Paul Cliteur foetert voor een radicaal-rechts gehoor op de publieke omroep

Schermafbeelding van deel artikelDe NPO onder vuur van Paul Cliteur: is er sprake van politieke vooringenomenheid?‘ van Nieuwsredactie DDS, 25 februari 2023.

Bij dit artikel over Paul Cliteur plaatste ik vandaag onderstaande reactie. Een FB-vriend noemde dat ‘terug-trollen‘, maar ik zou het eerder een protest tegen het radicaal-rechtse trollen willen noemen:

Cliteur redeneert niet zuiver. Hij leidt uit tweets over specifieke programma’s het algemene af. Namelijk dat de publieke omroep politiek vooringenomen is. Dat is ondeugdelijk argumenteren. 

Cliteur doet aan stemmingmakerij. Aan hem is de nuance niet besteed. In elk geval kun je niet afleiden uit een of meer talkshows dat de publieke omroep vooringenomen is. 

Cliteur steekt zijn vinger uit het raam en laat daaruit de weersvoorspelling voor de komende 14 dagen weten. 

Cliteur zou in zijn opinie ook mee moeten nemen dat politici als Wilders (PVV) en Baudet (FVD) onwillig zijn om in talkshows op te treden. En als ze al bereid zouden zijn, dan stellen ze bijkomende eisen aan redacties die niet realistisch zijn. 

PVV en FVD zitten helemaal niet op deze talkshows te wachten. Deze partijen willen de volledige controle hebben over hun eigen uitingen. Zonder interventie of relativering. 

Daar hebben deze partijen bewust voor gekozen. Daarom richten ze zich voornamelijk op hun eigen sociale media waar ze hun opinies zonder tegenspraak kunnen verzenden. Ook zonder controle of wat ze beweren wel in lijn met de waarheid is. 

PVV en FVD zijn er dus zelf niet in geïnteresseerd om hun partijleider of kaderleden naar deze talkshows af te vaardigen. Daarbij komt dat ze strikt hiërarchisch georganiseerd zijn en dat de partijleider of het fractiebestuur kamerleden verbiedt om in de publiciteit te treden. Die is weggelegd voor de partijleider en een kleine groep getrouwen. 

Omroepverenigingen hebben hun eigen profiel en nodigen gasten uit die daarbij passen. Bij de EO komt het debat altijd uit bij God, Christus of bijbel. Bij de VPRO gaat het om vrijzinnigheid en non-conformisme. Bij KRO-NCRV gaat het over begrippen als medemenselijkheid en wereldburgerschap. Bij AVRO-TROS gaat het over ondernemen en de status quo. Etc. 

Cliteur lijkt te vergeten dat er andere programma’s dan talkshows zijn waar politici in op kunnen treden. Zoals nieuws- of achtergrondprogramma’s. Die moet hij in zijn opinie meewegen als hij een representatief beeld van de publieke omroep wil geven. 

Uiteraard lobbyen kamerleden om in beeld te komen. Dat is hun garantie om op een verkiesbare plek op de kieslijst te komen. Binnen een grote partij als de VVD zijn de kamerleden elkaars concurrenten. Ze hebben voor hun verkiesbaarheid niets te duchten van leden van andere partijen. Dus de tegenstellingen om in beeld gekomen in een talkshow bestaat eerder binnen dan tussen partijen. 

Een ander feit is dat een kamerlid van een grotere partij een beperkt aantal portefeuilles heeft om zich mee te kunnen profileren, en daarmee expertise opbouwt. Dat is interessanter dan een generalist die over van alles meepraat, maar nergens echt verstand van heeft. Er zijn uitzonderingen als Omtzigt die echter zo zwaar belast is dat hij relatief weinig aandacht aan de publiciteit kan besteden. 

Wat wil Cliteur bewijzen met zijn opinie over het vermeende gebrek aan representatie van de publieke omroep? Zijn betoog rammelt en klinkt als een hondenfluitje vol toespelingen voor de eigen achterban, maar een deugdelijk betoog is het niet. 

En het ergste is, dat weet hij zelf als geen ander, maar toch lanceert hij deze quatsch.

Terechtwijzing van Deelder bij Jinek. Waar gaat dit echt over?

Een storm in een glas jenever. In talkshow Jinek riep gastvrouw Eva Jinek in de uitzending van 25 januari de Rotterdamse dichter Jules Deelder tot de orde. De reden die zij gaf was dat hij zich bemoeide met gesprekken van anderen. Een verwijt dat het failliet van de formule aangeeft. Hoewel goede talkhosts gasten spontaan met elkaar weten te verbinden. Zes gasten moeten bijna een uur lang hun beurt afwachten en zwijgen. Ook als Amsterdam het centrum van Nederland wordt genoemd. In dit geval door Limburgse vrouwen die daarheen verhuisd of erop georiënteerd zijn. Maar het spreekwoord zegt ‘wie zwijgt, stemt toe’. Dus dat Deelder voor zijn beurt spreekt is normaler dan de geregisseerde televisiewerkelijkheid die als normaal wordt voorgesteld.

