Neveneffect van coronacrisis: religieuze domheid, zelfoverschatting en een misplaatst idee van onkwetsbaarheid

Neveneffecten van de coronaviruscrisis zijn de desinformatie en de kwalijke rol van religieuze leiders. De misleiding op sociale media valt door de massaliteit ervan nauwelijks uit te bannen door de moderatoren. Dat kan levensgevaarlijke gevolgen hebben als het adviezen betreft die zogenaamd het virus bestrijden. Zoals het drinken van alcohol, het bieden van zweverige onzin of het bidden in groepsverband. Maar dat helpt eerder averechts. Het helpt evenmin dat politieke leiders als president Donald Trump of president Jair Bolsonaro de adviezen van wetenschappelijke experts in de wind slaan en zelfs vanwege politiek gewin bewust saboteren.

Met deze video van het in New Delhi gevestigde WION is iets merkwaardigs aan de hand. Het heeft van de ene kant gelijk dat verstand boven religie moet gaan. Dat is trouwens een advies dat voor alle tijden geldt. Zeker tijdens een crisis waarin mensen onzeker en makkelijk beïnvloedbaar zijn door religieuze leiders waar ze op vertrouwen, maar ook door andersoortige types die bewust op angst en emotie spelen. Het is ethisch onaanvaardbaar om mensen in zo’n situatie bewust te misleiden vanwege politieke of commerciële redenen.

De video gaat van de andere kant de fout in als het zich richt tot de Indiase aartsvijand Pakistan. Nog onlangs werden daar religieuze massabijeenkomsten gehouden en heeft premier Imran Khan blijkbaar onvoldoende macht om tegen het islam-establishment in te gaan. WION heeft gelijk, maar is selectief in haar politisering en verontwaardiging. Waarom noemt het de Indiase Sikh-guru Baldev Singh niet die aan de gevolgen van het coronavirus is overleden en tijdens massa-bijeenkomsten naar verluidt meer dan 15.000 gelovigen kan hebben besmet? Domheid, zelfoverschatting en een idee van onkwetsbaarheid kennen geen grenzen. Daar zijn religieuze domheid, zelfoverschatting en een idee van onkwetsbaarheid geen uitzondering op.

Wierd Duk zit klem tussen activisme en journalistiek. Hij ontkent wat hij nuanceert: ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’

We horen het van een ander, namelijk Wierd Duk van De Telegraaf. Hij maakt een artikel over ‘Marokkanen en Turken die zich als ’seculiere Nederlander’ identificeren’. Wat Duk met ‘seculiere Nederlander‘ bedoelt is onduidelijk en waarom hij de term tussen enkele aanhalingstekens zet is evenmin duidelijk. Het vermoeden bestaat dat hij doet omdat het afwijkt van het normale gebruik, zoals de Taalunie in een omschrijving uitlegt. Het is echter weinig zinvol om ex-moslims ‘seculier’ te noemen omdat ze dat niet meer of minder zijn dan moslims. Het secularisme biedt leden van alle religies en levensovertuigingen in gelijke mate dezelfde plek onder de bescherming van de rechtsstaat. Hoewel Duk het ongetwijfeld goed bedoelt en hij het opneemt voor ex-moslims, pakt zijn inaccurate apartheid negatief uit voor de acceptatie van en de bewustwording over het secularisme. In zijn duiding stelt hij ‘seculier’ gelijk aan atheïstisch. Dat is een misvatting. Het secularisme is pro-atheïstisch noch anti-religieus. Het is volkomen neutraal tegenover alle religies en levensovertuigingen.

Deze kanttekening is van belang omdat Duk een terecht punt over afsplitsing en scheuring maakt dat hem op andere wijze zelf verweten kan worden als hij een valse tegenstelling tussen religie en niet-religie binnen het secularisme introduceert. Als rechtvaardiging kan opgemerkt worden dat Duk miskleunt in commissie omdat sociale wetenschappers vaak evenmin lijken te doorgronden wat het secularisme in de kern inhoudt.

