Hoofdredactie NRC geeft opvallend gebrekkige argumentatie voor stoppen schaakrubriek Hans Ree

schermafbeelding van deel opinieInbox van de redactie; Wat schreven de lezers deze week aan de redactie Opinie? Een indruk‘ van Peter Vermaas, NRC, 6 mei 2023. .

Van het wekelijkse, zaterdagse stukje van de redactie Opinie van NRC bij monde van chef Peter Vermaas over het verdwijnen van de schaakrubriek van Hans Ree begrijp ik niets. Oud NRC-columnist Leon Vié draait zich om in zijn graf.

Er kwam op het verdwijnen kritiek van Joost Prinsen en niet-schaker Adriaan van Dis (‘een domme zet van NRC‘). Van Dis merkte op over de rubriek van Ree: ‘Ree schrijft namelijk over veel meer dan over de schoonheid van strategisch denken, hij maakt de wereld juist groter dan een schaakbord. Is gul met zijn belezenheid en humor en deelt inzichten die je als lezer verrijken.’

Ook ik ben teleurgesteld in NRC over het verdwijnen van de schaakrubriek. Het past blijkbaar in een patroon, de Volkskrant is in maart 2023 gestopt met de schaakrubriek van Gert Ligterink.

Hans Ree is allang geen sterke grootmeester meer, maar heeft zich ontwikkeld tot een goede schrijver. Daarbij bevindt hij zich in goed gezelschap van Hein Donner en Jan Timman die zich na hun periode als winnaar van belangrijke toernooien ontwikkelden tot uitstekende schrijvers.

Het verdwijnen van Ree’s schaakrubriek is lastig te duiden. Schaken zit wereldwijd mede door de corona-pandemie in de lift. Het is bij uitstek geschikt voor internet. Het schaken internationaliseert, de Chinees Ding Liren is pas gekroond tot nieuwe wereldkampioen van de FIDE. Ook omdat de sterkste speler Magnus Carlsen dat kampioenschap voor gezien hield.

Vermaas benadrukt namens de hoofdredactie dat de uitspraak die Ree als reden gaf voor het stoppen van de schaakrubriek: ‘op het internet zoveel gratis artikelen over schaken zijn te vinden dat een wekelijkse rubriek in de krant te weinig meerwaarde‘ zou hebben, niet het belangrijkste argument is.

Vermaas meldt dat een ander argument belangrijker is: ‘De missie van NRC is: onderzoekende journalistiek die de lezer helpt een eigen mening te vormen. Investeringen in onderzoeksjournalistiek en podcast hebben daarom voorrang gekregen‘.

Vermaas doet als boodschapper van het slechte nieuws zijn eigen geloofwaardigheid geweld aan. Men voelt aan de brede formulering die verre van dwingend is dat de chef Opinie door de hoofdredactie het bos in wordt gestuurd. De argumentatie van de hoofdredactie die hij moet verwoorden rammelt aan alle kanten.

De tegenstelling tussen onderzoeksjournalistiek en andere delen van de krant is minder absoluut dan de hoofdredactie meent. Want er zijn nog steeds talloze columns van Marcel van Roosmalen, Frits Abrahams, Hassnae Bouazza, Raoul de Jong en vele (wekelijkse) columnisten die hetzelfde verwijt gemaakt kunnen worden als Ree’s schaakrubriek, maar die niet gestopt worden. Wat verklaart het verschil en waarom benoemen hoofdredactie en Vermaas dat niet publiekelijk?

Waar trouwens de eindeloze verslagen en beschouwingen over voetbal, wielrennen en andere professionele sporten te plaatsen? Die naast de onderzoeken over matchfixing, corruptie en doping in de sport bestaan. Wat hebben die verslagen en voor- en nabeschouwingen van sportwedstrijden met onderzoeksjournalistiek te maken? Niks.

