Subcultuur DDS steunt subcultuur van alt-right en Thierry Baudet. Met pseudo-christendom. Alle remmen los in aanval op Henk Otten

Het rommelt in Forum voor Democratie. Er is een strijd gaande om de macht, de politieke richting en de partijcultuur met als de hoofdrolspelers partijleider Thierry Baudet en een van de mede-oprichters en beoogd fractievoorzitter in de Eerste Kamer Henk Otten. In een interview in NRC met de titel ‘Tweede man van Forum Henk Otten: ‘Baudet trekt de partij te veel naar rechts’’ bond Otten de kat de bel aan. Dat lijkt hem door Baudet en diens vertrouwelingen niet in dank te worden aangenomen. Otten wordt naar de zijlijn gedrongen, maar lijkt terug te vechten in het gevecht om de ziel van de partij. En ook in het gevecht om zijn eigen positie.

De Dagelijkse Standaard (DDS) die zoveel alt-right retoriek en steun aan Baudet in haar kolommen stopt, ging in een opinie-artikel van 22 april van Michael van der Galien in op Ottens kritiek dat Baudet in 2017 ineens ‘een christelijke kant‘ opging. Otten antwoordt daarop: ‘Maar ik wil politiek los zien van geloof’. Dat is een positie die past binnen de traditie van de Nederlandse politiek van voor het tijdperk van de identiteitspolitiek en de doorbraak in 2016 van de alt-right subcultuur in de VS. DDS geeft Ottens woorden verkeerd weer en noemt hem een ‘christendom-hater’ en ‘weg-met-ons-fanatiekeling’. Dat is van dik hout zaagt men planken en zo onnauwkeurig en onzorgvuldig afgeleid uit wat Otten zegt, dat hiermee DDS vooral zichzelf te kijk zet. Het is altijd een plezier om DDS te lezen omdat het zo sterk raakt aan de absurditeit en de stompzinnigheid, en in het kritiekloos ophemelen van de eigen helden een hoog niveau bereikt. Mijn reactie bij het artikel:

De opstelling van Henk Otten is begrijpelijk en goed verdedigbaar. Hij keert zich niet tegen het christendom of de (vermeend) joods-christelijke cultuur, maar tegen het vermengen van politiek en religie. Dat past in de traditie van scheiding van kerk en staat.

Otten wijst het gebruiken van het christendom, of religie in algemene zin in de politiek af. De reactie van Teunis Dokter slaat daarom de plank mis. Otten keert zich niet tegen het christendom of ‘de christelijke cultuur’ (?), maar tegen het misbruik van religie in de politiek.

Otten neemt ook afstand van identiteitspolitiek die om politieke redenen een religieuze identiteit construeert. Een voorbeeld daarvan is president Trump die zijn achterban van vooral witte evangelicals op een sekte-achtige wijze met christelijke retoriek bedient, maar over wie het de vraag is of hij wel een christelijke overtuiging of levenswandel heeft. De kritiek op Trump en opinieleiders uit de alt-right beweging is dat hun identiteitspolitiek en pleidooi voor het christendom oppervlakkig en niet gemeend is en vooral politieke marketing om electorale redenen is.

Baudet handelt omgekeerd aan Buma, Segers of Van der Staay. Waar christelijke politici terughoudend zijn in de verwijzing naar het christendom, zijn politici van niet-christelijke partijen (PVV, FvD) minder terughoudend. Dat is merkwaardig.

De paradox is dat de politici van de christelijke partijen CDA, CU en SGP in de praktische politiek terughoudender zijn in het gebruik van christelijke retoriek dan Baudet. Zij beseffen het gevaar hoe hun geloof politiek kan worden misbruikt en beschadigd. Zij hebben in de praktische politiek door schade en schande geleerd dat als ze met andere partijen iets willen bereiken het averechts werkt door zich te beroepen op hun religieuze gedachtegoed. Ze weten dat ze moeten schakelen naar een ideologisch neutraal terrein om tot overleg te komen. Baudet redeneert echter niet vanuit het belang van het christendom, maar vanuit zijn politieke profilering.

