General Adolph Takes Over: Humor uit 1942

Humor en Britten is vanouds een gelukkig huwelijk. Hoewel uiteraard een Brits huwelijk. Humor is het onbekende weglachen met het bekende. De nazi’s maakten handig gebruik van de nieuwe media van de jaren ’30: film en radio. De documentaire Triumph des Willens (1935) van Leni Riefenstahl over de Rijkspartijdag in Neurenberg, 1934 is propaganda. Maar ook een meesterwerk. Engelsen zetten daar in een beslissend jaar van de Tweede Wereldoorlog in 1942 ‘Hoch der Lambeth Valk‘ tegenover met ‘General Adolph‘ in de hoofdrol.

Once you get down Lambeth way,
Ev’ry evening, ev’ry day,
You’ll find yourself doin’ the Lambeth walk.

Anytime you’re Lambeth way
Any evening, any day,
You’ll find us all doin’ the Lambeth walk.

Ev’ry little Lambeth gal
With her little Lambeth pal,
You’ll find ‘em all doin’ the Lambeth walk.

Ev’rything’s free and easy,
Do as you darn well pleasey,
Why don’t you make your way there,
Go there, stay there,

Once you get down Lambeth way,
Ev’ry evening, ev’ry day,
You’ll find yourself
Doin’ the Lambeth-
Doin’ the Lambeth-
Doin’ the Lambeth walk!

Een parodie gebaseerd op ‘The Lambeth Walk‘. Een song uit de Britse musical Me and My Girl (1934). Deze film was niet bedoeld om Herr Schicklgruber en zijn stormtroepers belachelijk te maken, maar om de zwaar op de proef gestelde Londenaren te verenigen. Met humor en populaire muziek. Wees nou eerlijk, zo’n filmpje is toch weer eens wat anders dan een van de duizenden parodieën op Der Untergang met een woedende Bruno Ganz als Herr Hitler die zich in z’n bunker over van alles en nog wat steeds weer kolossaal opwindt.

9760425_orig

Bedenk dat de ergste verschrikkingen van de nazi’s bij het westerse publiek midden in de oorlog nog niet bekend waren. Daarom kan de Amerikaanse muzikale komiek Spike Jones in datzelfde 1942 ook grappen en grollen over Hitler maken. Humor is in meerdere opzichten een kwestie van timing. Ook de ontvangst ervan.

Foto: Stuffed Puppet en Neville Tranter, Schicklgruber alias Adolf Hitler. Norwich, 2013.

Advertentie

SS-VA pakt flink uit op Aalster carnaval. En wordt zelf ingepakt

549417_345642958875338_663190085_n

Carnaval in Aalst. De Oost-Vlaamse stad van priester Adolf Daens en schrijver Louis-Paul Boon. En nu ook van de ‘SS-VA‘ rel die de Bulgaarse directeur-generaal van de Unesco Irina Bokova tot de uitspraak brengt dat de Holocaust niet gebanaliseerd mag worden. Ook niet voor het aankaarten van een lokale, politieke kwestie. Het carnaval van Aalst is opgenomen als immaterieel cultureel erfgoed op de Unesco-lijst. Mevrouw Bokova zegt gechoqueerd te zijn door wat er in de carnavalsoptocht gebeurde en spreekt van een onaanvaardbare daad die een belediging is voor de nagedachtenis van de 6 miljoen Joden die gedood zijn tijdens de Holocaust.

Carnavalsvereniging Eftepië deed verkleed als SS-ers mee. Een met ‘E. de Waar’ ondertekende verklaring op Facebook spreekt over een misverstand: ‘De link met de jaren 30 hebben we gelegd omdat hier in Aalst de NVA het voorstel gelanceerd zou hebben om alle franstalige boeken uit de Bibliotheek te halen. Dit doet ons (Eftepië) nogal aan 10 mei 1933 doet denken, wanneer de NSDAP aanhangers op de Opernplatz 25000 boeken over ongewenste onderwerpen of van ongewenste auteurs hebben verbrand.’ De Weer legitimeert het optreden door te verwijzen naar een toespraak van koning Albert die verwees naar een jaren ’30 klimaat.