Het is een pikante bewering dat onderzoeksjournalistiek de lezer helpt bij het vormen van een mening. Onderzoeksjournalistiek informeert de lezer en legt die ook een mening op. Het is begrijpelijk dat NRC investeert in onderzoeksjournalistiek, waar een podcast trouwens niet meer dan een verschijningsvorm van is, maar het argument is in mijn ogen onbegrijpelijk als dat enkel en alleen ten koste van de schaakrubriek van Hans Ree moet gaan.

Om NRC een exitstrategie te bieden het volgende voorstel. Peil de behoefte bij vaste lezers over een schaak-, dam-, of bridgerubriek en eventueel nog een ander soort rubriek in de categorie die vroeger denksport werd genoemd. Als er behoefte is aan een schaakrubriek hoeft die voor de toekomst niet aan Ree verbonden te blijven, maar ga op zoek naar een goed geïnformeerde schaker die onderhoudend en interessant kan schrijven. Idem dito voor de andere ‘denksporten’. Het bijzondere is dat NRC zich hiermee kan onderscheiden. Om de geest van de liefhebbers te slijpen.

Bang Europa kan zelfvertrouwen herwinnen door Deltaplan-Conferentie

1785850_orig

Europa is bang, maar zou dat helemaal niet hoeven zijn. De Jordaanse diplomaat Zeid Ra’ad die de mensenrechtencommissie van de VN leidt zegt in een interview in NRC met Caroline de Gruyter: ‘Europese landen zijn rechtsstaten en hebben gemeenschappelijke waarden. En nu staan er een paar fanatici op, gedreven door pathologische haat, en meteen denken veel Europeanen dat alles op de helling staat. Een paar verschrikkelijke aanslagen en mensen worden zo bang dat hun geloof in de rechtsstaat en menselijke waarden sterk wordt aangetast. Ze lopen achter populisten en demagogen aan. Zoeken zondebokken, liefst een zwakke groep outsiders. Als je anderen de schuld kunt geven van de problemen, voel je jezelf beter. Zo keert het wij-zij-denken in Europa terug: wij zijn het slachtoffer, zij zorgen dat we ons zwak en bedreigd voelen.’

Dit is duidelijke taal waarmee men het moeilijk niet eens kan zijn. in zijn media-rubriek besteedde NRC-redacteur Hans Beerekamp aandacht aan een speciaal Europa-programma van DWDD met de schrijvers Geert Mak en Adriaan van Dis die het hadden over de laatste stuiptrekkingen van het kolonialisme: ‘(..) de opkomst van het nieuwe nationalisme en populisme kan wel eens te maken hebben met weerstand tegen de teloorgang van de Europese en Amerikaanse hegemonie. (..) de rest van de wereld haat ons niet, maar benijdt ons onze rijkdom en vooral vrijheid. Omdat er weinig bereidheid is tot delen en iedereen nu op zijn telefoon kan zien wat hij mist, komen de slimste en handigste Afrikanen, Arabieren en Afghanen het maar zelf hier halen.

Het is de aloude Noord-Zuid discussie. Wie heeft recht op wat en waar gaat ontwikkelingssamenwerking (armoedebestrijding, mensenrechten) over in herverdeling van rijkdom die tevens de ongelijkheid bestrijdt? Nu is de beantwoording van die vraag des te actueler omdat het een proces van nationalisme en populisme in gang zet dat niet meer lijkt te stoppen en alle verbindingen doet verbrokkelen. Zeid zegt dat Europa veel sterker is dan het denkt, maar onderpresteert. Europa gelooft niet in zichzelf. Europa treedt onvoldoende op om de eigen belangen te verdedigen en de eigen waarden te handhaven. Zo bezoedelt Europa zichzelf en verliest het nog meer aan eigenwaarde. Europa oogt ontregeld en verloren. Europa heeft het zelfvertrouwen verloren en geeft veel te veel ruimte aan de nationalisten en de populisten die in vergezichten, historische ideaalbeelden en weidse perspectieven handelen die gespeend zijn van realiteitszin en oplossingsgerichtheid.

