Johnny Staccato (1959-1960)

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 15 januari 2013. Licht gewijzigd.

Johnny Staccato is John Cassavetes. Maar Johnny Staccato is ook een detective serie van NBC die in het seizoen 1959-1960 uitgezonden werd. Met succes. Johnny Staccato is een jazz-pianist in New York die bijklust als detective. John Cassavetes is de ultieme tough guy die zich kracht aanmeet en finesse suggereert. Het thema is van Elmer Bernstein

Johnny Staccato is Film Noir. Vleugje avant-garde en beatnik met taaie straatwijsheid aangelengd. In het jaar van Michelangelo Antonioni’s L’Avventura die onder scherpe schaduwen de eenzaamheid verbeeldt. Waar mensen verdwijnen alsof het niks is. Zoals Johnny Staccato blijvend in de nacht van 1960 verdwijnt en blue notes hem begeleiden.

Staccato swingt dankzij het hollen en stilstaan van componist Elmer Bernstein. Onheilspellend toont het mysterie. Niet mis te verstaan ontrolt zich de soundtrack. Dubbelop. Vet en cool van romantiek. Zo stemmig.

Still van John Cassavetes als pianist (links) in Johnny Staccato (1959).

Paul Cliteur foetert voor een radicaal-rechts gehoor op de publieke omroep

Schermafbeelding van deel artikelDe NPO onder vuur van Paul Cliteur: is er sprake van politieke vooringenomenheid?‘ van Nieuwsredactie DDS, 25 februari 2023.

Bij dit artikel over Paul Cliteur plaatste ik vandaag onderstaande reactie. Een FB-vriend noemde dat ‘terug-trollen‘, maar ik zou het eerder een protest tegen het radicaal-rechtse trollen willen noemen:

Cliteur redeneert niet zuiver. Hij leidt uit tweets over specifieke programma’s het algemene af. Namelijk dat de publieke omroep politiek vooringenomen is. Dat is ondeugdelijk argumenteren. 

Cliteur doet aan stemmingmakerij. Aan hem is de nuance niet besteed. In elk geval kun je niet afleiden uit een of meer talkshows dat de publieke omroep vooringenomen is. 

Cliteur steekt zijn vinger uit het raam en laat daaruit de weersvoorspelling voor de komende 14 dagen weten. 

Cliteur zou in zijn opinie ook mee moeten nemen dat politici als Wilders (PVV) en Baudet (FVD) onwillig zijn om in talkshows op te treden. En als ze al bereid zouden zijn, dan stellen ze bijkomende eisen aan redacties die niet realistisch zijn. 

PVV en FVD zitten helemaal niet op deze talkshows te wachten. Deze partijen willen de volledige controle hebben over hun eigen uitingen. Zonder interventie of relativering. 

Daar hebben deze partijen bewust voor gekozen. Daarom richten ze zich voornamelijk op hun eigen sociale media waar ze hun opinies zonder tegenspraak kunnen verzenden. Ook zonder controle of wat ze beweren wel in lijn met de waarheid is. 

PVV en FVD zijn er dus zelf niet in geïnteresseerd om hun partijleider of kaderleden naar deze talkshows af te vaardigen. Daarbij komt dat ze strikt hiërarchisch georganiseerd zijn en dat de partijleider of het fractiebestuur kamerleden verbiedt om in de publiciteit te treden. Die is weggelegd voor de partijleider en een kleine groep getrouwen. 

Omroepverenigingen hebben hun eigen profiel en nodigen gasten uit die daarbij passen. Bij de EO komt het debat altijd uit bij God, Christus of bijbel. Bij de VPRO gaat het om vrijzinnigheid en non-conformisme. Bij KRO-NCRV gaat het over begrippen als medemenselijkheid en wereldburgerschap. Bij AVRO-TROS gaat het over ondernemen en de status quo. Etc. 

Cliteur lijkt te vergeten dat er andere programma’s dan talkshows zijn waar politici in op kunnen treden. Zoals nieuws- of achtergrondprogramma’s. Die moet hij in zijn opinie meewegen als hij een representatief beeld van de publieke omroep wil geven. 

Uiteraard lobbyen kamerleden om in beeld te komen. Dat is hun garantie om op een verkiesbare plek op de kieslijst te komen. Binnen een grote partij als de VVD zijn de kamerleden elkaars concurrenten. Ze hebben voor hun verkiesbaarheid niets te duchten van leden van andere partijen. Dus de tegenstellingen om in beeld gekomen in een talkshow bestaat eerder binnen dan tussen partijen. 

