Gedachten over het Nederlandse electoraat naar aanleiding van het kiezersonderzoek ‘The Hidden Tribes of America’

Door een bericht in Axios werd ik gewezen op het onderzoekThe Hidden Tribes of America’ van More in Common dat in oktober 2018 is gestart. Het gaat over het electoraat met diverse kiezersgroepen en de polarisatie van het politieke landschap. Het blijkt dat beide uitersten die in totaal 14% van de bevolking uitmaken voor het meeste rumoer op sociale media en in de publieke opinie zorgen. De 8% ‘progressieve activisten’ en de 6% ‘toegewijde conservatieven’ bestaan vooral uit welgestelde blanken, zijn hyperactief en gunnen elkaar het licht in de ogen niet. Zelfs als bij deze flanken de 19% traditionele conservatieven opgeteld worden, dan resteert een middengroep met een meerderheid van 67%. Ofwel, 2/3 van het Amerikaanse electoraat in het gepolariseerde politieke landschap rekent zich niet tot de flanken van de politiek.

Deze constatering bevestigt het beeld dat verkiezingen gewonnen worden in het centrum. Interessant is dat de 40% die president Trump steunt alleen tot een meerderheid kan leiden als andere groepen uit het midden die niet tot zijn vaste basis behoren in zijn kamp worden getrokken. Dat pleit voor een Democratische kandidaat in de presidentsverkiezingen van 2020 als Joe Biden die de middengroepen en de ‘gewone man’ aanspreekt. En die niet de culturele oorlog over identiteit centraal stelt, maar de sociaal-economische positie van de middengroepen. Hij moet uiteraard wel de progressieve flank voldoende tevreden stellen om succesvol in te breken in het centrum en de geradicaliseerde en naar rechts opgeschoven Donald Trump te verslaan.

In hoeverre dit Amerikaanse beeld naar Nederland valt te vertalen is de vraag. Maar de wetmatigheid dat ook in Nederland de hyperactieve flanken op sociale media en in de publieke opinie voor het meeste rumoer zorgen met voorbijgaan van de middengroepen lijkt ook aan de orde. Ze krijgen overmatig veel aandacht en dan vooral de conservatieven uit de achterban van PVV en FvD. De verhoudingen tussen de kiezersgroepen zullen in Nederland niet hetzelfde liggen dan in de VS, maar dezelfde wetmatigheid dat het centrum ongeveer 2/3 van het electoraat vertegenwoordigt is goed om in het achterhoofd te houden als links-, en rechts-radicalen claimen namens het volk te spreken. Dat doet ze aantoonbaar niet. Niet in Nederland en niet in de VS. Nader kiezersonderzoek in Nederland kan deze claim ontzenuwen en de politiek helpen deradicaliseren.

Foto: Schermafbeelding uit onderzoekThe Hidden Tribes of America’ van More in Common, oktober 2018.

Advertentie

Rosanne Hertzberger schiet tekort in analyse van politiek links

Er zijn vele speculaties waarom Steve Bannon de inmiddels opgestapte adviseur van president Trump een interview gaf aan de progressieve journalist Robert Kuttner van The American Prospect. Het werd op 16 augustus gepubliceerd. Bannon zou Kuttner benaderd hebben omdat hij in hem een identieke visie op China herkende. ‘To me, the economic war with China is everything’, zei Bannon. Meer opiniemakers denken kritisch over China. Er moet meer zijn. Lekte Bannon bewust en zocht hij een aanleiding voor ontslag om terug te keren naar Breitbart? Overschatte Bannon zichzelf? New York magazine biedt in een analyse drie scenario’s.

Mogelijk is het allemaal een beetje waar zonder dat er een eensluidende verklaring is voor Bannons interview aan een linkse journalist. Een ander scenario is dat Bannon de politieke isolatie van Trump wilde doorbreken door contact te zoeken met (radicaal) links. Het hoefijzermodel in werking dat langs de flanken verbindt.

