Het failliet van het begrip duurzaamheid. Een wethouder gelooft erin

Alles is verkeerd aan het betoog over duurzaamheid van wethouder André Springveld (Dorpslijst Puiflijk/ Druten-Zuid) van de gemeente Druten. De tragiek is dat hij het goed bedoelt en lijkt te geloven in wat hij zegt. Hij staat daarin niet alleen. Zijn opvatting over duurzaamheid betekent in de praktijk dat we doorgaan met consumeren, het belasten van het milieu en een omslag uitstellen. Zo wordt het label ‘duurzaamheid’ een schaamlap om de ernst van de aantasting van de aarde te verbergen. Of liever gezegd, riant te ontwijken.

Daadwerkelijk is deze opvatting van duurzaamheid het omgekeerde van wat het suggereert te zijn. Het schuift een fundamentele aanpak door naar de toekomst. Daarbij komt dat de zogenaamde duurzame alternatieven op dit moment en voor de middellange termijn bij lange na de energiebehoefte niet dekken. Duurzaamheid is penny-wise and pound-foolish. Duurzaamheid is vertrouwen op de toekomst en niet handelen in het heden. Windmolens zijn geen oplossing voor de klimaatproblematiek, maar een horizonvervuilend teken van machteloosheid en vervreemding van onszelf. Ze lossen niks op, maar maken de aarde er extra rampzalig op.

Volgens Springveld zal hopelijk de techniek in de toekomst de oplossing brengen. Het is geen toeval dat de wethouder deze clichés in de mond neemt. Overal worden ze ons door bedrijven, politiek, milieuorganisaties en media ingeprent. Zonder dat we beseffen waar het op neerkomt. Door wie worden ons die sjablonen ingeprent? Dat is de vraag. Wij allen schieten tekort. Het is beter om dat toe te geven, dan weg te vluchten in een rechtvaardiging over duurzaamheid die een omslag naar een mentaliteitsverandering uitstelt. Of niet eens onder ogen wil zien. Duurzaamheid leert ons dat we van twee walletjes kunnen eten. Zo nemen we grif aan.

Het is de rechtstaat, stupid. Omtrekkende beweging van Rob Wijnberg

3c39333v

Want progressief-seculier-liberalen kunnen de islam, en haar belijders, niet écht verdedigen als een verrijking. Hun progressieve hart gaat immers niet echt sneller kloppen van een geloof dat zijn ethiek grotendeels baseert op een boek van 1.400 jaar oud. Hun seculiere hart heeft sowieso weinig op met religie. En hun liberale hart loopt niet bepaald over van enthousiasme als het gaat om de positie van vrouwen, homo’s en afvalligen in (grote stromingen binnen) de islam.’ Aldus Rob Wijnberg in een artikel voor De Correspondent dat concludeert dat progressieven niet zijn opgewassen tegen Donald Trump of Geert Wilders.

Wijnberg vraag om een verhaal als antwoord tussen jihadist en populist in. Maar van progressieve kant wil dat verhaal volgens hem maar niet van de grond komen omdat progressieven van nature niet warmlopen voor religie, en zeker niet voor de islam. Zodat de beeldvorming wordt overgelaten aan de populist of de jihadist. Maakt Wijnberg iets wat eenvoudig is niet extra ingewikkeld? Gaat het er niet gewoon om dat de rechtsstaat met grondwetten en instituties het fundament is waar niet aan te tornen valt? Waar iemand geografisch of mentaal vandaan komt maakt niets uit en daar moet ook geen enkele rekening mee gehouden worden, het gaat erom dat iemand de democratie en de rechtsstaat volmondig onderschrijft. In het hier en nu.