Een ander feit is dat een kamerlid van een grotere partij een beperkt aantal portefeuilles heeft om zich mee te kunnen profileren, en daarmee expertise opbouwt. Dat is interessanter dan een generalist die over van alles meepraat, maar nergens echt verstand van heeft. Er zijn uitzonderingen als Omtzigt die echter zo zwaar belast is dat hij relatief weinig aandacht aan de publiciteit kan besteden. 

Wat wil Cliteur bewijzen met zijn opinie over het vermeende gebrek aan representatie van de publieke omroep? Zijn betoog rammelt en klinkt als een hondenfluitje vol toespelingen voor de eigen achterban, maar een deugdelijk betoog is het niet. 

En het ergste is, dat weet hij zelf als geen ander, maar toch lanceert hij deze quatsch.

Cy Coleman at a cocktail party (1959)

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 2 augustus 2015.

Eigenaar van Playboy Hugh Hefner maakt in 1959 als bijproduct van zijn tijdschrift Playboy’s Penthouse. Op de party die echt aanvoelt gaat het relaxed toe. Echte drank wordt geschonken en geserveerd door bunny’s in het eerste nationale programma op de Amerikaanse televisie waar zwart en wit bij elkaar zitten en als gelijken feesten.

Platenhoes van ‘Playboy’s Penthouse‘ van Cy Coleman and his orchestra. Coleman schreef de titelmuziek voor het programma.

Pianist en songwriter Cy Coleman (1929-2004) treedt op in de allereerste aflevering van 24 oktober 1959. Charlie Shavers voegt zich bij Cy en zijn trio in ‘The Best Is Yet to Come’. Een eigen compositie van tekst voorzien door Carolyn Leigh. Muziek verdwijnt achter sophistication. Iedereen heeft overduidelijk een goeie tijd in de geïmproviseerde party.

Wait till you’re locked in my embrace
Wait till I draw you near
Wait till you see that sunshine place
Ain’t nothin’ like it here
The best is yet to come and babe, won’t it be fine?
The best is yet to come, come the day you’re mine
Come the day you’re mine
And you’re gonna be mine

Russische staatstelevisie verkettert en bewondert de Westerse cultuur

De Russische staatstelevisie pakte de afgelopen dagen uit met suikerzoete shows voor Nieuwjaar en Orthodox Kerstmis. Shows die doen denken aan de jaren 1970. Met als grondtoon de gladde, ongevaarlijke muzak van Bert Kaempfert of James Last.

Notabene tijdens een oorlog tegen Oekraïne die ook in eigen land dood en verderf zaait. Volgens de Oekraïense legerleiding sneuvelen er elke dag honderden Russische militairen in de oorlog.

De façade van gespeelde onschuld, afleiding en middel om de moraal te bolsteren doet denken aan een nazi-film als Kolberg die nog in januari 1945 in de bioscoop kwam. Hoe absurd dat ook toen was blijkt uit het feit dat 15.000 tot 20.000 echte Duitse militairen deelnamen aan de strijdscènes, zelfs toen het oostelijke en westelijke front van Duitsland op instorten stonden.

Julia Davis constateert in haar onmisbare Russian Media Monitor een tegenstrijdigheid. De Russische staatstelevisie hamert in opinieprogramma’s met types als Vladimir Solovyov continu op de vernietiging van Oekraïne en de verderfelijkheid van het Westen, en dan vooral de VS, maar leunt voor haar shows op Westerse nummers.

Zoals een Russische cover van het door Frank Sinatra bekend geworden ‘Strangers in the Night‘ (1966). Een compositie van Bert Kaempfert! Maar er is meer. Hoe zit dat, een Westerse cultuur die wordt verketterd én tegelijk wordt nagevolgd? Geeft dat geen beeld van verscheurdheid?

Tweet van Julia Davis, 7 januari 2023.

De video van de Russische 60’s band Singing Guitars is een cover van Neil Sedaka’s One Way Ticket uit 1959. En herinneren we ons Dean Reed nog, de Rode Elvis, die in de jaren 1960 en 1970 furore maakte in de Sovjet-Unie en het Oostblok met Engels- en Spaanstalige nummers die dienden als amusemen? Tegelijk werd hij politiek ingezet voor de promotie van de Baikal-Amoerspoorweg. Tweespalt is de Sovjet-sandwich-formule die nog tot op de dag van vandaag in de Russische Federatie doorwerkt.

