Bij het artikel ‘Het wordt tijd om het eens niet over woke en identiteit te hebben’ met Paul Goossens

Schermafbeelding van deel artikel ‘Het wordt tijd om het eens niet over woke en identiteit te hebben’ in De standaard, 22 april 2023.

Interessant interview in De Standaard met journalist, econoom en auteur Paul Goossens naar aanleiding van het verschijnen van zijn boekDe ongelijkheidsmachine. Een verborgen Europese geschiedenis‘ dat wordt gepubliceerd door Uitgeverij Epo. Ik heb het nog niet gelezen.

Mij triggerde het begin van het artikel dat zegt: ‘Ook al maakt de samenleving zich druk over identiteit en woke, de werkelijke problemen hebben volgens Paul Goossens nog altijd te maken met scheve sociaal-economische verhoudingen. (…) Het ergert hem mateloos dat er nu al jarenlang over identitaire kwesties wordt gesproken, terwijl de dingen die er écht toe doen ondergesneeuwd­ raken. Ongelijkheid, dus. Koopkracht, ook. De verhouding tussen arbeid­ en kapitaal.’

Dit thema van identiteit komt niet aan de orde in het interview. Het is jammer dat beide interviewers niet ter sprake brengen waarom Goossens het er niet over wil hebben. Dat blijkt indirect wel uit de rest van het interview, maar het was wenselijk geweest om Goossens uit te laten leggen wat de negatieve invloed op de samenleving van dat debat over identiteit is. De 80-jarige Goossens is zijn eigen tijdscapsule die oude verworvenheden verwoordt waar je van zou wensen dat ze eigentijds doorklonken. Maar hij is onheilspellend uniek in zijn analyse.

Dat debat over identiteit ergert mij ook. Niet omdat het in samenhang met vragen over emancipatie niet gevoerd moet worden, maar omdat het het zicht ontneemt op ‘werkelijke problemen‘ en sociaal-economische ongelijkheid. Die problemen worden in de publieke opinie verdrongen door een mistig en improductief debat over identiteit.

Anders gezegd, iedereen in een economisch achtergestelde positie heeft er meer aan dat de sociaal-economische ongelijkheid wordt verkleind, dan dat er een sociaal-cultureel debat wordt gevoerd over zondebokken, slachtoffers en cultuurverschillen.

Met het identiteitsdebat is de economische macht gediend. Hoe meer debat over identiteit, hoe minder het debat over sociaal-economische ongelijkheid wordt gevoerd, en hoe meer welkom de zittende orde dat gehakketak over woke en identiteit is.

Maar het is nog erger dan hier wordt samengevat. Want sociaal-democratische partijen kunnen dan in de EU niet sterk hebben geopereerd, maar nationaal hebben ze het contact met hun achterban verloren. Mede door het accent te leggen op identiteit en de oude kernwaarden los te laten.

Juist door te veel in te zetten op identiteit en immigratie en te weinig op het traditionele sociaal-democratische gedachtegoed van gelijkheid, solidariteit en sociale rechtvaardigheid hebben de Europese sociaal-democratische partijen sinds omstreeks 2000 hun identiteit verloren. Dat is de paradox, de sociaal-democratie heeft haar identiteit verloren door in te zetten op identiteit. Het lijkt alsof ze blind in de val zijn getrapt van de sociaal-economische macht. Zonder ideologische veren hebben ze zich machteloos laten maken.

Identiteitspolitiek is iets om je aan te ergeren, maar daarmee is het nog niet uit de wereld. Het is zelfs een succesvolle afleiding om eigen gebreken te verhullen of carrière te maken.

Een zwarte museumdirecteur kiest met identiteitspolitiek de aanval tegen een wit publiek om niet op zijn ontbrekend professionalisme bevraagd te worden. Een radicaal-rechtse politicus kiest met vragen over moslims en immigranten de aanval door niet bevraagd te worden over de gatenkaas van zijn programma. Een radicale prediker kiest een vijandbeeld om de eigen kring bij elkaar te houden.

Identiteitspolitiek werkt als wondermiddel voor sociaal-economische ongelijkheid. Het laat onderbedeelden tegen hun eigenbelang in handelen. Voor degenen die er een beroep op doen is het een lift naar omhoog om snel een positie te veroveren en tegenstrevers met een ‘foute’ identiteit en verwijtbaar gedrag uit te laten schakelen.

Bestuurders hebben geen idee hoe ze om moeten gaan met identiteitspolitiek, zodat niet alleen dat woke-isme -dat akelig onbepaald blijft en weer rechtse tegenkrachten oproept- voortwoekert. Maar wat kwalijker is, er niks wordt gedaan om sociaal-economische ongelijkheid te verkleinen en de macht van de zittende orde ter discussie te stellen. Niemand is eigenaar van ‘werkelijke problemen‘.

