Kwestie Michael Afanasyev/ TU Delft. Oordeel van het College voor de Rechten van de Mens over het pastafarisme biedt perspectief

Het College voor de Rechten van de Mens zegt in een niet bindend oordeel over pastafaripriester Michael Afanasyev (38) die aan de TU Delft wil promoveren in piratenkostuum: ‘Uitingen worden beschermd als zij algemeen, althans in brede kring, binnen een bepaalde godsdienst worden beschouwd als uitdrukking van die godsdienst. Het moet dus niet gaan om een persoonlijke invulling. Dit gaat echter weer niet zo ver dat iedere pastafari hierover hetzelfde moet denken of dat de godsdienstige voorschriften steeds op dezelfde manier moeten worden geïnterpreteerd en nageleefd.’ Afanasyevs verzoek om een piratenkostuum te dragen op zijn promotie was door het Delftse College voor Promoties afgewezen. Tegen deze beslissing maakte hij bezwaar bij het College voor de Rechten van de Mens waar hij nu op 11 december 2017 ook nul op het rekest krijgt.

Het College zegt zich er niet over uit te spreken of het pastafarisme (Kerk van het Vliegend Spaghettimonster) een godsdienstige overtuiging is. Maar het College is wel van oordeel ‘dat het piratenkostuum niet in brede kring wordt gezien als een uiting daarvan en dat evenzo priesters verplicht zijn om bij officiële gelegenheden een piratenkostuum te dragen.’ Dit voert het College aan als reden om de eis van de verzoeker af te wijzen.

Dat is een opmerkelijk uitspraak die weliswaar ‘aan de buitenkant’ van het pastafarisme lijkt te blijven, maar zich tegelijk toch laat verleiden tot een inhoudelijke uitspraak en daarom wat dubbelhartig toont. Het College is geen theologisch college en is niet geëquipeerd om theologische doctrines af te wegen. Wat de verzoeker door het College wordt verweten is het ontbreken van samenhang, consistentie en ‘doorleving’ in zijn geloof.

Maar wat doet het ertoe of een pastafaripriester een piratenkostuum heeft of dat nog moet aanschaffen en dat niet of onregelmatig draagt? Het College gaat haar boekje te buiten door de verzoeker te verwijten dat hij weinig kennis van zijn godsdienst heeft of onvoldoende kan uitleggen op welke gronden hij zijn kostuum op de promotieplechtigheid wil dragen. Dat zijn eisen die niet gesteld kunnen worden aan een gelovige en waarover het College zich niet uit te  spreken heeft. Vele godsdiensten grossieren in onwaarschijnlijkheden en tegenstrijdigheden, en zijn het tegendeel van logisch. Daarom heet een geloof ook een geloof. Gelovigen volgen hun geloof en zijn geen theologen die de werking van hun godsdienst moeten kunnen uitleggen.

Het College zit met de uitspraak op het verkeerde spoor. Het kan vanwege de Algemene Wet Gelijke Behandeling niet zeggen dat er op het dragen van het voorgeschreven promotiekostuum bij de TU Delft voor geen enkele godsdienst of levensovertuiging een uitzondering mogelijk is. Die uitzondering op religieuze gronden bestaat wel. Ontbreken van discriminatie zou inhouden dat er voor geen enkele godsdienst en levensovertuiging een uitzondering gemaakt wordt. Nu blijft het vermoeden hangen dat een gevestigde godsdienst een streepje voor heeft op een jonge godsdienst die nog weinig maatschappelijke invloed heeft.

Toch biedt het oordeel perspectief. Het College verwijt de verzoeker een gebrek aan samenhang, consistentie en kennis, maar wijst het pastafarisme als godsdienst niet principieel af. Zo kan het oordeel van het College een gebruiksaanwijzing zijn voor een volgende verzoeker die dicht bij de bekende, alledaagse uitingen van het pastafarisme blijft. Tactisch is het verstandig om stapsgewijs te werk te gaan en bij zo’n plechtigheid te verzoeken om met een vergiet op te mogen promoveren. Mogelijk als de bezoeker al een foto voor het rijbewijs met vergiet als ID heeft. De Kerk voor het Vliegend Spaghettimonster zou er verstandig aan doen om dit landelijk te coördineren door de gelovigen te begeleiden in hun verspreiding van het pastafarisme.

