Debat over experiment met soepele bijstand met Jetta Klijnsma legt harteloosheid en gebrek aan compassie gasten ‘Jinek’ bloot

Vaak wordt vooral vanuit rechts-populistische hoek gezegd dat de Nederlandse media links zijn. Het wordt zelfs beschimpend de ‘linkse kerk’ genoemd. Maar het is een misverstand, de Nederlandse media zijn door de bank genomen rechts. De ‘rechtse kerk’ dus. Ze verdedigen de gevestigde orde en schurken tegen de macht aan. Journalisten kunnen weliswaar een sociaal-democratisch of links-liberaal wereldbeeld hebben, maar dat is ondergeschikt aan de media-organisaties waar ze bij in dienst zijn. Die wegen het zwaarst. Deze media vertegenwoordigen een conservatief, rechts-liberaal of zelfs populistisch wereldbeeld. Dat gaat soms gepaard met harteloosheid en een gebrek aan compassie. Dat leidt tot vervangende schaamte dit aan te moeten horen.

Het fragment van de talkshow ‘Eva Jinek’ (KRO-NCRV) uit de uitzending van 4 juli gaat over een tweejarig experiment in vijf gemeenten (Groningen, Ten Boer, Wageningen, Tilburg en Deventer) met soepelere bijstand. Demissionair staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA) informeert over een regeling voor bijstandsgerechtigden met een soepelere sollicitatieplicht en de mogelijkheid om maximaal 199 euro per maand bij te verdienen. Opzet is om deze bijstandsgerechtigden uit de bijstand te helpen. Dat kan bereikt worden door ze extra zekerheden te geven. Voorbeeld is kunstenares Bianca uit Groningen die geholpen wordt een eigen bedrijfje, een tassenatelier op te zetten. De regeling is geen hoofdprijs, maar wordt door gast Jan Smit zo voorgesteld. Ook gastvrouw Eva Jinek laat zich niet onbetuigd door te getuigen dat ze hierover wel eens gekke dromen heeft gehad. Klijnsma treft opmerkelijke agressie. De maatschappelijk gearriveerden aan tafel grossieren niet alleen in vooroordelen, maar vooral in harteloosheid en gebrek aan compassie. Het is ontluisterend om te zien. Het symboliseert het failliet van een betrokken samenleving waar mensen zich om elkaar bekommeren.

Staatssecretaris Klijnsma is natuurlijk wel iemand die makkelijk hoon opwekt. Ze mist de factor om serieus genomen te worden. Klijnsma is de uitvinder van het moestuinsocialisme. Ze heeft in haar functie in de afgelopen regeringsperiode weinig kansen gemist om zichzelf of haar partij de PvdA belachelijk te maken. Klijnsma valt niet te betrappen op een diepgaande analyse, maar praat doorgaans in tegeltjeswijsheden. Daarom is het jammer dat het kabinet Klijnsma naar de media afvaardigt om dit interessante experiment te verdedigen. Het verdient beter. Een handigere en minder naïeve bestuurder als staatssecretaris Martin van Rijn had het ongetwijfeld overtuigender verdedigd en minder wantrouwen ontmoet dan Klijnsma. Maar Jan Smit en Eva Jinek schoten ondanks Klijnsma in de eigen voet door zich zo te laten kennen. En dat zegt alles over ons. 

CDA nietszeggend, leeg en ongeloofwaardig in politieke marketing

Dit verkiezingsspotje is op 2 januari 2017 op het YouTube-kanaal cdatv gezet. Een leger filmpje is nauwelijks mogelijk. Het gaat nergens over en sluit in de toelichting ook nog eens halfslachtig aan bij het populisme: ‘Als steeds meer mensen het gevoel hebben dat het niet goed gaat in Nederland, is het tijd voor verandering.’ Dit staat haaks op de gouvernementele CDA die altijd vol zelfverzekerdheid verkondigde ‘Wij regeren dit land’.

Dit spotje van het CDA van Sybrand Buma geeft aan dat de christen-democraten niet alleen de ambitie en het zelfvertrouwen kwijt zijn om het land te regeren, maar het suggereert ook nog eens dat zich overlevert aan ‘steeds meer mensen die een gevoel hebben dat het niet goed gaat met Nederland’. Dit CDA zet dus het gevoel van mensen centraal. Niet God of het CDA-kader. Dit gaat echter voorbij aan de traditie van het CDA van de afgelopen 35 jaar. Waarin de partij elke hervorming van het politieke bestel -inclusief vormen van directe democratie- blokkeert om de burgers zover mogelijk van de politieke besluitvorming af te houden.

