnwaarheden en filosofietjes in het publieke debat fundamenteel worden bestreden. Nu gebeurt dat goedbedoeld, maar halfslachtig vanuit het idee om desinformatie te bestrijden. Het valt te bezien of dat de juiste invalshoek is. Verboden of blokkades zijn niet het juiste antwoord, maar een aanschouwelijke weerlegging met argumenten als boter bij de vis is dat wel.

Er is in Nederland een vrije pers, maar de interne correctiemechanismen van de journalistiek zoals Ombudsmannen zijn verregaand uitgekleed. Het mechanisme van zelfregulering heeft weinig tanden. Op sociale media is de tegenspraak en correctie zo goed als uitgeschakeld door het eilandenrijk van de bubbels.

Waar de publieke uitspraken van politici en opinieleiders raken aan of gaan over wetenschappelijk onderwerpen is in de media een evenknie van de Vereniging tegen de Kwakzalverij nodig die per omgaande en wijd verspreid corrigeert, in de goede context zet en deskundigen die onder de pretentie van alwetendheid buiten hun vakgebied gaan terechtwijst. Dan kunnen in elk geval de misverstanden die opgeroepen worden snel opgeruimd worden. Als het vuil van het land dat uit de studio’s en krantenredacties wordt verwijderd. En ook van de universiteiten.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelOnze angst voor het virus geeft de staat te veel ruimte’ van Kees Versteegh in NRC, 28 februari 2921.

Foto 2: Schermafbeelding van deel aankondigingWebinar 2020 On demand: Sociale media, slecht voor de gezondheid?’ van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, 19 augustus en 21 oktober 2020.

Dadakademia profileert zich als eerste kunst en filosofie academie in Leiden. Wat zegt dat over de positie van het hoger onderwijs?

Studio Moio in Leiden kan niet verweten worden niet creatief met taal om te gaan. Het grossiert in termen die net naast bestaande termen van het reguliere onderwijs grijpen. Zoals de ‘MBO UniverCity’ of ‘Dadakademia’. Het is geen onderwijsinstituut maar een sociale onderneming. Het pretendeert veel, maar zou uiteindelijk best helemaal niets kunnen zijn. Veel vorm, weinig inhoud. Zeker weten doen we echter niet. Dat geeft er de spanning aan. Studio Moio rekt de eigen gravitas op door zich geaccepteerde termen aan te meten. En vangt zo losjes subsidie van de gemeente Leiden. Die bewuste begripsvervaging is grappig en verwarrend tegelijk.

Studio Moio presenteert de Dadakademia als ‘Kunstacademie’ op mbo en vmbo niveau. In dit project komen verschillende maatschappelijke en educatieve ontwikkelingen samen: afgenomen prestige en macht van de universiteiten, anti-intellectualisme, animositeit tegenover deskundigheid en wetenschap, vervlakking en afgenomen kwaliteit van het onderwijssysteem, commercialisering en versnippering van het onderwijs, oneigenlijk gebruik van de kunsten dat in strijd is met de elementaire functies ervan en de emancipatie van het middelbaar beroepsonderwijs dat omgekeerd evenredig is met de deëmancipatie van het hoger onderwijs.

Foto: Schermafbeelding van ‘Dadakademia, de eerste kunst&filosofie academie in Leiden…’ van Studio Moio, 24 mei 2020. 

Christelijke wiskunde dat moet je niet willen, maar wordt mensen door God gegeven. Waar of niet waar?

Volgens wiskundeleraar Ab van der Roest van het Ichtus College in Veenendaal bestaat christelijke wiskunde niet, maar toch ook weer wel. Het opvallende aan de argumentatie van zowel Van der Roest als de leerlinge die aan het woord komt is dat ze in een cirkel redeneren. Want ze beweren dat God ’in principe’ alles heeft geschapen, dus ook de wiskunde. Op die aanname bouwen ze hun betoog. Maar het is een erg flinterdunne hypothese. Zeker van een wiskundeleraar die zegt van zijn vak te houden en dat serieus uit te oefenen zou meer logisch inzicht en kritisch vermogen verwacht moeten worden. De wet van de spaarzaamheid leert dat ‘men niet het bestaan van iets moet veronderstellen als onze ervaringen ook op een andere manier kunnen worden verklaard’. De meest voor de hand liggende veronderstelling is dat God mensenwerk is. Daaruit volgt dat mensen de wiskunde hebben geschapen. Een wiskundeleraar die niet de eenvoudigste verklaring volgt, maar op speculatieve wijze onnodige ingewikkeldheid introduceert zonder voldoende bewijsvoering zet zijn betrouwbaarheid als logisch denker op het spel. Van der Roest mist een scheermes om optimaal te denken.

