
Over deze foto en maker Chris Breur valt heel wat te zeggen. De vrouwen en het kind kijken naar het op 19 april 1960 geplaatste beeld met de titel ‘Vis, Mens, Dier‘ of ‘Vis Mens Dier‘ van Hans Petri bij de Spuisluis aan de Havendijk in Schiedam. Het zou de strijd van de mens met het water symboliseren.
Een andere foto uit deze collectie die twee maanden later op 7 juni 1960 werd genomen geeft de volgende omschrijving over dit beeld: ‘In het boekje ‘Kunst op straat” 1985, uitg. Stedelijk Museum Schiedam, wordt het “Jongen met hond op de rug” genoemd, als symbool van de strijd tegen het water (?)‘. Maar degene die dit beschrijft is er niet zeker van, gezien het vraagteken.
De vis is uit de titel verdwenen. De strijd met het water geeft een innerlijke worsteling aan en de strijd tegen het water een frontale confrontatie. In 1957 verscheen van Herman Teirlinck de roman Het gevecht met de engel. In 25 jaar is blijkbaar de betekenis van het beeld weggeglipt en verwaterd. Het wordt wat de omgeving er uiteindelijk van maakt.
Chris Breur was persfotograaf in Schiedam. In 1969 begon hij met zijn echtgenote een hondenboetiek (‘haute couture avonddakjes voor uw hond‘) aan de Rotterdamschedijk, zoals blijkt uit een artikel uit het Rotterdamsch Parool/ De Schiedammer van 25 april 1969:

Het artikel schetst persoonlijke omstandigheden waarom Chris Breur ‘de eeuwig-nerveuze spanning van de fotojournalistiek‘ niet kon en wilde volhouden. Daarbij was Breur ook gehandicapt aan het been. Dat klinkt hartverscheurend. Daarom stapte hij van de fotojournalistiek over naar een winkel met hondenkleding.
De foto uit 1960 oogt als klassieke documentatie. Met vrouwen in wintermantels en de voorjaarszon die architectuur goed doet uitkomen. Door de twee vrouwen en kind én de fotograaf wordt onze blik gericht op het beeld van Hans Petri. Wat staat het beeld daar te staan? Wat stelt het voor? De strijd van de mens met of tegen het water? Het witte beeld licht mooi op tegen het donkere huizenblok. De alternatieve titel ‘Jongen met hond op de rug‘ kan als postume ode aan Chris Breur opgevat worden.