Duk constateert dat ex-moslims en niet-belijdende moslims van wie het de vraag is in hoeverre ze zijn te vereenzelvigen met de islam in de Nederlandse samenleving op een hoop worden geveegd met moslims. Een onderzoek van Advokaat en De Graaf (2001) houdt een percentage van 15% van moslims die de islam verlaten. Actualisatie van de oude cijfers is nodig om te kijken of dat percentage nog juist is en niet verder opgelopen is. ‘Vernederlandsing’, emancipatie en integratie van een deel van de moslims is hoe dan ook een feit.

Het aantal moslims wordt door het CBS sinds 2005 op 850.000 geschat. Dit aantal is vermoedelijk licht aan het dalen door de secularisatie van de tweede generatie, zoals alle religies in Nederland teruglopen in aanhang. In de schatting van het aantal belijdende moslims komt een Gronings onderzoek van Leemhuis en Blank uit 2007 tot 200.000 praktiserende moslims. Het leert dat uit dit type statistieken alles kan blijken.

Zo wordt niet alleen het aantal belijdende moslims dat Nederland telt veel te hoog ingeschat, maar worden de ex-moslims zowel door de eigen sociale omgeving als door de Nederlandse samenleving gevangen gehouden in een beeldvorming waaraan ze slechts met moeite kunnen ontsnappen. Hun identiteit als ex-moslim wordt niet ten volle geaccepteerd. Vraag is welk mechanisme die foutieve beeldvorming stuurt. Te denken valt aan betrokkenen die er belang bij hebben om het aantal moslims te hoog in te schatten en de diversiteit ervan te miskennen, zoals radicaal-rechtse partijen (PVV, FvD) en de directe opposanten ervan (D66, GroenLinks), de welzijnsindustrie die betaald wordt voor ondersteuning, conservatieve/ fundamentalistische islamorganisaties die de achterban graag groter voorstellen dan die werkelijk is. Vijandbeeld en zelfpromotie ontmoeten elkaar.

Illustratief is het citaat van de Marokkaanse-Nederlandse student Massin Ayoub Essaguiar dat Duk invoegt: ‘Ik vind dat ik vanuit mijn positie moet belichten wat ex-moslims doormaken, ook degenen die zijn gevlucht uit het Midden-Oosten. Nederland zou, net als de Verenigde Staten, Canada en Australië, een instelling moeten hebben die zich om ex-moslims bekommert.’ Volgens Essaguiar bekommert Nederland zich niet om ex-moslims, maar laat ze die in de steek. Essaguiars verklaring of Duks toevoeging is dat in Nederland ‘mensen met een islamitische achtergrond’ niet benaderd worden als individu, maar als een collectief. De eveneens Marrokaans-Nederlandse Samirrha Tarrass spitst het toe: ‘Vooral linkse politici en media hebben er een handje van om ons als collectief neer te zetten: Marokkanen zijn allemaal moslim én slachtoffer en vormen één grote familie.’ Dat komt echter niet overeen met de retoriek van de PVV die al jarenlang hamert op het vijandbeeld van ‘de Marokkanen’, waarmee moslims worden bedoeld. Het is niet constructief van Duk om dit complexe en gevoelige onderwerp te politiseren en eenzijdig te framen omdat hij hiermee een foutieve beeldvorming hoogstens vervangt door zijn eigen foutieve beeldvorming. Daar schat Nederland niks mee op in het tackelen van dit probleem van ex-moslims die maatschappelijk en politiek onvoldoende worden erkend.

De PVV en FvD zouden zich hard kunnen maken voor programma’s die de vernederlandsing van moslims of migranten in het algemeen bevordert. Maar dat doen ze niet. Dit roept de vraag op of deze partijen het belangrijker vinden om een vijandbeeld in stand te houden of om waar mogelijk met beleidsmaatregelen de islamisering terug te dringen. Al is het maar in de beeldvorming. De radicaal-rechtse activistische journalist Duk onttrekt zich niet aan deze wetmatigheid en framing van identiteit als een maatschappelijk probleem.

