Beeldreligie

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 12 mei 2011.

Amerikaans militair kijkt televisie met zijn gezin, 1954.

Op 4 januari 1964 zond het VARA-programma Zo is het toevallig ook nog ‘ns een keer een sketch over Beeldreligie uit. Het was gebaseerd op een Engels voorbeeld en maakte de opmars van de televisie in bijbelse termen belachelijk. Kerkleiders en christelijke politici protesteerden, maar de VARA-leiding liet het gebeuren. In 1966 kwam er een einde aan Zo is het ..vanwege een sketch over rellen in Amsterdam.

Sinds die tijd smacht Nederland naar een politiek satirisch programma dat dicht op de actualiteit zit. Toen het eigenlijk niet kon was het er, en nu het wel kan is het er niet. Misschien de ware voedingsbodem voor satire.

Hedendaags cabaret mist urgentie. Kluchtig en boertig, pruik en aangeplakte snor, liedje en grapje, maar ingebed in een format dat het bij voorbaat onschadelijk maakt. Na het literair-absurde Zo is het .. kwam het politiek-cabarateske radioprogramma In de Rooie Haan dat overging in het cabareteske Spijkers met Koppen. Het VPRO-programma Van Kooten en de Bie kwam ver, maar ontspoorde door typetjes die de macht overnamen. 

De avant-garde van weldenkend Nederland werd vervangen door inwisselbare programmamakers. Zoals voor de hele Nederlandse omroep geldt. Het wachten is op narrowcasting dat oude scherpte terugbrengt.  

Verzuiling maakte Zo is het .. mogelijk. De VARA bood een vrijplaats voor kritische schrijvers, journalisten en acteurs. Zuilen wilden zich onderscheiden. Nu worden restanten van dezelfde verzuiling krampachtig bij elkaar gehouden. Elke poging tot onderscheid wordt door het systeem gefrustreerd. Programma’s zijn ondergeschikt. We zien het elke dag.

Positie ex-manager Herman Brood wijst op zwakte galeriesector

Rambam is een televisieprogramma van de VARA. Volgens eigen zeggen pakken ‘de makers weer op eigenzinnige en creatieve wijze zaken aan die niet kloppen’. Op 20 januari 2016 start een nieuwe reeks en daarvoor maakten ze een item met de ex-manager Koos van Dijk van de in 2001 overleden popmuzikant en kunstschilder Herman Brood. De beschuldigingen vliegen over en weer. Rambam bepleit de eigen zaak niet overtuigend. Volgens een bericht in het AD zou ’Koos van Dijk willens en wetens meewerken aan het op de markt brengen van tal van vervalsingen. Hij ontkent, en dreigt de televisiemakers aan te klagen voor smaad.’ Maar Van Dijk ontkent en zegt het spelletje mee te hebben gespeeld omdat hij dacht benaderd te worden door een criminele organisatie die hij wilde ontmaskeren. Tegelijk beschuldigt hij Rambam van amateurisme.

Er zijn naar verluidt veel vervalsingen van het werk van Brood in omloop die bij galerieën te koop worden aangeboden. Mede door zijn populariteit als popmuzikant en zijn status als BN-er. Opvallend is dat Koos van Dijk zichzelf als ‘een soort poortwachter [ziet] die het kaf van het koren scheidt.’ Hij zegt dat hij ‘niets anders doet dan schilderijen goedkeuren’ en meet zich hiermee een positie aan waarvan het de vraag is hoe hij die heeft verdiend. Het is merkwaardig dat een ex-manager van een popmuzikant zonder kunsthistorische achtergrond en expertise dit meent te kunnen doen en hiervoor meent de geschikte persoon te zijn. Vanuit commercieel oogpunt is het begrijpelijk dat galerieën bij hem aankloppen om schilderijen van Brood te laten goedkeuren om die vervolgens te verkopen. Voor de sector als geheel werken de vervalsingen beschadigend.