Disclaimer: Ik ben sinds 26 oktober 2015 Pastafarian bij de Nederlandse Kerk van het Vliegend Spaghettimonster.

Foto 1: Schermafbeelding van deel oordeelGeen discriminatie door het College van Bestuur van de Technische Universiteit Delft door een man niet toe te staan tijdens de promotiezitting het traditionele kostuum van zijn ambt als pastafaripriester te dragen’ van het College voor de Rechten van de Mens, 11 december 2017.

Foto 2: ‘Antoinette Vlieger (m) vandaag voor haar promotie aan de UvA, in traditionele Arabische kledij. Ze verschijnt op het podium in een abaja, een Arabisch kledingstuk, dat als onderdrukkend wordt gezien. Haar paranimfen dragen ook een gezichtsbedekkende nikab.’  Foto © Dingena Mol, 21 december 2011.

Normalisering van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster in Nederland

Studenten van het Sint Lucascreative community’ College in Eindhoven maakten dit verslag over de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Ofwel, het Pastafarisme. Waarmee de geïnterviewde Jeroen Otten gefeliciteerd wordt is overigens onduidelijk. Resultaten zijn nog niet denderend. Want de Kerk krijgt het niet cadeau in de Nederlandse rechtsstaat. Een rechter waant zich theoloog en meent te kunnen oordelen over de interne werking van deze organisatie die zich als godsdienst presenteert. Belemmeringen worden opgeworpen en staan de acceptatie in de weg. In de schaduw van godsdiensten met gevestigde belangen en hun claim op de ultieme waarheid. Omdat juridische goedkeuring achterloopt op maatschappelijke ontwikkelingen is dat een achterhoedegevecht. Weliswaar hardnekkig en niet makkelijk te winnen, maar een gevecht waar de uitkomst van vaststaat. Het verslag is daar uiting en ondersteuning van. De honden blaffen en de karavaan trekt verder.

Disclaimer: Ik ben sinds oktober 2015 lid van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Gratis aanmelden kan hier.

Rechter Den Bosch waant zich theoloog en oordeelt over de interne werking van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster

4

Een opmerkelijke uitspraak van de meervoudige kamer van de rechtbank in Den Bosch. Het gaat er in de kern om of de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster serieus genoeg is om een godsdienst volgens artikel 9 van de EVRM genoemd te worden. De rechter meent van niet. Aanleiding is het maken van een pasfoto voor een rijbewijs bij de gemeente Eindhoven. Een godsdienstige of levensbeschouwelijke reden biedt volgens artikel 28.3 van de Wet Paspoortuitvoeringsregeling (‘indien de aanvrager heeft aangetoond dat godsdienstige of levensbeschouwelijke redenen zich verzetten tegen het niet bedekken van het hoofd‘) een uitzonderingsgrond om met een hoofddeksel op de foto te verschijnen. In dit geval een pastavergiet. Als de Kerk niet als een religie beschouwd wordt, dan hoeft Eindhoven om formele gronden de aangifte van het rijbewijs niet in behandeling te nemen. Eiser eiste dat in hoger beroep, maar wordt nu door de rechter in het ongelijk gesteld.

2

3

De rechter verwijst naar ‘vaste jurisprudentie van het Europese Hof van de rechten van de mens’ om aan te merken wat opvattingen of meningen van een geloof of levensovertuiging zijn en baseert zich daarbij op de volgende beschrijving die ook in bovenstaande opsomming van Elizabeth Prochaska wordt genoemd: ‘It must attain a certain level of cogency, seriousness, cohesion and importance’. De rechter vertaalt dat in de uitspraak als: begrijpelijkheid, serieusheid, samenhang en importantie. Maar Prochaska voegt een dimensie en nuancering toe die aan de uitspraak van de rechter in Den Bosch ontbreekt: ‘There are very few examples of a belief being rejected on this ground and the House of Lords has questioned the propriety of this enquiry by courts, which are not equipped to weigh up theological doctrines’. Dit relativeert de jurisprudentie waarop de uitspraak is gebaseerd door te stellen dat er weinig voorbeelden van een levensovertuiging zijn die op deze grond afgewezen worden, en dat ‘rechtbanken, niet zijn geëquipeerd om theologische doctrines af te wegen.’