Het is onduidelijk hoever Otten nadenkt. Het lijkt er sterk op zoals hij in het interview in NRC zei dat hij de koers van Baudet te rechts-radicaal, te populistisch, te Angelsaksisch en te negatief vindt waar het de terminologie over ondergangsfantasieën en de pessimistische kijk op de westerse geschiedenis en Europa betreft.

Uiteindelijk gaat het erom of Forum voor Democratie binnen de eigen gelederen ruimte geeft aan tegenspraak of niet. De keuze is aan Forum om het beginsel van interne democratie en een zekere mate van pluriformiteit te omarmen of af te wijzen. Dat vergt goed nadenken en manoeuvreren van de partijleiding. De schrikbeelden zijn de anarchistisch LPF die met ruzie uit elkaar viel, maar ook de dirigistische SP of PVV die in de praktijk geen interne democratie kennen en daar nu de wrange vruchten van plukken: achteruitgang door stilstand.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelHenk Otten is een weg-met-ons D66’er: “Als je nog een keer over het christendom begint dan stap ik op”’ van Michael van der Galien op DDS, 22 april 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van deel interviewTweede man van Forum Henk Otten: ‘Baudet trekt de partij te veel naar rechts’’ van Petra de Koning en Philip de Witt Wijnen in NRC, 19 april 2019.

Pim Fortuyn 15 jaar later. Is een eerlijke vergelijking met zijn opvolgers Wilders, Roos, Dijkgraaf, Baudet mogelijk?

Laten we Pim Fortuyn niet vergelijken met types als Geert Wilders, Jan Roos, Jan Dijkgraaf en Thierry Baudet. Die zijn van een ander kaliber. Fortuyn wordt in de Nederlandse publiek opinie niet meer vernederd of gedemoniseerd. Hij heeft zijn plek ingenomen. Hij is gecanoniseerd en daarmee bijgezet als monument. Door de geschiedenis getemd. Hij wordt nu met een patina van nostalgie bekeken. Want was 2002 niet het eind van de jaren ’90 waarin het geld tegen de plinten klotste? Na Fortuyn kwam de calvinistische tovenaarsleerling Balkenende die excelleerde in onbegrijpelijk taalgebruik. De herwaardering van Fortuyn heeft echter iets vals omdat het tegelijk de kans geeft om de opvolgers van Fortuyn te wegen en door de mand te laten vallen.

Het pad voor Wilders is geëffend door Fortuyn, maar Wilders heeft van die kansen slecht gebruik gemaakt. Hij heeft de PVV niet tot een slagvaardige organisatie opgebouwd. Dat valt alleen Wilders te verwijten. De PVV draagt geen visie op Nederland uit, maar uitsluitend op het voortbestaan van de eigen politieke partij. De PVV is een partij die aan de hand van marketing de peilingen volgt. Op de schouders van Wilders dreigden Roos, Dijkgraaf en Baudet te stappen. Dat zijn halfslachtige pogingen gebleken, waarbij Baudet nog het meeste succes heeft. Maar zijn 2 zetels in de Tweede Kamer staan in schril contrast tot de 26 zetels voor de LPF in 2002 of de 9 zetels voor de PVV in 2006. Het kan in decennia groeien zoals ook de SP met 2 zetels begon.

Het lijkt onmiskenbaar dat Fortuyn bravoure, durf, plezier, visie, intellectuele scherpte, doelgerichtheid en populariteit had die zijn navolgers deels missen. Wilders mist de durf -om een organisatie op te bouwen-, de speelsheid en de intellectuele visie. Baudet mist de populariteit, zit verstrikt in zijn eigen arrogantie, en heeft in beton gegoten standpunten over de natiestaat en de EU die hem zowel stutten als hinderen om flexibel op politieke ontwikkelingen te kunnen reageren. Roos heeft alleen bravoure en Dijkgraaf mist alle kwaliteiten.

