Agence Rol, Artillerie britannique tirant la nuit, 1917 [photographie de presse]. Collectie: Bibliothèque nationale de France, département Estampes et photographie.
Deze Franse persfoto toont Britse artillerie die op een onbepaalde plek in Frankrijk in 1917 ’s nachts een projectiel afvuurt. Het 19de eeuwse Militair Woordenboek van Landolt zou dit geschut classificeren als zware veld-artillerie.
Het vuur van het geschut heeft een dubbel effect. Het accentueert de contouren van de ongeveer 10 Britse kanonniers en in het midden van de foto ontstaat een overbelichte zone. Een zon.
Dat gat in de nacht én op de foto is de verzinnebeelding van oorlog. Het verbeeldt leegte. Kracht. Leed. Zinloosheid. Of wat men er mee wil verbinden.
De foto valt op te vatten als een beeld dat deels gewist is. Artillerie effacée dat de eigen sporen uitwist. Het zichtbare deel wordt door het witte gat overstraalt, maar handhaaft zich nipt. Daarom haalt de foto de Franse kranten van 1917.
Vuur en foto vallen samen. Ze zijn zowel opening, vacuüm als omissie. De Britse artillerie schiet een gat in de foto. Wat is dat voor foto met een wit gat in het midden waar niks in is te zien? Welnu, de toelichting in randen en vormen.
Freudiaans zou men kunnen zeggen, het gaat om de relatie tussen voorgrond en achtergrond. Met vuurkracht op de voorgrond en op de achtergrond de sleur van alledag van de oorlog. Hoe gaan die samen? Maar dat is te vergezocht. Toch?
Sergei Mikhailovich Prokudin-Gorsky (1863-1944) was een Russische fotograaf. Vanaf 1905 ontwikkelt hij een methode om kleurenfoto’s te maken. Met medewerking van tsaar Nicolaas II reist hij tot 1917 door het keizerrijk. Hij legt kerken, natuur, stadsgezichten, monumenten, volkeren en industrialisatie vast. Met een educatief doel.
De foto’s stralen verstilling uit. Mede veroorzaakt door het procedé dat de onderwerpkeuze beperkt. Er werden drie aparte foto’s met een geel, cyaan en magenta filter genomen. Herkenbaar aan de kleuren buiten de rand. De onderwerpen moesten bevroren worden. Het lukte Prokudin-Gorsky tijdens z’n leven niet de opnamen correct in kleur af te drukken.
Groep, Moermansk. Rechts Sergei Mikhailovich Prokudin-Gorsky, 1915.
1915. Prokudin-Gorsky zit in Moermansk naast twee mannen in kozakkenkleding. In 1948 koopt het Library of Congress de collectie. En drukt de rafelranden weg. Dat oogt terughoudend. Andrei Rublev en Theophanes de Griek lijken op te duiken in een fresco. Als in een film van Andrei Tarkovski die de Russische ziel zoekt. Vol spirituele beelden.
Fresco in de Kerk van Sint Joris (Staraia Ladoga), 1909.
Schermafbeelding van deel commentaar ‘Wokevrije scholen’ en Artikel 23: hoe vrij is ons onderwijs?‘ van Anton de Wit op het Katholiek Nieuwsblad, 26 augustus 2022.
Op de FB-pagina van het Katholiek Nieuwsblad plaatste ik bij een posting van 26 augustus 2022 van een commentaar van hoofdredacteur Anton de Wit onderstaande reactie. De schermafbeeldingen zijn hier toegevoegd:
Er zijn onzorgvuldigheden geslopen in het commentaar van Anton de Wit die verwarrend werken. Ze geven de lezer een verkeerde voorstelling van zaken
Het ridiculiseren van links is een mening waar De Wit het volste recht op heeft. Maar het is wel een wankele argumentatie door uit een radicale mening binnen links te concluderen dat heel links zo is. Dat maakt van links een karikatuur.
