Wierd Duk zit klem tussen activisme en journalistiek. Hij ontkent wat hij nuanceert: ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’

We horen het van een ander, namelijk Wierd Duk van De Telegraaf. Hij maakt een artikel over ‘Marokkanen en Turken die zich als ’seculiere Nederlander’ identificeren’. Wat Duk met ‘seculiere Nederlander‘ bedoelt is onduidelijk en waarom hij de term tussen enkele aanhalingstekens zet is evenmin duidelijk. Het vermoeden bestaat dat hij doet omdat het afwijkt van het normale gebruik, zoals de Taalunie in een omschrijving uitlegt. Het is echter weinig zinvol om ex-moslims ‘seculier’ te noemen omdat ze dat niet meer of minder zijn dan moslims. Het secularisme biedt leden van alle religies en levensovertuigingen in gelijke mate dezelfde plek onder de bescherming van de rechtsstaat. Hoewel Duk het ongetwijfeld goed bedoelt en hij het opneemt voor ex-moslims, pakt zijn inaccurate apartheid negatief uit voor de acceptatie van en de bewustwording over het secularisme. In zijn duiding stelt hij ‘seculier’ gelijk aan atheïstisch. Dat is een misvatting. Het secularisme is pro-atheïstisch noch anti-religieus. Het is volkomen neutraal tegenover alle religies en levensovertuigingen.

Deze kanttekening is van belang omdat Duk een terecht punt over afsplitsing en scheuring maakt dat hem op andere wijze zelf verweten kan worden als hij een valse tegenstelling tussen religie en niet-religie binnen het secularisme introduceert. Als rechtvaardiging kan opgemerkt worden dat Duk miskleunt in commissie omdat sociale wetenschappers vaak evenmin lijken te doorgronden wat het secularisme in de kern inhoudt.

Duk constateert dat ex-moslims en niet-belijdende moslims van wie het de vraag is in hoeverre ze zijn te vereenzelvigen met de islam in de Nederlandse samenleving op een hoop worden geveegd met moslims. Een onderzoek van Advokaat en De Graaf (2001) houdt een percentage van 15% van moslims die de islam verlaten. Actualisatie van de oude cijfers is nodig om te kijken of dat percentage nog juist is en niet verder opgelopen is. ‘Vernederlandsing’, emancipatie en integratie van een deel van de moslims is hoe dan ook een feit.

Het aantal moslims wordt door het CBS sinds 2005 op 850.000 geschat. Dit aantal is vermoedelijk licht aan het dalen door de secularisatie van de tweede generatie, zoals alle religies in Nederland teruglopen in aanhang. In de schatting van het aantal belijdende moslims komt een Gronings onderzoek van Leemhuis en Blank uit 2007 tot 200.000 praktiserende moslims. Het leert dat uit dit type statistieken alles kan blijken.

Zo wordt niet alleen het aantal belijdende moslims dat Nederland telt veel te hoog ingeschat, maar worden de ex-moslims zowel door de eigen sociale omgeving als door de Nederlandse samenleving gevangen gehouden in een beeldvorming waaraan ze slechts met moeite kunnen ontsnappen. Hun identiteit als ex-moslim wordt niet ten volle geaccepteerd. Vraag is welk mechanisme die foutieve beeldvorming stuurt. Te denken valt aan betrokkenen die er belang bij hebben om het aantal moslims te hoog in te schatten en de diversiteit ervan te miskennen, zoals radicaal-rechtse partijen (PVV, FvD) en de directe opposanten ervan (D66, GroenLinks), de welzijnsindustrie die betaald wordt voor ondersteuning, conservatieve/ fundamentalistische islamorganisaties die de achterban graag groter voorstellen dan die werkelijk is. Vijandbeeld en zelfpromotie ontmoeten elkaar.