Fortuyn gaf in 2002 het idee dat hij een geloofwaardig premier zou zijn en zin had om er iets van te maken. Hij gaf zelfs de indruk er volop plezier aan te beleven. En als iets niet te realiseren was zei hij dat eerlijk tegen zijn achterban. Die openheid ontbreekt bij types als Baudet, Wilders, Roos en Dijkgraaf die te berekenend zijn en daarom blokkeren. Dat geldt trouwens voor de hele klasse huidige politici. Daarom kan men niet zeggen dat Nederland niets heeft geleerd van de moord op Fortuyn. Het ligt aan de mindere kwaliteit van genoemde radicaal-rechtse politici en niet aan externe omstandigheden dat ze niet dezelfde aantrekkingskracht hebben op de Nederlandse bevolking. Wilders is wat sleets geworden en lijkt zijn tijd uit te dienen en de generatie Baudet bevindt zich nog meer in de marge dan Wilders. Pim Fortuyn stierf voordat hij teleur kon stellen.

Foto: Pim Fortuyn.

Westland verdient terecht geen islamitische basisschool

Gemeente Westland (Zuid-Holland) telt ruim 105.000 inwoners. Volgens opgave van het CBS in de recent gepubliceerde Religieuze kaart van Nederland is 1,5% islamitisch. Dat betekent zo’n 1575 inwoners. Volgens opgave van de gemeente zijn er uitgesplitst naar leeftijd 6.050 (5-9 jaar) en 6.368 (10-14 jaar) inwoners. Zonder de 5- en 14-jarigen vallen er 10.000 inwoners in de basisschoolleeftijd. Er zijn geen data hoeveel kinderen islamitisch zijn. Dat aantal bedraagt vanwege de leeftijdsopbouw van de subgroep vermoedelijk minimaal 150 kinderen. Het is onduidelijk of alle ouders die als islamitisch geregistreerd staan willen dat hun kinderen een islamitische basisschool bezoeken. Omdat de overheid werkt aan het ophogen van het minimum aantal leerlingen per school van 23 naar 100 is het begrijpelijk dat Westland geen islamitische school krijgt. Het betoog van fractieleider Nico de Gier (PvdA) die verwijst naar moskeebezoek lijkt op drijfzand gebaseerd.

Vragen over de vele vragen over Aaidh ibn Abdullah al-Qarni

saudiintheclassroom

Update: De lezingen van de Saudische islamitische geestelijke Aaidh al-Qarni in Eindhoven gaan niet door, aldus het ED. Stichting Waqf, die hem had uitgenodigd, heeft wegens alle commotie over zijn geplande komst besloten ze te annuleren. Dat liet de organisatie woensdag 29 april weten.

De Saudische islamist Aaidh ibn Abdullah al-Qarni wordt beschuldigd van plagiaat, maar is in Nederland vooral het onderwerp van vragen van lokale en landelijke politieke partijen. Naar verluidt is hij uitgenodigd voor een conferentie van de ultra-orthodoxe islamitische stichting Al Waqf al-Islami, die is verbonden aan de Marokkaanse Al-Fourqaan-moskee in Eindhoven. In 2003 stelde de AIVD vast dat er ‘er hechte religieus-ideologische, financiële, organisatorische en juridische banden tussen beide bestaan.’ Al-Qarni is de toegang tot VS en Frankrijk geweigerd vanwege z’n extremistische standpunten. Volgens een woordvoerder van de stichting Al Waqf is Al-Qarni niet gevaarlijk en zouden zijn uitspraken uit het verleden er niet toe doen.