De Wit is geïnformeerd genoeg om te weten dat hij een en ander verkeerd voorstelt als hij het heeft over artikel 23 dat gaat over het openbaar en bijzonder onderwijs. De Wit suggereert dat de vrijheid van onderwijs ter discussie komt te staan als artikel 23 afgeschaft wordt.
Schermafbeelding van deel commentaar ‘Wokevrije scholen’ en Artikel 23: hoe vrij is ons onderwijs?‘ van Anton de Wit op het Katholiek Nieuwsblad, 26 augustus 2022.
De Wit claimt zonder onderbouwing dat ‘links’ meent dat dit artikel ‘de bron van alle ellende’ is omdat het ‘de vrijheid van religieus of ideologisch geïnspireerd onderwijs garandeert‘. Dat is een voorstelling van zaken die op z’n best onvolledig en op z’n slechtst kwaadaardig kan worden genoemd.
De kern van dit artikel en de steen des aanstoots voor de tegenstanders ervan is niet de vrijheid van religieus onderwijs, zoals De Wit suggereert. Die wordt door hen niet ter discussie gesteld zoals hij suggereert. Geen enkele politiek partij tornt tot nu toe aan die vrijheid.
Schermafbeelding van artikel 23 van de Nederlandse Grondwet, lid 5-7.
Waar het voor deze tegenstanders om draait is de bekostiging van het bijzonder onderwijs ‘uit de openbare kas’. Dat willen ze afschaffen. Het is opvallend dat De Wit in zijn commentaar dit aspect niet noemt. Terwijl dat de kern van de kritiek op artikel 23 van niet-confessioneel links is.
Dat gaat dus van D66, PvdD, PvdA, GL, SP tot en met VVD. De PVV is voorstander van artikel 23, maar wil de islam van bijzonder onderwijs uitsluiten. Dus ook de bekostiging van islamitisch onderwijs ‘uit de openbare kas’. Dat is shoppen in een wetsartikel dat weinig principieel aanvoelt.
Die bekostiging van het bijzonder onderwijs kwam in 1917 in artikel 23 terecht als compromis en uitruil tussen de toenmalige linkse (niet-confessioneel) en rechtse (confessioneel) politieke partijen. De confessionelen kregen bekostiging uit de openbare kas voor hun scholen, de niet-confessionelen kregen algemeen kiesrecht.
Het commentaar roept vooral de vraag op waarom De Wit herhaaldelijk suggereert dat ‘links’ de in de grondwet verankerde vrijheid van onderwijs wil afschaffen. Hij weet dat dit onjuist, praktisch onrealiseerbaar is en dat daar de kritiek van ‘links’ niet over gaat. De kritiek draait om de bekostiging ‘uit de openbare kas’.
Schermafbeelding van deel artikel van Jasper van Dijk (SP).
Het gaat erom of een meer dan 100 jaar oud wetsartikel dat een uitruil was van standpunten te moderniseren. Als de bekostiging van het bijzonder onderwijs uit openbare middelen wordt gestopt, dan zal dat zeker de financiële soliditeit van christelijke scholen raken.
Het is echter stemmingmakerij van De Wit als hij zegt dat met de afschaffing van artikel 23 de vrijheid van onderwijs direct in gevaar komt. Christelijke koepels hebben nog steeds de vrijheid om scholen op te richten en te besturen. Het verschil is dat de bekostiging niet langer uit de openbare middelen komt, maar zal moeten worden opgebracht door de doelgroep die zo’n school steunt.
Aan de scheve horizon vaart een stoomboot. Rook waait naar links. Het is oorlog in 1917. In Europa en op zee. Niet in het neutrale Nederland. Beide heren staan met hun voeten in het water van de Noordzee. Dieper gaat het niet. Een licht zijn hoed als groet naar iemand buiten beeld.
In 1917 moet het badseizoen nog beginnen. Niet omdat het te vroeg in het jaar is, maar omdat er blijkbaar nog geen traditie van strand- en zwemmode bestaat. Of liever gezegd, die is er in minimalistische vorm en bestaat uit gekleed te water gaan tot de enkels. Dat was op het Panorama Mesdag uit 1881 nog niet te zien. Dus elke ontwikkeling, hoe klein ook, is er een.
