Lachen bij de nuanceringen van Asha over het Redelijke Midden. De geschiedenis leert: een column kan om te lachen en te huilen zijn

Wat een opmerkelijk onbezonnen mens, die Asha ten Broeke. Ik kende deze columniste van De Volkskrant niet en vind het met terugwerkende kracht oprecht jammer dat ik haar geniale inzichten heb gemist. Want een beetje humor is nooit weg. En om de ‘denkbeelden’ van Asha valt smakelijk te lachen. Ze is zo cool.

Asha, redelijke tijden zijn de uitzondering. Wat dat betreft leven we op dit moment in normale tijden. De geschiedenis is te veelgelaagd om daar op emoties gebaseerde verregaande uitspraken over te doen.

Asha, wat heb je een enge opvatting van wat een radicaal is. Herinner je de radicaal-liberalen van de jaren 1880? Ze namen een middenpositie in en waren hervormingsgezind. De historicus E.H. Kossmann omschreef deze radicalen zo: ‘zij vormden integendeel een nieuwe, politieke, sociale en artistieke avant-garde.’ Nuancering dus. Het is wellicht comfortabel om de geschiedenis uitsluitend met de bril van 2019 te bekijken, maar verklaren doet dat weinig.

Maar ok, laten we voor het debat meegaan in je framing die radicalen met hun neusjes haaks zet op wat je zo grappig het Redelijke Midden noemt. Lachen bij de nuanceringen van Asha. Maar wat hebben we dan op dit moment te verwachten van de ideeën van links-radicalen en rechts-radicalen? Wat hebben ze te bieden aan constructiefs? Ze schoppen tegen de gevestigde orde zonder een blauwdruk voor de reconstructie van de puinhopen bij te leveren die ze in hun ondergangsfantasieën aanrichten. Pim Fortuyn had het als rooms-katholiek over zichzelf, met zijn puinhopen van paars. Maar laten we niet persoonlijk worden. Je weet dat Lenin niet alleen bij radicaal-links, maar ook bij radicaal-rechts gehoor vindt? Vraag het Steve Bannon.

Het is juist dat het ‘gematigd realisme’, dat in Nederland loopt van gematigd-rechts (VVD) tot gematigd-links (PvdA), op dit moment wars van daadkracht, ambitie en ideeën is. Dat is niet per definitie altijd zo. Herinner je je de opbouw van de verzorgingsstaat en de rol van krachtige sociaal-democraten als Floor Wibaut, Clement Attlee en Willem Drees die veel goeds hebben gebracht? Het was niet hun radicalisme, maar hun realisme dat dit bewerkstelligde. Je weet ook dat sociaal-democraten en linkse-radicale communisten in de 20ste eeuw een bloedhekel aan elkaar hebben gehad. Maar communisten hebben met hun ideeën nergens iets voor elkaar gebokst. Of je moet Noord-Korea of Nicaragua als voorbeelden beschouwen die volgen uit radicale ideeën.

Je analyse kan daarom maar beter een andere zijn. Het gaat er niet om dat het gematigd-realisme vervangen of gevoed moet worden door het radicalisme, maar hoe het gematigd realisme gerevitaliseerd kan worden. Want dat dat laatste nodig is ben ik met volmondig je eens. Het is overigens linke soep zoals uit je betoog blijkt dat je onder radicalen uitsluitend links-radicalen verstaat. Pas op je wat je overhoop haalt. Herinner je je de geschiedenis van de Weimar-republiek waar de gematigde realisten niet door rechts-radicalen, maar door de links-radicalen werden verraden? Bezin eer je begint.

De Volkskrant verdient je humor. Hopelijk blijf je met je woorden onderstrepen hoe het niet zit. Je dia-positief van de omgekeerde mening helpt de lezer om je argumenten in tegenargumenten, en omgekeerd, om te zetten. Je bent de provocateur om aan te tonen dat radicalen met hun ideeën geen oplossing geven. Gematigd realisten zorgen ervoor dat Nederland marcheert. Schoon water uit de kraan, verwarming, vuilnisophaal, kunstuitvoeringen, bouw van huizen, noem maar op. In theorie hebben filosofische vergezichten over wat jij onder radicalen verstaat zin, maar in praktijk zijn ze een bedreiging die we maar beter niet goedpraten.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelDe geschiedenis leert: vooruitgang begint vaak met een radicaal idee’ van Asha ten Broeke in De Volkskrant, 5 september 2019.