Maar daar denken politici anders over. CDA Eindhoven, VVD Eindhoven (‘de keiharde grens van het oproepen tot geweld mag wat ons betreft niet worden overschreden’), LPF Eindhoven (‘Omdat het verwerpelijk en levensgevaarlijk is dat deze haatprediker zijn woord kan richten tot inwoners van onze stad’), OAE Eindhoven, GBVKL TK, SGP TK, PVV TK, CU/VVD/CDA/SP TK buitelen over elkaar heen en stellen tientallen vragen over Al-Qarni die omstreden sjeik, haatsjeik, geweldsprediker, uiterste radicale sjeik en haatprediker wordt genoemd.

Vanwaar de bovengemiddelde aandacht van de politieke partijen voor Aaidh Al-Qarni? Is de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt als Al-Qarni met zijn uitspraken binnen de wet blijft, zoals de woordvoerder van Al Waqf al-Islami stelt? Een open debat over de islam is nodig. Moralisme, beschaving en fatsoen zijn van die termen die in stelling worden gebracht als wordt gezegd ‘in principe ben ik voor openheid, maar ….‘ Dat werkt dan twee kanten op. Als Geert Wilders spreekt tegen de islam of iemand als Al-Qarni voor de islam.

Zolang sprekers binnen de wet blijven moeten van tevoren geen beperkingen opgelegd worden of een vijandige sfeer gecreëerd worden. Het is simpel, als Al-Qarni de wet overtreedt wordt hij op een zwarte lijst gezet. En komt hij volgende keer Nederland niet meer in. Dat kan niet op voorhand. Laten we beseffen dat beperkingen van het publieke debat vaak oneigenlijk zijn en niet zozeer voortkomen uit echte bekommernis met de openbare orde of wat dan ook, maar uit keiharde partijpolitieke overwegingen. Als politici echt iets willen veranderen, dan kunnen ze de regering beter vragen om alle relaties met Saoedi-Arabië te verbreken.

Foto: Cartoon.

Museum Jan Cunen of Golfbad Oss. Is dat het debat?

De gemeente Oss wil korten op Museum Jan Cunen. De educatie zou gespaard blijven. Directeur Nicolette Bartelink heeft daar weinig vertrouwen in omdat alles met alles samenhangt. De reacties op de voorgenomen sluiting zijn groot. Ook het misnoegen van de politiek voor de cultuursector speelt mee. Kunstminnaars zijn het onderhand zat om in het verdomhoekje gezet te worden. Ze emanciperen in hun protest. Ten langen leste.

De directeur van Golfbad Oss Peter Jongsma noemde me gisteren in een tweet een ‘lafhartig’ mens omdat ik onherkenbaar maar wat riep vanaf een ‘blogje’. Dit als reactie op mijn oproep aan hem dat maatschappelijke instellingen zich door de politiek niet uit elkaar moeten laten spelen. Peter Jongsma had zich in een tweet afgevraagd of cultuur wel zo belangrijk en zoveel geld waard is als iedereen roept. Dat vond ik onverstandig, ongelukkig en oncollegiaal tegenover de cultuursector die zo onder druk staat. Nicolette Bartelink houdt het in bovengenoemd verslag positief zonder zich tot verdeel-en-heers te laten verleiden. Ook aan het redden van de eigen instelling zit immers een grens. Ik hoor alsnog graag de argumenten van Peter Jongsma.

GK

Foto: Schermafbeelding van tweets tussen Peter Jongsma, directeur Golfbad Oss en George Knight.

Reacties op voorgenomen sluiting van Jan Cunen Museum te Oss

JCO

Gisteren kwam het nieuws naar buiten dat het Jan Cunen Museum in Oss wordt gesloten. Her gaat om een bezuinigingsmaatregel. De verdiensten van het museum worden door de cultuurwethouder erkend en staan buiten kijf. Ik vroeg in een commentaar of het nog zin heeft ‘om tegen de landelijke en lokale cultuurbarbaren van PvdA en VVD te vechten’. De vraag stellen is de vraag beantwoorden. Want in de politieke logica van na 2007 worden oplichters beloond -tot op de dag van vandaag- en instellingen die voor en van de gemeenschap zijn gesloten. Dit treft niet alleen de kunsten. Maar deze worden onevenredig hard getroffen.