Pudeur is het woord om dit pierebaden voor volwassenen te duiden. Dit gaat om kuisheid, betamelijkheid, deugdzaamheid, zedigheid en eerbaarheid. Een hele mond vol. Hoe laat men dat achter zich? Men kan er hele theorieën over lichamelijkheid en volksaard op loslaten. Laten we gewoon zien dat mensen genieten van de verkoeling van de zee.
Odradek is een fantasiefiguur van Franz Kafka uit het verhaal ‘Die Sorge des Hausvaters’ (1917) dat in 1920 in druk verscheen. Odradek werd een gewild onderwerp van tekenaars. Het drong tot de populaire cultuur door waar het nu weer uit verdwenen is. Odradek is als ding een ‘het’, maar lijkt meer dan dat. Voor kunstenaars was het een uitdaging om het ondefinieerbare dat zich niet in betekenis vast laat pinnen vast te leggen. Maar Odradek laat zich niet vastleggen. Omdat het door gebrek aan gegevens moeilijk is en omdat een vastgepinde Odradek geen Odradek meer kan zijn. Als ingelost verlangen dat ophoudt verlangen te zijn. Overinterpretatie ligt op de loer, vooral om Odradek in woorden te willen vangen. Odradek is fantasie die zich niet laat vangen en zich onttrekt aan categorisering. Maar Odradek is ook weer niet de fantasiefiguur die zich volledig onttrekt aan categorisering. Odradek beweegt zich heen en weer tussen categorieën. Dat maakt Odradek onvangbaar en interessanter dan een fantasie die zit opgeborgen in een vakje met een vast stempel en etiket. Odradek gaat over grenzen, maar als Odradek een fantasie is die niet over grenzen kan gaan, wat is Odradek dan?
Is Donald Trump Odradek 100 jaar later? Nee, natuurlijk niet. Het is vooral prikkelend om de vergelijking te maken. Als uiting van verontwaardiging over de president die zich niet gedraagt als president. Dat geeft richting in de duiding van de president, maar zegt vooral iets over degene die de vergelijking maakt. Odradek wordt er geen snars begrijpelijker op. Of de president. De president kan praten, maar zwijgt vaak als hij moet praten. En praat als hij moet zwijgen. De president die ziel noch betekenis lijkt te hebben en een lege huls is die door de laatste spreker in de kamer wordt gevuld. Maar of Odradek zó was kunnen we niet zeker weten.
Allen die de president meemaken worden er bezorgde huisvaders of -moeders door. Overleeft Trump ons? Maar de president is geen Odradek. Hij is geen fantasie, maar een concrete persoon die alleen moeilijker te duiden valt dan ‘normaal’. De president is een schijngestalte die Kafka had kunnen bedenken als hij 100 jaar later had geleefd. Zo stellen we het ons voor. Wij hebben geen 100 jaar om de president te duiden. Odradek is aangrijpender in ongrijpbaarheid. Trump is de dikdoener die het niets omhult. Odradek is het niets dat wij dik maken door er betekenis aan te hechten. Woorden willen de realiteit bezweren, maar schieten soms tekort.
Zelfs de gewone krantenlezer begrijpt niets van de Russische politiek die als overmoedig valt te omschrijven. Het Kremlin heeft zich in 2014 door de annexatie van de Krim van het ‘broedervolk’ Oekraïne en EU-lidstaten vervreemd wat resulteerde in sancties, heeft met een inmenging in de verkiezing van Trump die verder ging dan ‘normale’ spionage het militaire en politieke establishment van de VS tegen zich in het harnas gejaagd, verliest in het Verre Oosten gestaag aan land en invloed van China, kent aanzienlijke interne spanningen en zakt weg als economische macht. De reservefondsen zijn in 2017 uitgeput als de olieprijzen niet stijgen. Wat de huidige leiders in het Kremlin dan rest is het aanspreken van de pensioen- en investeringsfondsen.