Essentie is dat de rechter oordeelt over de interne werking van een godsdienst of levensovertuiging, maar daar niet de expertise voor heeft en zich dit oordeel niet toe zou moeten meten. De rechter moet de wet toepassen, maar daarbij ‘aan de buitenkant’ blijven en niet een oordeel vellen over wat een godsdienst is. Een rechter is geen godsdienstwetenschapper en daarom is het ongepast dat een rechter dit meent te kunnen onderzoeken, zoals ook de verwijzing naar de kritiek van het Britse Hogerhuis zegt. De rechter stapelt eisen op elkaar die niet aan godsdienst of levensovertuiging gesteld hoeven worden. Zoals de overweging dat het een volwaardig systeem van denken moet zijn. Het oordeel dat de Kerk als godsdienst of levensovertuiging afgewezen kan worden omdat het niet voldoende serieusheid zou bezitten is ongepast en normatief.

Wat aan de uitspraak ook opvalt is dat de rechter meent de rechtmatigheid van het geloof van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster grotendeels af te kunnen leiden uit de consistentie van de opvatting van de gelovige over zijn geloof. Maar dat is een onhoudbare en onjuiste benadering. Een geloof is nu eenmaal een systeem dat niet altijd uitblinkt door redelijkheid, realisme, samenhang en logica. Aan een gelovige kan niet als eis gesteld worden dat hij zijn geloof voldoende moet kunnen beschouwen om het een geloof te laten zijn.

Foto 1: Schermafbeelding van deel uitspraak in zaak Coolen-gemeente Eindhoven van Rechtbank Oost-Brabant, 15 februari 2017.

Foto 2 en 3: Schermafbeelding van deel notitie ‘THE DEFINITION OF ‘RELIGION OR BELIEF’ IN EQUALITY AND HUMAN RIGHTS LAW’ van Elizabeth Prochaska, 2013. (google: ‘religion attain a certain level of seriousness’ en downloadt).

Kerk van het Vliegend Spaghettimonster ingeschreven bij Kamer van Koophandel als religieuze organisatie

kvs

Het heeft politieke tegenwerking en heel wat voeten in de aarde gehad maar de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster laat in een bericht weten dat het alsnog door de Kamer van Koophandel als religieuze organisatie is ingeschreven in het handelsregister. Inschrijving is louter een technische aangelegenheid die deze belangenorganisatie van het bedrijfsleven zonder eigen politieke interpretatie automatisch behoort uit te voeren, maar de Kamer weigerde in oktober 2015 inschrijving. Hiermee overspeelde de Kamer haar hand. Zie hier voor een commentaar. De Kerk ging tegen deze beslissing op formele en inhoudelijk redenen in beroep met een bezwaarschrift. Met als resultaat dat de Kerk nu ingeschreven staat als religieuze organisatie.

Er speelt nog een kwestie bij de gemeente Emmen waarbij het ministerie van Binnenlandse Zaken betrokken is. De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens adviseerde de gemeente Emmen om een lid van de Kerk die een aanvraag deed voor een ID-kaart met een foto met religieus hoofddeksel te weigeren omdat de uitzondering daarvoor wegens religieuze of levensbeschouwelijke redenen niet gemaakt kon worden. Die voor leden van andere godsdiensten wel geldt. Want de Kerk zou geen religieuze organisatie zijn, hoogstens een persiflage daarop volgens een advies van de Rijksdienst. Nu de Kerk is ingeschreven als religieuze organisatie bij de Kamer valt dat bezwaar weg. Het valt te hopen dat de Rijksdienst aan de hand van deze zaak onder druk van de ambtelijke top van Binnenlandse Zaken haar beleid heeft aangepast en in het vervolg wat ruimdenkender omgaat met de registratie van leden van religieuze organisaties. Inclusief toetreders tot de religieuze markt.