De Aaltse burgemeester Christoph D’Haese is lid van de N-VA van Bart De Wever en probeert de kwestie niet groot te maken. Hij betreurt de kwestie, wijst op het goede verloop en merkt tegelijkertijd op dat van de 3500 deelnemers aan het carnaval er slechts zes behoorden tot de ‘SS-VA’. Context is dat er niks verboden werd.

Directeur-generaal Bokova van de Unesco heeft gelijk dat de Holocaust niet gebanaliseerd mag worden. Het is echter twijfelachtig of dat uit het optreden van Eftepië opgemaakt kan worden. Uit de beelden blijken ze dat niet specifiek aan de orde te stellen, hoewel er verwijzingen naar de vernietingskampen waren: Zyklon en een goederenwagen. Maar geen hakenkruizen. In navolging van koning Albert verwijst Eftepië naar de jaren ’30, terwijl de ‘Endlösung der Judenfrage’ pas in 1941 begon. Verschillende fases in de nazi-dictatuur. Het verwijt dat de SS vermenselijkt wordt zou eerder hout snijden. Dat trof ook de film Der Untergang met Bruno Ganz als een menselijke en bij vlagen tierende Hitler. Fijnzinnig is Eftepië niet, kwaadwillend evenmin. Domweg naïef.

624_341_517d3a0ddf882ae9873041fba1e7ff62-1360778930

Foto 1: Gefotoshopte Affiche van Eftepië met bekende N-VA’ers; SS-VA voor het beeld van priester Daens in Aalst, 2013.

Foto 2: Eftepië als SS-VA tijdens de carnavalsoptocht in Aalst, februari 2013. Credits: Belga.

Moammar Abu Minyar al-Hynkel: dood om voort te leven

Update: Khadaffi is dood. Zijn laatste druppel bloed is verspild. Nu is de verfilming van zijn leven mogelijk. 

De strijd in Libië lijkt gestreden. Hoewel we niet weten hoelang het nog gaat duren. Maar het eind is toch minder dramatisch dan het begin van het einde. Dan is immers nog alles mogelijk. Zoals de ideale held goed noch slecht is, is de ideale vertelling dat evenmin. Eind februari 2011 brieste Khadaffi“Ik blijf vechten tot de laatste druppel van mijn bloed”. Dat belooft wat. Hoeveel bloed heeft-ie een half jaar later nog over?

Het begin van het eind was de toespraak in het troosteloze decor van zijn compound in Tripoli. Met het beeld van de raket voor de deur. Dat maakt indruk. Zijn onsamenhangende uitbarsting werd direct in verband gebracht met Hitler uit Der Untergang. Dus eigenlijk met hoofdrolspeler Bruno Ganz. De verwijzing geeft al aan in welke werkelijkheid Khadaffi wordt geplaatst. Die van dictators, idioten en tragische filmhelden.

Als het grote voorbeeld voor Khadaffi moet echter The Great Dictator van Charlie Chaplin uit 1941 gezien worden. Een film uit het toen nog neutrale Amerika. Chaplin speelt de megalomane dictator Adenoid Hynkel die de wereld als speelbal ziet. De film kende een moeizame productie. Niet door alle Amerikanen werd de Engelse Chaplin die als jood of zigeuner werd beschouwd de vrijheid gegund om een kritische film te maken.

Het wachten is op de verfilming van het leven van Moammar Abu Minyar al-Hynkel. Het zoetsappige einde van The Great Dictator ligt niet voor de hand. Eerder vermenging van genres. Politiek pamflet, horrorfilm en komedie. Met wat dansnummers in de woestijn. Uiteindelijk is het lachen om idioten als Hynckel, Hitler of Khadaffi. Op voorwaarde dat het van een afstandje kan. Want de toeschouwer moet het kunnen overleven.

Foto: Charlie Chaplin als Adenoid Hynkel in The Great Dictator (1941)