Hoe kan dat terugdringen gebeuren? Te denken valt aan programma’s die de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Daartoe kunnen de budgetten voor onderwijs en kunst verhoogd worden. Ook valt te denken aan onderwijsprogramma’s en mediacampagne’s die voorlichting geven over de voordelen van de open samenleving, de Europese beschaving, de universele mensenrechten en het belang van de politieke filosofie van het secularisme dat onder garantie van de overheid religies en levensovertuigingen gelijk behandelt.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’ van Wierd Duk in De Telegraaf, 23 mei 2019.

Foto 2: Ehsan Jami met T-shirt, 2007.

Foto 3: Campagnemateriaal van de Duitse Raad van ex-moslims. Opgenomen in het commentaarMoslims moeten leren dat er volgens de wet ex-moslims bestaan’ van 3 december 2012.

Indiase moslimleiders spreken zich uit voor het secularisme. Moslimleiders uit Pakistan en Bangladesh wijzen het af. Logisch?

Het is typisch, maar verklaarbaar dat moslims in Bangladesh en Pakistan het secularisme afwijzen en zelfs verketteren, en het in India omhelzen. Het is duidelijk waar dat verschil uit voortkomt. In India zijn moslims een minderheidsgroep die onder vuur ligt door de aanhoudende aanvallen van hindoe-radicalen onder de bezielende leiding van premier Modi. Met parlementsverkiezingen in zicht is dat vuurtje alleen nog maar extra aangewakkerd. In Bangladesh en Pakistan zijn het juist de moslims die minderheidsgroepen als atheïsten en christenen aanvallen. Generaal Ziaur Rahman liet in de grondwet van Bangladesh het woord “secularisme” vervangen door “vertrouwen in God”. Daarom spreken Indiase moslimleiders zich uit (Zie video) voor het secularisme dat de moslims bescherming biedt. Zo simpel kan religie zijn: een kwestie van macht. Complicatie is dat secularisme, en de relatie tussen religie en staat in de Indiase grondwet niet eenduidig is geformuleerd.

Deze situatie waarin religieuze meerderheden de minderheid koeioneren en zelfs vervolgen is een pleidooi voor het secularisme. Secularisme is een politieke filosofie die onder de bescherming van de rechtsstaat en met de garantie van de nationale overheid een gelijke plaats geeft aan alle religies en levensovertuigingen. Secularisme is niet anti-religie of pro-atheïsme, maar neutraal. Secularisme beschermt minderheidsreligies tegen een meerderheidsreligie. Het optimaliseert zo de vrijheid voor alle religies en levensovertuigingen.

Foto: Schermafbeelding van still uit YouTube-videoCurrent Issues; Vote For Those Who Can Protect Constitution Secularism; Salim Engineer’ op You Tube-kanaal van Jamaat-e-Islami Hind.

Afleiding voor identificatieprobleem van rechtse Joden. Hoe door extreemrechts in Europa en VS het antisemitisme z’n rentree maakt

Reactie bij een video op YouTube die met knip- en plakwerk meningen stapelt zonder dat het een sterk betoog wordt. Aanleiding ervoor was de titel ‘Hoe door de massa-immigratie in Europa het antisemitisme zijn rentree maakt’ die ik misleidend vind. Waarbij de rabbi woorden in de mond worden gelegd die hij niet zegt. Niet alleen lijkt me dat deze conclusie niet uit de video volgt, maar ook is die onjuist. Want het is niet door immigranten uit Marokko of Turkije, maar door radicaal-, alt- of extreem-rechts dat het antisemitisme in de westerse wereld zijn rentree maakt. Wellicht is dat in Nederland relatief onzichtbaar door de pro-Israël houding van Wilders’ PVV, maar wie de reactie van president Trump op de schietpartij in de synagoge van Pittsburgh met 11 Joodse doden doorziet weet dat het alt-right is dat de kar van het antisemitisme trekt.