Waarom negeert de publieke omroep kunst? Klassieke film ‘Le Mani Sulla Città’ (1963)

Tijdens de feestdagen werden op televisie voor de zoveelste tijd vooral Amerikaanse films gerecycled. Die vooral niet te moeilijk mogen zijn en moeten amuseren.

Het is niet zozeer dat deze films voor de zoveelste keer worden vertoond, maar dat ze op het open net de klassieke cinema die wel wat te vertellen heeft verdrongen. Die is bij de publieke omroepen niet meer te zien. Verbannen. Zelfs buiten prime time onzichtbaar geworden.

Kunst en filmkunst worden door netcoördinatoren en omroepbazen niet meer serieus genomen. Vermoedelijk kennen ze de filmgeschiedenis niet eens, dus zouden ze niet eens weten waarover ze zouden moeten praten.

Filmliefhebbers vinden hun weg wel, maar kijkers die de klassieke cinema niet kennen komen er niet meer mee in contact. Dat is jammer vanuit het oogpunt van kunst- en media-educatie. Deze films kunnen helpen om de waan van de dag te relativeren en jongeren te betrekken bij onderwerpen buiten hun comfort zone.

De publieke omroep negeert bewust haar educatief-culturele taak die opgeofferd wordt voor kijkcijfers en behaagzucht. Wie niet houdt van sport en licht amusement dat de publieke omroep domineert vindt geen alternatief. Ook journalistieke programma’s worden steeds meer teruggedrongen.

De constatering dat de publiek omroep tekortschiet in de aandacht voor kunst is niet nieuw. Van de politiek valt geen verbetering te verwachten. De politiek neemt geen initiatief om kunst op de publieke omroep zichtbaar te maken. Bang dat de kijker een spiegel wordt voorgehouden die tot nadenken stemt. De publieke omroep mist kansen.

De programmering van omroepen rond de feestdagen is een wonder van voorspelbaarheid, saaiheid en risicomijdend gedrag. Alsof het een wetmatigheid is worden suikerzoete tweede- en derderangs kerstfilms uit Hollywood vertoond. Iets anders bestaat niet meer op het open net.

Filmkunst is op de publieke omroep achterhaald. Voorbij. Film is op televisie een halfproduct geworden om tijd te vullen, sfeer te maken en te plezieren. Scherpe kantjes worden niet meer op prijs gesteld. Het is de vraag wie dat het meest niet aankan. Omroep, kijker, politiek of samenleving?

Pleidooi voor scheiding van staat en landbouwlobby

Schermafbeelding van deel artikelWij, kiezers en belastingbetalers, worden met open ogen opgelicht door de veelobby‘ van Tim Reijsoo in de Volkskrant, 21 augustus 2022.

Mijn instemmende reactie op het opinie-artikel van Tim Reijsoo in de Volkskrant van 21 augustus 2022:

Eens met het commentaar. Zoals Tim Reijsoo opmerkt is het merkwaardig dat we de deconstructieve macht van de landbouwlobby kennen, maar die merkbaar niet terug kunnen dringen. De landbouwlobby heeft VVD en CDA vooral op regionaal niveau in de zak.

De agro-industrie zal haar verdienmodel van optimaal producerende melkveeboeren niet vrijwillig opgeven. Maar de politiek is onmachtig en heeft met het CDA een verrader van de algemene zaak in het kabinet om dat krachtig te veranderen. Hoewel minister Van der Wal voet bij stuk houdt.

Er zijn nog drie aspecten die genoemd hadden kunnen worden:

1) De media zitten ook steeds meer in de zak van de radicale boeren en de agro-industrie. Als de boeren een overleg hebben met Remkes dan besteedt het NOS Journaal daar zoveel zendtijd aan zonder enige kritische duiding dat het sterk lijkt dat de NOS promotie voor boeren en agro-industrie maakt. De publieke omroep laat zich intimideren en houdt de rug uit lafheid niet langer recht. Als de natuur- en milieuorganisaties een week later ook zo’n overleg hebben met Remkes dan doet het NOS Journaal dat af in 30 seconden.