Ongepast optreden van paus Franciscus in Europarlement

Premier Willem Drees huiverde er in de jaren ’50 al voor dat de Europese samenwerking bovenal een katholiek onderonsje was. Zestig jaar later lijkt er weinig veranderd. Ongehoord en ongepast dat de plaatsvervanger van God op aarde een rede in het Europarlement houdt. En voor verdeeldheid zorgt. Samen met Virginie Rozière stuurde Sophie in ’t Veld voorzitter Martin Schulz een protestbrief met de volgende passage: ‘The Catholic Church feels it has a right to interfere in civil matters and to impose its own moral views on others, rather than accepting and respecting diversity and freedom of conscience.’ Een religieus leider als paus Franciscus heeft niets te zoeken in het Europarlement. Hij kan spreken via leden die erin vertegenwoordigd zijn. Waarom wordt deze paus uitgenodigd en allerlei andere religieuze en levensbeschouwelijke leiders niet? Vreemd.

PvdA start campagne en lost belangrijke problemen op. Zegt het

20140111_pvdawinterfestival

Ga er maar aan staan als je politicus bent. In een tochtig Kanaleneiland bij het PvdA WinterfestivalDe aftrap voor de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart en de Europese verkiezingen op 22 mei. Speeddaten met Ronald Plasterk, Lilianne Ploumen en Jet Bussemaker en Tweede Kamerleden. En om het verteerbaar te houden: ‘allerlei lekkernijen, variërend van erwtensoep, koek & zopie tot poffertjes‘. De klap op de vuurpijl is de toespraak van partijleider Diederik Samsom. Je partij trommelt de bekende gezichten op die hun bekende gezichten laten zien. Voor het beeld van eensgezindheid, met z’n allen de schouders eronder. Dat soort werk.

Je kunt cynisch zijn over dit aspect van de partijpolitiek. Waar niets is zoals het is. Partijpolitiek is de pil die door de maag moet om werkzaam te kunnen worden. Kanaleneiland is zo’n maag. Wat een veldtocht van witte bestuurders daar op dat eiland vol allochtonen oplevert. In hun gespeeld thuiskomen. De overtuiging van het eigen gelijk en de wereld begint en eindigt bij de eigen partij. Al die hoogopgeleide mensen die hun bekende gezicht laten zien weten beter, maar in een campagne wordt het verstand op vakantie gestuurd. De volle waarheid wordt niet gezegd, de nuances ingeslikt en de gesprekken verstommen als de megafoon klinkt.

Een passage uit de toespraak van Diederik Samsom luidt:
Maar de PvdA is niet aan deze reis begonnen omdat we dachten dat ie eenvoudig was. Wij zijn een partij die belangrijke problemen wil oplossen. In goede, maar juist in slechte tijden. Dat hebben we altijd gedaan. We hebben als land eerder zware tijden gekend. Maar steeds deed de Partij van de Arbeid wat nodig was.
Willem Drees na de oorlog.
Joop Den Uyl tijdens de oliecrisis
Wim Kok legde de basis voor een miljoen extra banen in de jaren negentig
Wouter Bos loodste ons land door de bankencrisis’

Waarom trouwens niet gewoon ‘Joop den Uyl‘? Moet hij als een boom staan? En wat heeft het scheppen van een miljoen extra banen in de jaren ’90 door Wim Kok met zware tijden te maken? Zoals gezegd, in een campagne wordt het verstand op reis gestuurd. Laat dat maar aan de slimme Samsom over. Het is opvallend dat de PvdA juist in slechte tijden ‘belangrijke problemen‘ wil oplossen. Goede tijden zijn blijkbaar te simpel voor de probleemoplossende sociaal-democraten. Daarin is de PvdA tamelijk uniek, misschien samen met de communisten die altijd hoopten op een ineenstorting van het systeem. Dat zou pas echt kansen bieden. Willem Drees zei in 1971 zijn lidmaatschap op de PvdA op. Wouter Bos loodste ons door de crisis, maar betaalde te veel voor de ABN en zadelde ons land met een tekort op. De PvdA doet wat het vindt dat nodig is.