Nelle Boer denkt na over kunst binnen en buiten de kunstwereld

Beeldend kunstenaar Nelle Boer heeft een prikkelende visie op de kunstwereld die hij via sociale media verspreidt. Boer zet met zijn maatschappijkritiek aan tot nadenken. Hij meent dat de overheid die de kaders van de kunstwereld met een getrapt model van financiering via de kunstinstellingen bepaalt ook de inhoud van de kunst bepaalt. Dat is een terechte observatie. Wie bepaalt betaalt, ook in de beeldende kunst.

Tegenover de kunstenaars die opereren binnen de kunstwereld zet hij de kunstenaars die opereren buiten de kunstwereld. Hij zegt tot de laatste categorie te behoren. Het valt te betwijfelen of die afbakening zo scherp is als hij het stelt. Feitelijk trekt Boer zelf ook al die conclusie in zijn afsluitende opmerking als hij zegt dat hij een weerwoord wil bieden en zich daarom wel binnen de kunstwereld moet begeven om gehoord te worden.

Want elk verstandig systeem heeft een niche waar de tegenkrachten zich manifesteren. Een overloop. Een gereguleerd ventiel. Kunstenaars buiten de kunstwereld houden zo het systeem in stand dat ze bekritiseren omdat ze maatschappijkritiek opvangen. Daarom doen ze ook dienst binnen de kunstwereld als een individu zonder stemrecht. De waarde van Boers beschouwing is dat hij het stelsel van de kunstwereld ter discussie stelt. Dat is niet zo onpartijdig en vanzelfsprekend als de machthebbers in politiek en kunstwereld beweren.

Het is een constructie die ingericht is om politieke doelen te dienen en tegen de macht aanleunt. De uitruil is volle vrijheid binnen kaders waarbuiten niet gekleurd mag worden. Kunst mag met mate schuren, maar niet de bestaande orde kapotscheuren. Kunst schept illusies en speelt zich niet af op het domein van de politiek of de filosofie. Die afbakening lijkt meer te morrelen aan Boers overdenking dan de afbakening die hij maakt tussen kunstenaars binnen en buiten de kunstwereld. Hoe dan ook zeer het nadenken waard. Wordt vervolgd.

Kwestie Blok gaat niet om politieke fout, maar om leeghoofdigheid

Het ergste is niet dat wat minister Stef Blok zegt niet klopt. Ministers doen wel vaker uitspraken die onjuist zijn. Mogelijk is de Nederlandse multiculturele samenleving (door toedoen van twee kanten) mislukt. Dat is een kwestie van definitie en evaluatie. Maar dat wil niet zeggen dat elke multiculturele samenleving is mislukt en zo’n samenleving per definitie onmogelijk is. Denk aan de Russische Federatie met 160 verschillende etnische groepen, nationaliteiten en volken. Denk aan de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie waar vele volken en nationaliteiten relatief vreedzaam samenleefden. Lees er de memoires van Elias Canetti op na, die als kind in het Bulgaarse Roese woonde. Het geeft het culturele, historische en filosofisch tekort aan van de 54-jarige Blok dat hij zoiets blijkbaar niet weet. Hoe is het mogelijk dat iemand met zulke intellectuele leegte minister kan worden? De kwestie Blok gaat in de kern niet om een politieke uitspraak die in Tweede Kamer en samenleving verkeerd valt. Dat is van voorbijgaande aard. De kwestie Blok gaat om de werking van de politiek waar lege hulzen zonder cultureel besef hoog kunnen stijgen. Zo hoog dat ze er een leeg hoofd van hebben.