Hoewel de handel in het echte en vervalste werk van Brood zich afspeelt in een deelmarkt van de galeriesector dat omschreven kan worden als het lichtere soort, slaat de negatieve publiciteit terug op de hele sector. Ook op de topgalerieën die aan prestigieuze beurzen in het buitenland deelnemen. Als de sector zichzelf serieus neemt en voor elkaar krijgt dat de verschillende deelmarkten en -segmenten samen om de tafel  gaan zitten, dan zou het ervoor kunnen zorgen dat in de toekomst voorkomen wordt dat iemand met het profiel als Koos van Dijk de positie in kan nemen die hij blijkbaar sinds de dood van Brood in 2001 in heeft kunnen nemen.

Beeldvorming over vluchtelingen gekaapt door uitersten: asielhaters en welkomstbrigades

Wil de echte bezorgde burger nú opstaan, vraagt Annabel Nanninga zich in een column voor Jalta af. Ze heeft het over de kloof tussen asielhaters en welkombrigades en neemt afstand van beide extremen. Het redelijke midden tot wie ze zichzelf rekent worden volgens haar niet gehoord en serieus genomen. Ze mist hun stem. 

Bovenstaande uitzending van 21 oktober van Pauw (VARA) noemt Nanninga een ‘fatsoensmasturbatiecirkel’: ‘Bij Pauw zaten wat halfvergeten BN’ers hun gratuite weldoenerij uit te venten, met een paar vluchtelingen als levend attest van hun goedertierenheid. Een knappe, gesoigneerde Syriër met een hippe goatee, een doddig meisje, geen mens die gelooft dat deze zorgvuldig gecaste rekwisieten een representatieve doorsnee zijn van de vluchtelingenstroom.’ En ook Geert Wilders kan bij haar geen goed doen: ‘Daarna retweette Geert Wilders een berichtje van iemand die het krijsfestijn ‘een geweldige avond’ noemt, in plaats van zich uit te spreken tegen het ontnemen van spreekrecht aan andersdenkenden. Daar gaat de PVV-stem van de mensen uit het redelijke midden die zich niet vertegenwoordigd en gedemoniseerd voelen door de asielvoorstanders.

sb

Annabel Nanninga heeft gelijk. Wat vertegenwoordigen de vertoningen bij Pauw en van Wilders meer dan de vertoningen van Pauw en Wilders? Waarom wordt de beeldvorming over wat de vluchtelingencrisis is gaan heten zo gedomineerd door de uitersten? Waarom krijgen ze zoveel ruimte in de media? Dus asielhaters en welkomstbrigades die aan de hand van de omstandigheden niet in staat zijn hun voorgevormde mening bij te stellen. Komt dat doordat het midden zich niet uit, geweerd wordt uit de publiciteit, geen directe lijnen naar de media heeft of omdat die mening te genuanceerd is en niet sexy overkomt op (sociale) media? Zodat hun stem ondersneeuwt in het zalvende geluid van welkomstbrigades en de schrille klanken van asielhaters?

Foto: Schermafbeelding van retweet door Geert Wilders van tweet van Sander Booij van 21 oktober 2015.

Argos: Fotorolletje Srebrenica ligt nog ergens in het archief

3dc849e6ed2c80197ae7e3e5bb9058143714d80f492d8fbec7107c53fdf2c672

Onderzoeksprogramma Argos van VARA en VPRO zond gisteren een uitzending uit over het fotorolletje van Srebrenica. Hier te beluisteren. Peter Rutten is de leider van het team van de Koninklijke Marechaussee dat de verdwijning ervan in 1995 onderzocht. Hij heeft ook na 20 jaar twijfels over de uitleg van de toenmalige top van de landmacht en uit kritiek op de gang van zaken. Hij wijst op onwaarschijnlijkheden (na: 27’ 07’’). Mede omdat er nooit een volwaardig strafrechtelijk onderzoek is verricht vermoed hij dat hij gebruikt is. Ook maker van de foto’s Ron Rutten acht het mogelijk dat het fotorolletje gewoon in de archieven van Defensie ligt.