BeRIOaEIgAA_tln

Foto’s: PvdA Winterfestival in Utrecht Kanaleneiland.

PvdA-voorzitter Ploumen stapt vervroegd op

Partijvoorzitter Lilianne Ploumen stapt per 1 januari 2012 vervroegd op. Haar termijn liep nog tot 2014, maar als reden geeft ze op de PvdA-site dat anders haar verkiezing zou samenvallen met campagnes voor gemeenteraadsverkiezingen en voor de verkiezing van het Europees parlement. En bij de PvdA is de partijvoorzitter daarvoor verantwoordelijk.

Natuurlijk is er wat anders aan de hand. De PvdA doet het slecht in de peilingen, verliest bijna de helft van haar aantal zetels en is bij Peil.nl van De Hond virtueel nog maar de vijfde partij van Nederland. Na VVD, PVV, SP en D66. En Job Cohen is ongeschikt als partijleider. Hij weet niet te inspireren en geniet samen met Geert Wilders de minste populariteit. Da’s dodelijke voor de leider van een partij met de pretentie van brede volkspartij. De paradox is dat Cohen met zijn middenkoers toch de kiezers in het centrum niet aanspreekt.

De echte reden dat Ploumen opstapt lijkt dat ze de vernieuwing van de partij niet op gang heeft kunnen helpen. Want niet alleen heeft de PvdA een flets profiel en een fletse leider, afkalvende electorale steun, verlies aan intellectueel prestige maar het ergste is dat de PvdA niet durft te investeren in de eigen toekomst. Het jaar in de luwte is verlummeld en niet benut voor bezinning en vernieuwing. Zoals de CDA dat in 1994 wel deed met het Rapport-Gardeniers.

Als klap op de vuurpijl kwamen vorige week zes PvdA-afdelingen met een roep om vernieuwing naar buiten. Maar hun omzichtig optreden was eerder een ondersteuning dan een overbrugging van de verdeeldheid die binnen de PvdA heerst. Want ze wilden tegelijk moderniseren en Job Cohen niet aanspreken. Ofwel, ook welwillende critici die willen veranderen komen niet om de macht en de logheid van het partijapparaat heen. Zo smoort elk initiatief in de patstelling tussen realisten, fundamentalisten en opportunisten.

Een reaguurder raakt de kern van Ploumens mislukte missie: Je wilde een partij bij elkaar houden die in zichzelf verscheurd is. Die niet weet te kiezen tussen Joop den Uyl en Wim Kok. Ploumen beweert: Wouter en Job zijn authentieke, gedreven sociaaldemocraten die niet misstaan in het rijtje Willem Drees, Joop den Uyl en Wim Kok. Zo kun je zonder kiezen alles aan alles koppelen. Maar de periode van dit soort relativisme is voorbij. De tijd voor opruimen en afrekenen lijkt aangebroken. Liliane Ploumen heeft het sein gegeven.

Foto: Lilianne Ploumen en Job Cohen op het PvdA-congres in Nijmegen, 25 april 2010

De haai in de VVD is dood, maar leeft

Er zijn harde noten te kraken over de huidige koers van de VVD. Een gatenkaas van logica en gemiste kansen. Te rechts. Te neo-liberaal. Te hard. Te veel asfalt en huizen. Hoe komt dat beeld tot stand en kunnen we het in onze eigen tijd goed beoordelen? En hoe doet de eerste liberale premier in honderd jaar het?

Bij de VVD moet ik denken aan het werk dat Damien Hirst bekend heeft gemaakt. In 1991 maakte deze succesvolle BritArt-kunstenaar The Physical Impossibility of Death in the Mind of Someone Living. Volgens Don Thompson in ‘Shock Art’ formuleerde Hirst in het allereerste nummer van kunsttijdschrift Frieze het idee: Ik hou ervan om een gevoel te beschrijven door middel van een ding. De haai staat voor angst, hij is groter dan jij, en hij leeft in een voor jou onbekende omgeving. Hij lijkt levend als hij dood is, en dood als hij leeft. 

