Gedachten bij de ‘Gerald and Rella Warner Dutch East Indies Negative Collection’ (1938)

De Amerikaanse consul in Taiwan Gerald Warner en zijn vrouw Rella hielden van 11 juni 1938 tot 27 juli 1938 vakantie in toenmalig Nederlands-Indië. Er zijn 275 fotonegatieven van deze reis bewaard gebleven waarvan 257 in Nederlands-Indië waren gemaakt. De collectie is door de familie Warner geschonken aan de Lafayette Digital Repository van Lafayette College in Easton, Pennsylvania. Het is onderdeel van een grotere East Asia Image Collection met foto’s en memorabilia van de Warners.

De beschrijving bij deze Dutch East Indies Negatives zegt: ‘De volgende thema’s komen het meest naar voren: arbeidsomstandigheden en uitrusting in havens en havens, toeristische attracties (oa Borobudur, Balinees drama en tempelarchitectuur), agrarische taferelen, dorpsleven en lokale markten. De bijschriften bij deze afbeeldingen zijn ontleend aan handgeschreven commentaren in de fotoalbums van de Warners‘.

Er is veel aandacht voor Bali. Je zou bijna oneerbiedig zeggen, een verplicht nummer. Dat is wellicht dezelfde aantrekkingskracht die Charlie Chaplin in 1932 ondervond. Hij werd verliefd op Bali en maakte samen met zijn broer Sydney filmopnamen waarin de serene levensstijl van de inwoners en de dansrituelen centraal stonden. Vele kunstenaars deelden in die jaren die fascinatie. De Warners kozen in 1938 voor hetzelfde invalshoek. Chaplins fascinatie voor Bali en die brede bekoring wordt behandeld in enkele documentaires: Trip to Bali (2003) en Chaplin à Bali (2017).

Bovenstaande foto van de kade in Soerabaja gaat vergezeld van een opmerkelijke beschrijving. Het is meer dan 80 jaar later ongemakkelijk om die te lezen, maar voor de documentatie is het essentieel omdat het goed het perspectief weergeeft waarmee de foto’s werden gemaakt. Het geeft een tweeledig beeld: Soerabaja als een geciviliseerde witte wereld waarin de Warners zich boerenkinkels voelen , maar waar men toch thuiskomt in ‘onze eigen soort beschaving’.

Beschrijving bij foto [in0028] Wharf. Soerabaja, juli 1938. Gerald and Rella Warner Dutch East Indies Negative Collection.

Beschouwingen over onze beschaving naar aanleiding van de brand in de Notre-Dame laten ons naar onszelf kijken. Voor even

De brand in de Parijse Notre-Dame heeft heel wat krachten gemobiliseerd. De spin kwam van alle kanten om het eigenbelang te dienen. Van de Franse president Emmanuel Macron, de katholieke kerk of radicaal-rechtse krachten zoals onderstaande activistische journalist van De Telegraaf die in een tweet de brand een symbool noemde ‘voor onze vermoeide beschaving’. Ik zie daarin het schoppen door alt-right en ultrarechts tegen de westerse beschaving (Baudet: ‘journalisten, cultuurmakers en academici ondermijnen onze cultuur’) die averechts werkt. Het verzwakt die beschaving. De brand in de Notre-Dame drukt ons met de neus op het feit wat de oorsprong, kracht en kern van de westerse beschaving is. Ook voor niet-christenen van belang. Het laat zien wie de vijanden ervan zijn: de nationaal-populisten en rechts-radicalen die zeggen de beschaving te willen redden, maar die in werkelijkheid afbreken. Dus laten we het spiegelen en Duk en de andere rechtse inwoners van Dukstad vragen waarom ze zo graag grossieren in ondergangsfantasieën en zand in de motor van de westerse beschaving willen strooien om op de puinhopen ervan in een vage toekomst hun raszuiver paradijs op te bouwen. Of is Duk tot inkeer gekomen en beseft hij eindelijk wat hij bezig is kapot te maken?