Argos heeft geen bewijs in handen dat haaks staat op de uitleg van Defensie, maar maakt wel aannemelijk dat er onwaarschijnlijkheden zijn opgetreden bij zowel het ontwikkelen van het fotorolletje als het onderzoek dat niet strafrechtelijk, niet onafhankelijk en niet diepgaand was. Een reden waarom het in de doofpot gestopt werd is dat het in 1995 om politieke redenen wenselijk was dat de foto’s die getuigden van oorlogsmisdaden die onder de neus van de Nederlandse militairen werden begaan uit de publiciteit moesten worden gehouden.

Samen met Nova heeft Argos sinds 1998 aandacht besteed aan het fotorolletje van Srebrenica. Het is negatief symbool geworden voor de doofpotcultuur op Defensie en positief voor gedegen onderzoeksjournalistiek die echter toch niet de kern van de macht kan blootleggen. Er is een gelijkenis met de kwestie Demmink die van 1993 tot 2012 speelde in de top van het Ministerie van Justitie. Ondanks verklaringen van de vorige justitieminister Ivo Opstelten werd jarenlang een diepgaand onderzoek naar de in verband met pedofilie en ambtelijke obstructie gebrachte Demmink geblokkeerd en moest een oriënterend feitenonderzoek dienen als afleiding voor zo’n onderzoek. Peter Rutten realiseert zich dat hij de katvanger was. Dit alles rechtvaardigt alsnog een diepgaand, strafrechtelijk en onafhankelijk onderzoek naar het fotorolletje van Srebrenica.

Foto: ‘ZKH Prins Willem-Alexander in gesprek met Dutchbatters, na de val van Srebrenica, juli 1995’. In Zagreb. Collectie: Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine.

Weggeman: publieke omroep te links en te weinig vernieuwend

godard
Still uit Jean-Luc Godard, Je Vous Salue, Sarajevo. Op YouTube. (Kunst is volgens Godard de uitzondering).

Mathieu Weggeman is hoogleraar Organisatiekunde, bestuursadviseur, Rijnlander en lid van de Raad voor Cultuur. Wie vandaag de zoekterm ‘publieke omroep’ invoert ziet volgende koppen: ‘Raad voor Cultuur vindt publieke omroep te links’ (Elsevier), ”Publieke omroep ‘te links’ (Geen Stijl), ‘Raad voor Cultuur: publieke omroep te links’ (Televizier), ‘De publieke omroep is ‘te links’ en dat komt door de VARA’ (HP/De Tijd), ‘Raad van Cultuur: NPO te links‘ (De Telegraaf) of ‘Vara domineert publieke omroep’ (Villamedia). De Volkskrant en PostOnline voegen in de kop toe dat het om een lid van de Raad voor Cultuur gaat die spreekt. De anderen doen alsof niet Weggeman op persoonlijke titel spreekt, maar de Raad voor Cultuur als organisatie.

Weggeman beweert in De Volkskrant dat de publieke omroep te weinig doet aan talentontwikkeling en niet pluriform is. De omroep is hem te links: ‘De tegenstelling tussen links en rechts is een beetje ouderwets, maar je kunt het zo noemen. De samenleving wordt niet goed gerepresenteerd. Niet iedereen krijgt evenveel waar voor zijn belastinggeld.

Hij meent ook dat de omroep zich laat leiden door oude namen: ‘Paul Witteman stopt met Pauw & Witteman omdat hij eerder naar bed wil, zegt dat hij een nieuw programma wil en krijgt dat zomaar. De publieke omroep grijpt steeds terug op het old boys network.

De publieke omroep ontkent de kritiek: ‘De publieke omroep wordt door de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet als links ervaren. (..) We bieden een pluriform aanbod waarin uiteenlopende perspectieven en opvattingen de ruimte krijgen. Dat sommige programma’s beter scoren dan andere betekent niet dat we te links en te weinig vernieuwend zijn.

Het is jammer dat de ontvangst van Weggemans kritiek focust op de links-rechts tegenstelling. Dat oogt belangrijk vanwege de politieke verwijzing, maar is voor de kijker minder interessant dan de oude namen die blijven zitten, het gebrek aan talentontwikkeling, de dominantie van kijkcijfers en netwerkprogrammering. Die alarmerende eenzijdigheid vraagt om debat.