2) De invloed van de boeren en boerenorganisaties doet zich op het laagste democratische niveau vooral gelden in besturen van waterschappen die op ondemocratische wijze worden gekozen. Met zetels voor belangengroepen. Daar wordt beslist om het waterpeil in polders en weteringen laag te houden omdat dit de boeren dient, maar niet de burgers en Nederland als geheel. Zie de huidige lage waterstand die daar mede een gevolg van is.

3) De Nederlandse boeren werken voor meer dan 75% voor de export. De voedselvoorziening van Nederland komt met het reduceren van de veestapel met 50% dus niet in gevaar. Duurzaam producerende boeren zouden meer steun van politiek, media en publieke opinie moeten krijgen. Ze geven het voorbeeld voor de toekomst van de Nederlandse landbouwsector: kwaliteit boven kwantiteit. Het bovenproportioneel beslag dat vooral de melkveeboeren leggen op de grond is onhoudbaar en niet meer van deze tijd in een zich ontwikkelend Nederland (Ruimtelijke Ordening) waar woningbouw, infrastructuur, bedrijven en natuur en ontspanning hun plek moeten kunnen vinden.

NOS Journaal mist het nieuws. Wat zeggen de fouten en wat moeten we ermee?

Henk Bleker in het bulletin van 20.00 uur van het NOS Journaal van 5 augustus 2022.

I. Mijn misnoegen over de in mijn ogen tekortkomingen van het NOS Journaal heb ik hier vaker geuit. Ik weet niet goed of dat gerechtvaardigd is. Dat ik het NOS Journaal een gebrek aan context verwijt kan ook mijn tekortkoming zijn. Mijn gebrek aan context en relativering.

Want hoe eerlijk is het om de hoge standaard van de top van de westerse journalistiek, zoals ik die vooral ken van Britse en Amerikaanse media, te projecteren op het NOS Journaal? Dat heeft onvoldoende middelen voor zo’n hoge standaard. Er is blijkbaar te weinig budget en het ontbreekt aan voldoende hoog gekwalificeerde journalisten en bureauredacteuren om zo’n standaard hoog te houden.

Toch was ik ondanks die bedenkingen gisteren ontdaan over de eerste twee items van het bulletin van 20.00 uur van het NOS Journaal van 5 augustus 2022 die naar mijn idee zelfs een middelmatige standaard niet haalden. Wat moet de Nederlandse nieuwsconsument met dit NOS Journaal?

De eerste twee items die de opening vormden misten in mijn ogen het overzicht, het politieke inschattingsvermogen en de stoot, de punch die er een volwaardig journalistiek Item van had gemaakt. 

Deze items bleven in mijn ogen hangen in halfslachtigheid en de niet ingeloste belofte van zorgvuldige verslaggeving en analyse van het nieuws. Ik vond het niet goed.

Daarnaast had ik vooral bij het eerste item bedenkingen over de politieke invalshoek die de redactie en verslaggevers van het NOS Journaal kozen. Ik kreeg de indruk dat het NOS Journaal zo bevreesd is om door radicaal-rechts gestigmatiseerd te worden als staatsomroep dat het doorsloeg naar de andere kant en zich tot woordvoerder van radicaal-rechts maakte. Dit NOS Journaal is niet links, maar rechts.

Hoe de hoofdredactie van NPO Nieuws kan menen dat dit bulletin in verslaggeving en politieke analyse de nieuwsconsument volledig informeert is het raadsel waar ik mee bleef zitten.

II. Het eerste item ging over het stikstofoverleg In Utrecht. Dat werd voorgesteld als een sportwedstrijd tussen de regering inclusief bemiddelaar Johan Remkes aan de ene kant en de boerenorganisaties aan de andere kant. Het vermogen van het NOS Journaal ontbrak om dit overleg in een context te plaatsen. 

Niet alleen kreeg voormalig CDA-landbouwstaatssecretaris Henk Bleker ruimte om het boerenbelang naar voren te brengen en af te geven op de regering waar hij 10 jaar geleden nog deel van uitmaakte, maar zijn rol en functie in dit dossier werd in het verslag niet belicht.

Juist door toenmalige CDA’ers als Bleker die jarenlang elke hervorming van het landbouwbeleid blokkeerden en niet opereerden als dienaar van de publieke zaak, maar als lobbyist voor de agro-industrie, de Rabobank en de landbouwsector zitten Nederland en de boeren nu met een stikstofprobleem opgezadeld dat niet tijdig aangepakt is. Nu positioneert Bleker zich als deel van de oplossing, terwijl hij deel van het probleem is. Maar het NOS Journaal stipt zijn vroegere blokkerende rol niet eens aan. Waarom niet?