Dit soort overwegingen en kalibraties zijn niet besteed aan Rosanne Hertzberger die elke week van dik hout planken zaagt in haar NRC-column. Ze oppert vaak goede ideeën, maar lijkt het geduld of de kennis te missen om die vervolgens voldoende uit te werken. Zoals deze week in een column met de onheilspellende titel ‘Het politieke links is kapot’. Wat ze zegt lijkt echter niet zozeer exemplarisch voor links, maar voor de hele partijpolitiek van Nederland die zich verliest in details en onbetekende kwesties. Tom-Jan Meeus heeft in zijn wekelijkse column in dezelfde krant beter door hoe politiek werkt en soms met zichzelf op de loop gaat.

Hertzberger verwijt links dat het zich te veel op identiteitspolitiek concentreert. Dus op de vraag wat men is en niet op welk wereldbeeld het voorstaat. Precies dat zou Bannon de Democraten verweten hebben: ‘zolang links zich concentreert op ras en identiteit en wij op economisch nationalisme, verslaan we ze’. Het werd afgelopen week te pas en te onpas herhaald in de Nederlandse media. Maar daarmee is het nog niet juist wat hij zegt. Bannon probeert met zo’n uitspraak ook de Democraten negatief te framen. Vanuit zijn misleiding.

Voor het gemak maakt Hertberger in haar column de overstap van Nederlands links naar de Democratische partij (DNC). En omgekeerd. Maar of de partij van Chuck Schumer, Nancy Pelosi, Hillary Clinton en Tom Perez die op dit moment zo worstelt met zichzelf een linkse partij is is nog maar helemaal de vraag. Daar denken progressieve critici als Bernie Sanders, Keith Ellison of Elizabeth Warren genuanceerder over als ze de DNC koppelen aan het bedrijfsleven met het gebruik van de misprijzende tem ‘Corporate Democrats’. In die visie is de DNC eerder centrum-links en als men het loskoppelt van de identiteitspolitiek zelfs centrum-rechts.

De DNC gaat niet de fout in door zich te concentreren op identiteitspolitiek, maar door te gaan voor een rechtse sociaal-economische agenda waarbij het geen progressieve, maar centrumpolitici op staffuncties benoemt. Hertzberger werd afgelopen maand zelfs op een tegenvoorbeeld bediend voor het idee over identiteitspolitiek dat haar door Bannon ingefluisterd werd. Die is gematigder dan hij het wil voorstellen. Onder protest van progressieven heeft het partij-establishment de deur opengezet voor pro-life kandidaten in de midterm verkiezingen van 2018. Hertzberger stapt in de valkuil die Bannon voor haar gegraven heeft.

Hetzelfde beeld geldt voor Nederlands links onder aanvoering van de PvdA. Dat verliest zich niet in de concentratie op identiteitspolitiek, maar in het voeren van een rechtse sociaal-economische agenda. Het gaat om de inhoud, niet om de vorm. Laat je geen onzin door die rechtse Steve op de mouw spelden, Rosanne.

Foto: ‘Sheik helping peasant to fill out ap[p]lication form for identity card’. Jeruzalem, 1934-1939. Collectie: Library of Congress.

Het Amerikaanse politieke bestel blokkeert de doorbraak van kandidaten van derde partijen

Wie het Amerikaanse politieke landschap bekijkt ziet twee grote partijen die de politiek domineren, de Democraten en de Republikeinen. De partijen hebben voorverkiezingen georganiseerd waarin de kandidaat die het meeste gedelegeerden achter zich krijgt op de partijconventie door hoofdelijke stemming wordt genomineerd. Bij de Republikeinen heeft Donald Trump de nominatie al in zijn zak. Bij de Democraten wordt naar alle waarschijnlijkheid Hillary Clinton genomineerd. Ze heeft een voorsprong van zo’n 276 gedelegeerden op Bernie Sanders die haar praktisch gesproken niet meer in kan halen. Mits er niets onverwachts gebeurt, zoals een FBI-aanklacht tegen Clinton of sappige details over tegenprestaties voor haar fondsenwerving.