De kijker wordt aan de hand van profilering het voorspelbare voorgezet. Het avontuur, het onbekende, het dwarse is in Hilversum zo goed als weggerationaliseerd. Of naar de marge gedrongen omdat het niet past in het format van de omroeppolitiek. Weggeman geeft een aanzet door te concluderen dat de publieke omroep risico loopt een eenheidsworst te worden. Als het dat al niet is.

Het laatste woord is aan programmamaker Jos de Putter (VPRO) die kritisch is op de omroeppolitiek: ‘Het aanbod is altijd iets waar we op de een of andere manier om gevraagd hebben (dat is immers onderzocht) en dat ‘toegankelijk’ wordt aangeboden. Dat is de opdracht die de netcoördinatoren van de politiek hebben meegekregen. En je kan hen niet kwalijk nemen dat ze daar vervolgens naar handelen, want ze zijn benoemd om kijkers te binden. (..) Deze situatie is verontrustend, omdat juist het publieke bestel een taak heeft in een versplinterde samenleving; een samenleving op zoek naar community, naar identiteit -kortom, een samenleving op zoek naar een verhaal. Het is heel verleidelijk om die zo rusteloos zappende kijker, u en ik, eens anders te beschouwen: als iemand die op zoek is naar een verhaal, naar iets wat hij niet kent.

Overheid heeft geen recht anticonceptie verplicht te stellen

Het onderzoeksprogramma van de VARA Zembla besteedt aandacht aan een onderwerp dat het lastig noemt. Mag de overheid ouders die niet voor zichzelf kunnen zorgen verbieden kinderen te krijgen? In een persbericht merkt ZemblaVerslaafde moeders, psychiatrische patiënten, verstandelijk gehandicapten‘ aan als probleemgroep. Volgens Zembla zeggen deskundigen uit jeugdzorg, psychiatrie en de rechterlijke macht dat er wetgeving moet komen ‘die in het uiterste geval ongeschikte ouders kan verplichten tot anticonceptie‘.

KNMG reageert met een persbericht onder de titel KNMG: geen anticonceptie onder dwang. Volgens de artsenorganisatie kleven er principiële en praktische problemen aan de oplossing die in de uitzending van Zembla wordt geschetst. KNMG pleit voor terughoudenheid omdat de integriteit van het menseljk lichaam in het geding is. Daar mogen anderen niet over oordelen. De maatregel van verplichte anticonceptie is in strijd met de fundamentele mensenrechten. KNMG vreest ook voor een hellend vlak. Who’s next?

In de uitzending zegt Pieter van Vollenhoven dat de overheid de verantwoordelijkheid heeft om kinderen van probleemgevallen te beschermen. Vorig jaar rapporteerde deze voormalig voorzitter van de Onderzoeksraad van Veiligheid met zijn raad over 27 gevallen van  kindermishandeling met bijna fatale afloop. Specialisten op het gebied van jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg onderschrijven het standpunt van Van Vollenhoven.

De welzijns- en gezondheidswerkers schieten niet alleen door in hun zorg, ook hun analyse schiet ernstig tekort. Slachtoffers zijn er altijd. Deze deskundigen ontlopen hun verantwoordelijkheid. Kinderbescherming moet in individuele gevallen kinderen beschermen. Verplichte anticonceptie ‘in het uiterste geval’ van ouders uit probleemgroepen laat die individuele benadering los. Het is evenmin in te zien hoe zo’n algemene maatregel past bij de beroepsregels van artsen om het belang van alle patiënten voorop te stellen en te eerbiedigen. Verslaafde moeders, psychiatrische patiënten en verstandelijk gehandicapten verdienen zorg.

De vraag over verplichte anticonceptie van probleemgroepen gaat ook over de rol van de overheid in onze samenleving. Hoeveel verantwoordelijkheid moet de overheid hebben? Zembla omschrijft een onderwerp als lastig dat simpel is. Zoals de KNMG puntig en zakelijk in het persbericht zegt. De oproep van Van Vollenhoven en consorten past in de roep om regelgeving en overheveling van steeds meer macht naar de overheid. Maar het perkt burgerrechten in en da’s de verkeerde richting die Van Vollenhoven voorstaat. Een algemene regel om hele doelgroepen te verbieden kinderen te krijgen gaat te ver, is onnodig en strijdig met de grondrechten.