De Russische econoom Vladislav Inozemtsev meent in een artikel van Paul Goble dat de Russische Federatie uiteen dreigt te vallen door ‘imperial overstretch’. De leiders nemen te veel hooi op de vork terwijl de staat daarvoor gewoonweg onvoldoende middelen heeft. Het overkwam in 1917 het Russische Keizerrijk en in 1991 de Sovjet-Unie. Een correctiemechanisme zoals dat in liberale democratieën bestaat ontbreekt in de Russische Federatie omdat president Putin het alleen voor het zeggen heeft. Inozemtsev vindt het opvallend dat leiders geen lessen trekken uit de Russische geschiedenis. Door het nationalisme dat samen gaat met hernieuwde aandacht voor religie en de oude symbolen van keizerrijk en Stalinisme worden technologische ontwikkeling en wetenschappelijk vooruitgang geblokkeerd. En kan toegevoegd worden, evenals uitwisseling en een gezonde competitie met Europese landen. Dat kan niet goed blijven gaan. De Russische Federatie kan bij die roekeloze politiek niet anders dan ontsporen. Dat gaat naar verwachting geen jaren meer duren. In 2017?
Een leerkracht die al 19 jaar werkt op het Greijdanus College mag van het College voor de Rechten van de Mens worden ontslagen omdat ze van kerkgenootschap is veranderd. Het Greijdanus College presenteert zichzelf als ‘een gereformeerde school voor voortgezet onderwijs. We geloven in de God van de Bijbel. We geloven dat God van ons vraagt Hem groot te maken. En om Hem en de mensen naast ons lief te hebben.’
De PvdA’ers Keklik Yücel (Emancipatie) en Loes Ypma (Onderwijs) stellen kamervragen aan minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken. Ze vragen Plasterk of hij het ermee eens is ‘dat een goed functionerende leerkracht niet ontslagen mag worden omdat deze wisselt van kerkgenootschap, terwijl de leerkracht wel bereid is om de grondslag van de school te respecteren?’ Opmerkelijk vragen ze ook naar de argumentatie van het College terwijl dat op internet is gepubliceerd zoals uit bovenstaande schermafbeelding van het oordeel blijkt. Opmerkelijk is ook dat beide PvdA’ers naar een externe bron verwijzen: Geld & Recht.
De uitspraak van het College is in lijn met bestaande wetgeving en staat in een bijna 100 jaar oude traditie van bijzonder onderwijs dat rechten bezit. Al het onderwijs in Nederland is ‘voorwerp van aanhoudende zorg van de regering’ en wordt uit openbare middelen bekostigd. Particuliere organisaties als de ‘Stichting Gereformeerd Voortgezet Onderwijs Oost Nederland te Zwolle’ dat het Greijdanus College exploiteert hebben zo het beste van twee werelden: financiering door de overheid en verregaande zeggenschap in eigen huis.
Als het Yücel en Ypma en hun partij werkelijk ernst is, dan moeten ze proberen de Onderwijswet zodanig aan te passen dat de wettelijke bescherming die het ontslag van de docente handvaardigheid mogelijk maakt wordt weggenomen zodat dit ommogelijk wordt. Met als drukmiddel de bekostiging. Vooralsnog vragen ze naar de bekende weg. Da’s symboolpolitiek die het aankaarten van de fundamentele problematiek vermijdt.
Foto 1: Schermafbeelding van oordeel ‘Het Greydanus College discrimineerde niet door een docente te ontslaan die zich niet langer kan vinden in de gereformeerde grondslag van de school en haar lidmaatschap van een gereformeerde kerk heeft opgezegd’ door het College voor de Rechten van de Mens.
Foto 2: Raad van Identiteit van het Greijdanus: ‘Van links naar rechts: ds. J. Dekker (voorzitter), prof. H.G.L. Peels (oud-voorzitter), W. ter Haar-Soldaat (secretaresse), Ds. A. de Jager (lid), Drs. M.J. de Jong, dr. J. Messelink (lid).’