Schilderij van Prins Bernhard is geen niet-kwalitatieve kunst, maar niet-kunst

Schermafbeelding van deel artikel Schilderij prins Bernhard senior onder de hamer: maar is het kwalitatieve kunst?‘ van RTL Nieuws, 14 oktober 2022.

Een oud schilderij van Prins Bernhard wordt binnenkort geveild. RTL Nieuws stelt de vraag of het ‘kwalitatieve kunst‘ is. Het vraagt zich af of ‘deze kunst‘ nou ‘echt goed‘ is. Galerist Willem Baars wordt geciteerd en komt tot de volgende slotsom: ‘Het is niet goed. Het zijn heel algemene schilderijen die uit de losse pols gemaakt zijn. Er zit geen enkel artistiek idee achter.

Kortom, de kop is verkeerd, zoals ook uit het artikel zelf blijkt. Want uit de tekst blijkt duidelijk dat het niet om kunst gaat, maar om hobbyisme, zondagsgeschilder. De eindredactie heeft een verkeerd idee van wat kunst is. Een betere kop was geweest: ‘Schilderij prins Bernhard senior onder de hamer: het heeft geen artistieke waarde‘.

Humberto Tan dient Thierry Baudet van repliek

Tweet van Humberto Tan, 17 oktober 2021.

Thierry Baudet kreeg gisteren 17 oktober 2021 antwoord van Humberto Tan in diens wekelijkse programma Humberto op RTL4. Het ging over Aids waarover Baudet had gezegd dat het niet bestaat voor witte heretomannen omdat de kans dat een witte heteroman aids krijgt ‘0,000 procent‘ is.

RTL Nieuws geeft in een verslag de bijzonderheden en maakt er een sportcompetitie van als het zegt ‘Humberto pakt Baudet na aids-speech aan met krachtig statement‘.

Tans tekst luidt als volgt: ‘Goed, dus volgens Baudet zou het risico om aids te krijgen verwaarloosbaar zijn voor, zoals hij zegt, blanke heteromannen. Ik kan er cijfers bij halen van het aids-fonds en laten zien dat het kolder is wat hij zegt, maar daar gaat het niet om. Na de nazi-appjes, waardoor er scheuring kwam in zijn partij, het liegen over vriendinnen die in de trein zouden zijn aangevallen en onlangs nog over de holocaust, die hij tussen aanhalingstekens plaatste, alsof het niet echt zou bestaan, komt hij nu wéér met een verhaal dat de superioriteit van de blanke, heteromannen zou moeten onderstrepen. Daar gaat het Baudet om. De broers van Mark Rutte. De broer van Eberhard van der Laan. Míjn broer. Alle drie overleden aan de gevolgen van aids, net zoals zoveel mannen en vrouwen die zijn overleden aan aids. Maar Baudet vindt het nodig om al dat leed te bagatelliseren en te overgieten met een racistisch, homofoob sausje. Baudet, bedankt.

Het is opmerkelijk dat Tan Baudet zo hard van repliek dient. Doorgaans is de afweging van programmamakers om Baudet te negeren of hem zelfs alle ruimte te geven voor zijn racistische en homofobe praatjes zonder hem tegen te spreken of zelfs maar een vervolgvraag te stellen. In de afgelopen tijd deden Jort Kelder, Rick Nieman en Eva Jinek dat. Daar kregen ze kritiek op. De Nederlandse televisiejournalistiek zou ermee door de bodem zakken. Omgekeerd krijgt Tan nu lof voor zijn stevige reactie op Baudet.

De beste strategie om radicale populisten als Baudet aan te pakken is om ze genadeloos van repliek te dienen als daarvoor goede argumenten samenvattend gepresenteerd kunnen worden of ze in andere gevallen niet te noemen en geen aandacht te geven. De Nederlandse media hebben te lang Baudet kritiekloos publiciteit gegeven. Daarbij moet wel gezegd worden dat Baudet de afgelopen jaren snel geradicaliseerd is en pas nu zijn ware aard voor iedereen duidelijk is. Hij is een volksmenner die racistische meningen verkondigt en de rechtsstaat en de democratie niet ondubbelzinnig steunt. Rassenwaan is het begrip dat Baudet steeds beter past.

Sander Schimmelpenninck noemde Baudet in 2019 een fopintellectueel. Baudet zou nooit gecorrigeerd zijn, een groepje jaknikkers om zich heen verzameld hebben en daarom zo geworden zijn zoals hij is: narcistisch en verwaand. Baudet is van eind 2015 in de aanloop naar het Oekraïne-referendum tot 2019 nauwelijks tegengesproken in de media. De reactie van Humberto Tan benadrukt dat die fase definitief voorbij is en Baudet geen krediet meer heeft in media en samenleving. Baudet heeft zich door eigen toedoen in een doodlopende weg gemanoeuvreerd.

Ik ben het eens met Schimmelpenninck dat Baudet een nepintellectueel is die evenmin een goed politicus is. In 2015 heeft Baudet zelf gezegd dat hij geen aanleg en ambitie heeft om politicus te zijn. In de jaren daarna heeft hij dat keer op keer bewezen, maar toch gaat hij in tegenspraak daarmee door als leider van een politieke partij. Waarschijnlijk door gebrek aan een alternatief.

In een recent commentaar omschreef ik Baudet zo: ‘FvD weet met partijleider Baudet niet te kiezen tussen het inzetten op partijpolitiek of op metapolitiek. Dat laatste betekent in navolging van het Franse en Duitse Nieuw Rechts van de jaren 1960 en 1970 het willen beïnvloeden van de cultuur en de publieke opinie zonder partijpolitieke activiteiten. De tragiek van partijleider Thierry Baudet lijkt dat hij zowel de intellectuele bagage mist om succesvol metapolitiek te bedrijven als het talent voor het politieke handwerk ontbeert. Daarom blijft hij sinds zijn Uil van Minerva-toespraak in 2019 waar hij duidelijk inzette op metapolitiek zwalken tussen de twee posities zonder dat zijn partij hem nog begrijpt en kan volgen.’