Tot voor enkele jaren vertoonden de grote Europese landen min of meer dat stabiele beeld zoals dat nu nog steeds in de VS bestaat. In Duitsland waren er de CDU/CSU en de SPD met een kleine FDP, in Frankrijk waren er de rechtse gaullisten en de socialisten, in het Verenigd Koninkrijk de Torries en Labour, in Spanje de rechtse Partido Popular en de socialisten. Nederland had het CDA, de PvdA en de VVD als grotere partijen.

In al deze Europese landen is in de afgelopen 10 jaar dat beeld faliekant op z’n kop gezet. Duitsland zag de opkomst van de Groenen en Die Linke, en recent van de AfD. In Frankrijk is het Front National omhoog geschoten naar de top van de peilingen. In het Verenigd Koninkrijk is er UKIP en regionale partijen zoals de Schotse SNP die tot in het Britse parlement wist door te dringen. In Spanje zijn het linkse Podemos en het liberale Ciudadanos opgekomen. In Nederland betwist de PVV het leiderschap van de traditionele partijen die nu middenpartijen worden genoemd omdat het politieke spectrum aan de uiteinden is uitgebreid.

Waarom die ontwikkeling in de VS niet plaatsvindt of achter loopt op de ontwikkeling in Europa is de vraag. In zekere zin kan Trump opgevat worden als niet-Republikein die de Republikeinse partij tegen de zin van de partijleiding heeft veroverd. Maar hij voegt zich nu in de orde van de partij en overlegt met partijleiders als Paul Ryan om door concessies hun steun te krijgen. Hillary Clinton valt op te vatten als niet-Democraat binnen de Democratische partij. Maar dan niet zozeer omdat ze niet met de partijleiding door een deur kan, maar omdat ze een programma heeft dat feitelijk van Republikeinse signatuur is en de stempel van goedkeuring van het bedrijfsleven heeft gekregen. Hoewel ze in de beeldvorming door Sanders op sociale issues -al dan niet tijdelijk- naar links is gedwongen. Hierbij moet bedacht worden dat in vele landen het politieke spectrum naar rechts is opgeschoven. Richard Nixon van 1972 is op vele terreinen linkser dan Hillary Clinton van 2016.

Verklaring die de voormalige libertarische presidentskandidaat en oud-governeur van New-Mexico Gary Johnson geeft voor de stagnatie is dat de toegang tot de media voor kandidaten van derde partijen wordt geblokkeerd. In de VS zijn gevestigde media niet alleen gepolitiseerd, maar ook onderdeel van multinationals  als TimeWarner, Walt Disney, News Corp of Comcast. Ze zijn gewend zaken te doen met Democraten en Republikeinen, en houden dat het liefst zo. Omdat het grote geld in de Amerikaanse politiek een beslissende rol speelt lukt het de bedrijven en banken om de doorgaans kritische partijen als de Libertarische Partij of de Greens buiten de kern van het politieke bestel te houden. Gezien de ontwikkelingen in Europa is het de vraag hoelang dat tweepartijenlandschap zich in de VS nog handhaaft. Opbreken ervan zou nieuwe dynamiek geven.

Pleidooi voor nieuw politiek machtsevenwicht. Via de flanken

Ralph Nader is duidelijk. De links-rechts tegenstelling over sociale kwesties wordt vanuit een verdeel en heers tactiek door het bedrijfsleven aangewakkerd. Zodat politieke partijen niet samen een front trekken tegen dat bedrijfsleven. Het te boven komen van die tegenstelling is een recente ontwikkeling. Het zijn rebellen van progressief links en libertarisch rechts tegenover het establishment. Hun meningsverschillen zetten ze per onderwerp voor een hoger doel opzij om een gelegenheidscoalitie te smeden. Als passing ships in the night.