Een andere onevenwichtigheid was dat in het item elke verwijzing naar natuur- en milieuorganisaties en wetenschappers ontbrak. Dat had in de afronding van het item gekund, maar dit tegengeluid ontbrak volledig. Deze organisaties en wetenschappers waarschuwen ervoor dat het regeringsbeleid van 50% stikstofreductie niet afgezwakt kan worden.

Als de bureauredactie van het NOS Journaal beter had nagedacht of meer politieke durf had getoond om objectief te zijn, dan had het grofweg drie posities geschetst: de boeren die voor afzwakking van het regeringsbeleid gaan en de invoering van maatregelen willen vertragen, het regeringsbeleid en de natuurorganisaties die het regeringsbeleid als een minimum zien waar niet aan gemorreld kan worden. 

Dit conflict tussen drie posities werd door het NOS Journaal gereduceerd tot een conflict tussen twee posities. Dat is geen informatie van de nieuwsconsument, maar desinformatie. Het NOS Journaal gaf volop ruimte aan vier zich radicaal uitende vertegenwoordigers van boerenorganisaties, maar liet geen enkel geluid horen uit de natuur- en milieuorganisaties of de wetenschap.

Wie er nader over nadenkt zal moeten constateren dat de invalshoek van het NOS Journaal absurd is. Radicale tegen het binnenlands terrorisme aanleunende boerenleiders en opportunisten als Bleker krijgen zonder enig woord van kritiek gratis zendtijd, terwijl de stem of visie van natuurorganisaties en wetenschappers niet worden verwoord.

III. Over het tweede item zal ik kort zijn. Dat ging over de uitkomsten van het proces dat enkele nabestaanden van de slachtoffers van de schietpartij in de VS in 2012 op de Sandy Hook-school tegen de radicaal-rechtse complotdenker Alex Jones (Infowars) hadden aangespannen.

Jones moest degenen die hem hadden aangeklaagd niet alleen 4,1 miljoen dollar schadevergoeding betalen en verloor dus deze zaak, maar Jones’ advocaten lekten per vergissing zijn toenmalige telefoonverkeer aan de tegenpartij. Het NOS Journaal bracht netjes deze feiten, maar vergat om de zaak in een bredere context te zetten.

De zaak zorgde de afgelopen dagen voor opschudding in de VS omdat complotdenker Jones tijdens de Trump-jaren een centrale rol had in de radicaal-rechtse beweging en contact had met belangrijke mensen daarin. Zoals Trumps adviseur Roger Stone. Die contacten zelf dreigen nu door de onthulling van Jones’ telefoonverkeer in gevaar te komen. 

De essentie van de Alex Jones-zaak noemde het NOS Journaal niet. Namelijk dat zowel de 6 Januari-commissie van het Huis en federale onderzoekers de telefoongegevens van Jones hebben opgevraagd om daar mee aan de slag te gaan en mogelijk types als Stone aan te klagen. De essentie van de rechtszaak tegen Jones was dus niet zozeer zijn veroordeling, maar het onthullen van feiten over Jones’ contacten in Trumpiaanse radicaal-rechtse kring.

IV. Het lijkt ongepast om te hard te oordelen over dit NOS Journaal en NPO Nieuws. Het ontbreekt zichtbaar aan middelen en kwaliteit. Dat uit zich trouwens ook in de vele technische storingen om via NPO Start online terug te kijken. Met de melding ‘failed to retrieve the server certificate‘ geeft de publieke omroep zich publiekelijk een brevet van onvermogen. De techniek is niet op orde en de klachten daarover worden op sociale media breed gedeeld. Dat stoot potentiële kijkers af.

Als het NOS Journaal met Nieuwsuur het paradepaardje van de nieuwsvoorziening van de publieke omroep wil zijn, dan heeft het ondanks verzachtende omstandigheden (vakantie, klein land) een standaard hoog te houden. Ik betwijfelde gisteren of die werd gehaald. Ik meende zelfs dat de redactie van het NOS Journaal aan de promotie van radicaal-rechtse praatjes deed. Het NOS Journaal wekte sterk de indruk voor complotdenkers te buigen.