Naast de trendbreuk met de eigen traditie van gouvernementalisme dat het CDA zegt in te wisselen voor aansluiting bij de volkswil van het populisme, is dit filmpje nog om een andere reden ongeloofwaardig. Onzin waarvan de top van het CDA kan weten dat het onzin is. Uit vergelijkende onderzoeken over onder meer rechtsstaat, welvaart en corruptie blijkt dat Nederland het in vergelijking met andere landen uitstekend doet. Zo’n negen van de tien Nederlanders zijn gelukkig met hun leven, zo blijkt uit onderzoek van het CBS uit 2016. Is het verstandige politieke marketing om gelukkige mensen een gevoel aan te praten dat het niet goed gaat met hun leven? Is de doelgroep wel ontvankelijk voor het populisme waar dit filmpje op speculeert?

Wat het CDA onderscheidend maakt in vergelijking met andere politieke partijen blijkt niet uit dit filmpje. Door de optimale nietszeggendheid is het inwisselbaar tegen elk algemeen beeld dat volgt uit elk filmpje van elke partij. Elke partij zal immers zeggen het als opdracht te zien om het land door te geven aan de volgende generatie. Een zelfs maar terloopse verwijzing naar het gedachtengoed van de christen-democratie, het christendom, religie of God ontbreekt. Een verwijzing naar de bestuurskracht en -ervaring van het CDA ontbreekt. Een verwijzing naar de erfenis van een jongere generatie die wordt bepaald door de natuur, het klimaat en het aloude idee van rentmeesterschap uit de Bijbel ontbreekt ook. Dat laatste begrip had het nog een hedendaags christelijk tintje kunnen geven. Maar zelfs dat was blijkbaar te uitgesproken voor de nieuwe nietszeggende marketing van het CDA die iedereen wil vangen, maar dreigt niemand aan te spreken.

Ouderen en cultuurparticipatie in Vlaanderen. Kunst en cultuur dienstbaar aan welzijn. Doelgroepenbeleid als doodlopende weg

PlusBusBoijmans_web1-1

Om ouderen te versterken in hun welbevinden en in hun continue ontplooiing en ontwikkeling, willen we zowel henzelf als de professionals en vrijwilligers binnen de welzijns- en cultuursectoren bewust maken van de mogelijkheden op vlak van actieve cultuurparticipatie en cultureel leren.’ Dit is bestuurlijke orakeltaal. ‘Ouderen versterken in hun welbevinden en in hun continue ontplooiing en ontwikkeling’, hoe ziet dat eruit?

De gedachte alleen al is om moe van te worden, die ‘continue ontplooiing en ontwikkeling’. Komen ouderen nog wel aan hun nachtrust toe, want ze moeten zich immers ‘continue ontplooien en ontwikkelen’? Dat is meer dan driemaal daags een staalpilletje. Het is het ‘continue’ meestromen met de grijze golf die musea teistert door op plekken stil te staan waar dat voor andere bezoekers onhandig is nadat alle catalogi thuis zijn bestudeerd tot en met het raadsel of het Melkmeisje van Vermeer karnemelk, volle melk of anijsmelk schenkt.

Het citaat is een uitspraak van de Vlaamse cultuurminister Sven Gatz uit een persbericht van de Vlaamse overheid. Het niet onsympathieke idee erachter is dat ‘banden tussen cultuur en welzijn worden aangehaald’. Een ‘intentieverklaring‘ werd ondertekend tijdens ‘het slotmoment‘ van een driejarig Europees ‘traject‘, Long Live Arts. Ofwel, permanente educatie van overheidswege regelrecht het graf in. Er is geen ontkomen aan. Culturele participatie wordt door beleidsmakers opgevat als een instrument om het welzijn en de gezondheid uit te breiden en ouderen een waardig en gevuld leven te bieden. Zo is de bestuurlijke vooronderstelling.

Wat deze initiatieven voor invloed op de kunst en cultuur hebben is de vraag. Want kunst die wordt ingezet als doelgroepenbeleid voor ouderen wint aan de welzijnskant, maar verliest elders. Is het flauw om hier kritisch op te zijn omdat de doelstelling op zich goed is? Wellicht wel, maar waarom kunst en cultuur elke keer weer het slachtoffer moeten worden van politici, bestuurders en beleidsmakers die het in willen zetten voor iets anders is de vraag. Cultuurparticipatie is prima als het niet ten koste gaat van de positie van kunst en cultuur.