Het is opmerkelijk dat de brand van een iconische kathedraal de afgelopen dagen tot zulke beschouwingen over ‘de‘ of ‘onze‘ beschaving leidde. Dat komt nog zelden voor. Niet toevallig werd er uitgebreid verslag over gedaan in de Amerikaanse en Britse pers waar het sterke besef bestaat dat de lokale politiek de weg kwijt is.

Dat alleen al was een blijk van hunkering naar het vinden van gemeenschappelijke waarden met West-Europa. Hier moest blijkbaar een punt gemaakt worden, namelijk dat ‘we’ in de westerse democratieën (VS, Canada, EU-lidstaten en overige West-Europese landen, Australië, Nieuw-Zeeland) onvoldoende beseffen wat we in handen hebben en we ons af laten leiden door krachten die de beschaving bedreigen. Van buitenaf en van binnenuit. Hoewel ieder daar weer een eigen, specifiek vijandbeeld voor uit de kast haalt. Maar voor even werd de bedreiging als universeel gezien en was de overpeinzing erover mythisch. Totdat het onderscheidend werd wat of wie dat dan wel was en het debat weer afdaalde tot platte politisering of belangenbehartiging. Waaraan we graag ontsnappen omdat dat zo vervelend, voorspelbaar, vermoeiend, geestdodend en contraproductief is.

De boodschap die uit de berichtgeving kan worden gelezen is er een van ontevredenheid en gemiste kansen. Maar het bevat ook het verlangen om terug te keren naar iets wat was. Zo zit er er voor iedereen wel wat bij.

Foto 1: Paul Klemann, ‘De oceaan ontspring onder de ‘Notre Dame’’, Tekening met kleurpotlood en gouache verf, 2002. (Eigen collectie).

Foto 2: Tweet van Wierd Duk van 15 april 2019 (via posting op FB-account van Mihai Martoiu Ticu).

Rob de Wijk brengt met zijn claim op eigen morele superioriteit en ‘beschaving’ ten koste van Wilders de rechtsstaat in gevaar

Rob de Wijk speelt de zedenmeester en biedt lariekoek in zijn Trouw-columnWat Wilders deed was ordinaire opruiing, geframed als vrijheid van meningsuiting’ van 31 augustus 2018. Het gaat over de nasleep van Wilders’ afgelaste cartoonwedstrijd. De Wijk heeft het over ‘een zeker gevoel van beschaving’ en suggereert dat Wilders dat niet en hij wel in zich heeft. Dat klinkt hooghartig, schijnheilig en selectief. Dat past in een christelijke traditie van betweters die zich superieur achten aan andersdenkenden. Doorgaans weten de slimmeriken het beter te verbergen dan De Wijk hier doet. Ook in dat opzicht valt hij door de mand.

De Wijk begrijpt niet waar het om gaat of doet net alsof hij het niet begrijpt. Geert Wilders mag binnen de Nederlandse rechtsstaat een cartoonwedstrijd houden. Wat is er onschuldiger dan een cartoon? Wat is er meer bevrijdend dan satire? Het is vooralsnog ook totaal niet duidelijk wat de inhoud van de cartoons zou zijn. We zullen het nu echter niet weten omdat de wedstrijd door Wilders is afgeblazen.

Radicale soennitische moslims ageerden in Pakistan tegen Wilders’ cartoonwedstrijd met als argument dat de islamitische profeet niet afgebeeld mag worden. Maar dat verbod binnen de islam is minder strikt dan De Wijk suggereert. Shiieten en Soefi-moslims kennen een schriftelijke traditie waarbij de profeet wel afgebeeld wordt. En wat hebben niet-moslims sowieso met een halfslachtig verbod van een andere godsdienst te maken?