In een hoefijzermodel raken conservatieven en progressieven elkaar. Niet door het midden, maar over de flanken. In de VS waren het Julian Assange en Ron Paul die elkaar vonden. Of genoemde rebellen tegen het establishment van de politieke partijen. Zodat Amy Goodman van Democracy Now! en de conservatieve Glenn Beck van Fox ondanks zichzelf in hetzelfde kamp belandden. Voor even. Beslissend was dat hun afwijzing van president Obama met z’n inperking van privacy, de opbouw van de controlestaat en de vrije hand voor de veiligheidsindustrie, het bedrijfsleven en de bankensector groter was geworden dan hun onderlinge afkeer. In Nederland vinden SP en PVV elkaar soms op de flanken. Jagers trekken soms op met milieuactivisten.

Logica van politiek is het zoeken van macht door het maken van afspraken met partners. Per onderwerp of per kabinetsperiode. Nederland kent de middenpartijen VVD, PvdA, D66, CDA, CU en SGP die niet twijfelen aan het bestaande machtsevenwicht. Maatschappijcritici die een samenleving met andere machtsverhoudingen wensen hebben niks van deze partijen te verwachten. Namens de macht achter de schermen mogen ze op de winkel passen. De verandering moet over de flanken komen. Hoe lastig dat gaat toont de mislukte campagne van de SP voor de Tweede Kamer in 2012. Het is de sleutel voor het gegeven dat het establishment met inzet van de gevestigde media actief het machtsevenwicht bewaakt. SP, PVV, Piratenpartij, Libertarische partij, vrijzinnige D66’ers en conservatieve VVD’ers weten wat hun taak is. En wel elkaar opzoeken via de flanken en de sociale kwesties tijdelijk bevriezen om een ander stelsel van afspraken naar het centrum van de politiek te brengen.

JAGUAR4

Foto: Maurice Tillieux en Gos, (uit: stripreeks Gil Jourdan /Guus Slim) Trois Detectives, 1987.

Lapavitsas over het tekortschieten van Europees links

Econoom Costas Lapavitsas laat voor The Real News z’n licht schijnen over de stand van de EU, de Europese economie, rechts-nationalistische partijen en Frankrijk. Hij laakt de gevestigde linkse partijen die geen gezonde eurosceptische houding hebben ontwikkeld. Rechts-nationalistische partijen als UKIP, PVV of het Front National vullen het gat dat links heeft laten ontstaan. Toegevoegd kan worden dat Lapavitsas al te makkelijk voorbijgaat aan het euroscepticisme van de SP, de Duitse Die Linke, het Britse Left Unity of het Franse Le Parti de gauche. Maar Lapavitsas toont aan dat de grotere sociaal-democratische partijen als Labour, PvdA, SPD of PS de belangen van de werknemers en de gewone mensen binnen Europa niet dienen.

De valkuil is volgens Lapavitsas dat links meent dat de EU een min of meer progressief project is. Daarmee is dan de kous af. Veel is retoriek: ‘Ze kunnen het kapitalisme bekritiseren en ze bekritiseren het kapitalisme. Ze bekritiseren de Franse werkgevers, de Franse bourgeoisie, en ga zo maar door. Ze zijn daar erg goed in. Maar als het gaat om de Europese Unie en de Europese Monetaire Unie, zijn ze niet erg goed. Ze hebben gewoon geen coherente kritiek, een euroscepsis die daadwerkelijk iets betekent voor de werknemers.’ Kortom, de bewustwording van de grotere partijen zoals de PvdA begint bij het besef dat de EU en de EMU de belangen van de werknemers en de gewone mensen niet dienen. Maar vooral wel de belangen van de grote bedrijven.

Europese verkiezingen gaan samen met stemwijzers. Een onvermijdelijke combinatie. De Stem van Europa is sinds vandaag online. Een initiatief van Necker en iVOX. Het verbaast me niet dat ik met 82% bij de SP uitkom. Maar ondanks deze uitslag stem ik op 22 mei toch Piratenpartij ondanks m’n bezwaren tegen deze partij.