Omdat Baudet zich in de afgelopen zes jaar niet heeft bewezen als gezaghebbend intellectueel of geslaagd politicus blijft voor hem weinig anders over dan als een kermiskoopman zijn kleine achterban van kermisklanten op te hitsen door ze steeds dwazere onwaarheden aan te prijzen.

Malaise in alle politieke partijen van Nederland

Person wearing a mask made by W.T. Benda, 1925. Collectie: Library of Congress.

Hoe kan het toch dat de Nederlandse politieke partijen hun potentieel niet benutten en het zo slecht doen? Zowel in strategisch als organisatorisch opzicht. Wat is er aan de hand met de Nederlandse politiek partijen? Niemand weet er nog enthousiasme voor op te brengen.

Opvallend is dat geen enkel deel van het politieke spectrum zich aan de malaise onttrekt. Links, rechts en centrum blunderen op hun eigen karakteristieke wijze. Hoe valt dat te verklaren?

Links zit zonder ideeën en bevindt zich in een geestelijk niemandsland. Maar ook strategisch opereert links onverstandig. Het vertrek van GL-kamerlid Bart Snels spreekt boekdelen. Hij was tegen hechte samenwerking of zelfs fusie met de PvdA. Snels koerste af op een kabinet VVD, D66, CDA en GL zoals Jos Heymans voor RTL Nieuws betoogt, maar kreeg hiervoor geen steun binnen zijn partij. Partijleider Jesse Klaver radicaliseerde en zette zich hiermee buitenspel.

Binnen de SP lijkt het omgekeerde te spelen. De partijleiding gaat de meer radicale elementen die lid zijn van de jongerenorganisatie ROOD of het ideeënplatform Marxistisch Forum uit de partij zetten. Niet als individuen, maar als groep. Met als gevolg dat lokale afdelingen zoals Utrecht uit elkaar dreigen te vallen. Chris Aalberts voor TPO die bekend staat als Baudet-watcher herkent in de chaos en het ondemocratisch gedrag van de partijleiding van de SP het patroon dat hij kent van FvD.

De PvdA is de partij met de minste ideeën omdat de partij gewoonweg niet weet wat de eigen identiteit is, waar het zich bevindt en welke kant het op moet gaan. Partijleider Ploumen is inspiratieloos en koos de vlucht vooruit in samenwerking met GL om een idee van daadkracht te suggereren. GL en SP hebben nog een zeker profiel in respectievelijk duurzaamheid en zorg, maar zelfs dat unieke verkooppunt mist de PvdA.

Rechts is negatief, radicaliseert en fragmenteert. FvD weet met partijleider Baudet niet te kiezen tussen het inzetten op partijpolitiek of op metapolitiek. Dat laatste betekent in navolging van het Franse en Duitse Nieuw Rechts van de jaren 1960 en 1970 het willen beïnvloeden van de cultuur en de publieke opinie zonder partijpolitieke activiteiten. De tragiek van partijleider Thierry Baudet lijkt dat hij zowel de intellectuele bagage mist om succesvol metapolitiek te bedrijven als het talent voor het politieke handwerk ontbeert. Daarom blijft hij sinds zijn Uil van Minerva-toespraak in 2019 waar hij duidelijk inzette op metapolitiek zwalken tussen de twee posities zonder dat zijn partij hem nog begrijpt en kan volgen.

De PVV is redelijk stabiel en relatief onkwetsbaar omdat het een partijorganisatie mist. Maar dat laatste wat een sterkte lijkt is tevens een zwakte omdat het een grens aan de groei stelt. In de schaduw van partijleider Geert Wilders kan niemand groeien. Hij speelt op veilig en lijkt door zijn voorzichtige aanpak minder te radicaliseren dan de andere rechtse partijen, maar Wilders’ professionalisme heeft als nadeel dat het resulteert in korte termijn denken en de partij een strategie voor de toekomst mist.

Rechtse splinters als JA21 met Joost Eerdmans en Wybren van Haga’s BVNL hebben onvoldoende aantrekkingskracht voor de kiezer. Het opportunisme van de leiders die van partij naar partij hoppen is zelfs voor de rechtse kiezer ongeloofwaardig. Types als Van Haga en Eerdmans zijn voorbeelden van baantjesjagers. Het opportunisme strookt niet met hun aanschoppen tegen de politiek omdat hun CV daar haaks op staat.

In het Centrum presteert de VVD goed dankzij de electorale aantrekkingskracht en positie van premier Mark Rutte. dat is overigens de achilleshiel van de VVD. Hoe gaat het verder na Rutte? Rutte heeft veel in moeten leveren aan statuur. De vlotheid van Rutte om zowel met links als rechts te kunnen samenwerken heeft twee nadelen. Het wordt steeds meer uitgelegd als oppervlakkigheid, gebrek aan ideeën en zelfs het ontbreken van politieke ruggengraat. Dat werd duidelijk toen in de formatie onder druk van het CDA de samenwerking met links, zonder dat het tot gesprekken kwam, werd geblokkeerd. Zo is in de beeldvorming de vlotte flexibiliteit van Rutte veranderd in stugheid.

Het CDA verkeert in chaos en in een identiteitscrisis. Een teken daarvan is dat kamerlid Pieter Omtzigt uit de partij is gestapt. Partijleider Hoekstra komt over als bekwaam, maar ook als kil, afstandelijk en weinig christelijk. Hij lijkt geen handige politicus die steun kan werven voor de standpunten van zijn partij. Is het wel zo duidelijk dat de partij naar het midden koerst en afstand heeft genomen van de rechtse koers van vorige partijleiders? De kiezersgunst toont een dramatische teruggang.