Val van een museumdirecteur: Catherine de Zegher en het MSK Gent

Straffe kost in Gent. Dit bericht in de Vlaamse krant De Morgen gaat over directrice Catherine de Zegher van het Museum voor Schone Kunsten Gent (MSK Gent) die door het Gentse college (schepencollege) op 7 maart tijdelijk op non-actief is gesteld.  Afgelopen dagen kwam het MSK Gent onder kritiek na aanhoudende geruchten over de echtheid van 26 Russische avant-gardewerken uit de Toporovski-collectie, (soms ook geschreven als Toporkovski) die sinds oktober 2017 in het museum werden geëxposeerd. Hoe reëel het gevaar is dat het MSK Gent de museumlicentie verliest is onduidelijk. Maar zo’n maatregel zou buitensporig zijn en de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de Belgische museumsector enorm beschadigen. Het zou waarschijnlijk een reeks van vragen oproepen over de organisatie, financiering, doelmatigheid, kwaliteit en steun door de landelijke en lokale politiek van de Belgische museumsector. Een debat dat op scherp zet en onvoorziene gevolgen kan hebben en daarom niemand in de Belgische politiek of museumsector graag voert.

In januari zetten internationale deskundigen en op 5 maart 2018 Vlaamse museumdirecteuren in een open brief hun bezwaren uiteen. De Vlaamse directeuren schreven: ‘Wij kunnen en willen nu niet meer zwijgen, want dit is de wereld op zijn kop. Het MSK heeft in de afgelopen maanden op flagrante wijze alle deontologische codes en de regels van het gezond verstand geschonden. Men is in zee gegaan met een verzamelaar die men niet kende, met een collectie ‘too good to be true’ in een domein, Russische avant-garde uit de eerste decennia van de twintigste eeuw, waar het museum niet in gespecialiseerd is en waarvan internationaal bekend is dat zowel authenticiteit als herkomst zeer problematisch kan zijn.’ Ze namen afstand: ‘De imagoschade is groot, wat Catherine de Zegher en het stadsbestuur in de pers ook mogen zeggen. En het treft niet alleen het MSK, maar de geloofwaardigheid en reputatie van onze musea en erfgoedinstellingen is in het geding – in Vlaanderen en internationaal, in de pers, bij vakgenoten en het brede publiek. Wij ondervinden dat dagelijks in onze contacten. En dat raakt ons diep. Wij zijn overtuigd van de intrinsieke kwaliteit, professionaliteit én integriteit van de sector in de volle breedte. Het is juist daarom dat wij ons nadrukkelijk distantiëren van de wijze waarop het MSK gehandeld heeft en nog handelt in deze kwestie.

Dat directeur De Zegher gehandeld heeft met een grote portie naïviteit en goedgelovigheid kan onder meer onderbouwd worden door een bericht in NRC van 2013 over een een internationale bende kunstvervalsers die in Duitsland werd opgepakt en gespecialiseerd was in werken van Russische avant-gardisten als Malevitsj, Kandinsky en Natalia Gontsjarova. Precies de namen die vertegenwoordigd waren in de Toporovski-collectie: ‘Volgens het BKA [Bundeskriminalamt] zijn sinds 2005 in totaal vierhonderd vervalsingen verkocht, meestal aan Duitse verzamelaars. De bedragen liepen uiteen van tienduizenden tot tientallen miljoenen euro’s. Ook echtheidscertificaten werden vervalst. De Frankfurter Allgemeine Zeitung schrijft dat justitie ook onderzoek doet naar betrokkenheid van experts in de kunstwereld, onder wie handelaren en galeriehouders.

De Zeghers schorsing was onvermijdelijk. Ze heeft bij een tentoonstelling van Russische avant-garde kunst steken laten vallen, naar nu steeds duidelijker blijkt. Ze weigert ook medewerking aan het onderzoek. Ze zei eerder dat ze op haar kunsthistorisch oog afging. Een achterhaalde uitleg van een museumdirecteur die geavanceerde technische middelen kan inzetten om het eigen oog ‘aan te vullen’. De lokale politiek bemoeit zich er intussen mee. Oppositiepartij N-VA meent dat het museum beschadigd wordt en het gemeentebestuur van stad Gent (sp.a, Groen en Open Vld) de zaak wil vertragen. De Vlaamse museumsector is de verliezer.

Zo kent België een eigen kwestie Ruf. Waarbij museum en kunsthandel op een onacceptabele wijze in de directeur samenkomen. Maar waar Ruf achter de schermen opereerde, is dat bij De Zegher van het MSK Gent anders. Ze liegt aantoonbaar en heeft de hele Vlaamse en internationale kunstwereld tegen zich in het harnas gejaagd. Er is nog een ander verschil. De Raad van Toezicht van het Stedelijk die Ruf aannam was juist het probleem. Het gaf het slechte voorbeeld. Kwaadwillenden zouden kunnen beweren dat iemand met het profiel van Ruf met stevige vertakkingen naar de kunsthandel bewust aangezocht werd om bepaalde leden van de Raad van Toezicht zelf de ‘mentale’ ruimte te geven om binnen de kaders van het Stedelijk handel te drijven. En over de schreef te gaan. Jan Christiaan Braun stelde dat vanaf 2014 aan de orde in de openbaarheid. De Zegher lijkt zonder deze bijbedoelingen gehandeld te hebben. Door toedoen van haar eigen goedgelovigheid en de gemene handelwijze van anderen is ze een fuik ingezwommen waaruit ze niet meer kon ontsnappen.