Britse Left Unity: tegen Labour en voor de burger

In november 2013 is in het Verenigd Koninkrijk een politieke partij opgericht: Left Unity. Het wordt gezien als linkse variant van de UKIP van Nigel Farage. Het Britse tweestromenland verandert zo in een zesstromenland met Conservatieven, Liberalen, Labour, UKIP, Left en regionale partijen. Left Unity zegt op te komen voor de verzorgingsstaat, toenadering te zoeken tot de vakbonden, zich te verzetten tegen de lastenverzwaringen die de regering-Cameron de burgers oplegt en de macht aan die burgers te willen teruggeven. Filmmaker Ken Loach is ook van de partij. Left Unity is vooral opgericht uit ongenoegen over de rechtse koers van Labour.

Uit het gesprek van RT’s Afshin Rattansi met Salman Shaheen (tot 10′ 00”) blijkt dat Left Unity in het politieke spectrum ruimte links van Labour ziet. Net als de PvdA in Nederland of de SPD in Duitsland is Labour naar rechts opgeschoven en heeft de mensen uit het oog verloren. Left Unity wil die band herstellen. Vergelijking met de Duitse Die Linke en de Nederlandse SP ligt voor de hand. Left Unity stelt zich op als het geweten van Labour. Shaheen is opvallend positief over Occupy en probeert het draagvlak met activisten en buiten-parlementair links te verbreden. Liggen de redding en renovatie van het politieke bestel buiten de politiek?

left

Foto: Schermafbeelding van website Left Unity/About, 5 januari 2014. Aankeiler: ‘Europe is plunging deeper and deeper into crisis. Its governments are continuing with their failed austerity policies which are destroying the social and economic gains working people have made over many decades.

Bestaande macht blokkeert ontstaan fundamentele kritiek: EU

change

De kritiek van ‘acht bestuurders en wetenschappers op Thierry Baudet en Bastiaan Rijpkema lokte kritiek uit. Ook van mij. Ik vond dat de acht zonder kennis van zaken over de werking van de nieuwsmedia op internet spraken. Dat detail gaf me weinig vertrouwen in hun andere inzichten. Een van de acht Peter Verhaar plaatste op m’n blog een reactie, maar antwoordde jammergenoeg niet meer op m’n riposte. Ook niet in de e-mail die ik ‘m stuurde. De kern van het  debat ging over het verwijt van de acht dat Baudet en Rijpkema zonder kennis van zaken over Europa schrijven. Ze vonden de bewering ‘dat de democratie wordt uitgehold‘ een ‘schrijnende onjuistheid‘ is. Wie heeft er gelijk in deze discussie tussen de tien min of meer deftige heren in de NRC?

De stellingnames van beide partijen in het geschil over de EU passen in een patroon dat zich in 2013 in allerlei westerse landen aftekende. Aangejaagd door de onthullingen van Edward Snowden die de verhoudingen op scherp zette en iedereen ertoe dreef om kleur te bekennen en voor of tegen de status quo te kiezen. Voor het eerst sinds de in de jaren ’60 (vdve) in gang gezette democratisering tekende zich weer op grotere schaal een tweedeling af tussen de verdedigers van de bestaande macht en de aanvallers daarvan vanaf beide flanken.

Een oud modewoord ‘establishment‘ werd weer van stal gehaald. Ofwel, ‘dat om tegen te schoppen‘. In een hoefijzermodel raken conservatieven en progressieven elkaar. Niet door het midden, maar over de flanken. In de VS waren het Julian Assange en Ron Paul die elkaar vonden. Of de rebellen tegen het establishment van de gevestigde politieke partijen. Zodat Amy Goodman van Democracy Now! en de conservatieve Glenn Beck van Fox ondanks zichzelf in hetzelfde kamp belandden. Niet dat ze nu ineens in alles gemeenschappelijk waren. Verre van dat. Maar beslissend was dat hun afwijzing van president Obama met z’n inperking van privacy en de opbouw van de controlestaat met behulp van een ondersteund conglomeraat van bedrijven en overheden groter was geworden dan hun onderlinge afkeer. In Nederland vinden SP en PVV elkaar soms op de flanken.