D66 had in Rob Jetten een bekwame partijleider, maar de partij wilde meer en koos voor Sigrid Kaag omdat die hoger zou kunnen stijgen. Tot en met het premierschap zoals de partij dacht. Maar Kaag is geen handige politicus en het team dat haar omringt lijkt te veel te willen. D66 denkt van zichzelf dat het groter en invloedrijker is dan het echt is. Eén goede verkiezingsuitslag is te weinig en moet niet overmoedig, maar nederig maken om het resultaat te kunnen verzilveren. Daarbij komt dat D66 een partij is die voor veel kiezers een tweede keuze is. Als de partij aan momentum verliest, dan daalt het ook gelijk flink omdat de partij geen sterk gedachtengoed heeft dat als een buffer voldoende kiezers kan vasthouden.

Inuit met masker.

Dit overzicht over links, rechts en centrum leidt tot de conclusie dat de Nederlandse politieke partijen slecht in vorm zijn en eigenlijk allen in zekere mate in een identiteitscrisis verkeren. Ze leven niet naar de kompas van hun politieke gedachtengoed of hebben dat nooit gedaan en al geruime tijd ingewisseld voor opiniepanels die de koers bepalen. Dat leidt tot een ratjetoe aan opzetjes die niet met elkaar samenhangen. Dat is niet het programma van een politieke partij die de macht wil delen om eigen ideeën te realiseren, maar het staketsel van een marketingbureau. Fragmentatie heeft geleid tot 19 partijen of afsplitsingen in de Tweede Kamer en dat leidt weer tot het hard bestrijden van concurrenten die vechten om schaarse zetels.

Als partijleiders het zelfvertrouwen missen om samen te werken en door hun partij ertoe worden gedwongen om steeds maar weer de eigen positie in de marketing te benadrukken, dan is politiek geen politiek meer, maar het zonder op adem te kunnen komen presenteren van een lege huls waarvan de inhoud ontbreekt. De schijn is het idee geworden.

Antwoord aan Stephan Sanders: Verbied delen van de katholieke kerk waar samenzwering bewezen kan worden

Schermafbeelding van deel columnVerbied niet de katholieke kerk maar het criminele gezin‘ van Stephan Sanders in NRC, 11 oktober 2021.

Moeten we aandacht besteden aan een Rooms-Katholieke opinieleider die in een column het onrecht in zijn kerk relativeert en met What About-redeneringen probeert weg te poetsen?

Ik twijfel. Meningen mogen verschillen. Iedereen heeft daar recht op. Het is te vermoeiend om bij een vermeend ‘verkeerde’ mening elke keer weer in de pen te klimmen. Maar een betoog dat op een slordige wijze het onrecht goedpraat gaat toch een grens over en behoeft op z’n minst correctie?

Het gaat om Stephan Sanders die tegenwoordig een column op maandag in NRC heeft. In zijn bijdrage van 11 oktober met de titel ‘Verbied niet de katholieke kerk maar het criminele gezin‘ schrijft hij het volgende:

Schermafbeelding van deel column ‘Verbied niet de katholieke kerk maar het criminele gezin‘ van Stephan Sanders in NRC, 11 oktober 2021.

De titel oogt als satire. Hoe belachelijk die is blijkt als je die verandert in ‘Verbied niet de oorlogsmisdadiger maar het criminele gezin‘ of ‘Verbied niet de maffia maar het criminele gezin‘. Wat volgt leest als een parodie op een column waarin de schijnredeneringen over elkaar heen buitelen. Sanders gaat niet in op het onrecht binnen de Rooms-Katholieke kerk en het systematisch verhullen daarvan, maar zoekt de afleiding en probeert de kritiek af te zwakken en om te buigen. Hij pretendeert zelfs aan de kant van de slachtoffers te staan. Hiermee bespot hij vooral zichzelf als herboren katholiek.

In bovenstaand citaat verwijst Sanders naar Jan Derksen die in de Volkskrant van 8 oktober 2021 in een brief de vraag stelde waarom hij niemand hoorde over een verbod op de katholieke kerk.

Derksen heeft trouwens niet goed opgelet, want in een commentaar van 6 oktober 2021 pleitte ik, in navolging van wat er in de VS gebeurt waar een rechtszaak loopt tegen een bisdom, voor het verbieden van delen van de Rooms-Katholieke kerk vanwege de grootschalige pedofilie en het stoppen in de doofpot daarvan dat als een samenzwering opgevat kan worden:

Schermafbeelding van deel commentaarDelen van Nederlandse katholieke kerk kunnen aangemerkt worden als criminele organisatie wegens samenzwering over kindermisbruik en faciliteren pedofilie‘ van George Knight, 6 oktober 2021.

Aanleiding om delen van de katholieke kerk te verbieden is dus niet zozeer het decennialang praktiseren van pedofilie door priesters en het verhullen daarvan door de kerkleiding en het tegenwerken van de juridische autoriteiten, maar het complex van maatregelen dat als een de samenzwering opgevat kan worden en tot de ondubbelzinnige conclusie leidt dat dat deel van de Rooms-Katholieke kerk opereert als criminele organisatie. Ik parafraseerde dat in mijn commentaar op de volgende manier:

Schermafbeelding van deel commentaarDelen van Nederlandse katholieke kerk kunnen aangemerkt worden als criminele organisatie wegens samenzwering over kindermisbruik en faciliteren pedofilie‘ van George Knight, 6 oktober 2021.

Aanmerken van ‘de’ Rooms-Katholieke kerk als criminele organisatie is onhaalbaar en te grof. Dat kan stellig opgevat worden als symbool om niet letterlijk uit te voeren zoals Sanders opmerkt, maar dat leidt nog niet tot de conclusie dat er niks moet gebeuren of geen juridische middelen zijn om te handelen.