Illustratief is het citaat van de Marokkaanse-Nederlandse student Massin Ayoub Essaguiar dat Duk invoegt: ‘Ik vind dat ik vanuit mijn positie moet belichten wat ex-moslims doormaken, ook degenen die zijn gevlucht uit het Midden-Oosten. Nederland zou, net als de Verenigde Staten, Canada en Australië, een instelling moeten hebben die zich om ex-moslims bekommert.’ Volgens Essaguiar bekommert Nederland zich niet om ex-moslims, maar laat ze die in de steek. Essaguiars verklaring of Duks toevoeging is dat in Nederland ‘mensen met een islamitische achtergrond’ niet benaderd worden als individu, maar als een collectief. De eveneens Marrokaans-Nederlandse Samirrha Tarrass spitst het toe: ‘Vooral linkse politici en media hebben er een handje van om ons als collectief neer te zetten: Marokkanen zijn allemaal moslim én slachtoffer en vormen één grote familie.’ Dat komt echter niet overeen met de retoriek van de PVV die al jarenlang hamert op het vijandbeeld van ‘de Marokkanen’, waarmee moslims worden bedoeld. Het is niet constructief van Duk om dit complexe en gevoelige onderwerp te politiseren en eenzijdig te framen omdat hij hiermee een foutieve beeldvorming hoogstens vervangt door zijn eigen foutieve beeldvorming. Daar schat Nederland niks mee op in het tackelen van dit probleem van ex-moslims die maatschappelijk en politiek onvoldoende worden erkend.

De PVV en FvD zouden zich hard kunnen maken voor programma’s die de vernederlandsing van moslims of migranten in het algemeen bevordert. Maar dat doen ze niet. Dit roept de vraag op of deze partijen het belangrijker vinden om een vijandbeeld in stand te houden of om waar mogelijk met beleidsmaatregelen de islamisering terug te dringen. Al is het maar in de beeldvorming. De radicaal-rechtse activistische journalist Duk onttrekt zich niet aan deze wetmatigheid en framing van identiteit als een maatschappelijk probleem.

Hoe kan dat terugdringen gebeuren? Te denken valt aan programma’s die de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Daartoe kunnen de budgetten voor onderwijs en kunst verhoogd worden. Ook valt te denken aan onderwijsprogramma’s en mediacampagne’s die voorlichting geven over de voordelen van de open samenleving, de Europese beschaving, de universele mensenrechten en het belang van de politieke filosofie van het secularisme dat onder garantie van de overheid religies en levensovertuigingen gelijk behandelt.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’ van Wierd Duk in De Telegraaf, 23 mei 2019.

Foto 2: Ehsan Jami met T-shirt, 2007.

Foto 3: Campagnemateriaal van de Duitse Raad van ex-moslims. Opgenomen in het commentaarMoslims moeten leren dat er volgens de wet ex-moslims bestaan’ van 3 december 2012.

We zijn allemaal niet-buitenlanders, PVV en PvdA

hbm_gormez_51_u

Na 9/11 kopte Le Monde in een hoofdredactioneel van Jean-Marie Colombani ‘We zijn allemaal Amerikanen’ (Nous sommes tous Américains). Hij besloot met ‘Waanzin, zelfs onder het mom van wanhoop, is nooit een kracht die de wereld kan hervormen (régénérer). Dat is de reden waarom we vandaag Amerikanen zijn’.

De PvdA startte voor de gemeenteraadsverkiezingen de T-shirtactie ‘Ik ben ook Marokkaan‘. T-shirts met genoemde tekst waren voor 15 euro te koop inclusief verzendkosten. Elk volgend shirt kostte 7 euro. Bedoeld om ‘met name niet-Marokkaanse Nederlanders op ludieke wijze hun steun aan de Marokkaanse gemeenschap [te] laten blijken‘, aldus PvdA Utrecht. Initiatiefnemers waren PvdA-raadslid Bouchra Dibi en de leden Ahlam El Yaakoubi en Lucinda van Ewijk. Als reactie op de vraag van Geert Wilders om minder Marokkanen te regelen.

