Schermafbeelding van deel schriftelijke vraag ‘Bescherm Utrechtse Rietveld-pui’ in de gemeenteraad Utrecht, gepubliceerd op 17 mei 2023.
Verbaasd om samen te zijn, moest ik denken toen ik deze schriftelijke vraag las die werd gesteld door enkele Utrechtse raadsleden. Wie waren dat? PvdA, GL, Student & Starter en PVV.
De vraag is even interessant als de samenstelling van het groepje raadsleden dat de vraag stelt. Het gaat over de pui van een winkelpand aan de Oudegracht die in 1961 door Gerrit Rietveld is ontworpen.
F. de Jonge, ‘Gezicht op de etalage en lichtreclame van kantoorboekhandel Mado (Oudegracht 119) te Utrecht, bij nacht, met rechts de Drieharingstraat‘, 1991-93. Collectie: Het Utrechts Archief, INV 854426.
Velen zullen het pand nog kennen als kantoorboekhandel MADO die er jarenlang gevestigd was. Een artikel van juni 2022 over deze winkel sluit architectuurhistoricus Arjan de Boer zo af: ‘Op dit moment is er een verbouwing gaande aan de Oudegracht 119 bij G-Star Raw, maar we mogen er vanuit gaan dat ook nu de Rietveld-elementen behouden blijven‘.
De vragenstellers stellen dat de pui van Oudegracht 119 beschadigd is ‘nadat de laatste huurder G-Star Raw vertrokken is‘. Dat is cryptisch, want de beschadiging is opgetreden toen G-Star Raw huurder was.
De vragenstellers zeggen te weten dat pand en pui een ‘monumentale‘ status hebben. Dat klopt, bij de RCE staat genoemd pand plus lijstgevel sinds 1967 ingeschreven in het monumentenregister als rijksmonument. Pand en pui hebben dus geen monumentale, maar een rijksmonumentale status.
Het lijkt er sterk op dat de Utrechtse gemeentelijke dienst die over het toezicht op de rijksmonumenten gaat niet goed heeft opgelet of dat de verantwoordelijke wethouder Dennis de Vries (PvdA) zijn ambtenaren onvoldoende heeft aangestuurd.
Zonder het expliciet te noemen, suggereert de vraag dat het aan toezicht en handhaving heeft ontbroken door de gemeente Utrecht. De vragenstellers bijten echter niet door en vragen niet waarom het toezicht op en de handhaving van dit rijksmonument ontbrak en hoe de gemeente voor de toekomst garandeert de rijksmonumenten binnen de gemeentegrenzen te beschermen. Zoals de wettelijke verantwoordelijkheid en taak van de gemeente Utrecht gebiedt.
De vragenstellers moeten de wethouder niet vragen om zich ‘in te spannen’, maar om zijn wettelijke verantwoordelijkheid te nemen. Wat is dat voor vreemde opmerking dat partijen ‘van buiten de gemeente‘ een bijdrage leveren ‘vanuit de betrokkenheid die ze bij dit pand voelen‘? Het gaat niet om voelen, maar om goed bestuur. Daar hadden de vragenstellers op moeten wijzen. Dat doen ze niet.
Wellicht wilden GL en PvdA de PvdA-wethouder De Vries niet te hard aanspreken. Waarom steunt als enige van de vier vragenstellers de niet-coalitiepartij PVV een halfslachtige schriftelijke vraag? Dat maakt het raadsel nog groter waarom PVV, GL, PvdA en Student & Starter elkaar vinden in deze schriftelijke vraag.
Eigen foto van de pui van Oudergracht 119 te Utrecht. 24 mei 2023.
Schermafbeelding van deel commentaar ‘Wokevrije scholen’ en Artikel 23: hoe vrij is ons onderwijs?‘ van Anton de Wit op het Katholiek Nieuwsblad, 26 augustus 2022.
Op de FB-pagina van het Katholiek Nieuwsblad plaatste ik bij een posting van 26 augustus 2022 van een commentaar van hoofdredacteur Anton de Wit onderstaande reactie. De schermafbeeldingen zijn hier toegevoegd:
Er zijn onzorgvuldigheden geslopen in het commentaar van Anton de Wit die verwarrend werken. Ze geven de lezer een verkeerde voorstelling van zaken
Het ridiculiseren van links is een mening waar De Wit het volste recht op heeft. Maar het is wel een wankele argumentatie door uit een radicale mening binnen links te concluderen dat heel links zo is. Dat maakt van links een karikatuur.