Het gaat immers om een wereldkerk met vele afdelingen in vele landen die afwijkend van aard, karakter, werkwijze en politieke kleuring zijn. Het gaat erom om de rotte delen van de katholieke kerk aan te wijzen, aan te klagen en met juridische middelen te verbieden als de samenzwering tussen de in overtreding zijnde pedofiele priesters en de kerkleiders die de pedofilie faciliteerden en mogelijk nog steeds faciliteren en de rechtsgang blokkeerden aangetoond kan worden.

Nodig is een zorgvuldige juridische procedure die maatwerk levert en die delen van de katholieke kerk als criminele organisatie aanklaagt waarvan aan de hand van getuigenissen en documenten overtuigend aangetoond kan worden dat het onrecht er in de afgelopen decennia systematisch heeft kunnen woekeren en het wereldse recht bewust buiten de deur is gehouden en het canonieke recht als substituut werd ingezet om niet te handelen.

De voorwaarde om dit aan te pakken is de politieke wil om de positie van een traditionele religieuze organisatie tegen het licht te houden. Dat vraagt lef en ambitie die op dit moment in Nederland ontbreekt. Uitgangspunt moet noch het bashen van de katholieke kerk zijn, noch het maatschappelijk taboe om niet te handelen, maar het doorlopen van een zorgvuldige rechtsgang waarbij daden en feiten leidend zijn. Daar kan niet bij voorbaat blindelings voor weggekeken worden omdat het om een gevestigd instituut gaat. Wegkijken ondermijnt het vertrouwen in de rechtspraak en bevestigt het idee van klassenjustitie.

Juridisch maatwerk is de nuance die zowel Jan Derksen als Stephan Sanders missen. Ze vluchten op hun eigen manier in het grote gebaar door respectievelijk grof geschut in te zetten of hun kop in het zand te steken. Laten we hun mening beschouwen als inleidende beschietingen in een juridisch gevecht dat in Nederland nog van start moet gaan.

Delen van Nederlandse katholieke kerk kunnen aangemerkt worden als criminele organisatie wegens samenzwering over kindermisbruik en faciliteren pedofilie

Schermafbeelding van deel artikelRICO Lawsuit Filed Against the Archdiocese of Los Angeles and the Diocese of Tucson‘ in Los Angeles Injury Law News, 28 januari 2021.

Op 3 oktober 2021 schreef ik een kort commentaar op FB toen op Politico het eerste bericht verscheen over het misbruik van kinderen in de Franse katholieke kerk: ‘

In Nederland probeert de Deventer Theo Bruyns die als 13-jarige werd misbruikt in het seminarie in Helmond de katholieke kerk te laten verbieden als criminele organisatie. Tegen RTL Nieuws zei hij in 2019: ‘Als je iets tegen deze kerk wilt beginnen, moet je het voor elkaar krijgen dat die wordt bestempeld als een criminele organisatie‘.

Uit een bericht van september 2020 in de Stentor blijkt dat Bruyns’ procedure niets heeft opgeleverd omdat Jusititie weigert om de katholieke kerk als criminele organisatie te vervolgen. Volgens Bruyns ‘legitimeert justitie met deze stap de misstanden in de kerk’. Advocaat Jan Boone hielp Bruyns en spande belangeloos een artikel 12-procedure bij het Gerechtshof Arnhem/ Leeuwarden aan. De Stentor citeert de motivatie van het Gerechtshof: ‘Gebrek aan bewijs, onhaalbaarheid van strafvervolging en niet in het algemeen belang‘.

Interessant in dit verband is de Belgische rechtszaak tegen de Scientology Kerk. Dat leidde tot een langdurig juridisch gevecht waarbij de Kerk uiteindelijk door de correctionele rechtbank geen criminele organisatie werd genoemd. Dat gebeurde echter niet om principiële redenen, maar volgens een bericht van VRT Nieuws omdat ‘het dossier te onduidelijk en te onvolledig‘ was. Ofwel, het is in België in principe mogelijk om te bewijzen dat een religieuze organisatie een criminele organisatie is met als uiterste sanctie het verbod ervan.

De zaak van Theo Bruyns vs. de katholieke kerk lijkt ook te lijden hebben gehad aan een gebrekkige bewijsvoering. De motivatie bij het vonnis van het Gerechtshof ziet eruit als een mandje met ongelijksoortige beweringen. Het valt goed in te zien dat de bewijsvoering onvolledig en onvoldoende is, maar het is lastig te begrijpen dat strafvervolging onhaalbaar is en niet in het algemeen belang. Het valt namelijk niet in te zien dat indien de katholieke kerk een criminele organisatie is het niet in het algemeen belang zou zijn om die te verbieden.

De fout is dat het juridisch te grof is en een te hoge lat voor de bewijsvoering om ‘de katholieke kerk’ of ‘de paus’ aan te spreken. Ook omdat het een internationale organisatie is waar het Nederlands recht niet van op toepassing is.

Advocaat Boone heeft al in eerder geprobeerd om katholieke organisaties zoals het bisdom Utrecht en Rotterdam te laten verbieden, maar heeft nul op het tekst gekregen wegens ‘gebrek aan onderbouwing‘ volgens een bericht van december 2011 in Het Parool. Dit maakt opnieuw duidelijk dat het laten verbieden van (delen van) de katholieke kerk principieel niet onmogelijk is, maar wel een goede, overtuigende bewijsvoering vraagt.

De lat ligt extra hoog omdat binnen de rechterlijke macht en de politiek de gevestigde godsdiensten extra worden beschermd boven de normale juridische argumenten uit. Het niet accepteren van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster als godsdienst door het Gerechtshof Den Bosch en de Raad van State maakt dat duidelijk, zoals dit commentaar concludeert. Bestaande godsdiensten hebben een streepje voor en nieuwe godsdiensten die zich op de religieuze markt wagen worden tegengewerkt. Een normatief pro-katholiek artikel van René Guldenmund dat zich vermomt als objectief, maar dat niet is geeft aan hoe bevooroordeeld degenen zijn die hierover oordelen.