Foto: Schermafbeelding van berichtWe zijn officieel ingeschreven bij de KVK!’ op site van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. 

Kerk van het Vliegend Spaghettimonster maakt formeel en inhoudelijk bezwaar tegen besluit Kamer van Koophandel

kvs1

Dit is de meest humoristische passage uit het bezwaarschrift van de Nederlandse afdeling van de Kerk van het Vliegend Spaghetimonster (KVS). Het is een traditie dat religieuze instellingen elkaar als concurrenten prikkelen. En aanvallen. Aanleiding is  een weigering van de Kamer van Koophandel (KvK) om de KVS in te schrijven in het handelsregister. Zie hier voor een commentaar van oktober 2015. Inmiddels speelt er nog een zaak bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens dat de gemeente Emmen adviseerde om een lid van de KVS die een aanvraag deed voor een ID-kaart met een religieus hoofddeksel te weigeren omdat de uitzondering daarvoor wegens religieuze of levensbeschouwelijke redenen niet gemaakt kon worden. Die voor leden van andere godsdiensten wel gemaakt wordt. Er lijkt vanuit de Nederlandse overheden een gecoördineerde actie om toetreders tot de religieuze markt de toegang te ontzeggen. Waar dat sentiment in is gegrond is gissen.

Het bezwaarschrift wordt in een openbare hoorzitting toegelicht. Kijk op de KVS-site voor de datum die nog moet worden vastgesteld. Het betwist op formele en inhoudelijke gronden de weigering van de KvK om de KVS op te nemen in het handelsregister. In een conclusie zegt het over het handelen van de KvK: ‘Samenvattend kan geconcludeerd worden dat de voorbereiding niet zorgvuldig is geweest en dat de motivering niet voldoende daadkrachtig is. De wet heeft zoals reeds opgemerkt een formeel karakter. Er is geen ruimte voor een waarde oordeel. Het geslagen besluit is in strijd met fundamentele vrijheden en rechtsbeginselen. (..)’

Inhoudelijk gaat het dit gevecht van de KVS tegen ambtelijk-bestuurlijk Nederland erom wat de vrijheid van godsdienst in Nederland in de praktijk waard is. Artikel 6,1 van de Grondwet zegt: ‘Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.’ Dan is het ongepast dat een gemeente, Rijksdienst of zelfs een particuliere belangenorganisatie van het bedrijfsleven -wat de KvK is- bepaalt wat in Nederland onder een kerkgenootschap of een religieus karakter van een instelling die zich als religieus presenteert begrepen moet worden. Ze dienen zich neutraal op te stellen en zich op geen enkele manier met de inhoud van religie te bemoeien. Dat is niet alleen een introductie van normatieve opvattingen in een technisch-formele registratie, maar ook een ongewenste gang van zaken die de godsdienstvrijheid van Nederland beperkt.

Het is de hoogste tijd dat over de bejegening van de KVS door overheden waarin een beleid van afwijzing valt te ontdekken kamervragen worden gesteld aan minister Plasterk van Binnenlandse Zaken die betrokken is op twee manieren. Via de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens die de gemeente Emmen afwijzend adviseerde over de KVS bij de uitzondering over een ID-kaart en via de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving (CZW) die regelgeving aan de Grondwet toetst. Artikelen over vrijheid, karakter en mensenrechten die verband houden met godsdienst moeten maar eens afgestoft worden door CZW zodat het bindende adviezen kan geven aan overheden, de KvK en de VNG en dit soort juridische achterhoedegevechten vermeden kunnen worden.

10352608_10208009920062043_166825252425910125_n

Foto 1: Schermafbeelding uit bezwaarschrift dd. 13 januari 2016 van de Kerk van het Vliegend Spaghetimonster tegen een beslissing van de Kamer van Koophandel.