De plaatsing van de video door ‘Do re mi fa so la ti’ en de instemmende reactie van BETAR Netherlands (‘Dutch Zionist Activism since 1933’) maakt duidelijk uit welke hoek deze schuldtoekenning aan moslims van het toenemend antisemitisme komt: uit nationaal-rechtse Joodse hoek. Dat is echter een tragische positie die steeds minder vol te houden is voor Joden die hun kop niet in het zand steken. Want in toenemende mate kampen rechtse Joden in Europa of de VS met een probleem omdat Joden door de kern van de aan macht winnende alt-right, rechts-nationalisten of witte suprematisten uitgesloten of zelfs actief bestreden worden.

Dat tekent ook de onhoudbare positie van een Telegraaf-columnist als de zich met de Joodse zaak en het gedachtengoed van alt-right identificerende Joodse Leon de Winter die steeds moeilijker beide identificaties met elkaar in harmonie kan brengen omdat ze tegenstrijdig zijn. Dat leidt tot ontkenning van de werkelijkheid door middel van zwijgen en selectief wegkijken of tot een afleiding door een bijzaak tot hoofdzaak te bombarderen. Zoals het opblazen van het gevaar van de tamelijk machteloze, onderling verdeelde en slecht georganiseerde moslims die het stadium van pesterij en etterbakjes niet te boven komen. Mijn reactie:

Feit is dat antisemitische incidenten tegen Joden in de VS of Europa niet zozeer worden begaan door de nieuwe, maar door de oude bewoners. Politiek vertaald, het zijn niet de immigranten uit Arabische landen maar de rechtsextremisten die Joden op de korrel nemen. Het idee van Ron Dermer, de Israëlische ambassadeur in de VS, dat radicaal links en radicaal rechts in gelijke mate verantwoordelijk zijn voor geweld tegen Joden vindt geen onderbouwing in de feiten. Onweerlegbaar is dat er in Nederland incidenten van immigranten (of de tweede generatie) uit Arabische landen tegen Joden of Joodse doelen zijn. Maar de hoofdzaak is de van bovenaf georganiseerde en georkestreerde aanval op Joden van extreemrechts. Denk aan de voortdurende campagne tegen George Soros.

Daarom is de kop ‘Hoe door de massa-immigratie in Europa het antisemitisme zijn rentree maakt’ op zijn minst verwarrend en ongelukkig. Die kop zou eerder moeten luiden: ‘Hoe door extreemrechts of alt-right in Europa en de VS het antisemitisme zijn rentree maakt’.

Bij een foto van het Moslim Festival in het Engelse Woking, 1928

Het bijschrift van deze foto uit de fotocollectie van het voormalige geïllustreerde tijdschrift Het Leven (1906-1941) luidt: ‘Islam. Moslims in gebed [geved] tijdens een feest in Surrey. De schoenen liggen her en der in het gras. Engelse bezoekers kijken toe. Surrey, Engeland, 1928. Het blijkt om de oudste Britse Shah Jahan moskee in Woking te gaan. BFI zegt daarover in een bericht het volgende: ‘The arrival of Islam in Britain was clearly a source of fascination for the newsreel companies (…) We see turbaned men knelt in prayer and embracing each other in a relaxed moment of celebration – probably during the Eid al-Fitr festival, which attracted vast crowds annually.(…) During the annual Eid al-Fitr ceremony, which marks the end of Ramadan, the mosque welcomed hundreds of worshippers from around the country, as well as foreign dignitaries. Here, as in Feast of Eid-ul-Fitr (1924) and Moslem Festival at Woking (1928), prayers take place outside of the mosque itself – perhaps to accommodate the vast numbers of visitors, curious onlookers, and newsreel cameras!