Zeid constateert dat Europa handelt in tegenspraak met de eigen waarden: ‘Europa doet nu dingen die tegen zijn eigen principes zijn. Tegen zijn eigen wetten. Het stuurt mensen terug die bescherming nodig hebben. Dat is verboden volgens internationale verdragen die Europese landen ondertekend hebben.’ Hij ziet overeenkomsten met de jaren ’30: ‘Het is eerder gebeurd dat demagogen de angsten van Europese burgers manipuleerden om hun eigen ambities te bevredigen, over de ruggen van groepen onschuldige mensen.’ Zeid verwijt vooral de gevestigde politieke partijen dat ze niet de Europese waarden vertegenwoordigen, maar afglijden en hun rug niet recht houden: ‘Als het politieke midden steeds verder naar rechts opschuift, horen burgers op den duur vooral nog politici die radicale dingen zeggen. Dan denkt men dat dit soort taal oké is.

Wat is nodig om het zelfvertrouwen terug te krijgen in de EU-lidstaten? De oplossing is veelzijdig en omvat aspecten die in een Deltaplan-Conferentie vastgelegd kunnen worden: a) vijanden die tot doel hebben de EU te ondermijnen worden krachtig van repliek gediend, ook militair; b) in het buitenlands beleid bestrijdt de EU ambitieus, gecoördineerd en met inzet van alle middelen de onrust aan de grenzen (Oekraïne, Syrië, Noord-Afrika); c) ontevredenheid bij vooral de middengroepen in de bevolkingen die volgt uit de nadelen van het globalisme wordt gerepareerd door de ontmanteling van beschermingsconstructies die het kapitalisme hebben omgevormd tot corporatisme waardoor parlement en burgers buiten spel zijn gezet; d) politieke middenpartijen zetten in een ideeënstrijd de aanval in op de nationalisten en populisten; e) in het Noord-Zuid debat maakt de EU geen afspraken met anti-democratische landen als Turkije, maar door de bewaking van de buitengrenzen en een systeem van immigratiequota en verblijfsvergunningen die direct aansluiten op de arbeidsmarkt neemt het zelf de regie over het immigratiebeleid. Aangevuld met humanitaire hulp. Lidstaten die zich hierin niet kunnen vinden, zoals Polen of Hongarije worden met een B-status in quarantaine gezet.

Foto: Holocaust, razzia van Roma, Tweede Wereldoorlog (foto 48).

Een museum sluit, maar een bank nooit. Waarom is dat?

ff12044

Gisteren was ik in het voormalige Museum Maluku, ofwel het Moluks Museum aan de Utrechtse Biltstraat. Op de kijkdag van de inventaris. Die wordt geveild door BVA-Auctions en tot 5 maart kan men online bieden. Het museum is sinds oktober 2012 gesloten. Het was mij droevig te moede. Een museum vol potentie dat sluit. Wellicht door een combinatie van mismanagement en onvoldoende ondersteuning. Het gebouw is verkocht. Op de benedenverdieping rust een museale bestemming. Geruchten gaan dat er plannen zijn voor een Games-museum. In mei 2012 opperde ik om er het Armando Museum in onder te brengen. De match was in m’n ogen perfect, maar de lokale politiek had zich al te veel verschanst om nog flexibel te kunnen handelen.

Hoe dan ook waren er onvoldoende fondsen om dit museum te steunen. Mogelijk was het aantal Molukkers te klein. Zo’n 40.000-45.000 personen. Mogelijk had de focus verbreed kunnen worden tot alle in Indonesië en het voormalig Nederlands-Indië geboren personen en de volgende generaties. Een Insulinde Museum. Van Louis Couperus tot Rudy Kousbroek en Tjalie Robinson, van Adriaan van Dis tot Marion Bloem. Die weg is niet gekozen. Nu sluit een museum dat ons iets had te vertellen over ons gemeenschappelijk verleden. Spijtig.