Het volgende slachtoffer van de ambtelijk-bestuurlijke schrokop die kunst en cultuur opvreet voor het eigen doelgroepenbeleid is de Belgische Erfgoeddag 2017, zoals uit een bericht blijkt. Houd u zich goed vast bij lezing van het volgende: ‘Zo is dementie een van de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen van onze tijd. Op lokaal vlak kunnen erfgoedinstellingen heel wat betekenen voor de reminiscentiewerking. Het momentum om de bruggen tussen de erfgoed- en zorgsector te versterken en verder uit te bouwen. (..) Ook de geschiedenis van de zorg zelf komt op deze Erfgoeddag aan bod. (..) Uiteraard mag met dit thema de cultureel-erfgoedzorg niet vergeten worden. Welke zorg heeft ons cultureel erfgoed nodig en waarom?

Cultuurparticipatie van ouderen gedijt het best door een goed en ruimhartig  cultureel overheidsbeleid waar niet telkens met de kaasschaaf stukjes van afgesneden worden. Stimuleer dat ze musiceren, gedichten voordragen, toneelspelen, in een koor zingen, films maken of een museum, monument of opera bezoeken. Stel daar een budget voor beschikbaar. Laat ze lol hebben en er bij gelegenheid bier bij drinken en lekker bij eten. Voor wie het beseft en ‘geleerd heeft’ geeft kunst het leven zin. Maar het moet niet omgedraaid worden zoals de politiek doet. Kunst of cultuur zijn niet dienstbaar als bezigheidstherapie, ontplooiingsmogelijkheid, sluitsteen in de persoonlijke ontwikkeling van een oudere of politiek beleidsinstrument dat via een omweg dient om een teruglopend kunst- en cultuurbeleid te vervangen door goedkope marketing en zelfpromotie.

Foto: Bijzonder groepsvervoer voor senioren van Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam. Credits: Kees Spruijt.

Tegeltjeswijsheden van PvdA’er Klijnsma. Over armoede en banken

We Are Change Rotterdam bevraagt staatssecretaris Jetta Klijnsma en brengt haar in het nauw. Klijnsma praat in tegeltjeswijsheden en probeert zich eruit te redden door te antwoorden op vragen die niet gesteld worden, en de gestelde vragen te ontwijken. Tja, geen enkele Nederlandse politieke partij heeft de armoede uitgevonden, zegt Klijnsma die dat geloofwaardig probeert te maken door erop te wijzen dat ze historicus is.

Alsof ook maar iemand zou denken dat armoede een Nederlandse uitvinding is. Politiek is het maken van keuzes. Toenmalig minister Wouter Bos van de PvdA heeft in 2008 zeker 7 miljard euro gestopt in het redden van de banken dat de belastingbetaler nooit meer terugziet. Ook dat is de PvdA. De conclusie van het gesprek is dat we goed zonder die partij kunnen. Maar eigenlijk wisten we dat al. Toch goed dat het herhaald wordt.

Nederland stabiel op 9 in de Prosperity Index van Legatum

In 2012 schreef ik over de lijst van landen, de Prosperity Index van het Legatum Institute: ‘Economie is niet de truc die het doet. Welvaart omvat ook het gevoel van veiligheid, welzijn en vrijheid. Als voorbeeld kunnen de Nederlandse politiek en samenleving zich daarom beter richten naar het Scandinavische, dan het Angelsaksische model.’ Noorwegen staat nog steeds aan kop. Opvallend is dat in twee jaar tijd Denemarken, Zweden en Finland gezakt zijn. Nederland stond vorig jaar ook op 9 en in 2012 geleden nog op 8. Niet slecht. Economisch presteert Nederland relatief slecht. Dus de economie veronachtzamen is ook weer niet de opzet.

li

Foto: De bovenste 71 van 142 landen gerangschikt naar welvaart door het Legatum Institute in het rapport ‘The 2014 Legatum Prosperity IndexTM’.

Wedzinga bekritiseert de stand van de democratische rechtsstaat

Wicher Wedzinga heeft het niet zo op het establishment en de pretenties over de zogenaamde democratische rechtsstaat en de rechtspraak zonder rechtsongelijkheid en met onpartijdige rechters. Wedzinga chargeert en trekt de claims in het absurde, maar geeft wel te denken. Want de stand van de democratische rechtsstaat is relatief. Onderzoeken wereldwijd over de rechtsstaat, persvrijheid en algemeen welzijn wijzen steevast uit dat Nederland goed scoort in vergelijking met landen waar het slechter is gesteld. Dat beeld klopt waarschijnlijk wel. Dit betekent niet dat Nederland ideaal is en hier geen onrecht, manipulatie of corruptie bestaat. Wedzinga suggereert dat Nederland er vooral goed in slaagt om het onrecht te verhullen en zich tolerant te tonen.