Er zijn op YouTube (‘Moslem Festival at Woking’) veel filmpjes te vinden over deze viering door de jaren heen. Vanaf 1910. Hier is te zien hoe moslims en bezoekers vanuit de moskee naar het door bomen omzoomde grasveld lopen. Later werden er tenten opgebouwd, zoals ook op bovenstaande foto uit 1928 te zien is.

Wat opvalt uit de bioscoopjournalen en de foto’s is de Engelse blik op iets wat als een oriëntaalse sfeer wordt uitgelegd. Het zijn autoriteiten die als gasten de viering bijwonen. Die blik bevat elementen van verwondering, toenadering, gedogen, zelfbevestiging en hegemonie, maar vooral acceptatie. Zo was het 90 jaar geleden. Zoals het toenmalige Nederland bevatte het Britse Rijk meer islamitische dan christelijke onderdanen. Overigens een feit dat in het huidige Nederland en Verenigd Koninkrijk totaal vergeten lijkt. Ze waren in de overzeese gebieden geconcentreerd. Wat zich hier bij de vieringen aan moslims aandient lijkt een bovenlaag van civilisé’s te zijn. Dat sociologische aspect verklaart wellicht mede de blik van de Engelse autoriteiten.

In Pakistan worden onder druk van moslim-extremisten religieuze minderheden vervolgd. Er is geen vrijheid van godsdienst

De politieke situatie in het toch al weinig stabiele Pakistan loopt verder uit de hand. De regering heeft aan geloofwaardigheid ingeboet door te voldoen aan eisen van moslim-extremisten. De afgelopen maanden is de spanning door hun druk opgebouwd. Zoals parlementariër Captain Safdar (Pakistan Muslim League) die in oktober 2017 in een speech in het parlement de ruim 4 miljoen Ahmadi of Ahmadiyya verketterde die in Pakistan door een meerderheid niet als echte moslims wordt gezien. Ze worden in Pakistan vervolgd. Nu is onder druk van de moslim-extremisten (Tehreek-i-Labaik Ya Rasool Allah) de minister van Justitie Zahid Hamid afgetreden. Diens aftreden was één van de eisen voor het beëindigen van hun protest dat op 5 november begon. In zijn afscheidstoespraak ging hij diep door het stof om een fatwa te voorkomen en verklaarde hij zich een echte moslim en geen ‘afvallige’ van de Qadiani, Lahori of Ahmadi, aldus een verslag van de Tribune. Het betekent dat in Pakistan de vrijheid van godsdienst en de rechtsstaat verder worden uitgekleed. Het ontbreekt de regering aan ruggengraat en het inzicht om de minderheden te beschermen.

De open brief in de Rabwah Times -die opkomt voor de Ahmadi-zaak- van 7 november 2017 die is geschreven door een Ahmadi-burger bevat enkele kernachtige verklaringen. Zoals: ‘Hiding behind the religion card has always been the strategy of many politicians in Pakistan who are guilty of their hideous sins of corruption and misconduct. This time it was Safdar Sahab.’ En: ‘You snatched our right to be termed as Muslim, you stole our right to practice our religion openly. You thwart us from the holy pilgrimage Hajj. You massacred thousands of Ahmadis in the name of religion yet according to your statement Ahmadis residing in Pakistan are not less than enemies.’ Het is een bekend fenomeen dat religie om vele redenen wordt gebruikt om de macht te grijpen, mensen te onderdrukken of belangen te verdedigen. Het gebeurt zelfs in de VS waar evangelische christenen president Trump verdedigen die waarden vertegenwoordigt die haaks staan op de christelijke waarden. Maar in Pakistan bereikt de vermenging van politiek en religie een nieuw dieptepunt.

Het is duidelijk dat de geloofwaardigheid van de Pakistaanse politiek door het gebrek aan standvastigheid is aangetast, maar waar laat dit alles de Pakistaanse islam die zich laat misbruiken voor politieke doeleinden? Kunnen Westerse leiders reageren op de ontwikkelingen in Pakistan? Vragen stellen in hun parlement en dan?