Het is een loze claim van Rob de Wijk dat Wilders met een cartoonwedstrijd de rechtsstaat in gevaar heeft gebracht. Het is eerder andersom, De Wijk brengt met zijn claim op eigen morele superioriteit ten koste van Wilders de rechtsstaat in gevaar. Daarbij kan de rechtsstaat pas spankracht bewijzen als hij onder druk staat.

Wilders is een voor vele Nederlanders verderfelijke en te radicale politicus die ongenuanceerde meningen over de islam verkondigt. Maar Geert Wilders heeft juridisch die vrijheid zolang hij binnen de wet opereert. In het geval van de cartoonwedstrijd valt niet in te zien dat hij buiten de kaders van de wet zou zijn getreden. Hoe onzuiver Wilders’ motieven ook zijn. Daar gaat De Wijk zomaar vanuit zonder dat te onderbouwen. Om onze eigen tolerantie te waarborgen moeten we boven de ongenuanceerde meningen van Wilders én De Wijk staan.

De Wijk zegt het aan Voltaire toegeschreven adagium ‘Je ne suis pas d’accord avec ce que vous dites, mais je me battrai jusqu’au bout pour que vous puissiez le dire’ (‘Ik ben het niet eens met wat u zegt, maar ik zal tot het einde vechten om het u te laten te zeggen’) te volgen, maar doet in de praktijk het omgekeerde. Juist als het moeilijk wordt haakt hij af. Hij vecht helemaal niet tot het einde voor Wilders’ vrijheid van meningsuiting.

Dat De Wijk daarbij verwijst naar beschaving en fatsoen maakt het er nog ondraaglijker op. Het is het fatsoen dat de lezers van Trouw blijkbaar hongerig en gretig vreten. De impliciete claim is dat De Wijk en de Trouw-lezers beschaafd en fatsoenlijk zijn en gezamenlijk op de bres staan voor de beschaving, en Wilders en zijn achterban dat niet zijn. Fatsoen, die typische ongerijmdheid uit het christelijke gruwelkabinet dat Nederland eeuwenlang geteisterd heeft. De Wijk duwt zijn soort fatsoen listig over de uiterste houdbaarheidsdatum.

Erger dan het radicalisme van Wilders is de schijnheiligheid van De Wijk die argumenten geeft die totaal de plank misslaan. Uiteraard is het Wilders om aandacht te doen. Maar voor welke politicus geldt dat niet? Dat Wilders een loopje neemt met de rechtsstaat betekent niet dat anderen precies hetzelfde moeten doen en hem daarin moeten volgen. Rob de Wijk valt in de morele valkuil die hij voor zichzelf heeft gegraven. De Wijk pretendeert te weten hoe de rechtsstaat werkt, maar geeft in zijn column aan er geen fluit van te begrijpen.

Foto: Schermafbeelding van deel columnWat Wilders deed was ordinaire opruiing, geframed als vrijheid van meningsuiting’ van Rob de Wijk in Trouw, 31 augustus 2018.

Wat heeft de paus van Rome met beschaving te maken?

De paus van Rome is een grapjurk. Zijn houding bestaat uit bombast, zelfoverschatting en geringschatting van uitgeslotenen. Volgens een bericht in het Katholiek Nieuwsblad zei Franciscus afgelopen vrijdag in een toespraak tot de leden van de Congregatie voor de Geloofsleer het volgende: Euthanasie is geen product van beschaving, maar van secularisatie en een kille beoordeling op grond van nut.’ Daarmee suggereert Franciscus dat secularisatie geen beschaving is, maar het tegenovergestelde ervan. Dat is nogal een onbeschaamde, normatieve, aanvallende en onbewezen uitspraak van de geestelijk leider van de Rooms-Katholieke kerk. Hij houdt er blijkbaar van om degenen die zich niet door het Vaticaan laten leiden op zijn tijd ferm te beledigen.