In een interview in het architectuurmagazine Dezeen zegt kunstenaar Olafur Eliasson het volgende: ‘I think that every finance minister should train by being a culture minister. One should make it a rule that if you have not been culture minister you can simply not be finance minister.’ Waarom Eliasson die voorwaarde uitsluitend maakt voor ministers van Financiën is onduidelijk. De kwestie Blok leert dat Buitenlandse Zaken evengoed cultureel, historisch en filosofisch besef vereist. Dus waarom geldt deze voorwaarde niet voor alle ministers? Overigens economiseert Eliasson vanuit goede bedoelingen toch de politiek door de controle over het geld voorop te zetten. Dat is onterecht. Dat is de valkuil. Stef Blok heeft de politiek een slechte dienst bewezen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelElias Canetti und Ruse’ van Penka Angelova, 2013.

Gabriël van den Brink hekelt secularisatie en prijst protestantisme. In NRC dat staat voor Verlichting en liberalisme. Logisch?

br

NRC gaf op 1 februari Gabriël van den Brink een volle pagina in de papieren krant voor zijn opinie-artikelExperts, toon eens wat meer zelfkritiek’. Het gaat over de relatie tussen wetenschap en maatschappij, en de waarheidsvinding in de wetenschap die door externe en interne bedreigingen onder druk staat. Bovenstaande alinea’s wijzen op een externe bedreiging en komen uit een iets anders vormgegeven digitale versie van 27 januari. Van den Brink wordt in de papieren versie ‘hoogleraar wijsbegeerte bij Centrum Ethos aan de Vrije Universiteit in Amsterdam‘ genoemd, maar zijn naam is niet terug te vinden in de lijst medewerkers. Volgens een toelichting van Centrum Ethos ‘onderzoekt [Gabriël van den Brink] de kloof tussen burger en politiek. Dat doet hij op basis van empirische maar ook filosofische methodes’. Waaruit bestaan die filosofische methodes?

De tweede alinea is merkwaardig omdat het meer overhoop haalt dan verklaart. De essentie ervan blijft onuitgesproken. Deels door ruimtegebrek, maar de vraag is of er ook een reden is dat Van den Brink dit liever ongenoemd laat. Met ‘de mentaliteit van het protestantisme in Noordwest-Europa’ refereert hij aan de rationaliteit van het Calvinisme zoals de baanbrekende socioloog Max Weber dat ruim een eeuw geleden benoemde. Van den Brink maakt reuzenstappen als hij twee zinnen later concludeert dat ‘het cultiveren van waarden als verantwoordelijkheid en redelijkheid sinds de secularisatie niet langer voor zich spreekt’. Dat is een verstrekkende conclusie die de secularisatie een dolk in de rug steekt. Zoals gezegd doet Van den Brink aan ‘hit and run’ en loopt zonder uitleg snel verder. Er komt nog een aap uit de mouw met de observatie dat ‘het ontstaan van een multiculturele samenleving een deugd als eerlijkheid nog meer onder druk zette’.

Van den Brinks artikel gaat over de waarheid en integriteit in de wetenschap, maar als in een Droste-effect toont hij in zijn bewijsvoering het omgekeerde aan van wat hij betoogt. Want hoe integer en waardevrij is hij in zijn betoog, en welke gedachtengoed sleept hij impliciet met zich mee? Waar is de conclusie op gebaseerd dat waarden als verantwoordelijkheid en redelijkheid sinds de secularisatie niet langer voor zichzelf spreken? Dit is een normatieve uitspraak die Van den Brink niet onderbouwt. Hij stelt de secularisatie – die het proces van ontkerkelijking en verwereldlijking omvat- via de toetssteen waarheidsvinding onder verdenking en maakt die ondergeschikt aan de mentaliteit van het calvinisme. Hij trekt dit door naar het multiculturalisme dat hij negatief beoordeelt vanwege de teloorgang van het protestantisme en de opgang van de secularisatie.