Het is de tragiek van een museumdirecteur die met vervalsers in zee gaat en zich niet meer aan hun grip kan onttrekken. Via een omweg geeft de kwestie De Zegher reliëf aan de kwestie Ruf. Een museumdirecteur die de fuik inzwemt van de kunsthandel of van malafide verzamelaars verliest aan geloofwaardigheid en integriteit. En verliest uiteindelijk ook de functie van museumdirecteur. Dan heeft het ontbroken aan gezond verstand.

Foto 1: Schermafbeelding van slotalinea uit artikelDirectrice MSK wordt tijdelijk opzijgeschoven’ in De Morgen, 8 maart 2018.

Foto 2: Foto ‘Catherine de Zegher with Igor Toporovsky © Fondation Dieleghem’ in The Art Newspaper, 29 januari 2018. 

Baarlijke onzin van Laurien Crump over de russofobie in de top van de Nederlandse politiek. Wat moeten media en wetenschap ermee?

Update 8 december 2021: Opnieuw heeft Laurien Crump het voor elkaar weten te krijgen om haar opinie in NRC geplaatst te krijgen. Haar stellingname blijkt uit de kop: ‘Poetin heeft een punt’. Al eerder plaatste NRC in 2016 artikelen van haar waar ik forse kritiek op liet blijken in commentaren. De herhaalde plaatsing door NRC vind ik bedenkelijk omdat Crump in mijn ogen de objectiviteit en onpartijdigheid voorbij is. Ze verbergt zich achter een wetenschappelijke status die ze eigenlijk niet heeft. Daarbij vertelt ze telkens het zelfde verhaal en komt onafhankelijk van de actualiteit telkens terug op het onbewezen feit dat Westerse leiders rond 1990 de leiding van de Sovjet-Unie beloofden de NAVO niet oostwaarts uit te breiden. Dat is inderdaad een mythe en gold alleen voor een moratorium op de plaatsing van NAVO-troepen in de toenmalige DDR. Crump doet aan misleiding en NRC werkt daar welbewust aan mee door haar een podium te bieden. Overigens staat bij het opinie-artikel dat ze ‘universitair hoofddocent’ is, maar volgens opgave van de Universiteit Utrecht is zij ‘universitair docent’. 

Laurien Crump is universitair docent en onderzoeker in de geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Haar achtergrond is Klassieke Talen en Vergelijkende Geschiedenis. Ze is auteur van een boek over de periode 1955-1969 van het Warschaupact. In een artikel in NRC van 20 juni 2016 meende ze dat het Westen op moet houden de Russische Federatie te vernederen. Mijn reactie daarop was dat Crump de plank misslaat en niet weet waarover ze praat. Ik zette zelfs twijfels bij haar motivatie: ‘Het zal niet de opzet zijn, maar dit artikel roept vooral vragen op over de deskundigheid en politieke gezindheid van Crump. Is zij wel zo objectief als ze zegt te zijn?’ Crump vereenzelvigt zich met de retoriek van het Kremlin.

In december 2016 bood NRC haar nogmaals een podium en kon ze haar artikelPraat met die man – om erger te voorkomen’ publiceren. Met die man werd de Russische president Putin bedoeld. In een commentaar concludeerde ik dat ze opnieuw vanuit de identificatie met het Kremlin redeneerde. Nu heeft Crump naar aanleiding van de leugen over een bijeenkomst van de afgetreden minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra opnieuw een artikel geschreven dat door de Belgische De Standaard is geplaatst. De titel is ‘Voor Den Haag blijft Rusland de baarlijke duivel’. Bij de reacties is de versie te lezen zoals die op internet is te vinden.

Crumps stelling is dat er russofobie heerst ‘in de hoogste regionen van de Nederlandse politiek’. Wat ze met ‘russofobie’ bedoelt maakt zij niet duidelijk. Ze lijkt te suggereren dat er in de top van de Nederlandse politiek angst of afkeer voor Rusland of de Russen bestaat, maar zij maakt dat alleen hard door te wijzen op de afkeer van het beleid van het Putin-regime of de slechte relatie op het geleid van de nationale veiligheid tussen de Russische Federatie en westerse landen. Maar het is misleidend om dat russofobie te noemen, dat is hooguit Putinfobie. In de top van de Nederlandse politiek bestaat geen afkeer van het Russische volk, Rusland of de Russische Federatie, maar op z’n hoogst afkeer van het veiligheidsbeleid van de Russische overheid dat de Europese stabiliteit in gevaar brengt. De Russische bezetting van de Krim in 2014, de bezetting van delen van Oost-Oekraïne door reguliere Russische troepen of huurlingen van het Russische veiligheidsbedrijf Wagner en het neerhalen van de MH17 door een Buk-raket die volgens het meest waarschijnlijke scenario van het JIT uit de Russische Federatie werd aangevoerd hebben de afkeer van het Russische beleid in het Kremlin gevoed.