Een specifieke parochie, katholieke school of bisdom kan dus focus zijn van een rechtszaak waar kinderen werden misbruikt en waarover bewezen kon worden dat het misbruik via misleiding door de kerkleiders in de doofpot werd gestopt. Vervolgens kan dat aan de hand van deze rechtszaak uitgebreid worden naar andere delen van de Nederlandse katholieke kerk indien sprake was van kindermisbruik, het moedwillig in de doofpot stoppen daarvan en het samenspannen om het te verhullen door de priesters over te plaatsen.

In de VS bestaat er de RICO wet, ofwel de Racketeer Influenced and Corrupt Organizations die tegen criminele organisaties als de maffia kan worden ingezet, maar ook tegen organisaties die een maatschappelijk belang dienen. Joseph O’Brien toont in een betoog uit 2019 aan dat in de VS de katholieke kerk er niet gerust op kan zijn om niet vervolgd te worden als criminele organisatie in die staten waar de RICO-wet van toepassing is.

Hierboven wordt het voorbeeld genoemd van de RICO-wet die ingezet wordt tegen het aartsbisdom Los Angeles en het bisdom Tucson vanwege kindermisbruik. Voor de Nederlandse situatie lijkt de volgende constatering van belang: ‘Hoewel sommigen kritiek hebben geuit op het aanhangig maken van rechtszaken van RICO tegen de katholieke kerk, is dergelijk gedrag van het overbrengen van bekende pedofielen naar andere parochies waar ze op meer onschuldige kinderen jagen, crimineel. Wanneer topfunctionarissen op de hoogte zijn van de geschiedenis van een in overtreding zijnde priester, deze negeren en hem toch naar een andere parochie overbrengen, wordt dat samenzwering’.

In Nederland is er artikel 140 Sr dat gaat over ‘een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven‘ ofwel een criminele organisatie. Het met medeweten van de kerkleiding overbrengen van betrapte pedofiele priesters naar andere parochies waar ze nieuwe kinderen tot slachtoffer maken kan opgevat worden als samenzwering. Het is aangetoond in het rapport van de commissie Deetman (2011) dat dit in Nederland structureel is gebeurd.

Wikipedia zegt hierover: ‘Ook in Nederland werden vele priesters overgeplaatst naar plekken verwijderd van de plek waar een mogelijk schandaal dreigde. De overplaatsingen vonden ook naar landen buiten Nederland plaats. In vele gevallen vonden verplaatsingen naar andere landen en zelfs continenten plaats. Het omgekeerde, waarbij Nederland als uitwijk- of verblijfsplaats fungeerde voor buitenlandse geestelijken, kwam ook voor. De gevallen laten zien hoe de verschillende kerkprovincies elkaar over de landsgrenzen heen behulpzaam waren, dan wel probeerden probleemgevallen op elkaar af te schuiven‘.

Het valt niet in te zien waarom het onhaalbaar en niet in het algemeen belang is om genoemde deelnemers aan deze samenzwering te bestraffen en de katholieke (deel)organisatie waarbinnen dat gebeurde aan te merken als criminele organisatie wegens samenzwering. Voorwaarde is dat het bewijs goed onderbouwd wordt en de zaken nog niet verjaard zijn, maar strikt juridisch is een verbod van delen van de katholieke kerk en de bestraffing van de verantwoordelijke kerkleiders mogelijk.

Jens Haaning is gewoon onderdeel van tentoonstelling ‘Work It Out’ van het Kunsten Museum of Modern Art Aalborg

Publieksinformatie over Jens Haaning bij tentoonstelling ‘Work It Out’ van het Kunsten Museum of Modern Art Aalborg

De leukste berichten zijn de berichten die niet volledig te plaatsen zijn en een element van mystificatie bevatten. Neem het vermeende geschil tussen de Deense conceptuele kunstenaar Jens Haaning en directeur Lasse Andersson van het Kunsten Museum of Modern Art Aalborg. Het lijkt echter eerder een een-tweetje tussen kunstenaar en directeur, dan diefstal of contractbreuk door de kunstenaar.

De kunstenaar zou van het museum bankbiljetten ter waarde van 72.000 euro (534.000 Deense kronen) geleend hebben om op twee doeken te verwerken voor de tentoonstellingWork It Out‘ die op 24 september 2021 opende en tot 16 januari 2022 loopt. Haaning wordt genoemd in de publiciteit en het museum sluit de kunstenaar niet uit. Volgens de overeenkomst moet het geld worden teruggegeven aan het einde van de tentoonstelling, aldus een bericht van het Noorse Dagbladet.

Haaning ontkent desgevraagd dat dit zal gebeuren. Maar omdat dit pas over vier maanden aan de orde is kan nu nog niet worden vastgesteld of Haaning bij dit voornemen blijft. Daarom kan er nu formeel nog geen sprake zijn van diefstal. Dat kan pas na afloop van de tentoonstelling worden vastgesteld.

Directeur Lasse Andersson houdt zich op de vlakte of hij Haaning bij de politie wil aangeven wegens diefstal als deze het geld niet teruggeeft als de tentoonstelling op 14 januari 2022 afloopt.

Haaning noemen het overigens geen diefstal, maar contractbreuk. Volgens hem hoort dat bij het werk. Contractbreuk betekent dat Haaning zijn verplichtingen niet of slechts gedeeltelijk nakomt. De logische actie in dit geval is dat het museum aan Haaning vraagt om de tussen beide partijen gesloten overeenkomst alsnog na te komen. Zoals gezegd, er is nog een periode van vier maanden waarin dit kan worden geregeld tussen kunstenaar en museum.