Gabriël van den Brink bezondigt zich in dit artikel aan gemakzuchtige journalistiek die haaks staat op de wetenschappelijkheid waar hij voor pleit. Wat hij zegt hoeft niet onwaar te zijn, maar hij lijkt vooral het verkeerde medium van het krantenartikel gekozen te hebben. Hij bedoelt het waarschijnlijk genuanceerder dan uit de aannames blijkt die erg kort door de bocht zijn en raadselachtig klinken. Die keuze valt Van den Brink echter wel te verwijten evenals de Redactie Opinie van NRC die het artikel geschikt achtte voor plaatsing. Het is ruimdenkend van een krant die Lux et Libertas als motto heeft dat het een artikel plaatst dat tegen de mentaliteit van de Verlichting -waar de secularisering een onlosmakelijk aspect van is- en het liberalisme ingaat. Van den Brink verklaart dat lachend in z’n vuistje waarschijnlijk omdat de NRC door de secularisatie aan verantwoordelijkheid en redelijkheid heeft verloren. Zo is het betoog rond van een wetenschappelijk onderzoeker die in de heimelijkheid het protestantisme vooropzet. Zonder dat we dit echt mogen weten.

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikelExperts, toon eens wat meer zelfkritiek’ van Gabriël van den Brink in NRC, 27 januari 2017. (Geplaatste in papieren versie van NRC op 1 februari 2017).

Berkvens-Stevelinck: ‘Bewijzen dat God bestaat is ongelooflijk vaak geprobeerd, maar gelukt is het nooit.’ Hoe zou dat nou komen?

media_xl_3624138

In een artikel van Leonie Breebaart voor Trouw zegt emeritus hoogleraar Europese cultuur Christiane Berkvens-Stevelinck: ‘Bewijzen dat God bestaat is ongelooflijk vaak geprobeerd, maar gelukt is het nooit’. Het is exact om die reden dat geloof geloof wordt genoemd, en geen bewijs. Miljoenen mensen geloven dat God bestaat, maar kunnen het niet bewijzen. In plaats van dat ontbrekende bewijs dat ze niet kunnen leveren komen ze met allerlei verklaringen over wat hun geloof is: de ervaring van iets groters, iets dat de kosmos bij elkaar houdt of de verwijzing door het geloof naar iets anders. Op zijn best kan het bestaan van God dus door indirect en ondersteunend bewijs geleverd worden, maar niet overtuigend bewezen worden.

Christiane Berkvens-Stevelinck klinkt sympathiek in haar geloof, maar het artikel ademt een abstracte sfeer uit. Want godsdienst is meer dat theologie en zingeving, geloof en troost. Godsdienst is ook machtsvorming van religieuze instellingen en uitsluiting van andersdenkenden. Zelfs in haar verlichte opvatting van religie die de fundamentele verschillen niet tussen gelovigen en ongelovigen, maar tussen zij die zich tolerant opstellen en de fundamentalisten legt. Praten over godsdienst en geloof zonder het apparatus van de religieuze instellingen met de kerkleiders met hun eigenbelang en de politieke en maatschappelijke belangen van de organisatie erin te betrekken oogt wereldvreemd en schiet tekort. Godsdienst is immers meer dan geloof in God alleen. Hoe theologische denkers als mevrouw Berkvens-Stevelinck ook zo graag het tegendeel beweren.

Foto: Afbeelding bij artikel ‘Hoe weet je eigenlijk of God bestaat?’ in Trouw, 25 februari 2016. Credits: Jenna Arts.

Jacob Bos wil expositie inzetten als wapen tegen de negativiteit rondom asielzoekers. Is kunst daarvoor geschikt?

5

Beeldende kunst, wat kan de beschouwer ermee? Waar dient het voor? Daar bestaan veel gedachten over, die elkaar soms tegenspreken. Sommigen die niet van de straat zijn menen dat het een filosofische functie heeft. Dat speelt op het terrein van denksystemen, grondslagen en een totaalvisie op het leven. Dat klinkt niet mis.

In die visie scherpt kunst aan en maakt mensen bewust van de eigen situatie en omgeving. Kunst geeft het leven diepte, en zelfs zin en troost. Zoals anderen zich laten inspireren door religie. Niet toevallig putten kunst en religie uit dezelfde bron. Kunst laat mensen naast de werkelijkheid kijken zodat er reliëf ontstaat dat er voorheen wel was, maar niet werd gezien. De functie van kunst is niet zo direct dat het dient om de wereld te verbeteren. Want daarvoor is de politiek. Maar het kan wel de politieke bewustwording helpen vergroten.