Is het zo simpel om de ‘acht bestuurders en wetenschappers‘ als verdedigers van de bestaande macht te zien en Baudet en Rijpkema als aanvallers? Ik denk het wel. De acht geven zich bloot als ze zeggen: ‘Wij als burgers zijn echter gebaat bij ordentelijke uitwisselingen van argumenten‘. Da’s altijd de argumentatie van de macht om de lijnen van die door de macht vastgestelde regels te volgen. Maar buitenstaanders hebben daar niks bij te winnen en zoeken a-synchrone middelen om zowel die debatregels als de vanzelfsprekendheid van de macht te vervangen. In hun gespeelde naïviteit, geniale domheid of ultieme geslepenheid doen de acht alsof ze dat niet begrijpen. Ze eisen dat er gediscussieerd wordt binnen de piketpaaltjes die zij helpen neerzetten.

King Billy geeft in een reactie ondersteundend bewijs voor het gelijk van Baudet en Rijpkema en het ongelijk van de acht bestuurders en wetenschappers: ‘Deze heren maken zich druk over de wijze waarop een debat over de toekomst van Europa wordt gevoerd? Waar is überhaupt inhoudelijk publiek debat in Nederland?‘ Dat debat wordt door de bestaande macht de nek omgedraaid. Tekenend is dat de Europese Commissie sinds 20 december 2013 de financiële steun aan het kritische en grenzen overstijgende website Presseurop staakte.

Zijn topbestuurders van de EU bang voor feiten? Presseurop is voorbeeld van een nieuwsmedium op internet dat de acht heren van bestuur en wetenschap afdoen als de illusie van een debat zonder draagvlak. Maar de echte werkelijkheid is precies andersom. De EU gaat voor de illusie van publieke steun door het publiek debat te blokkeren. Lees hier de hartekreet van José Ignacio Torreblanca over een Europees establishment dat bang is voor de publieke opinie zoals dat ook verwoord wordt door Baudet en Rijpkema: ‘Een unie van regels is goed, maar wat we echt nodig hebben, is een unie waar politiek wordt bedreven. Wie is bang voor politiek?

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘To @VivianeRedingEU: Save @Presseurop!‘ tegen het stopzetten van de steun aan Presseurop, 26 december 2013. Tekenen kan hier.  

Uitersten ontmoeten elkaar: Ron Paul en Julian Assange

De progressieve Julian Assange en de libertarische Ron Paul vinden elkaar in hun afkeer van wat Assange het ‘extremistische centrum’ noemt. In dat centrum wordt de macht verdeeld en anderen buitengesloten. Vooral in de informatievoorziening. In de VS zijn dat Democraten en Republikeinen, in Nederland de VVD en PvdA. Personen uit die partijen die eerlijkheid, waarheid of burgerrechten boven de machtsvorming zetten worden niet tot dat machtscentrum van hun eigen partij toegelaten. Dit hoefijzermodel is niet nieuw, maar interessant is dat het steeds minder uitzonderlijk wordt. Feit dat Ron Paul voor zijn video-kanaal Julian Assange van WikiLeaks als gast uitnodigt onderstreept deze ontwikkeling. Zie hier voor de andere delen van het gesprek.

De verklaring ‘Waarom ik de VVD verlaat‘ van de fractievoorzitter voor de VVD in Menterwolde Marc Hesp snijdt precies dat probleem aan van een politieke partij als de VVD die in de machtsvorming de eigen principes verliest en de burgerrechten geweld aan doet: ‘Liberalisme gaat over vrijheid, een overheid die de persoonlijke vrijheid waarborgt. Dat staat haaks op de anti-privacy agenda van de VVD bewindslieden.’

2308g

Foto: Marcel van Eeden, 27 augustus 2007 [2308]

Gevraagd: een aanval op de vleugels vanuit het centrum

De opkomst van Thilo Sarrazin in Duitsland was opvallend. Samen met de opkomst van een Zweedse anti-immigranten partij, de verkiezingswinst van de Vlaamse Bart de Wever en de Nederlandse Geert Wilders valt dit te lezen als protectionisme. Eigenheid en grenzen staan weer centraal. Niet toevallig valt dat samen met de schuldencrisis en de koude douche van het globalisme die voor velen negatieve gevolgen heeft. Gevoed door een burger vol ongenoegen en onzekerheid.