Foto: Een open briefAn Ahmadi’s open letter to Captain (R) Safdar’ in de Rabwah Times, 7 november 2017.

Petitie ‘Een harde aanpak van de moslims’ vraagt het onmogelijke

De petitie ‘Een harde aanpak van de moslims’ van ‘Don Corilione’ die als motto heeft ‘oog om oog, tand om tand’ (‘Occhio per occhio dente per dente’) vraagt om een harde aanpak van ‘de moslims’. Alle moslims moeten Europa uit, inclusief moslims die er al eeuwen wonen, zoals in Bosnië, Albanië en Kosovo, Europees Turkije of de Russische Federatie. Daar zal de grote volksverhuizing die in de 7de eeuw tot het Frankische Rijk leidde bij verbleken. Het gaat naar schatting om 50 miljoen moslims. Waar ze heen moeten, welk land ze op wil vangen en wie het financiert is de vraag. Tanzania, Ethiopië of Siberië? Of de woestijn van Saoedi-Arabië?

Afbraak van moskeeën is een peuleschil en makkelijker te realiseren. Het wordt wat lastig als de weigerende moslim emigranten in een ‘moslim gevangenis’ opgesloten moeten worden. Moeten daartoe wellicht de moskeeën omgebouwd worden tot gevangenis? Als klap op de vuurpijl moeten ook nog eens alle geldstromen in heel Europa geblokkeerd worden. Dan is het zeker dat de Europese economie met een klap tot stilstand komt. De conclusie is duidelijk in de onbeholpen onduidelijkheid: ‘Op deze manier kunnen we alleen de koran en hen gevolg en het isis een antwoord bieden.’ Er valt werkelijk geen touw aan deze petitie vast te knopen.

Foto 1: Schermafbeelding van petitieEen harde aanpak van de moslims’ op Petities24.com van ‘Don Corilione’, 13 november 2017.

Foto 2: Schermafbeelding van reacties/ handtekeningen van deze petitie met onder meer van Lut Dewael: ‘omdat wij stillaan gedomineerd worden door moslims en vluchtelingen en wij leven in belgie ons katholieke land’

Veelbelovend onderwerp over stereotypen in media gaat in NRC-artikel als nachtkaars uit. Met de framing van beide onderzoekers

Een veelbelovend onderwerp dat als een nachtkaars uitgaat. Dat is het artikel over media-onderzoek met de titel ‘Breng eens wat vaker verhalen over moslims die het goed doen’ (online versie) of ‘En zo schrijft de pers over ‘de’ Nederlander’ (papieren versie) van de NRC. Dit suggereert dat de eindredactie worstelde met de framing in de kop. Framingspecialist Sarah Gagestein framed zich daarbij onbeschaamd als framingspecialist, zonder dat duidelijk wordt wat dat inhoudt. Zij deed samen met Nel Ruigrok en met ‘de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU)’ onderzoek naar stereotypes van moslims en Nederlanders in de geschreven pers. Hoe de Vrije Universiteit betrokken was wordt niet echt duidelijk, wel wordt ‘VU-collega’ Antske Fokkens door Ruigrok en Gagestein genoemd die ‘software [heeft] ontwikkeld om zogeheten microportretten te traceren‘.

Het interview met Gagestein en Ruigrok levert weinig op. Opvallend is dat niet zij, maar Aybala Carlak in een kadertje (‘frame’) bij het artikel de meest zinnige opmerking maakt. Ze vindt het ‘net zo vervelend als media geforceerd positief over moslims doen’ en vraagt zich af ‘Waarom worden moslims niet vaker los van hun achtergrond gezien?’ Dat laatste is de essentie die Carlak treffend onder woorden brengt. Beide onderzoekers lijken nog niet zover te zijn en zitten nog in een eerdere fase van ontkenning. Zo zegt Gagestein op een vraag van interviewer 

Foto’s: Schermafbeelding van passages uit artikelEn zo schrijft de pers over ‘de’ Nederlander’ van Reinier Kist in NRC, 26 september 2017.