Foto: De Stem, 21 september 2009. Met intensieve begeleiding mogen de verstandelijk gehandicapte ouders hun baby Hendrikus zelf opvoeden. In sommige gevallen biedt begeleiding echter geen soelaas. De PvdA wil gedwongen anti-conceptie bij verslaafde en verstandelijk gehandicapte moeders mogelijk maken. foto Raphaël Drent/GPD.

PvdA’er John Leerdam verlaat swingend de kamer

PvdA’er John Leerdam is na vijf weken als tijdelijk kamerlid opgestapt. Hij verving sinds 29 februari Sharon Dijksma die met zwangerschapsverlof is en naar verwachting op 15 mei terugkeert. Leerdam ging serieus in op vragen van VARA-verslaggever Lex Uiting in het radioprogramma Giel van 3FM over de vervroegde vrijlating van straatterrorist Jael Jablabla. Leerdam zegt zelfs dat ‘onze vicefractievoorzitter Jeroen Dijsselbloem hier al over heeft gesproken en het in de gaten zal blijven houden’. Maar Jablabla bestaat niet.

Leerdam is theatermaker, zoon van een Surinaamse vader en een moeder van St. Kitts. Hij doet me denken aan de Surinaamse schrijver Edgar Cairo (1948-2000) die ooit naar een VPRO-radioprogramma belde waar de hele vrijdag met gasten werd gedebatteerd over de toestand in de wereld. Cairo had maar een opmerking: ‘jullie draaien te weinig muziek’. Ofwel, Cairo en Leerdam brengen emotie waar te veel rede ontstaat.

Tragiek van Leerdam is dat-ie gedwongen was zich aan de Haagse rationalisaties aan te passen. Daar ligt niet zijn kracht. Leerdam weet te dramatiseren door amusement. Daartoe hoeft-ie geen dossiervreter of intellectuele hoogvlieger te zijn. Middelmatige kamerleden met die pretentie zijn er al voldoende. Dat Leerdam zichzelf niet kon zijn in Den Haag is alarmerender voor de werking van de partijpolitiek en het politieke systeem dan zijn publicitair wat onhandige stap zonder veel gevolgen. John Leerdam verdient een volgende kans om het idee te weerleggen dat alleen grijze muizen onder de kaasstolp zijn gewenst. In een vrije rol.

Pim Fortuyn 10 jaar later. Wat heeft het opgeleverd?

UPDATE 6 mei: Tien jaar geleden werd Pim Fortuyn vermoord. Nederland was in schok en is nog niet bekomen van de schrik. Nabeschouwingen schetsen het belang van Fortuyn. Als bij een verloren voetbalwedstrijd. 

Het is 1997. Marcel van Dam en Pim Fortuyn gaan in het VARA-programma Het Lagerhuis in debat over de islamisering van Nederland. Fortuyn zit nog niet in de politiek en heeft een boekje ‘Tegen de islamisering van onze cultuur‘ geschreven. Van Dam doet de volgende uitspraak tegen Fortuyn: U bent een buitengewoon minderwaardig mens. Weet u dat? Door deze emotionele uitbarsting verliest Van Dam het debat.

Daarna ontkent Van Dam dit gezegd te hebben en worden door de VARA beelden jarenlang niet vrijgegeven. In terugblikken moet Van Dam alsnog door het stof. Het voedt de mythe van de linkse kerk. De uitspraak wint aan belang wanneer Fortuyn in 2001 de politiek ingaat. Eerst voor Leefbaar Nederland en daarna voor de LPF. De uitspraak ondersteunt de claim van Pim Fortuyn dat-ie gedemoniseerd wordt door de gevestigde politiek.

Vandaag is het 10 jaar geleden dat het debat na afloop van de gemeenteraadsverkiezingen van 6 maart 2002 werd uitgezonden. Op 7 maart kort na middernacht. Paarse regenten Ad Melkert (PvdA) en Hans Dijkstal (VVD) begrijpen Fortuyn niet, hebben geen antwoord op hem en vergooien hun politieke toekomst. Balkenende opereert handiger en wordt minister-president. De landelijke verkiezingen van 15 mei 2002 komen eraan.