Het is de samenleving die bepaalt of het NOS Journaal en NPO Nieuws de middelen krijgen om volgens een hoge journalistieke standaard te werken en wat zelfbewuster, ambitieuzer en kwalitatiever te opereren. De constatering dat dit niet lukt is niet bedoeld om de publieke omroep niet serieus te willen nemen, maar om die juist wel serieus te nemen. Versterk de nieuwsvoorziening van de publieke omroep en maak er een bastion van kwaliteit van.

Beeldreligie

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 12 mei 2011.

Amerikaans militair kijkt televisie met zijn gezin, 1954.

Op 4 januari 1964 zond het VARA-programma Zo is het toevallig ook nog ‘ns een keer een sketch over Beeldreligie uit. Het was gebaseerd op een Engels voorbeeld en maakte de opmars van de televisie in bijbelse termen belachelijk. Kerkleiders en christelijke politici protesteerden, maar de VARA-leiding liet het gebeuren. In 1966 kwam er een einde aan Zo is het ..vanwege een sketch over rellen in Amsterdam.

Sinds die tijd smacht Nederland naar een politiek satirisch programma dat dicht op de actualiteit zit. Toen het eigenlijk niet kon was het er, en nu het wel kan is het er niet. Misschien de ware voedingsbodem voor satire.

Hedendaags cabaret mist urgentie. Kluchtig en boertig, pruik en aangeplakte snor, liedje en grapje, maar ingebed in een format dat het bij voorbaat onschadelijk maakt. Na het literair-absurde Zo is het .. kwam het politiek-cabarateske radioprogramma In de Rooie Haan dat overging in het cabareteske Spijkers met Koppen. Het VPRO-programma Van Kooten en de Bie kwam ver, maar ontspoorde door typetjes die de macht overnamen. 

De avant-garde van weldenkend Nederland werd vervangen door inwisselbare programmamakers. Zoals voor de hele Nederlandse omroep geldt. Het wachten is op narrowcasting dat oude scherpte terugbrengt.  

Verzuiling maakte Zo is het .. mogelijk. De VARA bood een vrijplaats voor kritische schrijvers, journalisten en acteurs. Zuilen wilden zich onderscheiden. Nu worden restanten van dezelfde verzuiling krampachtig bij elkaar gehouden. Elke poging tot onderscheid wordt door het systeem gefrustreerd. Programma’s zijn ondergeschikt. We zien het elke dag.

VPRO Gids: Blinde vlek over secretaresses

Schermafbeelding van deel aankondiging van de documentaire ‘Good Ol’ Freda’ in VPRO Gids 24; 2022 van 16 juni 2022.

Al jaren lees ik de VPRO Gids. Of liever gezegd, ik krijg de papieren gids in de bus. Ik lees de artikelen en artikeltjes zelden. Het is me uitsluitend om de uitzendschema’s te doen en het steunen van omroep VPRO. Het grootste deel van de VPRO Gids is naar mijn idee ruis en aantoonbare onzin waarvan de relevantie doorgaans betwistbaar is. Het zit tussen mediawetenschap die dieper graaft en oppervlakkig amusement in. Dat is een onmogelijke positie om lezers passend te informeren.

Neem een tekst op donderdag 16 juni 2022 van Hans van Wetering over de documentaire ‘Good Ol’ Freda‘ uit 2013 van Ryan White over Freda Kelly. Zij wordt voorgesteld als de secretaresse van The Beatles die krenterig zou zijn bedeeld door de vier popmiljonairs.

Over deze documentaire schrijft Van Wetering in het stukje met de titel ‘Krenterige Kevers‘: ‘Het is misschien de eerste documentaire ooit over een secretaresse. Het leven van een secretaresse spreekt nu eenmaal weinig tot de verbeelding‘. 

Hèh? 

De eerste bewering is ook voor een doorsnee nieuwsconsument onzin ondanks de slag om de arm die Van Wetering maakt met dat lekker makkelijke ‘misschien‘ en de tweede bewering is dubieus en laatdunkend. Waarom zou het leven van een secretaresse ‘nu eenmaal‘ weinig tot de verbeelding spreken? Van Wetering schept verwarring en doet aan desinformatie.

Van iemand die over televisie, media en film schrijft in een omroepblad mag enig verstand van zaken én een mening die is gestoeld op mensenkennis en een uitgekristalliseerd, evenwichtig wereldbeeld verwacht worden. Van Wetering lijkt zowel niet aan het een als het ander te voldoen.