Zo zijn kerkleiders nu eenmaal. Ze trekken een jurk aan, zetten een petje op, zwaaien met kruiden, zwijmelen weg in rituelen, houden een geloofsgemeenschap gegijzeld, zweren op oude boeken waarvan de oorsprong bewust verborgen wordt gehouden en ontkennen omdat dat de logica van hun bestaansrecht is dat het verticale wordt ingegeven door het horzontale, inclusief de ontkenning ervan. Hun claim is dat ze met hun hele santenkraam normaal en norm zijn, en de ander niet. Misleiding is de kern van religieuze beschaving.

Religieuze organisaties proberen de wereld en hun eigen gelovigen voor te houden dat zij beschaafd zijn en de uitgeslotenen niet. De paus van Rome is de morele spookrijder die uiteindelijk slechts zichzelf gijzelt.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelPaus: ‘Euthanasie heeft niets met beschaving te maken’’ in het Katholiek Nieuwsblad, 28 januari 2018.

‘The Square’ is een ontregelende satire op de Europese samenleving die aanzet tot nadenken

Mijn belangstelling voor de film The Square (2017)  van de Zweedse regisseur Ruben Östland werd gewekt door recensies in Nederlandse media die het opvatten als een satire van de kunstwereld. Zoals Peter de Bruijn in NRC. Maar ‘The Square’ gaat evenmin over de kunstwereld als Apocalypse Now over het Amerikaanse leger of De Poolse Bruid over het agrarisch bedrijf gaat. The Square gebruikt de kunstwereld alleen als voorwendsel voor het stellen van vragen over de Europese samenleving. En een feature film heeft nu eenmaal eenheden van plaats, tijd en handeling nodig om de kijker mee te nemen. De recensies die deze film als een satire op de kunstwereld zien slaan daarom de plank mis. ‘De soms holle pretenties van de kunstwereld mogen ergerlijk zijn, erg belangrijk zijn ze niet’ zegt De Bruijn. Nee, dat klopt, maar daar gaat de film dus helemaal niet over.

The Square is een film die vragen stelt en de kijker een spiegel voorhoudt. Het zoekt een middenweg tussen compassie en naïviteit, tussen verbinden en verdelen, tussen optreden en wegkijken, tussen eigenwaarde en overgave, tussen realisme en idealisme. Dat is hoogst actueel en sluit aan bij het politieke debat over de spanning tussen heterogeniteit  en sociale cohesie, migratie en tweedeling. Het thematiseert ook de normen van de nieuwkomers die haaks staan op de normen van de oorspronkelijke bewoners. Het wordt toegespitst op de Zweedse samenleving die een graadje minder realistisch lijkt dan die in andere Europese landen.

Welbeschouwd kan ook deze film zich niet onttrekken aan de omgeving waarin het is geproduceerd. Film is hoe dan ook een commercieel product dat uit de kosten moet komen en daarom kunnen de makers ervan het thuispubliek niet van zich vervreemden. Dat vertaalt zich in losse draadjes die niet afgehecht worden. Maar vormelijke besluiteloosheid leidt niet altijd tot thematische besluiteloosheid. Zoiets kan voortkomen uit politieke lafheid, maar ook uit creatieve ambiguïteit die ruimte geeft om de film te laten ademen. Dat laatste lijkt hier het geval. The Square is al zo vol met spiegelingen, beeldspraak en vraagstellingen. Over bedelaars die de trottoirs van Stockholm veroverd hebben, over buitenwijken als no-go area en over een losgezongen elite die op zoek is naar een levensdoel. Deze winnaar van de Gouden Palm van Cannes 2017 zet aan tot nadenken en debat. Het is een ideale film voor mijmeringen over de stand van de Europese beschaving.

NB: The Square wordt in Nederland sinds 9 november 2017 uitgebracht door distributeur Cinemien. Hier zijn de zalen te vinden waar de film draait.