In de media wordt 10 jaar later terugblikt op het debat tussen een vrolijke Fortuyn die voor het eerst aan de tafel van de macht mag plaatsnemen met een zure, wrokkige Melkert en een geïrriteerde Dijkstal. Ik herinner me goed het met stijgende verbazing te hebben bekeken in de wetenschap dat hier iets historisch gebeurde. Toch had ik vaak op Hans van Mierlo (D66) gestemd en was fan van Paars. Maar de claim op het pluche van deze leiders oogde potsierlijk omdat ze hun eigen tijd niet begrepen en hun eigen rol overschatten.

Wat is de oogst van Fortuyn? Da’s een kwestie van perspectief. Sommigen zeggen dat-ie de weg voor Geert Wilders heeft gebaand. Om Wilders te demoniseren wordt Fortuyn met terugwerkende kracht opgehemeld. Politieke omgangsvormen zijn door Fortuyn losser geworden, maar het politieke systeem is nog even gesloten als 10 jaar geleden. Functies in het openbaar bestuur gaan nog steeds door de trechter van de partijpolitiek. Nog slechts 2% van de bevolking is partijlid en 98% mag niet op eigen kracht meedoen. Erg minderwaardig.

Beeldreligie

Op 4 januari 1964 zond het satirische VARA-programma Zo is het toevallig ook nog ‘ns een keer een sketch over Beeldreligie uit. Gebaseerd op een Engels voorbeeld maakte het de opmars van de televisie in bijbelse termen belachelijk. Kerkleiders en voornamelijk christelijke politici protesteerden, maar de VARA-leiding hield voet bij stuk. In 1966 kwam er een einde aan Zo is het .. vanwege een sketch over rellen in Amsterdam.

Sinds die tijd smacht Nederland naar een politiek satirisch programma dat dicht op de actualiteit zit. Toen het eigenlijk niet kon was het er, en nu het wel kan is het er niet. Misschien de ware voedingsbodem voor satire. De luxe van het kiezen en de vrijheid maakt programmmakers en omroepbazen lui.

Het tegenwoordige cabaret toont als aflaat en mist urgentie. Kluchtig en boertig, pruik en aangeplakte snor, liedje en grapje, maar alles zo ingebed in een format dat het al bij voorbaat onschadelijk is. Na het literair-absurde Zo is het .. kwam het politiek-cabarateske radioprogramma In de Rooie Haan dat overging in het cabareteske Spijkers met Koppen. Alleen het VPRO-programma Van Kooten en de Bie deed een goede poging, maar miste uiteindelijk scherpte door het scala aan typetjes dat de macht overnam.

Het tekent de ontwikkeling. De avant-garde van weldenkend Nederland werd vervangen door inwisselbare televisieprofessionals. Zoals nu voor de totale Nederlandse omroep geldt. Het wachten is op narrowcasting dat oude scherpte terugbrengt.

Schoppen tegen huidige wantoestanden is iets wat de VARA nu niet meer zou kunnen. De verwording in omroepland uit zich in het oprekken van programmacategorieën als informatie en kunst, die toenmalig minister Brinkman in 1984 in zijn medianota formuleerde. Het mocht niet baten. Een quiz, een kerkkoor, life style alles valt er tegenwoordig onder. Kijkcijfers staan centraal en netcoördinatoren hebben de macht gegrepen. Alles loopt in elkaar over.

De verzuiling maakte Zo is het .. mogelijk. De VARA bood een relatieve vrijplaats waar kritische schrijvers, journalisten en acteurs konden stoeien. Zuilen wilden zich van elkaar onderscheiden. Nu worden restanten van dezelfde verzuiling krampachtig bij elkaar gehouden. Elke gedachte om zich van de ander te onderscheiden wordt door het systeem gefrustreerd. Nog meer dan voorheen staat de overlevingsstrategie van het bestel centraal. Programma’s zijn ondergeschikt geworden. We zien het elke dag.

Foto: Gezin kijkt televisie, omstreeks 1958