Hoe zo’n laatdunkende houding over secretaresses bij de linksige VPRO past is de vraag. Niet alleen schrijft Van Wetering in opdracht, maar de eindredactie van de VPRO Gids, te weten Robert-Jan Breeman, Martin ten Broek en Jos Schöttelndreier legitimeert de stukjes door ze te plaatsen. Beseft de VPRO Gids de eigen vooringenomenheid niet? Of geldt voor het linksige liberalisme van de VPRO dat moralisme en arbeiderisme vermeden moeten worden en alles gezegd moet kunnen worden? Mist het in dat linksige wereldbeeld past.

Iedereen met kennis van zaken in de omroepwereld kent de documentaire over Traudl Junge, de secretaresse van Hitler. Op haar memoires werd de filmDer Untergang‘ (2004) gebaseerd. Met een ontketende Bruno Ganz als de Duitse dictator in zijn laatste dagen in de bunker onder de Reichstag.

Schermafbeelding van aankondiging ‘Hitlers Sekretärin: Im toten Winkel‘ voor VPRO Cinema op VPRO Gids, waarschijnlijk 2013.

Traudl Junge werkte mee aan de documentaireHitlers Sekretärin: Im toten Winkel‘ die in 2002 werd uitgebracht. Het was een initiatief van André Heller en regisseur was Othmar Schmiderer. Deze documentaire wordt notabene op de site van de VPRO Gids besproken. 

Er bestaat blijkbaar een Oostenrijks subgenre over secretaresses van Nazi-kopstukken die door hun blinde vlek in een dode hoek zijn beland, want in 2016 verscheen de documentaireEin Deutsches Leben‘ over Brunhilde Pomsel, de secretaresse van Joseph Goebbels. Wellicht is het een idee voor de VPRO om te proberen dat subgenre te duiden in een programmareeks die televisie- en filmtheorie, politiek, geschiedenis, psychologie, waarheidsvinding en uitlegkunde (‘hermeneutiek’) combineert.

Schermafbeelding van deel artikelGoebbels’ secretary claimed she ‘knew nothing of Nazi crimes‘ van juli 2016 op DW.

Er zijn twee voorwaarden om deze documentaires te kunnen maken. De secretaresses moeten een hoge leeftijd bereiken om door een jonge generatie filmmakers opgemerkt te worden. Welnu, Pomsel werd 106 en Junge 81 jaar oud. En ze moeten in zekere zin apolitiek zijn geweest om achteraf te kunnen uitweiden over eigen naïviteit, schuldgevoel en verantwoording om aan een moorddadig regime steun te hebben gegeven. Dat geeft spanning over wat de secretaresses wisten, wat ze deden en welke draai ze daar achteraf aan geven. Want het is onwaarschijnlijk dat ze van niks wisten en pas later tot het besef kwamen aan welke misdaden ze hadden meegewerkt.

Er zijn vele documentaires waarin secretaresses een belangrijke rol spelen omdat ze dicht op de macht zaten en daar achteraf direct of via hun getuigenis verslag van kunnen doen. Dat maakt dat deze secretaresses tot de verbeelding spreken. Denk bijvoorbeeld aan FDR’s secretaresse (en minnares?) Marguerite LeHand die in Ken Burns 7-delige documentaire serie The Roosevelts (2014) fungeert. Of de films over Leon Trotsky’s secretaresse Sylvia Ageloff wiens vriend Ramón Mercader deze opponent van Stalin in 1940 in Mexico vermoordde.

Zo zijn er vele secretaresses die op kantelpunten in de geschiedenis vooraan stonden bij politieke, culturele of maatschappelijke gebeurtenissen. En daar over kunnen vertellen. Ze waren zijdelings aanwezig bij belangrijke voorvallen of beraadslagingen waar geen andere getuigenis van is overgeleverd.

Niet over alle secretaresses zijn uiteraard documentaires gemaakt, maar de mogelijkheid voor film- en programmamakers is aanwezig om dat te doen. Mits de secretaresses willen meewerken en ze geen geheimhoudingsverklaring hebben ondertekend. Denk aan de secretaresse of secretaris van Donald Trump wat die zou kunnen vertellen.

De positie van secretaresses in de gangen van de macht (‘corridors of power‘) spreekt tot de verbeelding bij een hedendaags publiek. Deze secretaresses zijn de spreekwoordelijke ‘fly on the wall‘. Dat het aanspreekt heeft te maken met de authenticiteit van het putten uit de eerste bron, maar ook met de omgang met de macht van een secretaresse die halfweg in een ongebruikelijke positie vertoeft.