Foto 2: Oekraïense pastafarian.

Commissie Stiekem en ‘het lek’. Selectieve verontwaardiging en narcisme van de politiek

In de hype loopt iedereen als een kip zonder kop achter de hype aan. Met de focus op de rugnummers en de namen. Is er een staatsgeheim gelekt uit die commissie met die rare naam: Stiekem? Welnee. Het is allemaal een kwestie van perspectief. Een oude waarheid leert dat de overheid zelf overvloedig lekt als het zo uitkomt.

Lekken is nooit het probleem als het gelekte in lijn is met wat de regering naar buiten wil brengen. Lekken is pas een probleem als het daarmee strijdig is. Zoals nu. Gaat het om de leugens van minister Ronald Plasterk (PvdA) die doorgeprikt werden door een artikel in NRC, maar niet doorgeprikt mochten worden? Leugens die door het nu ingestelde onderzoek niet vergeten worden, maar door de fractieleider van de VVD Halbe Zijlstra comfortabel in de lucht worden gehouden. Dit gaat werkelijk nergens over. Waarom gaan de politieke partijen niet aan het werk om de vluchtelingencrisis te beteugelen of het land beter te maken? Waarom laten partijen zich steeds maar weer afleiden door hun eigen functioneren? Als een narcist die in de spiegel blijft staren.

Hoe eindigt dat onderzoek? Met controle door de NSA van telefoongegevens van fractieleiders met de NRC?

Na Opstelten en Teeven: Wat is het alternatief voor Rutte-II?

gw

Minister Opstelten en staatssecretaris Teeven zijn gisteren afgetreden wegens gebrekkige verantwoording over een deal in 2000 met drugsbaron Cees H.. Het probleem met Opstelten was niet zijn rendementsdenken, zijn regenteske stijl of zijn leeftijd, maar zijn gebrek aan rechtsstatelijkheid. Opstelten gaf geen inhoud, maar het idee van inhoud. Hij maakte justitie ondergeschikt aan veiligheid. Ik schreef in september 2014: ‘Om D66 electoraal de pas af te snijden zou het een meesterzet zijn van de VVD om weer een echte liberaal op Veiligheid en Justitie te posteren. Wie weet, doe eens wild: Sjef van Gennip van de Reclassering Nederland.

PVV-leider Geert Wilders hoopt dat nu ook de rest van het kabinet snel aftreedt. Daar valt veel voor te zeggen, want zoals Tom-Jan Meeuws afgelopen zaterdag treffend in NRC zei, Nederland heeft Paarshaat: ‘En of de politiek niet moet accepteren dat kiezers, ook als het beter gaat, blijven hechten aan vertrouwde tegenstellingen tussen links en rechts. Dat Paars per definitie tot weerzin van de kiezer leidt.

Als lid van de Piratenpartij weet ik niet eens of ik bij landelijke verkiezingen op die partij stem. VVD en PvdA worden het zeker niet. D66 evenmin omdat het een VVD-light is geworden. Religieus geïnspireerde politiek hoort niet thuis in de politieke arena. De PVV opereert te solistisch en heeft schepen achter zich verbrand. De SP is in de kern niet democratisch. GroenLinks is sympathiek, maar te soft voor het grote werk. De Partij voor de Dieren blijft toch te veel een themapartij. De seniorenpartij 50Plus van Jan Nagel en Henk Krol is vooral marketing. Met vele Nederlanders ben ik politiek weer eens dakloos. Niet door desinteresse, maar door het omgekeerde, te hoge eisen aan de politiek. Politieke partijen kunnen collectief de verwachtingen niet inlossen.

Dus ja, laat in hemelsnaam zo snel mogelijk het kabinet Rutte-II aftreden, want het doet niet wat het zei te gaan doen en wekt weinig vertrouwen. Van de andere kant is door het aftreden van Opstelten en Teeven het ergste verdwenen. Da’s een goede zaak. Als ook die andere minister die zwak opereert en naast Opstelten de afgelopen jaren de meeste kritiek kreeg aftreedt, namelijk Ronald Plasterk, dan kan het huidige kabinet doormodderen. Er is geen alternatief. De huidige politieke klasse heeft het niet in zich om meer kwaliteit te leveren. Nederland moet zich behelpen. Zelfs aftreden van een kabinet dat zichzelf in de weg zit lost niks op.