Bij Jinek en dit soort praatprogramma’s worden om twee redenen de werkelijkheid en de spontaniteit beperkt. De talkhost moet het kunnen bevatten en sturen, en de anarchie moet op afstand worden gehouden. Uit voorgesprekken van de redactie met gasten worden de onderwerpen op voorhand ingeperkt en getemd. Zodat een voorspelbaar en bloedeloos programma resteert waar de scherpe kantjes zijn weggevijld. Dat wordt vervolgens opgevuld met waarschijnlijkheid (‘vraisemblance’) om het het uiterlijk van de waarheid te geven.

Wat hier fout is gegaan hangt af van het antwoord op de vraag wat men verwacht van dit soort programma’s. Dat kan op verschillende manieren beoordeeld worden. Duidelijk is dat Jules Deelder zich niet voegde in de stilzwijgende afspraken die de formule afdwingt. Maar interessanter is of hij zich tevens begaf buiten de grenzen van het normale gesprek zoals dat bestaat in de werkelijkheid. Dat lijkt niet het geval omdat hij wellicht dwars en tegendraads, maar wel inhoudelijk op het onderwerp reageerde. Het verwijt van Jinek is dat Deelder de televisiewerkelijkheid doorbrak en daar uitstapte. Als de zeiler die het eind van de werkelijkheid van de Truman Show bereikt. Deelder is de rebelse leerling die niet van orde houdt en Jinek de juf die geen orde kan houden. Eva Jinek mist de souplesse, de bagage en het gezag om quasi-spontaniteit te organiseren.

Terrorisme experts in media zijn minder onafhankelijk dan het lijkt

Wat is terrorisme en wie bepaalt dat? Wie vormen eigenlijk dat rondreizende circus van ‘terrorisme experts’ dat in de media een mening over terrorisme mag geven? Vormen of vervormen ze ons beeld van de wereld? Velen ervan lijken verre van onafhankelijk te zijn, zoals Glenn Greenwald en Lisa Stampnitzky voor ‘Democracy Now!’ met voorbeelden toelichten. Onder terrorisme verstaan de ‘onafhankelijke experts’ die op de loonlijst staan van media of bedrijven uitsluitend het geweld van moslims tegen Westerse doelen. Is het in Nederland beter gesteld met de ‘onafhankelijke terrorisme experts’ die in de media optreden? Het lijkt er niet op.

Nederland kent ‘terrorisme expert‘ Glenn Schoen die in de media optreedt en als ‘onafhankelijk expert‘ wordt gepresenteerd. Nog een week geleden werd hij in de uitzending van 7 januari in de talkshow Jinek als ‘terrorisme expert’ aangekondigd. Er is alleen een probleem. Schoen is geen ‘terrorisme expert‘ en mist de kwalificaties ervoor, maar is een vertegenwoordiger van de Amerikaanse beveiligingsfirma G4S die gewoon z’n eigen product verkoopt. Schoen redeneert vanuit het uitgangspunt: ‘Er is een dreiging, dus is er een dreiging’.

Prima als iemand eigenbelang heeft, maar de media moeten zo iemand dan niet als ‘onafhankelijk terrorisme expert‘ presenteren. Schoen is onafhankelijk noch expert. Buro Jansen & Janssen analyseerde in 2014 Schoens optreden in de media: ‘Waarom de beveiliger met alle egards wordt ontvangen, lijkt minder met zijn expertise te maken te hebben dan met zijn onkritische houding ten aanzien van de veiligheidsstaat. (..) Voor de journalistiek lijkt in principe hetzelfde uitgangspunt te gelden. Geweld en ellende verkopen nu eenmaal beter dan het verhaal dat de meerderheid van de Nederlanders elke dag zonder problemen zal doorkomen.

Dan zijn er nog andere ‘terrorisme experts‘ als Rob de Wijk, Edwin Bakker, Gilliam de Valk, Willemijn Aerdts, VVD-senator Frank van Kappen of ICT-expert Ronald Prins die masterclasses geven aan de European Security Academy. Wellicht door hun kwalificaties deskundiger dan Schoen, maar onafhankelijk zijn ze zeker niet. Over De Wijk schreef ik eerder: ‘De veiligheidsindustrie heeft als legitimatie de dreiging die door ‘wetenschappers‘ en ‘journalisten‘ in de lucht wordt gehouden. Daartoe worden vijandbeelden gecreëerd om het belastinggeld te verantwoorden. Vanuit deze industrie worden door ‘deskundigen‘ in de publieke opinie breed analyses verspreid die als overeenkomst hebben dat ze de noodzaak voor het bestaan ervan ‘neutraal’ onderstrepen. Rob de Wijk maakt onderdeel uit van deze industrie. Het is zijn goed recht, maar het zou gewenst zijn als er voortaan een disclaimer bij z’n opinies verschijnt: ‘Beperkt houdbaar door eigenbelang‘..

eursec

Foto: Schermafbeelding van docenten voor de masterclass Protective Intelligence van de European Security Academy in Den Haag, 2014. Met Gilliam de Valk, Willemijn Aerdts, Glenn Schoen, Dick Oey, Frank van Kappen, Herman Mulder, Ronald Prins en Michael Stronck.