Een prima actie die in de uitvoering echter niet te begrijpen was. Waarom noemde de PvdA het een ludieke actie? Het middel is wellicht speels, maar het doel is dat niet. Waarom mag iets serieus niet serieus genoemd worden? Waarom altijd de ironie als het serieus dreigt te worden? Nog minder valt het te begrijpen waarom er niet werd gekozen voor de tekst ‘We zijn allemaal Nederlands-Marokkanen‘? De gevoelswaarde van ‘Ik ben ook Marokkaan‘ volgt exact het frame van Wilders die praat over ‘de Marokkanen‘. Hoe denkt de PvdA een vooroordeel te kunnen doorbreken door het te bevestigen? Zo komen we nooit af van de praatjes over ‘buitenlanders’. Met de politieke marketing van PVV of PvdA waarbij Turken of Marokkanen verworden tot halffabrikaat voor partijpolitieke electorale aspiraties en positionering van de voormannen Wilders of Asscher.

Foto: ‘Conservatieve Turken protesteren op het Museumplein tegen het beleid van de Amsterdamse wethouder van Onderwijs, dat in hun ogen tegen de waarden van de Turkse en islamitische cultuur indruiste.’ Circa 1973. Historisch Beeldarchief Migranten.

Haagse politie krijgt kritiek op terughoudendheid bij demonstratie

678999-1

Uit het feit dat de politie geen arrestaties heeft verricht, kan afgeleid worden dat er geen grenzen zijn overschreden.’ Aldus een bericht van de NOSIn deze redenering keert een woordvoerder van burgemeester Van Aartsen oorzaak en gevolg om. Het is een onjuiste redenering omdat het feit dat er geen arrestaties zijn verricht niet wil zeggen dat de politie de opdracht om tot arrestatie over te gaan goed heeft uitgevoerd. De woordvoeder van de politiek omzeilt door deze cirkelredenering de bewijslast. Hij ontwijkt de verantwoording.

Of de woordvoerder van de burgemeester een cursus Argumentatieleer aan de Bestuursacademie nodig heeft om z’n kennis bij te spijkeren of juist tot z’n uitspraak kwam als gevolg van de opgedane kennis van de Argumentatieleer om de feiten te verhullen en zijn burgemeester uit de wind te houden is de vraag.

Aanleiding was een kleine demonstratie in de Haagse Schilderswijk. Met jihad-vlaggen. Vraag is of als aanleiding voor dit protest het Israëlisch offensief in de Gazastrook kan worden beschouwd, omdat volgens de NOS de demonstratie zich niet richtte tegen de staat Israël maar tegen Joden. Dit is niet hetzelfde. Protest tegen het beleid van de staat Israël is een legitiem politiek doel -zelfs begrijpelijk door de vele doden die door toedoen van het Israëlische leger in Gaza vallen-, protest tegen ‘de Joden‘ is racisme en niet legitiem. Het hoort niet thuis in een rechtsstaat, moet afgekeurd en door het bevoegde gezag passend bestreden worden.

Annabel Nanninga van Geen Stijl was aanwezig en probeerde verslag te doen. Met de woordvoerder van burgemeester Van Aartsen is ze het oneens dat er geen grenzen zijn overschreden. Een agente maande haar voorzichtig te zijn met het maken van foto’s en bevestigde desgevraagd een bedreiging tegen Nanninga gehoord te hebben. Toen ze zich als journaliste bekend maakte voegde de agente toe geen tijd te hebben om haar te beschermen. Nanninga kon zo haar werk niet doen. Haar bedreiger werd met rust gelaten. Maar het werd nog bedreigender toen Nanninga verbaal agressief bejegend werd en frisdrank over haar heen kreeg. In aanwezigheid van zo’n zes geüniformeerde politie-agenten die niet ingrepen. Gewoon op de openbare weg. Uiteindelijk werd Nanninga voor haar veiligheid mee naar het bureau genomen. Maar geen enkele belager. Ze verwijt de agenten niks, maar de burgemeester wel die het korps niet passend en te slap zou laten optreden.

De demonstratie in Den Haag heeft vandaag tot kamervragen van PVV, Joram van Klaveren (GRBVK) en VVD geleid. Met de teneur dat journalisten ongestoord hun werk moeten kunnen doen in de openbare ruimte en de politie dat recht moet garanderen. Maar gisteren in Den Haag gaf het bevoegd gezag die garantie niet. Inmiddels is bekend geworden dat het OM een onderzoek instelt naar aanleiding van de demonstratie.