Politieke partijen functioneren als een gesloten en in zichzelf gekeerd circuit. De ruimte die de bewindslieden Opstelten en Teeven op Veiligheid en Justitie voor hun onbarmhartig beleid krijgen is hiervoor symbolisch. J.W. Oerlemans sprak in 1990 over de zelfvoldane parlementaire democratie in het artikel Eén-partijstaat NederlandTekenend voor de stand van zaken van het politiek-filosofische debat is dat het artikel -evenals de brochure Gastarbeid en Kapitaal (1983) van Anton Constandse– zo goed als onvindbaar is op internet en geen deel uitmaakt van het politieke debat. Nederlandse partijpolitiek en media poetsen de fundamenteel kritische denkers weg. Zoals ook Wedzinga in de marge opereert. Zie hier mijn kritiek en oplossingen van anderen.

Nederland hoog op Good Country Index. Wat is het doel ervan?

good

Op The Good Country Index scoort Nederland hoog met een 4de plaats. Na Ierland, Finland en Zwitserland. De index is er een maat voor wat een land aan het algemeen welzijn (‘humaniteit en planeet’) bijdraagt, of eraan afdoet. In dit soort lijstjes over transparantie, persvrijheid of rechtsstaat staan altijd dezelfde landen bovenaan: Noord- en West-Europese landen, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Waarbij Nederland vaak als de beste van de West-Europese landen scoort. En altijd volgen de grote landen op de top. De VS voldoet nooit aan de verwachtingen en aan de eigen pretentie van exceptionalisme, zakt de Russische Federatie grandioos door het ijs (nu: 95ste van de 125 landen) en scoort het semi-ontwikkelingsland China nog lager. Nu plek 107. Costa Rica scoort met de 22ste plaats als beste van de niet-Europese en niet-Engelstalige landen.

Nederland draagt volgens opsteller Simon Anholt van de Good Country Index bij aan het algemeen welzijn. Om trots op te zijn. Andere landen zijn daarentegen een last: ‘Using a wide range of data from the UN and other international organisations, we’ve given each country a balance-sheet to show at a glance whether it’s a net creditor to mankind, a burden on the planet, or something in between.Anholt weerspreekt het idee dat de index een rangschikking is van de beste landen om in te wonen. Zie hier in de marge van de TED-beweging een gesprek van Helen Walters met Anholt die ideeën aandraagt over deze index. Met als aanbeveling dat ‘gewone mensen’ -niet: politici- zich er bewust van moeten worden wat goede en slechte landen zijn. Wat niet hetzelfde is als succesvol. Burgers moeten zich met elkaar verbinden. Zou de index daarbij kunnen helpen?

Foto: Schermafbeelding van top 10 van The Good Country Index, 25 juni 2014.

Burgers worden ontmoedigd door gemeenten. Waarom is dat?

bellen met burgers klein

Jos Moerkamp zet in Binnenlands Bestuur op een rijtje wat we eigenlijk al weten: ‘Krachtige burgers worden door gemeenten gehinderd‘. Hij stelt dat op het gebied van welzijn gemeenten de burgers aanmoedigen om initiatieven te nemen, maar al te veel ‘burgerkracht’ dwarsbomen. ‘Ambtenaren laten zich influisteren door welzijnsorganisaties die louter eigenbelang nastreven‘, zo omschrijft Moerkamp de klacht.

Voorbeelden van Leo Offers in Den Haag, vrijwilligersbestuurders van wijkhuis De Fonkel in Helmond en vrijwilligers van een wijkcentrum in Rotterdam-Alexander tonen aan dat gemeenten en betrokken burgers tegenover elkaar kunnen komen te staan. En dan blijkt dat gemeenten nog steeds denken in het instandhouden van organisaties. Niet in het ondersteunen van netwerken waarvan burgers deel kunnen uitmaken. ‘Het enige wat de gemeente dan hoeft te doen, is de mensen in netwerken een beetje faciliteren bij het delen van kennis en hen verder in hun waarde laten. Zelf halen ze de noodzakelijke bezuinigingen dan op hun sloffen’, zegt Marjanne van Ginneken van het informele wijknetwerk Makers en Doeners.