Maar merkt de maatschappijcriticus dan op, waarom is er wel steeds voldoende overheidsgeld om banken te ondersteunen? Een maand geleden werd de SNS-bank genationaliseerd omdat het werd aangemerkt als systeembank. U en ik betaalden er 3,7 miljard euro voor en blijken ook  nog eens voor 5 miljard euro garant te staan. Zo’n 5 jaar geleden stopten u en ik ook al 30 miljard euro in ABN AMRO. Zonder onze banken had Nederland er nu niet zo beroerd voorgestaan. En wat doen de banken? Ze gaan door met het uitkeren van bonussen en het traineren van hervorming van de sector. Veelzeggend is dat de secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken Chris Buijink de nieuwe directeur wordt van de lobbygroep de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). De rot zit tot in de haarvaten van de politiek. Banken kopen die politiek op.

Wat is de beste reactie voor een welwillende burger die dit als ongewenst en onrechtvaardig beschouwt? Hoe kan de burger zich verzetten? Zoals gezegd komt de oplossing niet van de gevestigde politiek. Die wordt omgekocht en is op zijn best vol goede bedoelingen, maar onmachtig. Dus Rutte en zijn regering zijn tot onderdeel van het probleem gemaakt. Wat dan? Buitenparlementaire actie? Maar dat komt niet in de buurt van de macht. De media staan aan de kant van de politiek en bespelen de publieke opinie met bezweringen.

De oplossing is de bundeling van tegenkrachten (beter gezegd: krachten die een andere kant opwijzen) en bewustwording op lange termijn. Bewustwording begint met het besef dat de enige weg voor de burger de politiek is en de enige vijand op dit moment ook de politiek is. Dat verschil moet overbrugd worden. Geduld. Bankiers en politici die onze economie hebben geruïneerd zijn het waard om kritisch gevolgd te worden. Voor wie niks in een revolutie met bloedvergieten ziet is er geen andere weg. Zo sluit zich het net naar de uitweg.

Foto: ‘Wie kent?’ op site Museum Maluku.

Over een culturele boycot van China

Staatssecretaris Zijlstra heeft vandaag de boekenbeurs in Peking geopend. Een aantal schrijvers is afgereisd naar de Beijing International Book Fair. Nederland is gastland en de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB)  presenteert onder meer Kader Abdolah, Adriaan van Dis, Anna Enquist, Bernlef en Gerbrand Bakker. Moeten ze gaan nu de mensenrechten onder druk staan omdat Chinese intellectuelen en kunstenaars door de autoriteiten gevangen worden gezet?

Bernlef en Ramsey Nasr hebben een solidariteitsverklaring van Amnesty International ondertekend. Bernlef is sceptisch en hoopvol over de beurs, maar heeft ook forse kritiek op AmnestyIk voelde me als een klein kind behandeld. Amnesty zou me wel eens even vertellen hoe ik me daar diende op te stellen. Ik denk dat ze niet goed hebben nagedacht over de aard van de missie van de Nederlandse auteurs en dat ze het bij voorbaat onmogelijk hebben gemaakt om met mensen met afwijkende meningen in contact te komen.

De analogie tussen China en het Apartheids-bewind van Zuid-Afrika dringt zich op. Hoewel de vergelijking een omkering kent. In 1983 gaf W.F. Hermans een serie lezingen in Zuid-Afrika die wisselend werden gewaardeerd. Breyten Breytenbach keurde ze af, maar André Brink niet. Hoofdstedelijke PvdA’ers hadden het idee dat Hermans een internationale culturele boycot had doorbroken en verklaarden hem in 1986 tot persona non grata in Amsterdam. Een verstrekkend besluit.