Een voorbeeld verduidelijkt dat. Politicologe Ellen Hoogakker betoogde in een opinieartikel in Het Parool aan de hand van de beperkte acceptatie door vluchtelingen van homoseksuelen dat de Nederlandse normen en waarden dan maar even opgeschort moeten worden. Ze maakt een denkfout door mentaliteit en gedrag door elkaar te halen als ze zegt: ‘Van vluchtelingen verwachten dat ze binnen een week, een maand, een jaar, onze normen en waarden zo geïnternaliseerd hebben, dat ze ‘Nederlander’ zijn, is niet alleen onrealistisch, maar ook onrechtvaardig.’ Hoogakker heeft het mis want niemand eist dat migranten de Nederlandse normen en waarden snel internaliseren, maar wel dat ze hun gedrag zodanig aanpassen dat ze binnen de grenzen van de rechtsstaat blijven. Door voorlichting en emancipatie kan dan aan die verinnerlijking worden gewerkt wat inderdaad een proces van langere adem is. Maar met de rechtsstaat valt niet te marchanderen. Integendeel, oprekken geeft de vluchtelingen het verkeerde voorbeeld en creëert onduidelijkheid over wat verlangd wordt.

De beeldvorming van de bandbreedte moet uitgedragen worden door alle overheden. Trouwens niet alleen voor de nieuwe stroom vluchtelingen, maar ook voor alle andere Nederlanders. Dat betekent dat iedereen met acceptatie van de rechtsstaat en het principe van de democratie vrij is om te denken en te doen. Het hart van een atheïst zal niet snel gaan kloppen voor een moslim, en omgekeerd. Maar dat hoeft ook niet in een open, pluriforme samenleving waar duizenden godsdiensten en levensovertuigingen een gelijkwaardige plaats vinden. Waar vrouwen en mannen gelijk zijn, en hetero’s en homo’s. Het antwoord aan Trump, Wilders of IS is de openheid en de gelijkheid. Dat is geen progressief, seculier of liberaal verhaal, dat is gewoon het verhaal van de Nederlandse rechtsstaat. Dat beseffen door eens uit de eigen progressieve niche te stappen is ook een kwestie van emancipatie. Het werkt averechts om een eenvoudig principe zo ideologisch op te pimpen.

Foto: Armeense vluchtelingen wachtend op werk in Marsavan, 1919.

Ambassadeur voor de stilte gevraagd. Tegen geluidshinder

Cone+of+Silence

De onlangs naar Amsterdam teruggekeerde oud-correspondente in Londen Hieke Jippes verbaasde zich er vorige week in de NRC over dat lawaai en niet stilte de norm is. Tot haar ongenoegen. Ze verwijt overheden de stilte niet te handhaven, maar zich over te geven aan de beoordeling dat stadsgedruis de norm is. Er is geen recht meer op ‘geen geluid’ want medewerkers van overheden begrijpen dat recht niet zodat het niet wordt gehandhaafd. Jippes hoopt op een woordvoerder voor de stilte zoals ze die in de Britse BBC-radiopresentator John Humphrys kende. Nodig in haar ogen is een Nederlandse Humphrys die opkomt voor de stilte.

Jippes’ woorden zijn een déjà vu, of liever een déjà entendu. Haar klacht heeft al zo vaak geklonken. En wordt onderbouwd met tientallen voorbeelden over muzak in liften en supermarkten, discodreunen of lawaai in de openbare ruimte. Sinds 1995 bestaat Stichting BAM (Bescherming Akoestisch Milieu). Met als doelstelling ‘afschaffing dan wel sterke beperking van alle onnodige, storende geluiden. Specifiek richt zij zich tegen alle opgedrongen aanhoudende muziek uit luidsprekers op straten, pleinen, in het openbaar vervoer en alle andere voor iedereen toegankelijke ruimten.‘ Het gaat er dus niet om alle uitingen van ‘storend geluid’ uit de samenleving te verbannen, maar om de bewustwording dat niet geluid, maar stilte de norm zou moeten zijn.

Het lijkt tegen dovemansoren gezegd. De site van Stichting BAM toont niet actueel. Initiatiefnemer Lia Verhaar kan blijkbaar de kar niet meer trekken. Is vechten voor stilte dan een verloren strijd? Nee, het is een kwestie van organisatie zoals ook Jippes suggereert. Het ongenoegen over het feit dat niet stilte maar geluid de norm is wordt breed gedeeld. Maar het moet wel een smoel krijgen. Zo herinner ik me als oud-donateur dat in nieuwsbrieven rijtjes bekende namen zich achter de doelstelling plaatsten. Trouw noemt in een stuk uit 2004 als comité van aanbeveling Wim de Bie, Kees van Kooten, Gerrit Komrij, Rudi Fuchs, Jan Mulder en Ivo de Wijs.

