Ai Weiwei vindt Peking een nachtmerrie

In een alleen op internet te lezen Engelstalig artikel trekt Ai Weiwei fel van leer. Volgens AFP heeft de Chinese censuur het artikel uit het 5 september-nummer van Newsweek Magazine gescheurd.

Ai Weiwei valt frontaal de arbeidsverhoudingen aan (Every year millions come to Beijing to build its bridges, roads, and houses. Each year they build a Beijing equal to the size of the city in 1949. They are Beijing’s slaves), de zelfverrijking aan de top (Who owns houses? Those who belong to the government, the coal bosses, the heads of big enterprises), de mensenrechten (Officials who wear a suit and tie like you say we are the same and we can do business. But they deny us basic rights), het rechtssysteem  (The worst thing about Beijing is that you can never trust the judicial system) en de desinteresse van het systeem (They see you or they don’t see you, it doesn’t make the slightest difference).

De analyse van Ai Weiwei is somber. Weliswaar ziet-ie onder de bevolking positieve ontwikkelingen, maar de rechteloosheid maakt het leven in Peking in zijn ogen tot een nachtmerrie. Die tendens van rechterlijke willekeur wordt bevestigd door de veroordeling  tot 9 maanden van mensenrechtenactiviste Wang Lihong omdat ze onrust heeft veroorzaakt. Wang wordt door onder meer Ai Weiwei gesteund in haar strijd.

Ai Weiwei is bekender dan andere critici van de Chinese autoriteiten en lijkt hierdoor beschermd te worden. Hij spreekt zich openlijk uit. Zolang hij de partij niet frontaal aanvalt en daarbij namen noemt zal-ie enige bescherming blijven houden aan de top. Fascinerend is om te zien hoe Ai Weiwei behoedzaam de randen van de kritiek opzoekt. Een evenwichtspel dat de toekomst van China mede richting geeft.

Foto: Anthony Perkins als K in The Trial (1962) van Orson Welles; gebaseerd op Kafka’s Das Schloss of het Engelstalige The Castle

Advertentie

Over een culturele boycot van China

Staatssecretaris Zijlstra heeft vandaag de boekenbeurs in Peking geopend. Een aantal schrijvers is afgereisd naar de Beijing International Book Fair. Nederland is gastland en de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB)  presenteert onder meer Kader Abdolah, Adriaan van Dis, Anna Enquist, Bernlef en Gerbrand Bakker. Moeten ze gaan nu de mensenrechten onder druk staan omdat Chinese intellectuelen en kunstenaars door de autoriteiten gevangen worden gezet?

Bernlef en Ramsey Nasr hebben een solidariteitsverklaring van Amnesty International ondertekend. Bernlef is sceptisch en hoopvol over de beurs, maar heeft ook forse kritiek op AmnestyIk voelde me als een klein kind behandeld. Amnesty zou me wel eens even vertellen hoe ik me daar diende op te stellen. Ik denk dat ze niet goed hebben nagedacht over de aard van de missie van de Nederlandse auteurs en dat ze het bij voorbaat onmogelijk hebben gemaakt om met mensen met afwijkende meningen in contact te komen.

De analogie tussen China en het Apartheids-bewind van Zuid-Afrika dringt zich op. Hoewel de vergelijking een omkering kent. In 1983 gaf W.F. Hermans een serie lezingen in Zuid-Afrika die wisselend werden gewaardeerd. Breyten Breytenbach keurde ze af, maar André Brink niet. Hoofdstedelijke PvdA’ers hadden het idee dat Hermans een internationale culturele boycot had doorbroken en verklaarden hem in 1986 tot persona non grata in Amsterdam. Een verstrekkend besluit.

De omkering is dat Zuid-Afrika politiek en economisch minder belangrijk was dan China nu en dat Hermans werd gezien als rechtse schrijver en links tegen zijn reis ageerde, terwijl nu linksige schrijvers naar China reizen en vermoedelijk rechts hierop zal gaan reageren. Als de boekenbeurs van Peking al gemoederen in beweging weet te brengen. Het past in het beeld dat op het Groninger Museum na geen enkele Nederlandse culturele organisatie zich inzette voor Ai Weiwei en Chinese dissidenten.

De bouw in 2008 van het prestigieuze CCTV-gebouw door Rem Koolhaas en OMA zette de discussie over de samenwerking met Chinese autoriteiten en de mensenrechten al eerder op scherp. Ian Buruma verklaarde in 2002 in The Guardian dat de bouw door een westerse architect van een ziekenhuis, een hotel of universiteit niet over een grens gaat, maar de bouw van een gebouw dat direct onderdeel is van de Chinese propagandamachine wel. Hoe past de Beijng International Book Fair in dit beeld?

Worden Nederlandse schrijvers voor het karretje van de Chinese propaganda gespannen al is het maar door te helpen het idee van business as usual te benadrukken? Zoals ook de Olympische Zomerspelen van 2008 deden. We moeten ons bezinnen waar interne kritiek eindigt zoals W.F. Hermans die dacht te geven en collaboratie met de Chinese dictatuur begint. Hoogste tijd voor een fundamenteel debat over de grenzen aan de samenwerking met de Chinese machthebbers en hun instituties.

Bernlef ziet het ruimerIk ga altijd maar op mijn eigen waarneming af. Die zullen door de Chinezen wel zoveel mogelijk gemanipuleerd worden. (..)  Je moet goed uit je doppen kijken en goed luisteren. Daar waar het kan zal ik vragen naar al die repressie en angst van een regering over een betrekkelijk geringe groep mensen die zich verzet en pleit voor vrijheid van meningsuiting en vrijheid van drukpers. De Chinezen zijn geneigd om dat westerse relatieve waarden te vinden, maar dat vind ik niet. Het zijn absolute waarden, maar ze zijn niet in een handomdraai te realiseren in China.

Cultuur is niet losstaand. Omdat economische en politieke samenwerking belangrijker is lijkt het ook weinig zinvol om een debat te beperken tot cultuur alleen. Dan dreigt het gevaar dat een culturele boycot een afleiding wordt voor de samenwerking met de Chinese staat die stilzwijgend doorgaat en aan het oog onttrokken wordt door de symboolpolitiek van een culturele boycot. Dan is cultuur de pineut.

Foto: Muurkrant in China, 1895-1935