Tevergeefs. Globalisering dendert door, maar roept een steeds sterkere reactie op. Het geloof in de voordelen van de globalisering ligt achter ons, hoewel ze er zijn, maar de globalisering is daarmee niet gestopt. Hoogstens worden de ontwikkelingen vertraagd door protectionisme. Tegelijk leidt de financiële crisis met risico’s voor landen voor lange tijd tot stagnatie. Dat dempt de expansie van de globalisering.

Dit valt te lezen als verrechtsing, maar ook als een time out. De roep om stil te staan bij ontwikkelingen die in een stroomversnelling komen en niet meer te beheersen zijn. Chinezen kopen een Griekse haven, bankiers vervolgen op kosten van de burger hun risicovol spel, Pakistan desintegreert, het Midden Oosten komt in beweging, Hongarije glijdt af naar een eenpartijstaat en het Griekse tekort legt een bom onder het asielbeleid.

De middenweg is de weg. Da’s de kritiek van Thilo Sarrazin zonder verwijzing naar genen en erfelijke factoren. Da’s de niet xenofobe, maar de immigratie-kritische opstelling van Vlaams N-VA voorman Bart de Wever. Da’s Geert Wilders die religiekritiek zou baseren op feiten en niet op overtuiging. Da’s burgemeester Eberhard van der Laan die gaat voor strikte rechtsstatelijkheid, zonder groepen extra te bevoordelen of te benadelen. Na Tariq Ramadan moet bruggenbouwer weer een positieve benaming worden.

Het evenwicht is scheefgegroeid. Tussen leidende en nieuwe cultuur, tussen links en rechts. Om politieke redenen zijn tegenstellingen geschapen die geen tegenstellingen zijn. Van schrik zijn standpunten omgeslagen. Of aangescherpt. Zo was de vakbond 30 jaar geleden tegen instroom van immigranten, maar is het nu tegen de kritiek op instroom van immigranten. Hoe diep is zo’n standpunt gegrond?

Politiek moet zakelijker. Het is aan bestuurders van de middenpartijen om vanuit het centrum van de politiek de geloofwaardigheid terug te veroveren op de extremen. Niet voor niets luidt het gezegde dat een crisis kansen biedt. Ontmoedigend is dat iemand als Van der Laan de hardste strijd in zijn eigen partij voert. Hetzelfde geldt voor het partijbestuur van het CDA dat niet wil hervormen. In het centrum moet de omslag voorbereid worden. Niet aan de uitersten van het politieke spectrum. Maar wie valt het centrum aan?

Foto: Closing the arch, Sydney Harbour Bridge, 1930

De haai in de VVD is dood, maar leeft

Er zijn harde noten te kraken over de huidige koers van de VVD. Een gatenkaas van logica en gemiste kansen. Te rechts. Te neo-liberaal. Te hard. Te veel asfalt en huizen. Hoe komt dat beeld tot stand en kunnen we het in onze eigen tijd goed beoordelen? En hoe doet de eerste liberale premier in honderd jaar het?

Bij de VVD moet ik denken aan het werk dat Damien Hirst bekend heeft gemaakt. In 1991 maakte deze succesvolle BritArt-kunstenaar The Physical Impossibility of Death in the Mind of Someone Living. Volgens Don Thompson in ‘Shock Art’ formuleerde Hirst in het allereerste nummer van kunsttijdschrift Frieze het idee: Ik hou ervan om een gevoel te beschrijven door middel van een ding. De haai staat voor angst, hij is groter dan jij, en hij leeft in een voor jou onbekende omgeving. Hij lijkt levend als hij dood is, en dood als hij leeft. 

Marketing in kunst en politiek werken tegengesteld. De titel van Hirsts werk roept toeschouwers op om betekenis te geven. Bij politiek gebeurt het omgekeerde. Het politieke debat nodigt kiezers uit door opeenvolgende schijnbewegingen om geen betekenis te geven aan een programma of manifest. In elk geval worden kiezers of leden door een politieke partij bewust ontmoedigd. Op afstand gehouden.