Zo beredeneerd kent kunst uitsluitend voordelen. Het geeft naast schoonheid, zin en troost. Het helpt mensen in hun politieke en maatschappelijke bewustwording zonder dat het tot doel heeft om mensen op te zetten tegen de gevestigde orde. Omdat kunst dezelfde voordelen kent, maar minder explosief en onbeheersbaar is dan religie is het onbegrijpelijk dat overheden kunst niet veel meer gebruiken als beheersinstrument. Volgens de aard moet de overheid daarbij op afstand blijven omdat kunst anders een direct verlengde van de politiek wordt en ophoudt kunst te zijn. Juist door die afstand aarzelen overheden omdat ze volledige controle willen.

Kunst is voor de kunstenaar het omzetten en construeren van ongerichte impulsen tot een eigen wereld met een eigen vormentaal die de beschouwer richting en verdieping geeft. Kunst is een schaduwwereld die commentaar geeft op wat buiten de kunst bestaat en er daardoor onlosmakelijk mee verbonden is. Kunst is een halfproduct dat een brug slaat tussen illusie en realiteit. Kunst is de katalysator die maatschappelijke processen kan versnellen, zonder daardoor zelf te veranderen. Kunst heeft geen gevoel, maar roept gevoel op.

In Hoogeveen is er de glaskunstenaar Jacob Bos die volgens een bericht in RTV Drenthe ‘tegenwicht wil bieden aan alle negativiteit rondom asielzoekers’. Hij heeft het initiatief genomen om samen met andere kunstenaars en ‘kunstenaars onder vluchtelingen’ een expositie te houden. Hij is nog op zoek naar een expositieruimte. Interessant is wat Bos meent met deze expositie te kunnen doen, namelijk het uiten van een gevoel. ‘Dat kan met beeldende kunst’ zo meent Bos. Dat is een misvatting van Bos. Kunst roept in het beste geval gevoel op, maar kan dat zelf niet uiten. Een andere misvatting is dat kunst via het inrichten van een expositie direct een politiek doel kan dienen. Kunst kan de politieke bewustwording vergroten, maar niet in de plaats van politiek komen. Dan verliest kunst haar eigenheid en meerduidigheid, en wordt het een vehikel voor politieke actie.

Foto: Werk van de glaskunstenaar Jacob Bos.

Christelijke organisaties weten niet goed te reageren op het einde van hun voorkeurspositie

nd

Het christelijke nederlands dagblad zegt zich flink te irriteren aan wat het ‘seculiere opiniemakers’ noemt om hun vermeend gebrek aan nuance. Deze opiniemakers zouden religie als bron van ellende en conflicten zien. Dat kan een christelijk geïnspireerd medium allicht niet over zijn kant laten gaan. Het zoekt de tegenaanval.

In de tegenaanval stapelen christelijke opiniemakers fout op fout. Om te beginnen wordt het begrip seculier verkeerd weergegeven. Of dat bewust gebeurt om te kunnen overdrijven is hier de vraag, maar dit verkeerde gebruik komt vaak voor in vooral conservatief-christelijke kringen om een tegenstelling te suggereren die er niet is. Christelijke politici demoniseren graag het secularisme.

Feitelijk wordt met seculier een aanhanger van het secularisme bedoelt. Dat is een stroming die niet kiest voor het atheïsme of het vrijzinnig humanisme of tegen religie, maar het is ‘een politieke filosofie die verzekert dat iemand nooit onderworpen zal worden aan religie. Zodat die religie een individu door de strot geduwd wordt.Jacques Berlinerblau legt het uit.

Het secularisme is geen vijand van religie, maar juist een vriend van de gelovige en garandeert het bestaan van een breed spectrum aan religies en levensovertuigingen waaruit het individu in vrijheid kan kiezen.

Alleen, het secularisme wil de voorkeurspositie die het christendom in vele landen zoals Nederland nog steeds heeft gelijktrekken met maatschappelijk minder machtige religies en levensovertuigingen. Dat steekt die christenen die afgelopen jaren hun machtspositie hebben zien afkalven en dat proces betreuren.

Omdat het gevestigde christendom die voorkeurspositie niet op wil geven probeert het die gelijkschakeling met andere politiek-culturele organisaties in de sector religie/levensovertuiging via een omweg te vertragen door het secularisme verdacht te maken. Het kiest voor de eigen machtspositie ten koste van de keuzevrijheid voor de gelovigen.