Cultureel Nederland voelt zich niet voor het eerst geschoffeerd door de politiek. Naast de bezuinigingen die zouden worden geaccepteerd als ze evenredig waren is er de rancune vanuit de sfeer van LPF, PVV en VVD. Deze partijen reduceren kunst tot een bolwerk van links hobbyisme waarmee afgerekend moet worden. Da’s door VVD en PVV vanaf eind 2010 in regeringsbeleid omgezet. Waarbij het kabinet Rutte het door overdracht van verplichtingen en lasten zo stuurt dat de meeste lokale overheden zich als kapo’s laten gebruiken. Enkele bastions zoals Amsterdam waar vrijzinnige en sociaal-democratische politiek samenwerken bieden weerstand.

In de reacties op de voorgenomen sluiting van het Jan Cunen Museum speelt deze voorgeschiedenis mee. De rancune wordt gevoeld als machteloosheid om tegenover een autistische VVD en een PvdA die kunst heeft ‘uitgeruild’ werkelijk iets te kunnen beginnen. Er is bovengenoemde petitie ‘Geen sluiting Museum Jan Cunen te Oss‘ en er is een wordpress-pagina Jan Cunen blijft‘. Bewoners van Oss worden door directeur Nicolette Bartelink opgeroepen om de raad  te laten weten dat het museum behouden moet blijven. Dit wordt gedeeld met het protest tegen de intrekking van de subsidie voor het Stadsarchief. De ingehouden woede over de politiek die bovenmatig snijdt in het cultuurbudget is voelbaar. Maar die woede ontwikkelt geen macht waarvoor politieke partijen bang worden. Zelfs voetbalhooligans die voor hun plaatselijke ‘FC‘ gemeentelijke subsidies afdwongen door te dreigen met geweld tegen wethouders en raadsleden opereerden doelmatiger.

Onder het mom de een z’n brood is de ander z’n dood is er ook instemming met de sluiting van het museum. Directeur Peter Jongsma van het Golfbad Oss twittert: ‘Ik vraag me af: Is cultuur wel zo belangrijk en zoveel geld waard als iedereen nu roept?‘. Over het golfbad dat afhankelijk is van subsidie van de gemeente Oss kan hetzelfde gevraagd worden: ‘Is een golfbad wel zo belangrijk en zoveel geld waard als iedereen nu roept?‘. Of over een school, een ziekenhuis of een voetbalclub. Jongsma ziet de bui al hangen en zijn subsidie in gevaar komen. Zijn reactie is begrijpelijk en tekenend, maar verkeerd. En niet collegiaal tegenover directeur Bartelink. Jongsma maakt zich door zijn opstelling tot onderdeel van de partijpolitiek die maatschappelijke groeperingen tegen elkaar uitspeelt. De gewenste reactie is om gezamenlijk tegen de politiek op te komen. En om zijn vraag te beantwoorden. Ja, cultuur is zo belangrijk en zoveel geld waard als iedereen die protesteert nu roept.

PJ

Foto 1: Schermafbeelding van petitie Geen sluiting Museum Jan Cunen te Oss. 1 juni 2013.

Foto 2: Schermafbeelding van tweet Peter Jongsma, 31 mei 2013.

Pim Fortuyn 10 jaar later. Wat heeft het opgeleverd?

UPDATE 6 mei: Tien jaar geleden werd Pim Fortuyn vermoord. Nederland was in schok en is nog niet bekomen van de schrik. Nabeschouwingen schetsen het belang van Fortuyn. Als bij een verloren voetbalwedstrijd. 