Foto: Protest in Den Haag. NOS, 24 juli 2014.

PVV’er Martin Bosma faalt jammerlijk met ingezonden brief

demonstratie22maart

Het PVV-kamerlid Martin Bosma valt in een ingezonden brief in Het Parool de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan (PvdA) aan. Hij zou in een toespraak op de manifestatie ‘Samen Tegen Racisme en Discriminatie‘ van afgelopen zaterdag 22 maart niet boven de partijen hebben gestaan en daarom niet langer onpartijdig zijn. Volgens Bosma de eerste vereiste voor een burgemeester van Amsterdam.

De brief van Bosma gaat uit van de denkfout dat het uitspreken voor de rechtsstaat zoals Van der Laan doet een partijpolitieke actie is. Om dat te onderbouwen verwijst Bosma naar omstandigheden van de demonstratie en de activiteiten van allerlei PvdA’ers en andere politici. Maar Bosma gaat nauwelijks in op de inhoud van de toespraak van de burgemeester. Van der Laan roept juist op om zo min mogelijk politiek te bedrijven.

Nog meer dan Wilders met z’n vraag op verkiezingsavond over ‘minder Marokkanen‘ voor een zaaltje met scanderende partijgenoten tekent de brief van Bosma de intellectuele armoede van de PVV. Het heeft niet meer om het lijf dan het stapelen van verwijten waarvan de enige samenhang eruit bestaat dat Bosma ze opsomt. Dit is des te opmerkelijker omdat juist buitenstaanders de politicoloog en oud-journalist Bosma een zekere diepgang toedichten. Maar in de brief over burgemeester Van der Laan is dit niet terug te vinden.

De lijn van Eberhard van der Laans toespraak is omgekeerd aan wat Bosma beweert. De burgemeester roept op tot samenwerking in het versterken van de samenhang en de rechtsstaat. Hij pleit er zelfs voor om de kiezers op Wilders die ‘voor het merendeel fatsoenlijke Nederlanders’ zijn niet te verketteren en ‘een weg terug te bieden’. Naast de oproep om politiek verschillen opzij te zetten. Bosma zoekt met z’n ingezonden brief de aanval. Vermoedelijk vooral als afleiding voor de interne problemen in de PVV. Hij schiet in eigen voet door geen steekhoudende argumenten te geven en te speculeren op een cultuurstrijd. Wie trapt daar nog in?

Foto: Protestbijeenkomst tegen racisme en discriminatie in Amsterdam, 22 maart 2014.

EenVandaag en OmroepWest passen reportage jihadstrijders aan na bedreiging geïnterviewden

Op verzoek van zich door radicale moslims bedreigd voelende Nederlands-Marokkaanse ouders heeft EenVandaag een op 6 mei uitgezonden item over het ronselen van jihadstrijders voor Syrië van YouTube verwijderd. Een coproductie met de regionale omroep OmroepWest. Het is in een aangepaste versie van 8’51” nog wel op de eigen site te zien. Een interview met familieleden van de geronselden is verwijderd. Op het YouTube-kanaal van OmroepWest is het verslag nog wel te zien, ook in een aangepaste versie. (zie boven).

Op BNR noemt hoofdredacteur Jan Kriek van EenVandaag het ‘een heftige keuze’ om de volledige reportage niet meer online te plaatsen. ‘Het was een zware beslissing, maar we konden niet anders om onze bronnen te beschermen’, aldus Kriek in De Telegraaf. Onder de titel ‘Het programma EenVandaag, dat buigt voor jihadisten‘ heeft Lilian Helder (PVV) kamervragen gesteld aan minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie.

De bedreiging van de Nederlands-Marokkaanse ouders is ontoelaatbaar. Zij moeten vrij kunnen spreken. De bedreigers moeten daarom opgespoord worden. Maar het moet niet verward worden met de overtuiging van Nederlandse jongeren om voor de islam te vechten. Da’s legitiem, hoewel ze er mogelijk hun Nederlandse nationaliteit mee verliezen. Onze geschiedenis kent het voorbeeld van de Spanjestrijders die ruim 70 jaar geleden naar Spanje trokken om voor de Republiek te vechten. Waarop hun nationaliteit door de Nederlandse overheid ontnomen werd omdat ze in vreemde krijgsdienst waren getreden. Het is ook de vraag of de jong-volwassenen die door ronselaars onder druk worden gezet altijd hun beslissingen kunnen overzien.

image-388616-galleryV9-vmim

Foto: Strijders van het Vrije Syrische Leger in Aleppo. Augustus, 2012.