Crump gaat voor een historica losjes met de feiten om. Zo concludeert ze dat Zijlstra niet alleen gelogen zou hebben over zijn aanwezigheid bij een bijeenkomst in 2006 met Putin, maar zou hij ook hebben gelogen over de inhoud: ‘Hij was er niet alleen niet bij, maar Poetin blijkt het ook nooit gezegd te hebben.’ Dat is echter niet onafhankelijk vastgesteld. Ook Crump was er niet bij en weet niet wat er in de marge van de bijeenkomst in 2006 in de Russische datsja is gezegd. Bron is oud-topman van Shell Jeroen van der Veer die nog steeds voor Shell lobbyt en er belang bij heeft om de verhouding met Putin goed te houden en zo de belangen van Shell te verdedigen. Wat hij er achteraf over zegt moet dan ook gerelateerd worden aan Shells belangen die hij verdedigt. Dat zijn geen geringe belangen zoals het pijplijn-project Nord Stream II waar zowel het Russische Gazprom als Shell aan deelnemen of belangen in Russische olievelden (Sakhalin-2: 27,5%; Salym: 50%).

Crump verwijdert zich nog verder van een onpartijdige historische opstelling als zij over de gesprekken van Zijlstra met zijn Russische collega Lavrov zegt: ‘die Zijlstra aanvankelijk zou benutten om de Russen te confronteren met het verdraaien van feiten omtrent de MH17.‘ Dat is een kleuring van de feiten door Crump. Het is een constatering uit het ongerede. Aangenomen mag worden dat als minister Zijlstra in de gesprekken met Lavrov uitging van de bevindingen van het JIT dat wordt gecoördineerd door het Nederlandse OM. Crump gaat niet mee in de bevindingen van het OM, maar bestempelt ze via een omweg als ‘verdraaien van feiten’. Dat is een merkwaardige opvatting voor een universitair docent die werkzaam is bij de Universiteit Utrecht en van wie zorgvuldigheid mag worden verwacht. Crump doet in dezelfde alinea opnieuw aan stemmingmakerij als ze het heeft over ‘versterkte aan­wezigheid van Navo-troepen in Oost-Europa’. In de Baltische staten heeft de Navo-reactiemacht  3.260 militairen gestationeerd. Dat wordt door militaire deskundigen als te weinig gekwalificeerd voor een snelle en passende reactie op offensieve bedoelingen van het Russische leger dat aan de grens met Polen en de Baltische staten aanzienlijk grotere aantallen parate troepen heeft samengetrokken.

Crump gebruikt de blauwdruk van de Koude Oorlog om de huidige spanningen in Oost-Europa te verklaren. Dat mag onderhand haar methodiek genoemd worden. Het is een zinloze omleiding. Uiteraard zijn er kansen gemist om tot een goede relatie tussen de Sovjet-Unie of de Russische Federatie en het Westen te komen. Dat valt te betreuren. Volgens Crump volgt uit een OVSE-rapport waaraan ze heeft meegewerkt dat de oorzaken van de slechte relatie verder terug gaan in de tijd dan 2014: ‘Volgens het rapport zijn de Oekraï­necrisis en de vermeende geo­politieke ambities van Rusland niet de oorzaak van de huidige crisis in de Europese veiligheid, maar het symptoom. De oorzaak ligt dieper, in de unfinished post-Cold War settlement’. Crump gaat verder: ‘De Russen zelf maken er ook geen geheim van dat de invasie van de Krim – hoe afkeurenswaardig ook – bedoeld was om Rusland weer ‘relevant’ te maken. In die opzet is Poetin in ieder geval geslaagd.’ Dat laatste is een aanname die betwijfelbaar is. Het Kremlin heeft zich door de bezetting van de Krim vervreemd van het Westen en sancties op de hals gehaald die de economie en de toenadering tot Europa hebben beschadigd.