De omkering is dat Zuid-Afrika politiek en economisch minder belangrijk was dan China nu en dat Hermans werd gezien als rechtse schrijver en links tegen zijn reis ageerde, terwijl nu linksige schrijvers naar China reizen en vermoedelijk rechts hierop zal gaan reageren. Als de boekenbeurs van Peking al gemoederen in beweging weet te brengen. Het past in het beeld dat op het Groninger Museum na geen enkele Nederlandse culturele organisatie zich inzette voor Ai Weiwei en Chinese dissidenten.

De bouw in 2008 van het prestigieuze CCTV-gebouw door Rem Koolhaas en OMA zette de discussie over de samenwerking met Chinese autoriteiten en de mensenrechten al eerder op scherp. Ian Buruma verklaarde in 2002 in The Guardian dat de bouw door een westerse architect van een ziekenhuis, een hotel of universiteit niet over een grens gaat, maar de bouw van een gebouw dat direct onderdeel is van de Chinese propagandamachine wel. Hoe past de Beijng International Book Fair in dit beeld?

Worden Nederlandse schrijvers voor het karretje van de Chinese propaganda gespannen al is het maar door te helpen het idee van business as usual te benadrukken? Zoals ook de Olympische Zomerspelen van 2008 deden. We moeten ons bezinnen waar interne kritiek eindigt zoals W.F. Hermans die dacht te geven en collaboratie met de Chinese dictatuur begint. Hoogste tijd voor een fundamenteel debat over de grenzen aan de samenwerking met de Chinese machthebbers en hun instituties.

Bernlef ziet het ruimerIk ga altijd maar op mijn eigen waarneming af. Die zullen door de Chinezen wel zoveel mogelijk gemanipuleerd worden. (..)  Je moet goed uit je doppen kijken en goed luisteren. Daar waar het kan zal ik vragen naar al die repressie en angst van een regering over een betrekkelijk geringe groep mensen die zich verzet en pleit voor vrijheid van meningsuiting en vrijheid van drukpers. De Chinezen zijn geneigd om dat westerse relatieve waarden te vinden, maar dat vind ik niet. Het zijn absolute waarden, maar ze zijn niet in een handomdraai te realiseren in China.

Cultuur is niet losstaand. Omdat economische en politieke samenwerking belangrijker is lijkt het ook weinig zinvol om een debat te beperken tot cultuur alleen. Dan dreigt het gevaar dat een culturele boycot een afleiding wordt voor de samenwerking met de Chinese staat die stilzwijgend doorgaat en aan het oog onttrokken wordt door de symboolpolitiek van een culturele boycot. Dan is cultuur de pineut.

Foto: Muurkrant in China, 1895-1935

Blogosfeer en plagiaat: de affaire Helene Hegemann

WikiLeaks heeft een vanzelfsprekendheid doorbroken. Namelijk dat gedrukte media onmisbaar zijn. Internet is in opkomst. Om dat proces te bespoedigen heeft Julian Assange samenwerking gezocht met prestigieuze gedrukte media als The Guardian, El País, Le Monde, Der Spiegel en The New York Times.

Bloggers worden gerekend tot de burgerjournalistiek. Ze verschillen onderling enorm. Soms opereren ze alleen, soms zijn ze onderdeel of verlengstuk van een organisatie die iets wil bereiken. Soms zijn ze idealistisch, soms commercieel. Soms zijn ze goed ingevoerd in een onderwerp, soms niet. Soms houden ze zich aan journalistieke codes, soms niet.

In Duitsland zorgde de jonge schrijfster Helene Hegemann in januari 2010 voor veel ophef. Haar roman Axolotl Roadkill werd goed ontvangen. De Franse L’Express zag in Hegemann de Berlijnse Sagan en het Duitse Bild Charlotte Roche. Hegemann die ook een succesvol actrice en regisseuse is werd de hemel in geprezen voor haar rauwe roman met sex, drugs en rock and roll over de generatie nul.