Foto: Tweet van Geert Wilders, 10 maart 2015.

Hoe moet Europa reageren op terrorisme? Met vijf overwegingen

Wat moet de reactie zijn op de aanslag bij Charlie Hebdo die 12 mensen het leven kostte? In grote lijnen zijn er twee soorten reacties: 1) meer restrictieve maatregelen die veiligheid boven alles stellen of 2) het verhogen van de doelmatigheid door aanpak binnen de bestaande (wettelijke) kaders. Deze standpunten worden respectievelijk door de Britse conservatief Timothy Kirkhope en de Duitse Groene Jan Philipp Albrecht in het Europarlement verwoord. Dat meningsverschil concretiseert zich nu op de reisgegevens. De Tweede Kamer is kritisch omdat het oprekken van bevoegdheden niet nodig is voor de bestrijding van het terrorisme.

In een reactie op Geen Stijl (14-01; 12:22) verwoordde ik dat zo: ‘Feit is dat de politie- en veiligheidsdiensten over grenzen heen niet optimaal samenwerken. Dus zowel binnen Nederland tussen verschillende korpsen als in Europa tussen diverse landen kan de samenwerking verbeterd worden. (..) Het kan binnen de bestaande wettelijke kaders. Zodat zowel veiligheid als privacy gediend worden. Niet alleen Alexander Pechtold van D66, maar ook partijen als de VVD, PvdA en het CDA zijn tegen het eenzijdig vergroten van bevoegdheden van veiligheidsdiensten. (..) Laten de AIVD en politie dus eerst maar eens doelmatiger gaan werken. Want het is een publiek geheim dat de doelmatigheid van de Nederlandse politie schrikbarend laag is. (..) De roep om meer bevoegdheden kan daarom als een vlucht naar voren opgevat worden’ . 

Over de bestrijding van het terrorisme is de afgelopen week in de publiciteit, op scholen en werkplekken en in kroegen het nodige gezegd. Uit alles blijkt dat het een gecompliceerd vraagstuk is dat om een brede aanpak vraagt. Ik zet wat observaties op een rij in een zich van dag tot dag ontwikkelend verhaal:

1) Terrorisme moet breder geïnterpreteerd worden dan moslimgeweld tegen het Westen. Met als doel een beleidsaanpassing  dient eronder ook staatsterrorisme, terrorisme door Westerse landen of terrorisme door niet-moslims in Westerse landen begrepen te worden. Het parlement moet het voortouw nemen. Zie hier.

2) Bestrijding van terrorisme kan binnen bestaande wettelijke kaders door betere samenwerking tussen veiligheidsdiensten, gelijkschakeling van standaarden en het vergroten van doelmatigheid. De samenwerking   staat haaks op het pleidooi om de veiligheidsdiensten meer bevoegdheden te geven wat hun autonomie laat toenemen. Deze moet juist verkleind worden tot een niveau dat parlementaire controle erop vergemakkelijkt.

3) Veiligheid en burgerrechten (privacy) zijn niet in tegenstelling met elkaar, maar wel in continue onderlinge afweging. In Nederland zijn beide aspecten nu vertegenwoordigd in het ministerie van Veiligheid en Justitie, maar dat is ongewenst omdat er dan geen twee partijen zijn voor een gelijkwaardige afweging. Daarom moet er weer een apart ministerie van Justitie komen. Veiligheid kan voortaan ondergebracht worden in een nieuw ministerie van Binnenlandse Veiligheid dat politie, territoriale verdediging van kwetsbare objecten (inclusief cyberoorlog en digitale verdediging) en de veiligheidsdienst AIVD omvat.