Crump laat in haar betoog een onderwerp ongenoemd dat sinds een jaar centraal staat in de politiek en media in de VS en Europa en de verhoudingen akelig heeft verziekt. Namelijk de inmenging van de Russen in de publieke opinie en de nationale politiek van landen via onder meer sociale media en hacks. En dan vooral in de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016. Op een recente hoorzitting in het Amerikaanse congres beweerden de directeuren van de Amerikaanse inlichtingendiensten dat die inmenging ongewenst is, tot op de dag van vandaag doorgaat en er voldoende signalen zijn dat voor Russische inmenging in de tussentijdse verkiezingen van november 2018. Dat is geen aanname, maar een feit dat door onderzoeken in onder meer de VS en het Verenigd Koninkrijk wordt gestaafd. Ofwel, het kan zijn dat de Russische Federatie in het verleden onheus bejegend is door westerse landen, maar sinds het mislukken van de Reset van 2012 doet het Kremlin er zelf weinig aan om de relatie door een gematigde opstelling en overleg met Westerse landen te verbeteren.

Het is een raadsel wat een universiteit als die van Utrecht (waar ik alumnus van ben en die me nauw aan het hart gaat) en  gerespecteerde nieuwsmedia als NRC of De Standaard denken te winnen bij de deskundigheid van Crump die de objectiviteit en de onpartijdigheid voorbij is. Ze is een politiek activiste en daar is niets mis mee. Ze mag uiteraard haar mening verkondigen in het publieke debat, zoals iedereen dat mag. Het wordt er echter bedenkelijk op als ze dat doet onder het mom van wetenschap en zich beroept op een instelling met autoriteit. Zelfs krampachtig in het geval van de OVSE. Het wordt er pijnlijk op als OVSE, Universiteit Utrecht of gerespecteerde nieuwsmedia haar die dekking wensen te geven. Crumps zelfingenomenheid wordt er absurd op als ze denkt de Nederlandse politiek als objectieve analist van advies te kunnen dienen: ‘De opvolger van Halbe Zijlstra nodig ik graag uit tot een gesprek om nieuwe verzinsels te voorkomen’. Ze illustreert haar betoog met plak en knip-illustraties met Zijlstra die haar ‘wetenschap’ er extra onbenullig op maakt.

Foto’s: Knip-en plak illustraties bij het artikelVoor Den Haag blijft Rusland de baarlijke duivel’ van Laurien Crump in De Standaard, 15 februari 2018. NRC heeft op 14 februari 2018 het artikel geplaatst onder de titel ‘Ook kabinet lijdt aan russofobie’, zonder illustraties met een gephotoshopte Zijlstra. 

Russische avant-garde: Vragen over authenticiteit van bruiklenen van Toporovski-collectie in Museum voor Schone Kunsten Gent

De Standaard zoomt in een bericht in op 26 bruiklenen van de Toporovski-verzameling die in de vaste opstelling van het Museum voor Schone Kunsten in Gent sinds oktober 2017 tijdelijk worden gepresenteerd. Ze zijn onderdeel van de collectie van de Russische kunsthistoricus Igor Toporovski die volgens plan vanaf 2020 in een nieuw opgericht museum in het Brusselse Jette wordt ondergebracht. Dat museum in het jachtpavilioen van het vroegere kasteel van Dielegem zal gewijd zijn aan de Russische avant-garde van begin 20ste eeuw. Over de authenticiteit van de werken van onder meer Kazimir Malevitsj, Wassily Kandinsky, Vladimir Tatlin, El Lissitzky en Natalja Gontsjarova die nu zijn te zien in Gent zijn twijfels gerezen.

De Standaard zet het scherp aan: ‘Sinds de opening van de nieuwe opstelling gonst het in de museumwereld van de geruchten. Russische modernistische kunst staat na recente schandalen met vervalsingen in een slecht daglicht.’ En: ‘Tien specialisten Russische kunst  publiceren nu samen een open brief. Onder hen vooraanstaande curatoren die in Londen en New York grote exposities over Russische modernisten maakten. Verder zijn er onderzoekers en kunsthandelaars met specialisatie in Russische kunst. In hun brief noemen ze de geëxposeerde stukken ‘hoogst twijfelachtig’. Naar verluidt gaan de briefschrijvers niet zover om de werken vervalsingen te noemen. Ze verzoeken het museum om de werken terug te trekken. Zo’n open brief die een museum terechtwijst is bijzonder. En pijnlijk voor de reputatie van het Museum voor Schone Kunsten in Gent

The Art Newspaper zet vandaag de brief online (zie ook bij reacties) . Het is opvallend dat dat niet eerder gebeurde. Ondertekenaars zijn onder meer Aleksandra Shatskikh die verschillende boeken over Malevich schreef; Natalia Murray van het Courtauld Institute of Art; Vivian Endicott Barnett, auteur van catalogues raisonnés van Kandinsky en Alexej von Jawlensky en Konstantin Akinsha, een kunstjournalist en curator.