Oudshoorn stapt uit PvdA vanwege slappe reactie op intimidaties

media_xl_757966

Hoe spin werkt blijkt uit een commentaar van Marcus Lucas op politiek.blog.nl. Het gaat over de burgemeester van Uithoorn en oud-deelraadvoorzitter van Feyenoord Dagmar Oudshoorn. Ze stapt uit de PvdA omdat ze vindt dat de partij onvoldoende doet aan allochtone leden die PvdA-bestuurders onder druk zetten. Lucas maakt ervan dat ze aangeslagen is, terwijl Oudshoorn zich strijdbaar opstelt. Ze is teleurgesteld in de interne democratie van de PvdA en de daadkracht van voorzitter Hans Spekman die over de organisatie gaat.

NRC omschrijft het in een verslag van Andreas Kouwenhoven. De aanwijzing bestaat dat de slappe reactie van de PvdA-top op de intimidatie ingegeven wordt door electorale overwegingen. Allochtonen kiezen nog steeds als een blok voor de PvdA. Inschatting is als dat wegvalt de PvdA nergens meer de grootste partij zal zijn.

Oudshoorn is wel positief over de rechtsstatelijke opstelling van vice-premier Lodewijk Asscher. Los van het partijbelang en ondanks druk van lokale PvdA-wethouders wil-ie korten op uitkeringen van in Marokko wonende Marokkaanse-Nederlanders. De oud duo-voorzitter van GroenLinks Mohamed Rabbae dreigt als een zelfbenoemde leider namens Marokkaanse organisaties de steun aan de PvdA in te trekken. Wat Rabbae op de kritiek komt te staan dat-ie bevoogdend bezig is. Asscher schat de allochtonen individualistischer in.

Marcus Lucas meent dat Oudshoorn als burgemeester de druk niet aankan en niet professioneel omgaat met de verantwoordelijkheden die haar functie stelt. Waar-ie dat vandaan haalt is een raadsel. Zij heeft verklaard aan te blijven als burgemeester van Uithoorn. Daar verandert het opzeggen van haar lidmaatschap van de PvdA niks aan. Dat ze niet om wil gaan met de intimidatie van de allochtone PvdA-leden op haar beleid ziet Lucas als een nadeel, maar het is logischer om haar onafhankelijke opstelling als een voordeel te zien.

In het Nederlandse openbaar bestuur is het gewoonterecht dat politieke partijen functies voor zichzelf en hun leden opeisen. Partijen hebben zelfs kamerleden die de burgemeestersbenoemingen regelen. Binnen de PvdA is dat Pierre Heijnen. Feit dat partijen alle functies in het openbaar bestuur claimen is scheefgroei waaraan partijen niets wensen te veranderen. Dat burgemeester Oudshoorn opkomt voor een zo autonoom mogelijk openbaar bestuur dat niet gestuurd wordt door deelbelangen die ook nog eens halfslachtig ontkend worden door een partij als de PvdA pleit voor haar inzicht, haar moed, haar autonomie en haar opofferingsgezindheid. Maar in Nederland regentenland kan ze als partijloze vanaf nu promotie als burgemeester wel vergeten.

Foto: De 100-jarige vrijwilliger Sam Samioen en Dagmar Oudshoorn in Rotterdam, 2009.

Ouders van Marokkaans-Nederlandse rotjochies moeten opvoeden

koran

Directeur Hasib Moukaddim van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN) zoekt het initiatief in de column: ‘Aan ouders van rotjochies: voedt jouw kinderen ook buiten de woonkamer op‘. De afgelopen week haakten belangengroepen aan bij de dood van grensrechter Richard Nieuwenhuizen die door enkele Marokkaanse Nederlandse rotjochies dood werd getrapt. Nederland verkeerde in een schok. De vonken sprongen van het debat, ook hier. Was het geweld gerelateerd aan voetbal, Marokkanen of aan iets anders?