Interview van WijBlijvenHier! met Mehmet Refii Kileci over islam en kunst

6IN1Ktnt_AXqlAhLZhgYNFayyUSq21-Hnz1bpYZPm9M-560x560

Wij BlijvenHier! interviewt de Turks-Nederlandse islamoloog en kalligrafie- en Ebrukunstenaar Mehmet Refii Kileci over kunst en de islam. Kileci heeft in 2008 het Roumi Kunst Instituut in Rotterdam opgericht. ‘Een generatie die de rijkdom van haar eigen cultuur, beschaving en filosofie niet kent, ontsnapt niet aan een identiteitscrisis en complexen’ is een van zijn uitspraken die hem karakteriseert. Net als Taraq Ramadan of  Fethullah Gülen wil hij eerder de modernisering naar de islam brengen, dan de islam naar de modernisering.

Hieronder volgt een passage uit het interview waarin opvalt dat Mehmet Refii Kileci de stad op een wat hooghartige wijze afzet tegen het platteland. Hij grijpt terug naar de rijke culturele traditie van de islam die wordt aangevallen door radicale islamitische bewegingen waar de traditionele islam geen antwoord op heeft.

Vraag: In sommige islamitische landen, voornamelijk landen waarin IS en hun gelijken actief zijn, worden beelden en andere kunstwerken vernield. Hoe denkt u hier over?

Antwoord: Dit zijn onwetende jongeren. De vele problemen die de islamitische wereld kent hebben hieraan bijgedragen. We weten niet door wie ze worden geprovoceerd of wie ze ertoe stimuleert. Wij weten ook niet welke verborgen, kwade krachten er schuilen achter de schermen. Maar over het algemeen zijn dit wel onze jongeren, die onwetend en geradicaliseerd zijn. Hetgeen zij doen, zijn grote fouten. In de naam van de islam worden er moorden gepleegd, terwijl wij geloven dat kennis, kunst, cultuur en bepaalde normen universeel gedeelde waarden zijn. Kunst is een accumulatie van duizenden jaren aan cultuur en dient beschermd en benut te worden. De schade die zij berokkenen, is schade aan het gedeelde erfgoed van de mensen. Sommige radicale islamitische bewegingen interpreteren de islam verkeerd en maken bijgevolg grove fouten. Wat ze gemeen hebben, is dat ze geen ‘alim’ (geleerde) zijn, dus onwetend zijn en niet de tools hebben om islamitische bronnen te begrijpen in zijn geheel. Vaak zijn ze bedoeïen. Het is niet juist om te verwachten dat een bedoeïen uit de woestijn begrip en inzicht in kunst zal hebben. We kunnen stellen dat zij een nomadeninterpretatie van de islam willen hanteren, terwijl ze geen geleerden zijn. De nomaden hebben een beperkte leefwereld en kunnen bepaalde dingen niet vatten op kunstgebied. De islam is een geciviliseerde religie die in Mekka en Medina is geopenbaard. Medina betekent stad en ‘medeniyat’ (civilisatie) is daarvan afgeleid. Het betekent stedelijk. Islam heeft een stedenbeschaving aangezien het voortkwam uit de destijds één van de meest ontwikkelde steden, namelijk Mekka. Maar als deze geciviliseerde religie in handen komt van nomaden, die ook zijn bevlekt met bepaalde politieke ideologieën, met haat en onwetendheid, en ook vaak wrede dingen hebben meegemaakt, dan kunnen zulke verkeerde gedragingen ontstaan. Als je goed kijkt, zie je dat de meeste van zulke jongeren nauwelijks een juiste islamitische leefstijl en ethiek hebben. Het zijn mensen die niet voorbij de uiterlijkheden kunnen kijken en de liefdevolle, inhoudelijke boodschap kunnen begrijpen. Ook zijn ze beïnvloed door de decennialange politieke onderdrukkingen. Zo heeft de ene fout tot een andere fout geleid. Het Westen, en voornamelijk de politici, hebben dus ook fouten gemaakt die een rol hebben gespeeld in deze radicalisering. Deze jongeren waren vaak in hun land van herkomst ook als problematisch beschouwd. In combinatie met woede en haat domineerden de negatieve gevoelens de overige aspecten zoals controle, verstand en wil.