Een reden waarom het fout heeft kunnen gaan is te vinden in de verklaring van museumdirecteur Catherine de Zegher. Ze zegt in De Standaard: ‘Er is geen voorafgaand chemisch onderzoek in het labo geweest. Dat gebeurt alleen bij een aankoop waar twijfels over zijn en met het akkoord van de eigenaar. Bovendien is dat het terrein van de kunstmarkt, en in ons geval is er van geen enkel commercieel belang sprake.’ Dit roept de vraag op of De Zegher en haar staf voldoende verantwoordelijkheid nemen voor wat ze in hun museum tonen en of de procedure van het Museum voor Schone Kunsten wel valide is. Bij de vaststelling van de authenticiteit van een werk dat op zaal getoond wordt zou het geen verschil moeten uitmaken of het een aankoop of een bruikleen betreft. Zo kan een tijdelijke bruikleen aan een museum een soort echtverklaring worden. Hier moet elk museum zich voor hoeden. Over een witwasmodel kan door musea niet alert en nauwlettend genoeg worden gedacht, gezien de grote financiële belangen. Igor Toporkovski zegt de herkomst van elk werk met documenten te kunnen staven. Wat die bewering waard is staat nu in het middelpunt van de belangstelling.

NB: Tekst geactualiseerd met verwijzing naar brief nadat The Art Newspaper die op 15 januari om 12:44 uur online zette.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelTwijfels over Russische kunst in Gent’ van Geert Sels voor De Standaard, 15 januari 2018.

Antwerps college volgt ambtenaren via tablet. Kan dat? Privacycommissie heeft kritiek

tablet

Een opmerkelijk bericht in de Gazet van Antwerpen dat de privacycommissie (CBPL) en de vakbonden in de gordijnen jaagt. Het stadsbestuur van Antwerpen heeft door de wijziging van de rechtspositie van het personeel de mogelijkheid gecreëerd om ambtenaren via de locatie van hun tablet te volgen: ‘De bedoeling is om individuele verplaatsingen van de werknemers in kaart te brengen. Technisch is dit mogelijk met de geolocatie of ‘track and trace’ die in deze toestellen is ingebouwd.‘ De tablet krijgen ze van hun werkgever.

Wethouder personeelsbeleid Ludo Van Campenhout (N-VA) suggereert dat de Antwerpse ambtenaren en hun handcomputers op dit moment via het systeem ‘track and trace‘ nog niet worden gevolgd. Dit ‘Real Time Location System‘ maakt het mogelijk om via de locatiebepaling van de tablet de locatie van de ambtenaar te bepalen. Het college zegt het te willen gebruiken ‘om misbruik van het materiaal te controleren of het tijdsgebruik van ambtenaren na te gaan’, aldus De Standaard. Op 27 september heeft het college toegezegd dat er eerst een ‘regeling‘ over voorwaarden en gebruik opgesteld moet worden. Die is er nu nog niet.

De socialistische vakbond ACOD heeft aanwijzingen dat het systeem nu al wordt gebruikt: ‘Wij hebben sterk de indruk dat het stadsbestuur nu al gebruikmaakt van deze technische mogelijkheid om het doen en laten van de ambtenaren te controleren’, aldus Gerard Van der Elst, secretaris van ACOD-Antwerpen. ’Dit maken we toch op uit enkele tuchtdossiers die we behandelen als vakbond. Mensen zouden op ‘heterdaad’ betrapt zijn op plekken waar ze niet hoorden te zitten.

Het lijkt erop dat het Antwerpse college van Vlaamse nationalisten, christen-democraten en liberalen (N-VA, CD&V en Open VLD) het systeem ‘track and trace‘ heeft ingevoerd zonder dat betrokken ambtenaren hierover volledig zijn geïnformeerd en het gebruik ervan voldoende is uitgewerkt. Daarnaast is onduidelijk onder welke voorwaarden het Antwerpse college haar ambtenaren wil gaan volgen. Het zegt dat voldaan moet worden aan ‘principes van finaliteit, proportionaliteit en transparantie‘, maar een woordvoerder van de privacycommissie merkt op dat dit zo vaag is dat er niet mee te werken valt voordat ze uitgewerkt zijn in een arbeidsreglement.

Of soortgelijke systemen op handcomputers om de locatie van ambtenaren -of werknemers- te volgen in Nederland in gebruik zijn is mij niet bekend. Het is gewenst dat er eerst een principieel debat gevoerd wordt over de wenselijkheid en de voorwaarden van gebruik van Real Time Location Systemen in de werkomgeving.

Foto: Tablet. ‘Een beter milieu begint bij een tablet‘.

NSA-schandaal nu ook in België: Inbraak bij Belgacom

MovieCovers-129979-129979-CES DEMOISELLES DU TELEPHONE

De Belgische regering pikt het niet dat er door een veiligheidsdienst is ingebroken in het informatiesysteem van overheidsbedrijf Belgacom. Het kabinet van premier Elio Di Rupo laat in een persbericht weten gepaste stappen te nemen als blijkt dat er sprake is van cyberspionage. Welke stappen dat zijn is onduidelijk. Het federaal parket en telecom toezichthouder BIPT onderzoeken de inbraak. ‘De gedetecteerde inbraak zou geen sabotage tot doel hebben gehad, maar wel het verzamelen van strategische informatie‘, aldus de verklaring.