Marketing in kunst en politiek werken tegengesteld. De titel van Hirsts werk roept toeschouwers op om betekenis te geven. Bij politiek gebeurt het omgekeerde. Het politieke debat nodigt kiezers uit door opeenvolgende schijnbewegingen om geen betekenis te geven aan een programma of manifest. In elk geval worden kiezers of leden door een politieke partij bewust ontmoedigd. Op afstand gehouden.

Haai en politiek hebben gemeenschappelijk dat ze levend dood en dood levend zijn. Omdat de VVD dit idee consequent doorvoert, moet ik daarom bij deze partij aan de haai van Hirst denken. Een zombie kan ook.

Tegenwoordig wordt de VVD met CDA en PvdA als klassieke middenpartij gezien. Soms wordt D66 daar nog aan toegevoegd, maar die partij kent geen evenknie. Want het begrip middenpartij zegt dat het varianten heeft. Zoals in de recente politieke geschiedenis de VVD op haar flank Boerenpartij, Volksunie, Centrumpartij, Middenstandspartijen en LPF kende. Het CDA kent SGP en CU als flanken en de PvdA DS’70 en de SP.

In december 2009 schrijft de Utrechtse activist Kees van Oosten: Wat is er met de PvdA gebeurd? De standpunten van de PvdA van pakweg dertig jaar geleden, zoals neergelegd in het beginselprogramma 1978, hebben plaatsgemaakt voor standpunten die conservatief en rechts zijn vergeleken met het Liberaal Manifest 1980 van de VVD. Wat de VVD in 1980 schreef zou voor de huidige PvdA te gedurfd en te progressief zijn.

Een partij neemt een plek in het spectrum in. Dat loopt van links tot rechts, van progressief tot anti-revolutionair, van vrijzinnig tot religieus. Positionering volgt uit uiteenlopende ontwikkelingen. Het spectrum staat nooit stil. In de beweging met z’n allen een kant uit wisselen partijen doorgaans niet van positie.

De huidige beweging naar rechts wordt de VVD verweten. Aan de hand van partij-iconen als Oud, Toxopeus, Geertsema, Wiegel, Voorhoeve en Bolkestein wordt de oude koers verheerlijkt. Met Drees, Den Uyl en Kok als externe meetpunten. Soms ligt de vergelijking over de grens met Walter Scheel, Bill Clinton of Edmund Burke.

Het lijkt op de herwaardering van Pim Fortuyn. Pas na zijn dood werd-ie geaccepteerd. De dreiging was weg, zeker toen de LPF door het ijs zakte. Fortuyn werd waarschuwing voor iets ergers: Geert Wilders. Werkt hetzelfde mechanisme met terugwerkende kracht voor de oude VVD die als niet zo rechts wordt voorgesteld?

Het ligt eraan. De VVD in de jaren ’50 en ’60 was een elitaire partij van de gegoede burgerij. Zo noteert Jan Hanlo die Oote oote oote boe schreef in 1952 over een VVD’er: In dezelfde maand haalt het vers de Eerste Kamer waar Mr. W.C. Wendelaar (VVD) zich erover opwindt. Met name ergert hij zich aan het feit dat het vers gepubliceerd werd in een door het rijk gesubsidieerd tijdschrift. De pendule is na 60 jaar terug bij de minachting door de VVD voor kunst. En zoals Van Oosten opmerkt was in de tussentijd het Liberaal Manifest van de VVD uit 1980 linkser dan het programma van de PvdA anno 2011. Veel is betrekkelijk, maar niet alles.

Waar laat ons dat? De VVD zit door samenwerking met de PVV in een spagaat. Hierdoor is het met standpunten over de arbeidsmarkt naar links gedrongen en met die over integratie naar rechts. Met de afwijzing van hervormingen op de woningmarkt bindt de VVD haar achterban van huizenbezitters. Hervormen wordt genegeerd. Bezuinigingen op cultuur zetten een streep onder een VVD die vrijgestelden bedient.

De VVD grossiert in oude reflexen. De VVD is haai waar het kan en vertoont geen onnodige compassie waar het niet hoeft. Met een echo van zakelijkheid zonder moralisme. Da’s ten minste nog iets.

Foto: Damien Hirst, The Physical Impossibility of Death in the Mind of Someone Living, 1991-1992