Moukaddim keilt aan met het idee dat het publieke debat opvalt door het benoemen om het benoemen zonder aanpak en oplossing: ‘Dit alles in de traditie van het typisch Hollandse debat: het benoemen van het probleem, daarna nog eens benoemen, dan op eigen borst kloppen voor het benoemen om tot slot over te gaan tot de orde van de dag.’ Mooi gezegd. Het idee dat het bij dit soort maatschappelijke verschijnselen vaak aan aanpak en oplossing schort lijkt juist. Maar benoemen in de zin van kwalificeren? Gesteld dat dat voorafgegaan wordt door observatie, analyse en een presentatiestrategie. Het lijkt erop dat Moukaddim in een retorische valkuil loopt door het benoemen af te willen zetten tegen het uitblijven van de oplossing. Daardoor mist-ie het wegkijken en ontkennen als eerste fase in het weglopen voor een oplossing. Daar gaat het al mis.

Moukaddim constateert ‘een schrijnend gebrek aan toezicht op sociale regels in de openbare ruimten‘. Zijn uitspraak dat ook Marokkaanse-Nederlandse rotjochies daar gebruik van maken, klinkt als understatement. Als weinig anderen rekken ze grenzen op. Moukaddim manoeuvreert voorzichtig, maar ook voorspelbaar in het vinden van een middenweg. Hij verbreedt de opvoeding naast de ouders tot ‘de school, de buurtwerker, de voetbal- of handbaltrainer, de buurman en buurvrouw, familieleden en eventuele hulpverleners.’ Dat er in de opvoeding van de eigen kinderen ‘óók een belangrijke rol [is] weggelegd voor de Marokkaans-Nederlandse ouders‘ klinkt ongeloofwaardig. Natuurlijk ligt er een rol voor de ouders. Bizar dat het gezegd moet worden.

Deze ouders mag volgens Hasib Moukaddim niet het verwijt gemaakt worden dat ze hun kinderen niet goed opvoeden: ‘Ouders proberen wel degelijk hun kinderen op te voeden door ze de juiste normen, waarden en liefde mee te geven.’ Maar hier verwart-ie goede bedoelingen met feitelijke opvoeding. Intenties of pogingen zijn wat anders dan ouders die hun kinderen in de gaten houden, zich in hun plaats stellen en ook praktisch met hun kinderen verbinden. Dat gebeurt in vrijwilligerswerk, huiswerk, ouderavonden, spelen op straat, achter het beeldscherm of de spelcomputer en overal waar opgroeiende kinderen hun ouders tegenkomen.

Moukaddim loopt op eieren en spreekt tegen diverse doelgroepen die hij niet van zich wil vervreemden. Zijn betoog verbreedt tot ondoorzichtigheid toe. Het klopt: ‘De Marokkaanse gemeenschap is onderdeel van de Nederlandse samenleving en dus is ‘jouw probleem ook mijn probleem en andersom’‘. Maar dat betekent niet dat de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van deze kinderen door de hele samenleving gedeeld wordt. Ouders hebben de eerste verantwoordelijkheid. Als ze die om culturele of sociaal-economische redenen niet kunnen nemen, dan moet dat benoemd worden. Maar juist dat laat Hasib Moukaddim na. Ook hij denkt dat-ie iets kan benoemen zonder man en paard te noemen. Hij past in het typisch Hollandse debat van wegkijken.

Foto:  Opvoeden met de koran.

Voetbal, opvoeding, Wilders, Marokkanen, publiek debat en media

afgelast-610x400

De Telegraaf van 4 december citeert voorzitter Marcel Oost van BuitenBoys: ‘Na het laatste fluitsignaal gaven vrijwel alle spelers de scheidsrechter een hand om hem te bedanken voor de leiding. Alleen de drie Marokkaanse spelers van Nieuw Sloten liepen naar onze grensrechter, trokken hem naar de grond en begonnen op zijn hoofd en nek in te trappen.’ Waren de drie spelers die de grensrechter trapten de enige Marokkaanse spelers uit het team en waarom greep niemand in als zo’n precieze reconstructie mogelijk is?