Moerkamp constateert en waagt zich niet aan de analyse waarom betrokken burgers worden ontmoedigd. Dat vraagt ook meer onderzoek. Te denken valt aan de lokale politiek dat in problemen, programma’s en top-down benadering denkt en niet in oplossingen en netwerken. Ook de vermenging op het personele vlak van lokale politiek en welzijnsorganisaties maakt dat burgers als lastig worden gezien omdat ze dat machtspel verstoren. Maar dat ambtenaren op lokaal niveau zoveel macht hebben is nog wel het meest kwalijk. Ze moeten de samenleving dienen, niet hun wil opleggen. Het is aan de lokale politiek om de macht van de ambtenaren te breken. Onder de garantie dat er bij de burgers altijd meer expertise verzameld is.

Foto: Bellen met burgers, de informele aanpak.

Nederland in Dialoog experimenteert met vorm. Erg vernieuwend

We zeggen met z’n allen: er is crisis. Er moeten nieuwe vormen van samenwerken komen. We vinden het ontzettend moeilijk om dat handen en voeten te geven. (..) Focus je niet alleen op de thema’s en het oplossen van wereldissues als (..) voedsel en klimaat. Maar heb ook het lef om te experimenteren met vorm. Met de dialoog. Met het feit dat je experimenteert omdat het mag mislukken is dat je ook de ruimte neemt in een heel erg vernieuwend partnerschap om te zeggen, we gaan het proberen. En we weten niet of het lukt. Dat is een manier om uit de vastzittende systemen ruimte te creëren om nieuwe dingen in de wereld te zetten die eerlijker zijn, duurzamer zijn en echt over mensen gaan’.

Aldus Olga Plokhooij van Nederland in Dialoog en World = U jongerendialoog die alles handen geeftEen project voor jongeren tussen 16 en 22 jaar. Nederland in Dialoog zegt dat er crisis is, en dat het de crisis wil oplossen met nieuwe vormen van samenwerken. Maar da’s lastig. Nieuwe vormen kunnen ruimte bieden voor een oplossing van de inhoud. Zoeken van nieuwe vormen biedt een wereld die beter is en van de mensen is.

De taal van Olga Plokhooij is het register van de zachte sector. De massage door middel van therapie en opbouw. Met veel woorden wordt een vergezicht geschetst. Onder het motto: ‘Het lukt als het lukt‘. Bij Nederland in Dialoog volgt de inhoud uit de vorm. Het probleem is dat de systemen vastzitten. Begrijpt u?

Stichting Nederlands Opvangcentrum Papegaaien failliet

RIJK01_M-SK-A-458-00_X

Klein leed met grote gevolgen. Vroeger werd een nieuwsbericht dat niet bij de grote rubrieken onder te brengen was aangekondigd als ‘Faits Divers‘ ofwel ‘Diverse Feiten‘. Onbeduidende berichten over moord, diefstal of een tragisch ongeluk. Tegelijk veelzeggend en nietszeggend als thermometer van de maatschappij. De diverse feiten leken ooit de aftocht te blazen, maar zijn in onze emotiesamenleving weer helemaal terug.

Wat zijn de feiten? Stichting Nederlands Opvangcentrum Papegaaien in Veldhoven is failliet. Gesloten is het Papegaaienpark. De site heeft het nog niet verwerkt. Vrolijk fladdert nog een groen papagaaitje boven de tekst: ‘Kom nu naar het Papegaaienpark Veldhoven voor een leuk dagje uit!‘ De directie laat weten dat het welzijn van de vogels volop de aandacht heeft: ‘Gelukkig is er een trouw team van werknemers en vrijwilligers beschikbaar dat zich met hart en ziel inzet voor de verzorging van de dieren.‘ Curator mevrouw mr. drs. D.D. Dielissen-Breukers onderzoekt de mogelijkheden voor een doorstart, terugkopen van dieren en aanbod van hulp. Aan voer voor de dieren en verwarming van de hokken wordt gedacht. Een hele geruststelling. Toch? 

Niet voor kamerlid Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren die het niet vertrouwt. Ze stelt kamervragen aan staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken. Krijgen de dieren genoeg voedsel? Wie is er nu verantwoordelijk voor hun welzijn? In de volgende vraag beantwoordt mevrouw Ouwehand de vraag zelf maar: de curator. Maar wie neemt de zorg voor de dieren op zich? En is er toezicht op? Wat doet de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit? Het grootste vogelopvangcentrum ter wereld is gesloten. Leed met gevolgen.

Foto: Ary de Vois, Een jonge vrouwe met een papegaai. 1660-1680. Olieverf op paneel. Collectie Rijksmuseum.