Er is ook de Nederlandse Stichting Geluidshinder. Het probeert ‘geluidshinder in Nederland zoveel mogelijk tegen te gaan‘. Het opereert op de achtergrond en oogt technisch-ambtelijk. Maar maakt geen verschil. Nodig is niet het tegengaan van geluidshinder, maar een omslag in het denken over wat geluid en stilte voor waarden zijn. Om te beginnen bij overheden die de normen stellen, opleggen en zouden moeten handhaven.

Nodig is een revitalisatie of actualisering van de doelstelling van Stichting BAM. Om die met de middelen van 2013 op te pakken. Zoals Hieke Jippes schrijft: ‘(..) het hoort zo te zijn, en het was ook altijd zo, dat een overheid zijn burgers juist beschermt in zoiets basaals als het genot van rust en stilte. In veel opzichten doet zij dat ook al: beperkt geroep van de top van de moskee, gematigd luiden van de kerkklok, stiltecoupés in de trein zijn daarvan allemaal voorbeelden.’ Wie wordt in Nederland de eerste ambassadeur voor de stilte?

stopdemuziekte

Foto 1: Cone of Silence uit de tv-serie Get Smart (1965-1970). Met Don Adams als Maxwell Smart (links) en Edward Platt als chef.

Foto 2: Campagne Stop de Muziekte van Stichting Bam.

Wat betekent ‘welke obediëntie zijn homoseksuelen toegedaan’?

Antwerpen

Nederlands en Vlaams hebben overeenkomsten en verschillen. Hetzelfde geldt voor Nederland en Vlaanderen. ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’, dichtte Hendrik Marsman in Awater. Mogelijk een woordgrap, mogelijk een diepere waarheid. Als Nederlander die weliswaar op zo’n 20 kilometer van de Belgische grens is opgegroeid en ontelbare keren in Zelzaete, Gent, Knokke of Brugge kwam begrijp ik niets van een bericht in het Vlaamse nieuws. Het gaat volledig aan me voorbij. Mentaliteiten die aan elkaar grenzen sluiten elkaar uit.

Het betreft een uitspraak van de Antwerpse burgemeester Bart de Wever. Volgens de N-VA-politicus zouden loketbedienden hun homosexuele geaardheid niet mogen uiten. Tot zover een conservatief standpunt zoals Silvio Berlusconi, Vladimir Putin of Marco Rubio die uiten. In de Vlaamse terminologie gaat het over Holebi’s, (Homo’s, Lesbienne’s en Bisexuelen) alsof het om een exotische stam gaat. In Nederland een onbekende term. Maar dan komt het: ‘Holebi’s een obediëntie noemen getuigt van weinig inzicht‘, citeert De Standaard.

Wat betekent dat? Wat is een obediëntie? Ik heb geen idee, al herken ik er het woord gehoorzamen in van het Franse ‘obéir‘. Maar gehoorzaamheid aan wat? De liberale politicus Alex Polis maakt het er voor mij niet duidelijker op als-ie zegt: ‘(..) dat doe je niet door een ganse groep van mensen weg te zetten als een obediëntie.’ Ik raak ervan overtuigd dat het een schandelijke zaak is. Maar wat betekent het in hemelsnaam?

Het gaat verder: ‘De Wever maakt een grote denkfout door een positieve keuze zoals het toetreden tot een obediëntie, gelijk te stellen met geaardheid.‘ De Wever zou een denkfout maken. Maar welke? Het gaat verder. Oppositiepartij SP.A reageert met verbazing op De Wever: ‘De partij vraagt zich zaterdag in een persbericht af ‘welke obediëntie homoseksuelen toegedaan zijn‘.’ Och God, wat vreselijk, is obediëntie een dodelijke ziekte? Een soort Vlaamse Aids? Of anders een ritueel van de mormonen, katholieken of vrijmetselaars? Want zelfs vrijgevochten Vlamingen kunnen in gedachten geen afstand nemen tot religie. Ook als ze menen een andere obediëntie toegedaan te zijn. Ik geloof het te begrijpen. Maar zeker weten doe ik het niet. Daar ben ik blij om.