Is het belangrijk om te weten dat de drie jeugdspelers van Nieuw Sloten die afgelopen zondag de grensrechter van BuitenBoys doodtrapten Nederlandse Marokkanen waren? In de berichtgeving in bijvoorbeeld de NRC bleef dat feit ongenoemd. De media zoeken zich blijkbaar een weg tussen maatschappelijke taak, politieke correctheid, adequate berichtgeving en eigen verantwoordelijkheid. Moeten media het nou wel of niet melden?

Het niet noemen van de hele context gaf de PVV gisteren alle ruimte om over een ‘Marokkanenprobleem‘ te praten. De partij zegt: ‘De Nederlandse politiek en media zijn in een totale staat van ontkenning. Er wordt n.a.v. de dood van een grensrechter gesproken over een voetbalprobleem, terwijl dat het echte probleem verhult. “Het is geen exclusief voetbalprobleem maar een Marokkanenprobleem dat zich uit op straat, op school, in het winkelcentrum, op het voetbalveld” (..).’ De PVV kon deze analyse slijten omdat het als eerste ondubbelzinnig de achtergrond van de drie spelers en haar ‘oplossing’ voor het probleem combineerde.

Voordat de PVV erover begon bleef de achtergrond van de drie spelers niet ongenoemd, zoals het bericht in De Telegraaf bewijst. Nadat de PVV het gisteren oppakte kreeg het echter dynamiek doordat de PVV zich erover uitliet. Pas daarin zagen andere media als ElsevierRTL of de NOS er een nieuwsfeit in. Omdat er geen andere analyse was die het feit van de Marokkaanse spelers noemde kon Wilders voor open doel scoren.

Geert Wilders schetst de tegenstrijdigheden door in een tweet te spreken over de daders, een Nederlands paspoort, retour Marokko en grenzen dicht. Hij dikt het aan en weet dat wat-ie zegt niet kan. Iemand kan een Nederlands paspoort niet zomaar ontnomen worden. Daartoe is zoiets als dienen in een vreemde krijgsmacht nodig, zoals de Spanjestrijders overkwam. Maar wat Wilders zegt wordt gehoord omdat de media en andere partijen de feiten niet noemen. Dat zwijgen van de media heeft twee ongewenste gevolgen. Zoals gezegd zet het de PVV op voorsprong bij gebrek aan tegengeluid. En media nemen hun lezers en kijkers niet serieus doordat ze informatie achterhouden die van belang zou kunnen zijn. Zelfs dat weten we nu niet eens zeker.

Foto: Bordje Voetbal Afgelast, de KNVB last het amateurvoetbal voor komend weekend af.

Moslims moeten leren dat er volgens de wet ex-moslims bestaan

Ex_muslime_flyer_RZ_pf.indd

Artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens luidt: ‘Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen [accentuering GK], alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.

Abdelhakim reageert op een posting van november 2011 ‘NRC schat aantal Nederlandse moslims opnieuw te hoog in‘. Zijn woorden: ‘DEZE ONGELOVIGE IS NOOIT MOSLIM GEWEEST, EX MOSLIM BESTAAT NIET!!!‘ roepen allerlei vragen op over de vrijheid van godsdienst, het recht op afvalligheid, de islam en het debat binnen de islamitische geloofsgemeenschap. Abdelhakim kiest de korte bocht. Door zijn suggestie dat iemand als Ehsan Jami nooit moslim is geweest, gaat-ie de discussie uit de weg of-ie een moslim het recht gunt uit te treden.

De vragen gaan erom of de islam die de in Nederland wonende moslims inspireert zich kan verenigen met de nationale rechtsstaat. Of de Nederlandse islam en de Nederlandse moslims de Nederlandse grondrechten onderschrijven. Vrijheid van godsdienst kent rechten en plichten die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Het geeft de islam het recht om zich in vrijheid zonder overheidsbemoeienis als godsdienst te presenteren en gelovigen te inspireren. En het biedt de gelovigen het recht om hun vrije keuze te maken zonder onderworpen te zijn aan een religie of levensovertuiging. De overheid behoort die vrijheid voor elke Nederlandse burger actief te garanderen. Een religie die de grondrechten selectief toepast plaatst zich buiten de rechtsstaat.