De reden die Haaning voor zijn actie aanvoert is dat de vergoeding voor kunstenaars te laag is. Maar het valt te bezien of de voorwaarden zo slecht zijn als hij zegt. Haaning zou een kijkvergoeding van de staat krijgen van 10.000 Deense kronen (1350 euro) voor het maken van de twee schilderijen en de onkosten zouden tot 6.000 euro gedekt zijn.

De titel van de twee schilderijen is losjes gebaseerd op een film van Woody Allen: ‘Take the Money and Run‘. Dat sluit waarschijnlijk niet toevallig aan bij populaire cultuur die voor een breed publiek herkenbaar is. Jens Haaning is een conceptueel kunstenaar die reflecteert op de samenleving, machtsverhoudingen en inkomensverschillen. Zijn werk voor het Kunsten Museum of Modern Art Aalborg past binnen dat profiel en is daar geen afwijking van. Haaning thematiseert de waarde van kunst en de vergoeding voor de kunstenaar.

Ook in Nederland wordt dit opgepikt. Een bericht van RTL Nieuws laat zien wanneer algemene media geïnteresseerd zijn in kunst. Namelijk wanneer het over geld gaat. Vaak bij veilingen, maar in dit geval over de vermeende diefstal van 72.000 euro. Dan pas tonen deze media zijdelingse belangstelling voor kunst. RTL Nieuws maakt het er voor zichzelf nog pijnlijker op door het eigen onbegrip over kunst te benadrukken als het in de kop het woord kunst tussen aanhalingstekens plaatst. Waarom is het werk van Haaning geen kunst, maar ‘kunst’?

Het is daarnaast onwaarschijnlijk dat Haaning zijn werk kunst noemt. Een kunstenaars maakt kunst zonder dat als zodanig te benoemen. Los van de vraag of het om diefstal, contractbreuk of een een-tweetje tussen kunstenaar en museum gaat. RTL Nieuws trapt hoe dan ook in een slim opgezette publicitaire val zonder dit te begrijpen.

Schermafbeelding van deel artikelDeense kunstenaar levert leeg doek op, pakt 70.000 euro en noemt het ‘kunst‘ van RTL Nieuws, 29 september 2021.

Zijn hoge kosten voor Nederlandse monarchie verdedigbaar als de steun ervoor afbrokkelt?

Leuke video van RTL Nieuws/ RTL Z. Het prikt niet zozeer de mythe van het economische belang van Nederlandse monarchie voor BV Nederland door, maar stelt die wel ter discussie.

De monarchie van het betrekkelijk kleine Nederland is relatief duur. Het meer dan viermaal zo grote Duitsland heeft mindere kosten dan de Nederlandse monarchie. Overigens is het vergelijkend onderzoek naar Europese koningshuizen van de Gentse hoogleraar Herman Matthijs waarnaar in de video verwezen wordt niet optimaal en geeft het de regering een ontsnappingsmogelijkheid om niet in te grijpen en in de bijdrage te snijden van de staat aan de monarchie, zoals al in 2010 uit het antwoord van de toenmalige regering op kamervragen bleek. Het is een politieke keuze om niet in de vergoedingen van staat aan monarchie te snijden.

Over de opbrengsten van de Nederlandse monarchie bij buitenlandse handelsmissies is geen diepgaand onderzoek gedaan. Er is dan ook weinig zinvols over te zeggen. Republieken zouden niet minder succesvol zijn in hun handelsmissies, maar dat is opnieuw appels met peren vergelijken. Er valt eigenlijk niks negatiefs, maar evenmin iets positiefs te zeggen over de inzet van de Nederlandse monarchie bij buitenlandse handelsmissies. Een gunstig effect op de Nederlandse economie van handelsmissies waaraan de koning deelneemt valt niet vast te stellen.

Meten is weten, en niet meten is niet weten. Er zijn geen harde cijfers over kosten en opbrengsten van de Nederlandse monarchie. Men kan zich afvragen of dat toeval is of dat informatie door regeringen bewust vaag wordt gehouden. Hoewel zeker lijkt dat de Nederlandse monarchie waarschijnlijk absoluut en zeker relatief, duur is vergeleken met andere Europese monarchieën en republieken.

De keuze voor de staatsvorm speelt niet alleen op economisch, maar ook op maatschappelijk, mentaal en politiek vlak. Wat mag een mythe kosten? Dat geeft al aan dat het maken van een vergelijking over de kosten van de staatsvorm er niet makkelijker op wordt. Wat we wel kunnen zeggen is dat hoe meer de Nederlandse monarchie aan maatschappelijke steun verliest en als zinvol voor Nederland wordt gezien, hoe lastiger het voor de zittende regering is om vol te houden dat de relatief hoge kosten het waard zijn en niet naar beneden kunnen worden gebracht. Uit peilingen van de afgelopen jaren blijkt afnemende steun voor koning en koningshuis.

Een 15-jarig meisje werd seksueel uitgebuit door twee mannen onder wie een student rechten. Wat is een gepaste straf tussen vergelding en vergiffenis?

Schermafbeelding van deel artikelCelstraffen voor seksuele uitbuiting van 15-jarig meisje uit Drachten‘ van RTL Nieuws, 15 juli 2021.

De rechter ziet de ironie niet van de eigen opstelling. Het gaat om de uitbuiting van een 15-jarig meisje. Ze werd door twee mannen van 22 jaar seksueel uitgebuit. Ze hadden zelf seks met het meisje, boden haar aan op seksadvertenties en reden haar naar afspraken voor betaalde seks, waarna ze deelden in de opbrengst, aldus RTL Nieuws. De hoofdverdachte is veroordeeld tot 18 maanden cel, waarvan 8 voorwaardelijk.