Haai en politiek hebben gemeenschappelijk dat ze levend dood en dood levend zijn. Omdat de VVD dit idee consequent doorvoert, moet ik daarom bij deze partij aan de haai van Hirst denken. Een zombie kan ook.

Tegenwoordig wordt de VVD met CDA en PvdA als klassieke middenpartij gezien. Soms wordt D66 daar nog aan toegevoegd, maar die partij kent geen evenknie. Want het begrip middenpartij zegt dat het varianten heeft. Zoals in de recente politieke geschiedenis de VVD op haar flank Boerenpartij, Volksunie, Centrumpartij, Middenstandspartijen en LPF kende. Het CDA kent SGP en CU als flanken en de PvdA DS’70 en de SP.

In december 2009 schrijft de Utrechtse activist Kees van Oosten: Wat is er met de PvdA gebeurd? De standpunten van de PvdA van pakweg dertig jaar geleden, zoals neergelegd in het beginselprogramma 1978, hebben plaatsgemaakt voor standpunten die conservatief en rechts zijn vergeleken met het Liberaal Manifest 1980 van de VVD. Wat de VVD in 1980 schreef zou voor de huidige PvdA te gedurfd en te progressief zijn.

Een partij neemt een plek in het spectrum in. Dat loopt van links tot rechts, van progressief tot anti-revolutionair, van vrijzinnig tot religieus. Positionering volgt uit uiteenlopende ontwikkelingen. Het spectrum staat nooit stil. In de beweging met z’n allen een kant uit wisselen partijen doorgaans niet van positie.

De huidige beweging naar rechts wordt de VVD verweten. Aan de hand van partij-iconen als Oud, Toxopeus, Geertsema, Wiegel, Voorhoeve en Bolkestein wordt de oude koers verheerlijkt. Met Drees, Den Uyl en Kok als externe meetpunten. Soms ligt de vergelijking over de grens met Walter Scheel, Bill Clinton of Edmund Burke.

Het lijkt op de herwaardering van Pim Fortuyn. Pas na zijn dood werd-ie geaccepteerd. De dreiging was weg, zeker toen de LPF door het ijs zakte. Fortuyn werd waarschuwing voor iets ergers: Geert Wilders. Werkt hetzelfde mechanisme met terugwerkende kracht voor de oude VVD die als niet zo rechts wordt voorgesteld?

Het ligt eraan. De VVD in de jaren ’50 en ’60 was een elitaire partij van de gegoede burgerij. Zo noteert Jan Hanlo die Oote oote oote boe schreef in 1952 over een VVD’er: In dezelfde maand haalt het vers de Eerste Kamer waar Mr. W.C. Wendelaar (VVD) zich erover opwindt. Met name ergert hij zich aan het feit dat het vers gepubliceerd werd in een door het rijk gesubsidieerd tijdschrift. De pendule is na 60 jaar terug bij de minachting door de VVD voor kunst. En zoals Van Oosten opmerkt was in de tussentijd het Liberaal Manifest van de VVD uit 1980 linkser dan het programma van de PvdA anno 2011. Veel is betrekkelijk, maar niet alles.

Waar laat ons dat? De VVD zit door samenwerking met de PVV in een spagaat. Hierdoor is het met standpunten over de arbeidsmarkt naar links gedrongen en met die over integratie naar rechts. Met de afwijzing van hervormingen op de woningmarkt bindt de VVD haar achterban van huizenbezitters. Hervormen wordt genegeerd. Bezuinigingen op cultuur zetten een streep onder een VVD die vrijgestelden bedient.

De VVD grossiert in oude reflexen. De VVD is haai waar het kan en vertoont geen onnodige compassie waar het niet hoeft. Met een echo van zakelijkheid zonder moralisme. Da’s ten minste nog iets.

Foto: Damien Hirst, The Physical Impossibility of Death in the Mind of Someone Living, 1991-1992