Interessant is dat de regering vaststelt dat ‘de gebruikte technologie zou wijzen op de betrokkenheid op hoog niveau van een ander land‘. Volgens De Standaard ligt de zaak politiek gevoelig ‘omdat de Belgische overheid hoofdaandeelhouder is van het telecombedrijfBelgacom. Di Rupo moet namens België reageren. De krant meent dat de NSA ‘al zeker sinds 2011 Belgacom hackt‘. Belgacom zou besloten hebben tot een diepgaand onderzoek in de nasleep van de onthullingen van Edward Snowden. De NSA zou vooral geïnteresseerd zijn in dochterbedrijf BICS (‘Belgacom International Carrier Services’) dat wereldwijd telefoonverkeer regelt.

Met deze onthulling komt het NSA-schandaal dat al vanaf begin juni door onthullingen van Edward Snowden gevoed wordt in een nieuwe fase. Het nadert kleine landen als België of Nederland. Opvallend is dat Belgacom het onderzoek instelde naar aanleiding van de onthullingen van Edward Snowden, aldus De Standaard.

Laat Nederland ook zo’n onderzoek naar de eigen infrastructuur uitvoeren of wordt de spionage door Britten en Amerikanen stilzwijgend geaccepteerd door het Nederlandse kabinet? Uit angst om het wisselgeld voor de eigen informatiepositie te verliezen. Maar hetzelfde wat Belgacom overkwam kan ook KPN overkomen dat de infrastructuur beheert. KPN dreigt overgenomen te worden door de Mexicaan Carlos Slim zodat essentiële infrastructuur in handen van een Mexicaans bedrijf dreigt te vallen. Vooral de onderzeese kabel Atlantic Crossing (AC-1) die in Beverwijk aan land komt of de TransAtlantic Telephonecable (TAT-14) die in Katwijk landt zijn van strategisch belang. Via WikiLeaks werd in 2010 gelekt dat de VS deze kabels essentieel vinden, aldus Webwereld. Door Snowden heeft het nieuwe dynamiek gekregen. Nu in België en nog niet in Nederland.

Foto: Franstalige Affiche ‘Ces Demoiselles du Téléphone’ van Le signorine dello 04 (1955) van Gianni Franciolini.

Wat betekent ‘welke obediëntie zijn homoseksuelen toegedaan’?

Antwerpen

Nederlands en Vlaams hebben overeenkomsten en verschillen. Hetzelfde geldt voor Nederland en Vlaanderen. ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’, dichtte Hendrik Marsman in Awater. Mogelijk een woordgrap, mogelijk een diepere waarheid. Als Nederlander die weliswaar op zo’n 20 kilometer van de Belgische grens is opgegroeid en ontelbare keren in Zelzaete, Gent, Knokke of Brugge kwam begrijp ik niets van een bericht in het Vlaamse nieuws. Het gaat volledig aan me voorbij. Mentaliteiten die aan elkaar grenzen sluiten elkaar uit.

Het betreft een uitspraak van de Antwerpse burgemeester Bart de Wever. Volgens de N-VA-politicus zouden loketbedienden hun homosexuele geaardheid niet mogen uiten. Tot zover een conservatief standpunt zoals Silvio Berlusconi, Vladimir Putin of Marco Rubio die uiten. In de Vlaamse terminologie gaat het over Holebi’s, (Homo’s, Lesbienne’s en Bisexuelen) alsof het om een exotische stam gaat. In Nederland een onbekende term. Maar dan komt het: ‘Holebi’s een obediëntie noemen getuigt van weinig inzicht‘, citeert De Standaard.

Wat betekent dat? Wat is een obediëntie? Ik heb geen idee, al herken ik er het woord gehoorzamen in van het Franse ‘obéir‘. Maar gehoorzaamheid aan wat? De liberale politicus Alex Polis maakt het er voor mij niet duidelijker op als-ie zegt: ‘(..) dat doe je niet door een ganse groep van mensen weg te zetten als een obediëntie.’ Ik raak ervan overtuigd dat het een schandelijke zaak is. Maar wat betekent het in hemelsnaam?

Het gaat verder: ‘De Wever maakt een grote denkfout door een positieve keuze zoals het toetreden tot een obediëntie, gelijk te stellen met geaardheid.‘ De Wever zou een denkfout maken. Maar welke? Het gaat verder. Oppositiepartij SP.A reageert met verbazing op De Wever: ‘De partij vraagt zich zaterdag in een persbericht af ‘welke obediëntie homoseksuelen toegedaan zijn‘.’ Och God, wat vreselijk, is obediëntie een dodelijke ziekte? Een soort Vlaamse Aids? Of anders een ritueel van de mormonen, katholieken of vrijmetselaars? Want zelfs vrijgevochten Vlamingen kunnen in gedachten geen afstand nemen tot religie. Ook als ze menen een andere obediëntie toegedaan te zijn. Ik geloof het te begrijpen. Maar zeker weten doe ik het niet. Daar ben ik blij om.