In februari 2010 kwam de omslag. Het wonderkind werd een total loss om met de grote schrijver te spreken. Blogger Deef Pirmasens wees op zijn blog gefuehlskonserve.de op de gelijkenissen tussen Axolotl Roadkill en de roman Strobo van de Berlijnse blogger Airen. Had Helene Hegemann alles gejat, Alles nur geklaut?

Plagiaat is het overnemen van andermans werk zonder correcte bronvermelding. Auteurs als Sonja Bakker, René Diekstra of Adriaan van Dis werden ervan beschuldigd. Ernst van Alphen maakt onderscheid in soorten plagiaat: Plagiaat is altijd verwerpelijk, maar Van Dis maakt het hier wel erg bont. Hij zet zich in Een Barbaar in China continu af tegen de opinie van zogenaamde Chinakenners. Zijn visie op China zou authentiek zijn, want hij is een leek, een toerist. Zo probeert hij zijn lezers te winnen voor zijn overwegend negatieve visie op China. Van Dis’ visie is echter weinig authentiek wanneer deze voor grote gedeeltes overgeschreven is van Vikram Seth.

Plagiaat kent dus een overtreffende trap. Betrapte auteurs verdedigen zich doorgaans dat ze vergaten waren iets gelezen te hebben dat ze zich blijkbaar onbewust eigen hadden gemaakt. Dat betreft dan zinswendingen, zeldzame feitjes of meningen. Daar moeten we maar niet te moeilijk over doen in onze sample-cultuur, hoewel een bronvermelding voorwaarde blijft. Maar waar het paginalange citaten of de kunstmatige pose van Van Dis betreft past kritiek. Bij Hegemann gaat het slechts om gelijkenissen in passages.

Bloggers lusten er ook pap van. Gedrukte media en Wikipedia worden leeggeplukt om eigen teksten met gejatte citaten op te pimpen. Lenen van anderen wordt maatschappelijk aanvaard, maar dan mag een correcte bronvermelding niet ontbreken. Bloggers die dat nalaten bezorgen de blogosfeer een beroerde naam.

Door ontwikkeling en opkomst van de serieuze journalistiek op internet wordt het echter tijd voor nader onderscheid. The Huffington Post, WikiLeaks, Politico, Salon of Slate zijn onvergelijkbaar met minder journalistieke uitingen. Journalisten van gedrukte media hebben gelijk in hun kritiek op de jatters van de blogosfeer. Maar ze vergeten dat zij voor hun berichtgeving vaak even een rondje Slate, Huffington of Politico doen. Soms roepen de zichtbare restanten van die strooptocht in hun kolommen een voldane glimlach op.

In de afloop van de affaire Helene Hegemann heeft consensus overwonnen. Na de onthulling door Deef Pirmasens gaf Hegemann toe voor haar roman passages van Airen gebruikt te hebben. Maar vervolgt Wikipedia: Hegemann gab dabei zunächst an, den Roman selbst nicht zu kennen, sondern die Passagen aus Airens weitgehend textidentischem Blog übernommen zu haben. Kurz darauf wurde jedoch bekannt, dass im August 2009 Airens Buch über den Amazon-Account ihres Vaters bestellt worden war.

Helene Hegemann heeft dus met andermans veren gepronkt, zoals SuKuLTuR Verlag antwoordt op de verdediging van Hegemann en uitgeverij Ullstein. Helmut Krausser heeft gelijk als-ie zegt: Diefstal blijft diefstal. Ondanks alle mooie praatjes van Hegemann en haar uitgever. En de roman Strobo van Airen die door Hagemann geplukt werd is in de herfst van 2010 als pocketboek bij Ullstein verschenen. Eind goed, al goed. Het ongenoegen is afgekocht. Sex, drugs en rock and roll moeten immers verkocht worden.

Foto: Omslag Axolotl Roadkill van Helene Hegemann