Foto: Antwerpse mannen.

Reparatie cultuurbeleid vraagt om snelle actie van politiek

Kunsten ’92 stuurde dinsdag 11 september brieven ‘voor de Algemene Beschouwingen’ aan onder meer Stef Blok (VVD) en Diederik Samsom (PvdA). Op 26 en 27 september zijn de Algemene Beschouwingen. De belangenbehartiger van kunst en cultuur vraagt om snelle actie van de politiek om onomkeerbare schade te voorkomen. Het beleid van staatssecretaris Halbe Zijlstra koerst daar op af. Ingrijpen kan volgens Kunsten ’92 niet wachten op het regeerakkoord. Eind november wordt de jaarlijkse Cultuurnota vastgesteld. Dan zou er een herstelplan moeten liggen. Maar bestaat er overeenstemming over wat hersteld kan en moet worden?

De PvdA beloofde in de campagne een reparatie van 50 miljoen euro. Hoe hard zijn echter de woorden ‘Aan cultuureducatie en talentontwikkeling geven wij met stip voorrang‘ van Jetta KlijnsmaKunsten ’92 en de Federatie Cultuur proberen partijen tot spoed aan te zetten. In de brief aan fractievoorzitters Blok en Samsom constateren ze dat de bezuinigingen op kunst en cultuur bovenmatig zijn: ‘43% van de instellingen zal met ingang van 2013 geen subsidie meer ontvangen en een groot aantal moet het met substantieel minder geld doen‘, terwijl ‘de noodzakelijke condities voor een gezond ondernemerschap nog ontbreken‘.

Kunsten ’92 ziet talentontwikkeling als ‘de eerste voorwaarde voor een creatieve en innovatieve kunst- en cultuursector‘ die onterecht uit de Basisinfrastructuur is geschrapt. Een zinvol handvat van kritiek omdat ook de Raad van Cultuur dit in haar advies constateerde, maar de middelen niet kon vinden om het te repareren. Het verzoekt daarom om ‘transitiemiddelen ter beschikking te stellen om de functies voor talentontwikkeling in de beeldende kunst, film en minimaal één productiehuis per discipline in de podiumkunsten perspectief op een doorstart te geven.’ Dit loopt dus van kunstvakonderwijs tot postacademische- of ontwikkelinstellingen. 

Verder wijst de brief erop dat er hiaten ontstaan in bijna alle sectoren van het culturele bestel. Want ‘Daarmee ontdoet Nederland zich van een aantrekkelijk productieklimaat voor kunst en cultuur’. Expertise en werkgelegenheid gaat verloren. En om werkelijk tot cultureel ondernemerschap te komen vraagt de brief om consistent fiscaal beleid en een minder ambtelijke opstelling van het ministerie van OCW dat reserves afroomt.

Het valt te hopen dat Kunsten ’92 het beleid van staatssecretaris Zijlstra een positieve impuls kan geven. Maar ook dat een oplossing verder gaat dan een sexy en publicitair wat opzichtige reparatie door bijvoorbeeld de subsidie voor de Rijksacademie of de Ateliers te vergroten. Het grootste probleem van de talentontwikkeling is dieper en breder dan dat. Snelheid is geboden. De politiek kan dat aan, omdat het om relatief kleine bedragen gaat. De Nederlandse politiek kan een nieuwe start maken door te getuigen van de goede mentaliteit.

Foto: Schermafbeelding van ‘Daan Samson, Halbe Zijlstra en het Liberaal Herbarium’. Lambda photo C-print on dibond, 3mm plexiglass 120 x 90 cm. Credits: Daan Samson 2012 / Fotografie: Jeronimus van Pelt. Te zien bij Onomatopee Eindhoven