Het is 1997. Marcel van Dam en Pim Fortuyn gaan in het VARA-programma Het Lagerhuis in debat over de islamisering van Nederland. Fortuyn zit nog niet in de politiek en heeft een boekje ‘Tegen de islamisering van onze cultuur‘ geschreven. Van Dam doet de volgende uitspraak tegen Fortuyn: U bent een buitengewoon minderwaardig mens. Weet u dat? Door deze emotionele uitbarsting verliest Van Dam het debat.

Daarna ontkent Van Dam dit gezegd te hebben en worden door de VARA beelden jarenlang niet vrijgegeven. In terugblikken moet Van Dam alsnog door het stof. Het voedt de mythe van de linkse kerk. De uitspraak wint aan belang wanneer Fortuyn in 2001 de politiek ingaat. Eerst voor Leefbaar Nederland en daarna voor de LPF. De uitspraak ondersteunt de claim van Pim Fortuyn dat-ie gedemoniseerd wordt door de gevestigde politiek.

Vandaag is het 10 jaar geleden dat het debat na afloop van de gemeenteraadsverkiezingen van 6 maart 2002 werd uitgezonden. Op 7 maart kort na middernacht. Paarse regenten Ad Melkert (PvdA) en Hans Dijkstal (VVD) begrijpen Fortuyn niet, hebben geen antwoord op hem en vergooien hun politieke toekomst. Balkenende opereert handiger en wordt minister-president. De landelijke verkiezingen van 15 mei 2002 komen eraan.

In de media wordt 10 jaar later terugblikt op het debat tussen een vrolijke Fortuyn die voor het eerst aan de tafel van de macht mag plaatsnemen met een zure, wrokkige Melkert en een geïrriteerde Dijkstal. Ik herinner me goed het met stijgende verbazing te hebben bekeken in de wetenschap dat hier iets historisch gebeurde. Toch had ik vaak op Hans van Mierlo (D66) gestemd en was fan van Paars. Maar de claim op het pluche van deze leiders oogde potsierlijk omdat ze hun eigen tijd niet begrepen en hun eigen rol overschatten.

Wat is de oogst van Fortuyn? Da’s een kwestie van perspectief. Sommigen zeggen dat-ie de weg voor Geert Wilders heeft gebaand. Om Wilders te demoniseren wordt Fortuyn met terugwerkende kracht opgehemeld. Politieke omgangsvormen zijn door Fortuyn losser geworden, maar het politieke systeem is nog even gesloten als 10 jaar geleden. Functies in het openbaar bestuur gaan nog steeds door de trechter van de partijpolitiek. Nog slechts 2% van de bevolking is partijlid en 98% mag niet op eigen kracht meedoen. Erg minderwaardig.

De haai in de VVD is dood, maar leeft

Er zijn harde noten te kraken over de huidige koers van de VVD. Een gatenkaas van logica en gemiste kansen. Te rechts. Te neo-liberaal. Te hard. Te veel asfalt en huizen. Hoe komt dat beeld tot stand en kunnen we het in onze eigen tijd goed beoordelen? En hoe doet de eerste liberale premier in honderd jaar het?

Bij de VVD moet ik denken aan het werk dat Damien Hirst bekend heeft gemaakt. In 1991 maakte deze succesvolle BritArt-kunstenaar The Physical Impossibility of Death in the Mind of Someone Living. Volgens Don Thompson in ‘Shock Art’ formuleerde Hirst in het allereerste nummer van kunsttijdschrift Frieze het idee: Ik hou ervan om een gevoel te beschrijven door middel van een ding. De haai staat voor angst, hij is groter dan jij, en hij leeft in een voor jou onbekende omgeving. Hij lijkt levend als hij dood is, en dood als hij leeft. 

Marketing in kunst en politiek werken tegengesteld. De titel van Hirsts werk roept toeschouwers op om betekenis te geven. Bij politiek gebeurt het omgekeerde. Het politieke debat nodigt kiezers uit door opeenvolgende schijnbewegingen om geen betekenis te geven aan een programma of manifest. In elk geval worden kiezers of leden door een politieke partij bewust ontmoedigd. Op afstand gehouden.