Zie hier voor het eerste deel van het interview van WijBlijvenHier! met Mehmet Refii Kileci

BY5x_ZYtvKHlJzxzdkGwPdD86XcNB6US817OGy6wNYM-560x560

Foto 1: De Turks-Nederlandse islamoloog en kunstenaar Mehmet Refii Kileci.

Foto 2: Ebru-kunst

Vragen over de vele vragen over Aaidh ibn Abdullah al-Qarni

saudiintheclassroom

Update: De lezingen van de Saudische islamitische geestelijke Aaidh al-Qarni in Eindhoven gaan niet door, aldus het ED. Stichting Waqf, die hem had uitgenodigd, heeft wegens alle commotie over zijn geplande komst besloten ze te annuleren. Dat liet de organisatie woensdag 29 april weten.

De Saudische islamist Aaidh ibn Abdullah al-Qarni wordt beschuldigd van plagiaat, maar is in Nederland vooral het onderwerp van vragen van lokale en landelijke politieke partijen. Naar verluidt is hij uitgenodigd voor een conferentie van de ultra-orthodoxe islamitische stichting Al Waqf al-Islami, die is verbonden aan de Marokkaanse Al-Fourqaan-moskee in Eindhoven. In 2003 stelde de AIVD vast dat er ‘er hechte religieus-ideologische, financiële, organisatorische en juridische banden tussen beide bestaan.’ Al-Qarni is de toegang tot VS en Frankrijk geweigerd vanwege z’n extremistische standpunten. Volgens een woordvoerder van de stichting Al Waqf is Al-Qarni niet gevaarlijk en zouden zijn uitspraken uit het verleden er niet toe doen.

Maar daar denken politici anders over. CDA Eindhoven, VVD Eindhoven (‘de keiharde grens van het oproepen tot geweld mag wat ons betreft niet worden overschreden’), LPF Eindhoven (‘Omdat het verwerpelijk en levensgevaarlijk is dat deze haatprediker zijn woord kan richten tot inwoners van onze stad’), OAE Eindhoven, GBVKL TK, SGP TK, PVV TK, CU/VVD/CDA/SP TK buitelen over elkaar heen en stellen tientallen vragen over Al-Qarni die omstreden sjeik, haatsjeik, geweldsprediker, uiterste radicale sjeik en haatprediker wordt genoemd.

Vanwaar de bovengemiddelde aandacht van de politieke partijen voor Aaidh Al-Qarni? Is de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt als Al-Qarni met zijn uitspraken binnen de wet blijft, zoals de woordvoerder van Al Waqf al-Islami stelt? Een open debat over de islam is nodig. Moralisme, beschaving en fatsoen zijn van die termen die in stelling worden gebracht als wordt gezegd ‘in principe ben ik voor openheid, maar ….‘ Dat werkt dan twee kanten op. Als Geert Wilders spreekt tegen de islam of iemand als Al-Qarni voor de islam.

Zolang sprekers binnen de wet blijven moeten van tevoren geen beperkingen opgelegd worden of een vijandige sfeer gecreëerd worden. Het is simpel, als Al-Qarni de wet overtreedt wordt hij op een zwarte lijst gezet. En komt hij volgende keer Nederland niet meer in. Dat kan niet op voorhand. Laten we beseffen dat beperkingen van het publieke debat vaak oneigenlijk zijn en niet zozeer voortkomen uit echte bekommernis met de openbare orde of wat dan ook, maar uit keiharde partijpolitieke overwegingen. Als politici echt iets willen veranderen, dan kunnen ze de regering beter vragen om alle relaties met Saoedi-Arabië te verbreken.

Foto: Cartoon.