De oproep van het nederlands dagblad om graag wat bescheidener te zijn over religie en terreur is vergund, maar gezien hun dominantie van het Nederlandse publieke debat in de afgelopen eeuwen zijn christelijke organisaties nu niet direct degenen die het meeste recht van spreken hebben.

Ook in de opinievorming speelt mee dat de christenen hun voorkeurspositie hebben verloren en nog niet goed weten hoe ze daar het best op kunnen reageren. In plaats van het secularisme te omarmen dat garantie van bestaansrecht en bescherming biedt zetten ze zich schrap omdat ze vrezen weggespoeld te worden en bijten in de hand van het secularisme dat de beste reddingsboei is voor een in belang, volume en zelfvertrouwen afnemend christendom.

Tekenend voor het einde aan de vanzelfsprekende dominantie van de christenen in de maatschappij en het publieke debat is onderstaande schermafbeelding van een aankondiging voor een radioprogramma op het ‘neutrale’ NPO1. Tien jaar geleden nog ondenkbaar.

Het gaat er niet om of de vraag positief beantwoord moet worden of de wereld beter af is zonder religie. Dat verschilt van persoon tot persoon. Dat de vraag gesteld wordt maakt het verschil en brengt christelijke media als het nederlands dagblad in de kramp van de krimp.

npo

Foto 1: Schermafbeelding van aankondiging artikel ‘Graag wat bescheidener over religie en terreur’ in het nederlands dagblad, 2 januari 2016.

Foto 2: Schermafbeelding van aankondiging radioprogramma op NPO1Is de wereld beter af zonder religie?’, 1 januari 2016.

Katholieke Jan Peeters maakt klassieke fout over secularisatie

kf

Jan Peeters meent in een commentaar voor het Katholiek Nieuwsblad dat het falen van de Rooms-Katholieke kerk de hoofdoorzaak van secularisatie is. Dit naar aanleiding van de reactie van de Duitse kerkleiders op het groot aantal kerkverlaters. In 2014 waren dat er in Duitsland liefst 178.805. Die reactie zou volgens Peeters te weinig veeleisend zijn. Hij zit op de lijn van aartsbisschop Wim Eijk die pleit voor een kerk als bewuste keuze.

Geheel onnodig koppelt Peeters de richtingenstrijd binnen de West-Europese katholieke kerk aan secularisatie die geformuleerd wordt in het begrip secularisme. Een politieke filosofie die burgers garandeert dat ze nooit onderworpen zullen zijn aan de religie van een ander die hen niet door de strot geduwd wordt, aldus Jacques Berlinerblau. Secularisten proberen de macht van religie niet terug te dringen omdat ze tegen religie, religieuze organisaties of gelovigen zijn, maar omdat ze de vrijheid van burgers willen optimaliseren.

Onduidelijk is wat Peeters precies met secularisatie bedoelt. Vermoedelijk doelt hij op afnemende macht en maatschappelijke invloed van religieuze organisaties en verwijt hij zijn kerkleiders dat ze dat proces niet hebben weten te keren. Maar da’s een onzinnig verwijt omdat de katholieke kerk in Duitsland of Nederland de afgelopen eeuwen nooit een machtspositie innam die het afbrokkelen ervan kon voorkomen. Secularisatie is een proces dat tamelijk los van de katholieke kerk plaatsvond. Daarom mist het verwijt aan mgr. Genn grond.

Jammer is dat Peeters secularisatie negatief benadert terwijl het een positief begrip is. Secularisatie staat niet vijandig tegenover de religie van katholieken, maar biedt gelovigen juist vrijheid en emancipatie. Alleen een religie die gelovigen vrijheid en emancipatie wil onthouden heeft wat te vrezen van secularisatie. Maar dat is een interne tegenstelling binnen een religieuze organisatie tussen conservatieven en hervormers. Het is onzin om het externe proces van secularisatie daarbij te betrekken. Het is Jan Peeters die een klassieke fout maakt.

Foto: Schermafbeelding van passage uit commentaar ‘Het falen van de Kerk is hoofdoorzaak secularisatie’ van Jan Peeters in het Katholiek Nieuwsblad,