Maar dan komt het: ‘De andere verdachte moet 79 dagen de cel in, omdat zijn aandeel kleiner was. Ook speelt mee dat zijn veroordeling sowieso al enorme gevolgen heeft voor zijn toekomstige maatschappelijke carrière. Hij studeert nu nog rechten‘.

Dat is een vreemde redenering die in de richting van klassenjustitie gaat. Het gaat immers niet om een incidentele misstap of uitglijder door de student rechten, maar om een patroon van kwalijke handelingen. De rechter noemt het mensenhandel. Dat is niet niks. De student kwam blijkbaar pas tot inkeer toen hij werd vervolgd. Is dat tijdig genoeg voor clementie van de samenleving?

Tja, vooropgesteld, iedereen in Nederland heeft na een misstap recht op een tweede kans. Dus straks loopt er wellicht een jurist rond die in zijn jeugd een 15-jarig meisje heeft uitgebuit en daar gedurende een langere tijd seksueel en financieel van heeft geprofiteerd.

Dat ‘Hij studeert nu nog rechten‘ geeft spanning aan het bericht van RTL Nieuws. Komen de student en zijn ouders tot het inzicht dat iemand die dit uitgevreten heeft nooit meer een geloofwaardige verdediger van de rechtsorde kan worden?

Men mag alleen maar hopen dat de student op geen enkele manier, dan wel als advocaat, dan wel als zittende magistraat, betrokken raakt in de rechterlijke macht. Dat zou niet alleen ongepast zijn, maar getuigen van ironische perversie.

Hoe zit het met de tweede kans voor het 15-jarig meisje? Is ze voor jaren getraumatiseerd door het misbruik door de twee mannen? Maar men mag evenmin hopen dat de student rechten om tot zelfkennis te komen switcht naar een studie psychologie en in de toekomst degene is die een volwassen vrouw die als 15-jarige meisje door twee mannen werd uitgebuit bijstaat in het verwerken van haar jeugdtrauma. Wat voor gesprek kan dat worden?

Machtsconflict in top van het Van Gogh Museum komt in openbaarheid. Directeur Gordenker heeft machtsstrijd van commerciële poot gewonnen

Schermafbeelding van deel artikelCommercieel directeur Van Gogh Museum weg na conflict‘ van RTL Nieuws, 28 juni 2021.

Gedonder bij het Van Gogh Museum. Algemeen directeur Emilie Gordenker trad in februari 2020 aan en vond dat het museum te commercieel was. Dat blijkt uit onderzoek van RTL Z waarover RTL Nieuws bericht. Ze voerde veranderingen door waarbij het belang van de commerciële dochter Van Gogh Museum Enterprises (VGME) werd afgeschaald. Voormalig directeur Ricardo van Dam van VGME is vanwege de herstructurering vertrokken. Ook andere MT-leden vertrokken, maar Gordenker ontkent dat dat een gevolg is van de herstructurering.

Dit conflict viel te verwachten. Het Van Gogh Museum liet zich de afgelopen jaren kennen als de hoer van de Nederlandse museumsector die zich voor veel geld verkocht. Dat was onprettig om te zien.

In september 2020 twijfelde ik over de koers van Gordenker en schreef in een commentaar het volgende:

'Wat is er aan de hand met de marketing (buying & merchandise, logistiek, retail, wholesale, licenties, e-commerce en new business) van het Van Gogh Museum? Dat lijkt alle terughoudendheid verloren te hebben, de kant van de commercie te hebben gekozen en zo het museum overgeleverd te hebben aan de meest biedende. Is dat in de geest van Vincent van Gogh? Of dat iets te maken heeft met een verschoven evenwicht in de directie waar Emilie Gordenker sinds 1 februari 2020 directeur is roept deze ontwikkeling op. Hoewel het commerciële denken al langere tijd in het managementteam vertegenwoordigd is. Ricardo van Dam is sinds 1 april 2017 directeur Van Gogh Museum Enterprises en heeft het vak geleerd op Schiphol met opdrachten op het gebied van commercie en businessmodellen'.

Ik was te ongeduldig. In september 2020 had Gordenker de machtsstrijd met Van Dam nog niet beslist. Ze zat er toen nog middenin. Zo’n machtsstrijd is taai en kan lang duren als medewerkers zich juridisch ingraven. Naar verluidt is de strijd pas begin 2021 beslist met het vertrek van Van Dam. RTL Nieuws zegt daarover: ‘Toen hij een beëindigingsvoorstel niet accepteerde, stapte het museum naar de rechter om hem te ontslaan’. Dat is uiteindelijk gebeurd.

Het was schaamteloos commercieel wat het van Gogh Museum de laatste jaren deed door relaties met bedrijven te zoeken die geen inhoudelijke relatie met Van Gogh hadden. Het Van Gogh Museum lanceerde in 2018 samen met het van oorsprong Californische Vans schoenen en een kledinglijn. En er zijn meer voorbeelden. In een commentaar van augustus 2018 zei ik daarover het volgende:

Het museum heeft de afdeling ‘Van Gogh Museum Enterprises’ die samen met bedrijven ‘branded producten’ ontwikkelt die zijn geïnspireerd op Van Goghs werk. Vans Global Marketing Manager Samantha Goretski verwoordt het in het filmpje vanuit Vans’ perspectief: ‘unfolding art as a fundamental vehicle for creative exploration’. Kunst ontplooien als fundamenteel middel voor creatieve verkenning. Het museum laat zich deze holle marketingtaal aanleunen.

Herstructering binnen een museum geeft altijd gedonder. Teleurgestelde medewerkers die dreigen ontslagen te worden weten altijd wel een nieuwsmedium te vinden die hun grieven en visie in de publiciteit weergeeft. Het bericht van RTL Nieuws zet de toon door directeur Gordenker af te schilderen als een potentaat door wie het hele MT zou zijn vertrokken. Gordenker ontkent dat.