Overweldigende eerste hoorzitting van 6 januari commissie. Maar wie laat zich meeslepen?

De kop is eraf. Op 9 juni 2022 vond de eerste van de zes hoorzittingen plaats in het Amerikaanse Huis. De Select Commitee dat de aanval van 6 januari 2021 op het Capitool onderzoekt presenteerde haar bevindingen. Deze commissie is geen rechtbank die Trump en zijn medewerkers kan aanklagen, maar presenteerde het bewijs wel alsof Trump werd aangeklaagd. Het ministerie van Justitie kan Trump en zijn medewerkers wel aanklagen. 

De Republikeinse vice-voorzitter Liz Cheney presenteerde haar bewijs als een aanklager. Ze maakte indruk door haar zakelijke, sobere en overtuigende bewijsvoering. 

In de media werden vergelijkingen gemaakt met 1954 toen tijdens de McCarthy-hoorzittingen de controversiële senator Joe McCarthy door een advocaat toegebeten werd ‘Hebt u geen schaamte’? Datzelfde wordt nu tegen Trump gezegd. Of de historische vergelijking met de hoorzittingen in 1954 (McCarthy) en 1973 (Watergate) hout snijdt zal de geschiedenis leren. Het echte citaat van de McCarthy-hoorzittingen wat Joseph Welch tegen McCarthy zei is overigens ‘Have you no sense of decency, sir, at long last? Have you left no sense of decency?‘ Een kwestie van fatsoen dus.

De opzet van de hoorzittingen is meerledig. 1) Het tot in detail informeren van het publiek en het parlement over wat voor, op en na 6 januari 2021 gebeurde in wat een vanuit het Witte Huis georkestreerde staatsgreep was. 2) Zorgen door preventie dat de omstandigheden zo aangepast worden dat zich zoiets nooit meer kan herhalen. Dat is brisant omdat het niet ondenkbaar is dat Trump de verkiezingen van 2024 steelt, zoals hij dat in 2020 zonder succes trachtte te doen.

3) Aantonen dat oud-president Trump er kennis van had dat hij de verkiezingen van november 2020 verloren had, maar de leugen bleef promoten dat hij gewonnen had. Tijdens de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 hield Trump zich gedurende meer dan drie uur inactief.

4) Wat de commissie probeert aan te tonen is dat Trump geen maffiabaas is die loyaliteit eiste zonder dat te hoeven specificeren. Hij trok wel degelijk aan de touwtjes, wist wat er speelde en gaf met zoveel woorden opdrachten aan zijn medewerkers met wie hij overlegde en zocht contact met lokale bestuurders met de intentie om de uitslag van de presidentsverkiezingen niet te certificeren, zodat hij aan de macht kon blijven. De juridische term die voor dat mentale element bestaat om met intentie een misdrijf te plegen is ‘mens rea‘.

Hoe een en ander zal uitwerken in de publieke opinie en in de Republikeinse partij is ongewis. De Republikeinen houden zich tot nu toe gedeisd. Van een publiekelijk laten vallen van Trump is nog geen sprake, hoewel mogelijk de interne weerstand tegen hem toeneemt. Mede omdat zijn electorale aantrekkingskracht uitgewerkt raakt. Op enkele rechts-radicale hardliners na die hem zullen blijven steunen. Maar ook zij zijn deel van het onderzoek en zijn in het vizier gekomen van de commissie omdat ze actief deelnamen aan de opstand tegen de Amerikaanse democratie. Dat komt in de volgende hoorzittingen aan de orde.

Hoe de hoorzittingen van invloed zijn op de tussentijdse verkenningen van november 2022 en de koers van de Republikeinse partij valt niet te voorspellen. Als die partij al sinds 1960 afstand neemt van de democratie valt niet te verwachten dat zo’n ontwikkeling van meer dan 60 jaar door deze hoorzittingen gerepareerd kan worden. Wellicht kunnen enkele scherpe kantjes afgesleten worden.

De hoorzittingen lijken electoraal toch een rol te gaan spelen. Dan zullen ze van historische betekenis blijken te zijn zoals de McCarthy en Watergate hoorzittingen. Na 1954 en 1973 wordt dan 2022 een gedenkwaardig jaar voor de Amerikaanse politieke geschiedenis. Zeker weten doen we het nog niet.