Bij een Europese enquête over vertrouwen in de politie door moslims

Een tabel uit de gisteren gepubliceerde enquête van het Europese Agentschap voor Grondrechten (FRA) dat in Wenen is gevestigd. Het is de tweede enquête van de Europese Unie naar minderheden en discriminatie (EU-MIDIS II): moslims – geselecteerde resultaten. Het persbericht concludeert dat moslims in de EU een hoge mate van vertrouwen in de instituties hebben: ‘We zien onder hen zelfs juist een groter vertrouwen in democratische instellingen dan bij een groot deel van de algemene bevolking’, aldus FRA-directeur Michael O’Flaherty. Dit schetst tegelijk de complexiteit om de enquete goed op waarde te schatten. Wat wordt er precies gemeten? Hoe dan ook combineert de enquête positieve en negatieve ervaringen en verworvenheden.

Uit bovenstaande tabel 34 blijkt dat Nederlandse moslims van alle ondervraagden het minste vertrouwen in de politie hebben. Wie kijkt naar de etnische profilering door de politie -wat de grootste steen des aanstoot voor discriminatie door de politie is- ziet dat de Turkse moslimmigranten in onderstaande tabel 31 naar hun ervaring op een gemiddelde waarde uitkomen. Dat spoort lastig. Het rechtvaardigt geen tweede plek in tabel 31. Er moeten andere redenen zijn. Het is voorstelbaar dat de politie een witte organisatie wordt gevonden die met name in hoge functies te weinig divers is. Er zou sprake zijn van een discriminerende, anti-feministische cultuur. Leden van minderheidsgroepen kunnen zich daarom onvoldoende met de politie vereenzelvigen.

Het valt te bezien waar de hoge negatieve score van met name de Turks-Nederlandse moslims in tabel 34 vandaan komt. Heeft het te maken met de emancipatie van deze moslims die gemiddeld groter is dan in andere Europese landen? Komt het gebrek aan vertrouwen mede voort uit negatief sentiment en publiciteit die in de hele Nederlandse samenleving bestaat over alle problemen, het lage oplossingspercentage en de slechte organisatie van de Nationale Politie? Het is logisch dat Turkse en Noord-Afrikaanse moslims in Nederland negatief over de politie zijn gaan denken. Een kwestie van integratie en vereenzelviging met Nederland. De openheid over het debat van etnisch profileren en diversiteit kan leiden tot het zich miskend voelen zonder dat ervoor directe aanleiding bestaat. Wat tabel 34 precies betekent is daarom niet op voorhand duidelijk.

Foto’s. Tabel 34 en 31 uit enquête van de Europese Unie naar minderheden en discriminatie (EU-MIDIS II): moslims – geselecteerde resultaten, gepubliceerd op 22 september 2017.

Getuige aanval Londen: terroristen zeiden ‘This is for Allah’. De reactie?

Ooggetuige Gerard hoorde de aanvallers roepen ‘This if for Allah’ toen ze om zich heen staken met messen en onder meer op een meisje instaken. Het is dus aannemelijk om te veronderstellen dat het om een aanslag ging die direct geïnspireerd is door de islam. Hoe hier gepast op te reageren? Tussen xenofobie en naïviteit in.

Het is duidelijk dat er grote problemen zijn binnen islamitische gemeenschappen wereldwijd en in Europa. De islam is een godsdienst -of volgens anderen een ideologie- die in het Westen een steeds slechtere pers krijgt door de opeenvolging van terroristische aanslagen door daders die zich beroepen op de islam. Dat kan nog moeilijk een godsdienst van vrede genoemd worden. Gevolg is dat in Europa de aantrekkingskracht van de islam als alternatief voor christelijke religies of een humanistische levensovertuiging afneemt. Dat vertaalt zich in twee bewegingen: door emancipatie verlaten moslims de islam en de bekeringen tot de islam nemen af. Statistieken leren dat in Nederland de islam met zo’n 5% percentueel niet meer groeit, maar stabiliseert.