Moet Onno Hoes weg als burgemeester Maastricht vanwege onfatsoenlijk en onwenselijk gedrag?

hoes

Het is niet gepast om als burgervader zich in het openbaar in dronkenschap danwel nuchter te begeven en sexuele handelingen te verrichten,’ zo zegt een petitie. Dit klinkt raadselachtig en onlogisch. Het zegt eerst dat het voor een burgemeester ongepast om zich zowel nuchter als dronken in de openbaarheid te begeven. Zijn dan voortaan alleen halfdronken burgemeesters gepast? Onder het mom, dat met een enkele slok op een burgemeester niet te star en niet te los is. Niet eens zo’n slecht idee. Maar wordt dat hier bedoeld? Ik denk het niet. Daarna wordt het begeven van de burgemeester gekoppeld aan ‘sexuele handelingen’. Wat moeten we daar onder verstaan? Voetjevrijen, cyberseks, zoenen, geslachtsgemeenschap of Limburgs swingen?

Onno Hoes is een VVD’er die door op te gaan voor het VVD-partijvoorzitterschap op het pluche van Maastricht belandde. Z’n partner is Albert Verlinde die producent in het lichte amusement is en daarnaast optreedt in het roddelprogramma Boulevard voor RTL. Daarom vol venijn en afgunst een roddelnicht wordt genoemd. Ze zouden in scheiding liggen. Wie weet. Het blijkt nu dat Onno Hoes in een hotellobby heeft gezoend met de 24-jarige ‘huisvriend’ Ruud Schepers. In een dronken bui. Tast Hoes door te zoenen met een ‘huisvriend’ in een hotellobby de functie van burgemeester aan? Het is moeilijk in te schatten. De petitie zegt dat het hier om ‘onfatsoenlijk en onwenselijk gedrag‘ gaat. Maar onwenselijk voor wie en onfatsoenlijk volgens welke normen?

VVD, Onno Hoes en Albert Verlinde kunnen gemist worden. De PvdA zet het VVD-beleid voort, kandidaat-burgemeesters zijn er genoeg en hetzelfde geldt voor programmamakers die hun mond vol roddels hebben. Mogelijk is Hoes een slechte burgemeester, het zou kunnen. Dat lijkt me een goede reden voor een petitie die om z’n aftreden verzoekt. Zoals dat bij de Utrechtse burgemeester Wolfsen ook gebeurde. Maar om Maastricht te verzoeken te zorgen dat Onno Hoes wordt ontslagen omdat-ie zich in het openbaar ‘onfatsoenlijk en onwenselijk‘ gedroeg is van een overrompelende kleinheid. Het tekent de vertrutting van Nederland. Kom op, initiatiefnemer Selime Y besef dat een beroep op fatsoen en gewenst gedrag nooit alle mensen kan verbinden.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Onno Hoes weg als burgemeester Maastricht‘ op petities.nl, 10 december 2013.

Overwegingen bij een topinkomen van een Ziggo-bestuurder

media_xl_1703707

De publieke omroep moet 200 miljoen euro bezuinigen en medewerkers ontslaan. Ziggo-bestuurder Bernard Dijkhuizen heeft een inkomen van 15,7 miljoen euro. In een ingezonden brief in de NRC van 11 juni legt VPRO-directeur Lennart van der Meulen een verband tussen het een en ander. De kabelmaatschappijen maken door hun fysieke monopolie ‘exorbitante overwinst’ op de doorgifte van programma’s. Ziggo behaalde in het eerste kwartaal van 2013 op een omzet van 388 miljoen euro 222 miljoen euro winst. Da’s geen uitzondering.

Absurd, zoals ook het inkomen van 15,7 miljoen euro voor een Ziggo-bestuurder absurd is. Geld dat naar de creatieve sector zou moeten gaan verdwijnt in de zakken van bestuurders of als dividend naar het buitenland. Terwijl de Mediawet in artikel 2.141 verbiedt dat de publieke omroep bijdraagt aan de winst van derden. De VVD plaatst zonder gevoel voor verhoudingen en urgentie de belangen van het bedrijfsleven voorop. D66 en CU zien wel de nadelen van de marktwerking. Dat bleek uit het kamerdebat over de Wijziging Mediawet. Van der Meulen probeert dat debat diepgang te geven en pleit voor een markt-conforme vergoeding van de kabelaars voor de doorgifte van de programma’s van de publieke omroep. Dat kan betaald worden uit de dividenden en de beloningen aan topbestuurders en hoeft niet tot duurdere abonnementen te leiden.