Haai en politiek hebben gemeenschappelijk dat ze levend dood en dood levend zijn. Omdat de VVD dit idee consequent doorvoert, moet ik daarom bij deze partij aan de haai van Hirst denken. Een zombie kan ook.

Tegenwoordig wordt de VVD met CDA en PvdA als klassieke middenpartij gezien. Soms wordt D66 daar nog aan toegevoegd, maar die partij kent geen evenknie. Want het begrip middenpartij zegt dat het varianten heeft. Zoals in de recente politieke geschiedenis de VVD op haar flank Boerenpartij, Volksunie, Centrumpartij, Middenstandspartijen en LPF kende. Het CDA kent SGP en CU als flanken en de PvdA DS’70 en de SP.

In december 2009 schrijft de Utrechtse activist Kees van Oosten: Wat is er met de PvdA gebeurd? De standpunten van de PvdA van pakweg dertig jaar geleden, zoals neergelegd in het beginselprogramma 1978, hebben plaatsgemaakt voor standpunten die conservatief en rechts zijn vergeleken met het Liberaal Manifest 1980 van de VVD. Wat de VVD in 1980 schreef zou voor de huidige PvdA te gedurfd en te progressief zijn.

Een partij neemt een plek in het spectrum in. Dat loopt van links tot rechts, van progressief tot anti-revolutionair, van vrijzinnig tot religieus. Positionering volgt uit uiteenlopende ontwikkelingen. Het spectrum staat nooit stil. In de beweging met z’n allen een kant uit wisselen partijen doorgaans niet van positie.

De huidige beweging naar rechts wordt de VVD verweten. Aan de hand van partij-iconen als Oud, Toxopeus, Geertsema, Wiegel, Voorhoeve en Bolkestein wordt de oude koers verheerlijkt. Met Drees, Den Uyl en Kok als externe meetpunten. Soms ligt de vergelijking over de grens met Walter Scheel, Bill Clinton of Edmund Burke.

Het lijkt op de herwaardering van Pim Fortuyn. Pas na zijn dood werd-ie geaccepteerd. De dreiging was weg, zeker toen de LPF door het ijs zakte. Fortuyn werd waarschuwing voor iets ergers: Geert Wilders. Werkt hetzelfde mechanisme met terugwerkende kracht voor de oude VVD die als niet zo rechts wordt voorgesteld?

Het ligt eraan. De VVD in de jaren ’50 en ’60 was een elitaire partij van de gegoede burgerij. Zo noteert Jan Hanlo die Oote oote oote boe schreef in 1952 over een VVD’er: In dezelfde maand haalt het vers de Eerste Kamer waar Mr. W.C. Wendelaar (VVD) zich erover opwindt. Met name ergert hij zich aan het feit dat het vers gepubliceerd werd in een door het rijk gesubsidieerd tijdschrift. De pendule is na 60 jaar terug bij de minachting door de VVD voor kunst. En zoals Van Oosten opmerkt was in de tussentijd het Liberaal Manifest van de VVD uit 1980 linkser dan het programma van de PvdA anno 2011. Veel is betrekkelijk, maar niet alles.

Waar laat ons dat? De VVD zit door samenwerking met de PVV in een spagaat. Hierdoor is het met standpunten over de arbeidsmarkt naar links gedrongen en met die over integratie naar rechts. Met de afwijzing van hervormingen op de woningmarkt bindt de VVD haar achterban van huizenbezitters. Hervormen wordt genegeerd. Bezuinigingen op cultuur zetten een streep onder een VVD die vrijgestelden bedient.

De VVD grossiert in oude reflexen. De VVD is haai waar het kan en vertoont geen onnodige compassie waar het niet hoeft. Met een echo van zakelijkheid zonder moralisme. Da’s ten minste nog iets.

Foto: Damien Hirst, The Physical Impossibility of Death in the Mind of Someone Living, 1991-1992