Uiteindelijk bereiken de islamitische terroristen exact het omgekeerde van wat ze beogen. Want ze willen de meningsverschillen en strijd uit de islamitische landen naar Europa exporteren om een reactie op te roepen die eruit bestaat dat westerse landen hun eigen waarden om zeep helpen. De rechtsstaat en de democratie.

Een effect van de golf van aanslagen in westerse landen is dat islamitische terroristen de islam in een kwaad daglicht stellen en er een godsdienst of ideologie van verliezers en gefrustreerden van maken. Deze terroristen zijn mensen die niet in hun omgeving kunnen functioneren om daar een toekomst voor zichzelf op te bouwen. Vaak komen ze via een crimineel verleden en psychische problemen bij het terrorisme uit. Feit is ook dat de overgrote meerderheid aan moslims geweld in naam van de islam afkeurt en er niets mee te maken wil hebben. Hun afkeuring gaat zover dat ze zelfs menen dat het islamitische terrorisme niets met de islam te maken heeft. Maar dat is onzin en het onnozel ontkennen van de negatieve kanten die de islam ook heeft.

Westerse overheden moeten het hoofd koel houden en zich niet laten provoceren tot restrictive maatregelen die de vrijheden inperken. Islamitisch geïnspireerde aanslagen keren vanzelf het schip. Want ze bedreigen niet zozeer de westerse samenlevingen die goed georganiseerd zijn en wel tegen een stootje kunnen, maar de islam zelf. Die in de westerse beeldvorming vooral wordt geassocieerd met zwakte, achterstand, geweld, gebrek aan democratie, vrouwenonderdrukking en achterhaaldheid. Wat westerse politici in elk geval niet moeten doen is de islam aanvallen of in verdediging nemen. Dat werkt allebei averechts. Ook moeten westerse moslims niet ter verantwoording geroepen worden voor de islamitische geïnspireerde aanslagen. Want westerse moslims zijn individuen die over hun eigen leven gaan en geholpen moeten worden in hun emancipatie. Ze moeten niet het gemeenschapsdenken ingejaagd worden, maar er juist uit bevrijd worden.

De gepaste reactie op de islamitische aanslagen in Europa tekent zich vanzelfsprekend uit. Overheden moeten de waakzaamheid op peil houden en islamitische terroristen op de huid zitten zonder dat de rechten die de rechtsstaat biedt buiten werking worden gesteld. Overheden moeten zich niet bemoeien met en uitlaten over de interne werking van en verschillen binnen de islam. Opinieleiders moeten westerse moslims niet ter verantwoording roepen voor de islamitische geïnspireerde aanslagen. Overheden kunnen volstaan met hun burgers te informeren over de rechten en vrijheden die de westerse samenlevingen bieden. Die ontbreken in islamitische samenlevingen waar de islam het voor het zeggen heeft. Een migratiestop uit islamitische landen waar onder meer president Trump en burgemeester Aboutaleb voor pleiten is onnodig. Hoewel criminelen door betere controle uiteraard de toegang tot Nederland ontzegd moeten worden. Slimmer is het om in te zetten op emancipatie van moslims en dat in te bedden in een overheidsprogramma dat de Vernederlandsing van migranten door kunst, taal, geschiedenis, arbeidsmarkt en sociale wetgeving stimuleert. De Nederlandse overheid moet overtuigender er zichtbaarder dan nu het geval is de seculiere samenleving promoten. Dat kan door te zorgen voor een gelijk speelveld voor de honderden godsdiensten en levensovertuigingen en beter dan nu burgers te informeren over de vrijheid van godsdienst. Inclusief de bescherming door de overheid voor degenen die een godsdienst willen verlaten, maar daar door hun omgeving van weerhouden worden.