Foto: Antwerpse mannen.

Haatcampagne tegen Jan Fabre. En de kunst.

De Antwerpse kunstenaar Jan Fabre moest lopen voor zijn leven. Zo beweert-ie in De Standaard. Joggend door een park werd-ie afgelopen zondag door zeven mannen opgewacht en met knuppels in elkaar geslagen. Sinds die tijd voelt-ie zich bedreigd. Hij heeft bewakers voor de deur. Al meer dan 20.000 haatmails ontving-ie.

Fabre voelt zich slachtoffer van het politiek opportunisme van N-VA-politici die mensen opjutten en hem gebruiken om zich te profileren. Ten koste van de kunst. De kunstenaar en theatermaker vindt dat de zaak enorm wordt opgeblazen. De N-VA is de partij van Bart de Wever die de recente gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen won. De socialisten worden afgelost aan de macht. In die overgangsfase wordt Fabre beschimpt. Huidig burgemeester Patrick Janssens heeft trouwens onder strenge voorwaarden toestemming gegeven voor vervolgopnamen met dieren. Maar de Antwerpse Zoo gaf afgelopen week geen toestemming voor opnamen.

Aanleiding is het ‘kattenincident‘ in het Antwerpse stadhuis. Regards Productions met Pierre Coulibeuf maakt een portret van en met Fabre. In 2002 maakte deze regisseur Les Guerriers de la beauté over Fabre, ofwel Strijders voor Schoonheid. Een YouTube-filmpje over de opnamen trok veel bekijks en lokte reacties uit.

Heeft Fabre gelijk met zijn beschuldiging aan het adres van de N-VA? Door wie de haatcampagne tegen Fabre gevoed wordt is onduidelijk. Tegenwoordig is de geringste verwijzing naar kinder- of dierenmishandeling in de eigen omgeving al voldoende voor massale mobilisatie. Sterk aangejaagd door sociale media die telkens uitkomen bij verontwaardiging. Het besef van gebrek aan zeggenschap over grote problemen eindigt zo in extra gevoeligheid voor het kleine. In een vlucht naar de wereld van de onschuld. De campagne tegen Fabre doet denken aan de rancune van de VVD en PVV tegen de kunst. Da’s op zijn beurt het kleine van de politiek.

Foto: Jan Fabre, Pietà’s in Park Spoor Noord, Antwerpen, 2012.

Debat over de islam als religie van vrede en het ontbreken van zelfonderzoek

Is islam een religie van vrede? In een stevig en fair debat wordt deze vraag beantwoord. Zeba Khan en Maajid Nawaz tegenover Ayaan Hirsi Ali en Douglas Murray. Moderator is correspondent John Donovan van ABC News. New York City, 6 oktober 2010. Organisator is het Britse Debatforum Intelligence Squared.

Douglas Murray trekt het felst van leer. Hij stelt dat de islam complex is en drieledig: er is de koran en de leer en het leven van Mohammed, er is de traditie van de sharia, en dan is er wat de moslims nu doen. Hij heeft hoop in de moslims. Ze gebruiken hun oordeel als menselijke wezens zonder blind te varen op de heilige boeken. Murray ziet de koran echter als slecht, echt slecht. En volgens hem was Mohammed ook een slechte man. Murray merkt op dat jodendom en christendom de oorzaak voor fouten bij zichzelf zoeken, maar dat de islam altijd naar anderen verwijst. En weigert aan zelfonderzoek te doen.

Exemplarisch voor dat laatste was de reactie van de Zwitsers-Egyptische islamfilosoof Tariq Ramadan op de moorden door Mohamed Merah in Toulouse. Ramadan noemt de moordenaar een slachtoffer van de maatschappij en wuift de verantwoordelijkheid van de islam weg. Alsof er geen verband bestaat. Luckas Vander Taelen noemt in De Standaard Ramadan een medeplichtige aan de moord door zijn ontkenning dat de islam verantwoordelijkheid heeft. In ieder geval gaat Ramadan het zelfonderzoek van de islam uit de weg.

In het debat tellen argumenten. John Donovan memoreert dat vele islamgeestelijken de uitnodiging hebben afgeslagen om met Ayaan Hirsi Ali in debat te gaan. Sowieso om over de grondslagen van de islam te willen spreken. Maajid Nawaz doet dat wel en stelt zich kwestbaar en weerbaar op. Maar hij en Zeba Khan representeren jammergenoeg niet het gezicht van de islam. Als dat zo was stond het er een stuk beter voor met de wereld. En met de islam. Die de toeschouwers niet zo vreedzaam vinden als ze eerst dachten.