Wat gelovigen vinden moeten ze onder elkaar bespreken. Het gaat om de relatie van moslims tot de grondwet zoals toenmalig leider van GroenLinks Femke Halsema in 2007 in haar toelichting om de verklaring aan het Steuncomité ex-moslims niet te tekenen omschreef: ‘Als seculier politicus wens ik mij bovendien niet te mengen in theologisch dispuut. Het maakt mij niet uit wat of waarin iemand gelooft, als hij of zij zich maar houdt aan de (grond)wet. Terecht wordt in het manifest de grondwet centraal gesteld, want daar gaat het om. (..) , zolang elke gelovige maar leeft en handelt naar de wet en de democratische rechtsstaat. (..) Datzelfde geldt voor moslims die geweld gebruiken tegen afvalligen, of die hen intimideren of bedreigen. (..)’

Gelovigen maken onder elkaar maar uit wat volgens de uitgangspunten van hun religie moet. En wat niet kan. Maar ze dienen zich aan de wet te houden. Als ze dat met velen weigeren, dan plaatsen ze hun godsdienst buiten de wet. De overheid zou assertiever dan nu op de gevolgen van die afwijzing moeten wijzen en er de sanctie van een verbod aan moeten verbinden. Want ook voor een religieuze organisatie bestaan rechten niet zonder plichten. De reactie van Abdelhakim bevat geen concrete dreiging, maar kan door ex-moslims als intimidatie opgevat worden. Het zou passend zijn als het OM serieuzer dan nu gebeurt in overweging neemt om tegen alle Abdelhakims een zaak te beginnen. In de hoop dat ze leren zich aan de (grond)wet te houden.

Foto: Campagnemateriaal van de Duitse Raad van ex-moslims.

Politie schendt bij opsporing misdrijf privacy van getuigen

Mannen onder elkaar in de nacht. De politie Amstelland heeft op haar site foto’s gezet van getuigen die het op wil sporen. Vier getuigen passeerden ’s nachts op 7 september jongstleden in de Amsterdamse Ferdinand Bolstraat toen daar twee homosexuele mannen door een groepje mannen werden mishandeld. En bestolen.

De actie van de politie om foto’s van mogelijke getuigen op haar site te zetten roept kamervragen op aan minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie. Van zowel de kamerleden Astrid Oosenbrug en Ahmed Marcouch (PvdA) als Lilian Helder (PVV). De PvdA’ers willen weten hoe de afweging wordt gemaakt tussen de privacy van de getuigen en het doel om een misdrijf op te lossen. Ze vragen zich af of voor de bescherming van de privacy van getuigen strengere regels moeten gelden dan voor die van verdachten. Dat onderscheid zien ze graag terug in de opsporingsberichten. De PVV’er wil weten of door de plaatsing van de foto’s niet het risico bestaat dat getuigen door de verdachten benaderd worden. Met alle ongewenste gevolgen van dien.

Het is beleid dat beelden van verdachten worden gebruikt in sociale media of op televisie. Zoals bij ‘Opsporing Verzocht‘. Publicatie door opsporingsdiensten van beelden van getuigen is minder normaal. De foto’s zijn trouwens zo vaag dat ze nauwelijks de privacy beschadigen. Maar het precedent is geschapen. Volgens diverse commentaren op GaySite.nl is er trouwens nog iets opmerkelijks aan de hand met deze opsporing. De verdachten zouden van Marokkaans-Nederlandse afkomst zijn. De politie houdt dit feit achter zodat de getuigen een kenmerk over de verdachten onthouden wordt, maar publiceert wel de foto’s van de mogelijke getuigen. Vraag is of de politie Amstelland de prioriteiten tussen verdachten en getuigen niet verkeerd legt.

Foto: Foto’s van passerende, mogelijke getuigen op de fiets bij de mishandeling van twee homosexuele mannen in de Ferdinand Bolstraat, Amsterdam op 7 september 2012.