4) De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut, maar wordt uitsluitend beperkt door de wet. De wet is de enige neutrale plek waar burgers van de pluriforme samenleving elkaar kunnen verstaan. Uitingen van religies zoals in zogenaamde heilige geschriften dienen als fictie (literatuur) en niet als non-fictie (geschiedenis, ‘waargebeurd’) beoordeeld te worden. Want religie is een menselijke constructie totdat het tegendeel bewezen is. Een beroep op goede smaak en fatsoen bij het beoordelen van religiekritiek is individueel bepaald en daarom niet bruikbaar om mensen te verbinden. Een beroep op fatsoen en beschaving of het idee dat religie een uitzondering is die ontzien dient te worden compliceert en verduistert de toetsing aan de wet.

5) Een levendig publiek debat hoort bij een open samenleving die burgers niet op voorhand inperkt. Functie van alle vormen van maatschappelijke kritiek is dat het de vanzelfsprekendheid van de macht ter discussie stelt. Zodat een samenleving de tegenkrachten een kans geeft. Via onderwijs moet gezorgd worden dat alle maatschappelijke geledingen gekwalificeerd zijn om actief en op niveau aan dat debat bij te dragen. De monotheïstische wereldgodsdiensten met hun missie en marketing bezitten een grote politieke macht waarvan het vanwege het politieke evenwicht nodig is dat deze bevraagd wordt. De enige grond voor extra juridische bescherming is de kwetsbaarheid en zwakte van groeperingen om deel te nemen aan het publieke debat, zoals hoogbejaarden, geestelijk gehandicapten, laagopgeleiden, chronisch zieken en kinderen.

Terrorisme experts in media zijn minder onafhankelijk dan het lijkt

Wat is terrorisme en wie bepaalt dat? Wie vormen eigenlijk dat rondreizende circus van ‘terrorisme experts’ dat in de media een mening over terrorisme mag geven? Vormen of vervormen ze ons beeld van de wereld? Velen ervan lijken verre van onafhankelijk te zijn, zoals Glenn Greenwald en Lisa Stampnitzky voor ‘Democracy Now!’ met voorbeelden toelichten. Onder terrorisme verstaan de ‘onafhankelijke experts’ die op de loonlijst staan van media of bedrijven uitsluitend het geweld van moslims tegen Westerse doelen. Is het in Nederland beter gesteld met de ‘onafhankelijke terrorisme experts’ die in de media optreden? Het lijkt er niet op.

Nederland kent ‘terrorisme expert‘ Glenn Schoen die in de media optreedt en als ‘onafhankelijk expert‘ wordt gepresenteerd. Nog een week geleden werd hij in de uitzending van 7 januari in de talkshow Jinek als ‘terrorisme expert’ aangekondigd. Er is alleen een probleem. Schoen is geen ‘terrorisme expert‘ en mist de kwalificaties ervoor, maar is een vertegenwoordiger van de Amerikaanse beveiligingsfirma G4S die gewoon z’n eigen product verkoopt. Schoen redeneert vanuit het uitgangspunt: ‘Er is een dreiging, dus is er een dreiging’.

Prima als iemand eigenbelang heeft, maar de media moeten zo iemand dan niet als ‘onafhankelijk terrorisme expert‘ presenteren. Schoen is onafhankelijk noch expert. Buro Jansen & Janssen analyseerde in 2014 Schoens optreden in de media: ‘Waarom de beveiliger met alle egards wordt ontvangen, lijkt minder met zijn expertise te maken te hebben dan met zijn onkritische houding ten aanzien van de veiligheidsstaat. (..) Voor de journalistiek lijkt in principe hetzelfde uitgangspunt te gelden. Geweld en ellende verkopen nu eenmaal beter dan het verhaal dat de meerderheid van de Nederlanders elke dag zonder problemen zal doorkomen.