In dit geval lijkt het gelijk echter ondubbelzinnig aan de kant van directeur Gordenker te liggen. Of ze de luxe had om tactisch te handelen om de commerciële poot VGME en Ricardo van Dam te breken die een machtspositie binnen het museum had verworven valt van een afstand lastig in te schatten. Hopelijk kan met het afschalen van het commerciële streven van het museum het aanzien van het museum weer op een hoger niveau worden getild.

Schaamteloze commercie zoals het Van Gogh Museum die bedreef zou voor geen enkel serieus kunstmuseum een aannemelijke optie moeten zijn. Maar niet alle museumdirecteuren doorzien dat. Ze laten zich verblinden door het geld dat zo’n commerciële afdeling binnenharkt. Maar daarmee verkoopt een museum zijn ziel.

In kwestie Omtzigt kiest RTL Nieuws partij voor CDA-top

Schermafbeelding van deel artikelCDA-top zinspeelt op breuk met Omtzigt: ‘De vraag is niet of, maar wanneer‘, RTL Nieuws, 11 juni 2021.
Update: In een brief die Pieter Omtzigt op Twitter heeft gezet verklaart hij 'met pijn in het hart' zijn lidmaatschap van het CDA op te zeggen. Hij geeft aan de intentie te hebben om terug te keren als zelfstandig Kamerlid. Maar hij zegt nog geen besluit te hebben genomen 'hoe hij zijn politieke toekomst gaat vormgeven'. 

Bij het artikelCDA-top zinspeelt op breuk met Omtzigt: ‘De vraag is niet of, maar wanneer’‘ van 11 juni 2021 op de Facebook-pagina van RTL Nieuws dat als inleidende zin heeft ‘Een breuk lijkt onvermijdelijk‘ plaatste ik onderstaande reactie. Ik vind dat RTL Nieuws hiermee en met andere artikelen over de kwestie Omtzigt de normen van zorgvuldige journalistiek uit het oog verloren heeft. Het vereenzelvigt zich met de positie van het CDA en conformeert zich aan de opvattingen van deze partij:

Het is opmerkelijk dat RTL Nieuws met dit bericht verder gaat dan verslaggeving of analyse en zichzelf tot deel laat maken van de politiek. Dat is onverstandig van de hoofdredactie van RTL Nieuws en niet de taak van de journalistiek. 

RTL Nieuws moet geen partij kiezen in de kwestie Omtzigt en zich tot spreekbuis laten maken van de CDA-top, maar op afstand blijven. Nu stelt RTL Nieuws zich op als deelnemer in een lopend debat. Omdat RTL Nieuws dat doet op een onverholen, om niet te zeggen schaamteloze partijdige wijze valt het des te meer op. 

De rol van voormalig CDA-voorlichter Frits Wester die in het artikel sprekend wordt opgevoerd kan niet ongenoemd blijven. Het lijkt er sterk op dat hij meerdere petten op heeft. Hoe dan ook heeft hij de schijn tegen en zou juist hem hierover niet om een mening gevraagd moeten worden. Hij is zowel parlementair verslaggever van RTL Nieuws als CDA-lid. In 2006 verklaarde hij in te zijn voor een staatssecretariaat namens die partij.

RTL Nieuws citeert anonieme bronnen binnen het CDA en geeft hun mening weer als een voldongen feit. RTL Nieuws stelt dat er een breuk tussen Omtzigt en het CDA is die niet ter repareren valt. Het netwerk van Frits Wester is de argumentatie die deze mening moet onderbouwen. Jos Heymans herhaalt de stemmingmakerij tegen Omtzigt in een column van 12 juni 2021 met de titel ‘Omtzigt heeft niets meer te zoeken bij het CDA’. RTL Nieuws kiest partij.  

Je zou hieruit bijna een andere titel destilleren om het niveau van de journalistiek van RTL Nieuws te karakteriseren: ‘Journalistiek heeft in kwestie Omtzigt niets meer te zoeken bij RTL Nieuws’.

RTL Nieuws laadt de verdenking op zich dat het zich door de partijtop van het CDA laat sturen in het beschadigen van Omtzigt. RTL Nieuws speelt blijkbaar maar al te graag een rol in de volgende fase van de fluistercampagne van de CDA-top tegen Omtzigt. 

Tegelijk werpt het zich op als instrument in de crisiscontrole van het CDA om de publicitaire schade voor de partij te beperken. RTL Nieuws helpt door de afleiding over Omtzigt eraan mee om de negatieve publiciteit over het CDA en het onvast en onhandig opereren van partijleider Hoekstra te neutraliseren. 

RTL Nieuws leent haar kolommen om in een partijpolitieke kwestie stelling te nemen. Zowel de analisten en verslaggevers maken zich tot spreekbuis van de top van het CDA. Zelfs de doorgaans gebruikelijke slagen om de arm ontbreken. Dat is geen journalistiek, maar politiek activisme. RTL Nieuws overtreedt in de kwestie Omtzigt de journalistieke zorgvuldigheid. Dat is ongewenst en ongelukkig. 

Als RTL Nieuws zich tot een evenknie van de activistische Telegraaf wil maken, dan is het daarin succesvol wat de opinievorming over het CDA betreft. Wellicht is dit geen opzet, maar een ongelukkige samenloop van omstandigheden die hiertoe heeft geleid. Inclusief de dubbelrol van Frits Wester.

Toch wijst het patroon dat volgt uit meerdere artikelen over de kwestie Omtzigt – CDA op een opvallende politieke stellingname van RTL Nieuws. De keuze is aan RTL Nieuws of het hierover partijdig of onpartijdig wil informeren. Nog is het niet te laat om tot bezinning te komen en weer terug te keren naar de normale journalistieke normen.