SP-leider Emile Roemer noemt bij WNL op Zondag de stijging van topinkomens ‘moreel onaanvaardbaar’ en ‘beschamend’. Dit naar aanleiding van een onderzoek van De Volkskrant waaruit blijkt dat de inkomens van bestuurders van 134 grote bedrijven gemiddeld met zo’n 7,5% stegen. Het is vooral een kwestie van innerlijke beschaving om zich ten koste van de gemeenschap geld toe te willen eigenen. Het inkomen van 15,7 miljoen euro van Ziggo-bestuurder Dijkhuizen valt niet alleen op te vatten als het eigenbelang van een graaier die elk maatschappelijk perspectief kwijt is. Zonder gemeenschapsmiddelen was het niet eens tot stand gekomen. Dat soort weeffouten dient het kabinet te herstellen. De termen ‘beschamend’ en ‘moreel onaanvaardbaar ‘ kunnen Dijkhuizen mogelijk aanzetten zijn bonus terug te geven aan de samenleving. Waar het thuishoort.

Foto: CEO van Ziggo Bernard Dijkhuizen. Credits: ANP.

No Hate: campagne van de Raad van Europa

nhsm-1420x600

De Raad van Europa heeft een project No Hate opgezet dat haatzaaien op internet bestrijdt. Het loopt van 2012 tot 2014, is gericht op jeugdigen en is bedoeld om racisme en discriminatie te bestrijden. Opzet is om instellingen en jongeren voor te lichten die weer anderen kunnen voorlichten. Zo sijpelt de bewustwording door tot in de kleinste dorpen van Europa. Is de bedoeling. Goede bedoelingen duwen de politieke actualiteit naar de achtergrond. Enfin, zo’n brede campagne hoort erbij en geeft een goed gevoel. Los van de praktijk.

In de toelichting op de campagne staat een opmerking die opmerkelijk is omdat-ie genoemd wordt. De Engelse tekst zegt: ‘The campaign is not designed to limit freedom of expression online. Neither is it about everyone being nice to each other online. The campaign is against hate speech online in all its forms, including those that most affect young people, such as cyber-bullying and cyber-hate. The campaign is based upon human rights education, youth participation and media literacy.’

De campagne is niet ontworpen om de vrijheid van meningsuiting online in te perken. Alsof campagnemakers van de jeugdsector van de Raad van Europa op eigen houtje de internetvrijheid zouden kunnen inperken en daartoe de politieke vrijheid hebben. Gelukkig hoeft ook niet iedereen aardig tegen de ander te zijn. Wat een geruststelling. Beledigen mag van de Raad van Europa. In Nederland heeft zich de afgelopen jaren het recht op beledigen ontwikkeld. Gelukkig wordt niet iedereen dezelfde normen van moraal en beschaving opgelegd.

Naast de valse abstracties snijdt de campagne hout. Het kan alleen de lidstaten tot niks verplichten. Zelfs dat is vrijblijvend. Maar goede voorlichting over mensenrechten blijft gewenst. Voor het onderwijs kan een programma ontwikkeld worden dat gericht is op media-educatie van jeugdigen. Met aandacht voor privacy, film, televisie en nieuwe media. De plannen ervoor komen al 30 jaar niet van de grond. En de beste oplossing voor deelname van jongeren aan de samenleving is dat er stageplaatsen en banen voor jongeren zijn. Al dat soort zaken kunnen alleen op nationaal niveau gerealiseerd worden. Anders blijven het ethische praatjes.

Foto: Campagnemateriaal No Hate