Dan zijn er nog andere ‘terrorisme experts‘ als Rob de Wijk, Edwin Bakker, Gilliam de Valk, Willemijn Aerdts, VVD-senator Frank van Kappen of ICT-expert Ronald Prins die masterclasses geven aan de European Security Academy. Wellicht door hun kwalificaties deskundiger dan Schoen, maar onafhankelijk zijn ze zeker niet. Over De Wijk schreef ik eerder: ‘De veiligheidsindustrie heeft als legitimatie de dreiging die door ‘wetenschappers‘ en ‘journalisten‘ in de lucht wordt gehouden. Daartoe worden vijandbeelden gecreëerd om het belastinggeld te verantwoorden. Vanuit deze industrie worden door ‘deskundigen‘ in de publieke opinie breed analyses verspreid die als overeenkomst hebben dat ze de noodzaak voor het bestaan ervan ‘neutraal’ onderstrepen. Rob de Wijk maakt onderdeel uit van deze industrie. Het is zijn goed recht, maar het zou gewenst zijn als er voortaan een disclaimer bij z’n opinies verschijnt: ‘Beperkt houdbaar door eigenbelang‘..

eursec

Foto: Schermafbeelding van docenten voor de masterclass Protective Intelligence van de European Security Academy in Den Haag, 2014. Met Gilliam de Valk, Willemijn Aerdts, Glenn Schoen, Dick Oey, Frank van Kappen, Herman Mulder, Ronald Prins en Michael Stronck.

Ontslag lerares mag als ze van kerk verandert. Is dat van deze tijd?

coll

Een leerkracht die al 19 jaar werkt op het Greijdanus College mag van het College voor de Rechten van de Mens worden ontslagen omdat ze van kerkgenootschap is veranderd. Het Greijdanus College presenteert zichzelf als ‘een gereformeerde school voor voortgezet onderwijs. We geloven in de God van de Bijbel. We geloven dat God van ons vraagt Hem groot te maken. En om Hem en de mensen naast ons lief te hebben.

De PvdA’ers Keklik Yücel (Emancipatie) en Loes Ypma (Onderwijs) stellen kamervragen aan minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken. Ze vragen Plasterk of hij het ermee eens is ‘dat een goed functionerende leerkracht niet  ontslagen mag worden omdat deze wisselt van kerkgenootschap, terwijl de leerkracht wel bereid is om de grondslag van de school te respecteren?’ Opmerkelijk vragen ze ook naar de argumentatie van het College terwijl dat op internet is gepubliceerd zoals uit bovenstaande schermafbeelding van het oordeel blijkt. Opmerkelijk is ook dat beide PvdA’ers naar een externe bron verwijzen: Geld & Recht.

De uitspraak van het College is in lijn met bestaande wetgeving en staat in een bijna 100 jaar oude traditie van bijzonder onderwijs dat rechten bezit. Al het onderwijs in Nederland is ‘voorwerp van aanhoudende zorg van de regering’ en wordt uit openbare middelen bekostigd. Particuliere organisaties als de ‘Stichting Gereformeerd Voortgezet Onderwijs Oost Nederland te Zwolle’ dat het Greijdanus College exploiteert hebben zo het beste van twee werelden: financiering door de overheid en verregaande zeggenschap in eigen huis.

Als het Yücel en Ypma en hun partij werkelijk ernst is, dan moeten ze proberen de Onderwijswet zodanig aan te passen dat de wettelijke bescherming die het ontslag van de docente handvaardigheid mogelijk maakt wordt weggenomen zodat dit ommogelijk wordt. Met als drukmiddel de bekostiging. Vooralsnog vragen ze naar de bekende weg. Da’s symboolpolitiek die het aankaarten van de fundamentele problematiek vermijdt.

Kopie  van RvI Greijdanus b 130613

Foto 1: Schermafbeelding van oordeelHet Greydanus College discrimineerde niet door een docente te ontslaan die zich niet langer kan vinden in de gereformeerde grondslag van de school en haar lidmaatschap van een gereformeerde kerk heeft opgezegd’ door het College voor de Rechten van de Mens.

Foto 2: Raad van Identiteit van het Greijdanus: ‘Van links naar rechts: ds. J. Dekker (voorzitter), prof. H.G.L. Peels (oud-voorzitter), W. ter Haar-Soldaat (secretaresse), Ds. A. de Jager (lid), Drs. M.J. de Jong, dr. J. Messelink (lid).’