De Wit is geïnformeerd genoeg om te weten dat hij een en ander verkeerd voorstelt als hij het heeft over artikel 23 dat gaat over het openbaar en bijzonder onderwijs. De Wit suggereert dat de vrijheid van onderwijs ter discussie komt te staan als artikel 23 afgeschaft wordt.
Schermafbeelding van deel commentaar ‘Wokevrije scholen’ en Artikel 23: hoe vrij is ons onderwijs?‘ van Anton de Wit op het Katholiek Nieuwsblad, 26 augustus 2022.
De Wit claimt zonder onderbouwing dat ‘links’ meent dat dit artikel ‘de bron van alle ellende’ is omdat het ‘de vrijheid van religieus of ideologisch geïnspireerd onderwijs garandeert‘. Dat is een voorstelling van zaken die op z’n best onvolledig en op z’n slechtst kwaadaardig kan worden genoemd.
De kern van dit artikel en de steen des aanstoots voor de tegenstanders ervan is niet de vrijheid van religieus onderwijs, zoals De Wit suggereert. Die wordt door hen niet ter discussie gesteld zoals hij suggereert. Geen enkele politiek partij tornt tot nu toe aan die vrijheid.
Schermafbeelding van artikel 23 van de Nederlandse Grondwet, lid 5-7.
Waar het voor deze tegenstanders om draait is de bekostiging van het bijzonder onderwijs ‘uit de openbare kas’. Dat willen ze afschaffen. Het is opvallend dat De Wit in zijn commentaar dit aspect niet noemt. Terwijl dat de kern van de kritiek op artikel 23 van niet-confessioneel links is.
Dat gaat dus van D66, PvdD, PvdA, GL, SP tot en met VVD. De PVV is voorstander van artikel 23, maar wil de islam van bijzonder onderwijs uitsluiten. Dus ook de bekostiging van islamitisch onderwijs ‘uit de openbare kas’. Dat is shoppen in een wetsartikel dat weinig principieel aanvoelt.
Die bekostiging van het bijzonder onderwijs kwam in 1917 in artikel 23 terecht als compromis en uitruil tussen de toenmalige linkse (niet-confessioneel) en rechtse (confessioneel) politieke partijen. De confessionelen kregen bekostiging uit de openbare kas voor hun scholen, de niet-confessionelen kregen algemeen kiesrecht.
Het commentaar roept vooral de vraag op waarom De Wit herhaaldelijk suggereert dat ‘links’ de in de grondwet verankerde vrijheid van onderwijs wil afschaffen. Hij weet dat dit onjuist, praktisch onrealiseerbaar is en dat daar de kritiek van ‘links’ niet over gaat. De kritiek draait om de bekostiging ‘uit de openbare kas’.
Schermafbeelding van deel artikel van Jasper van Dijk (SP).
Het gaat erom of een meer dan 100 jaar oud wetsartikel dat een uitruil was van standpunten te moderniseren. Als de bekostiging van het bijzonder onderwijs uit openbare middelen wordt gestopt, dan zal dat zeker de financiële soliditeit van christelijke scholen raken.
Het is echter stemmingmakerij van De Wit als hij zegt dat met de afschaffing van artikel 23 de vrijheid van onderwijs direct in gevaar komt. Christelijke koepels hebben nog steeds de vrijheid om scholen op te richten en te besturen. Het verschil is dat de bekostiging niet langer uit de openbare middelen komt, maar zal moeten worden opgebracht door de doelgroep die zo’n school steunt.
Schermafbeelding van deel column ‘Derde Wereldoorlogpushers D66 en GroenLinks zaaien paniek over Russische inname kerncentrale Zaporizja‘ van Michael van der Galien op DDS, 4 maart 2022,
Zoals doorgaans liggen de feiten precies anders dan hoofdredacteur van DDS Michael van der Galien het voorstelt. Het geven van desinformatie is zijn sterke punt. Daarin excelleert hij. Als parodie van zichzelf.
Update 11 van 4 maart 2022 van het IAEA zegt onder meer: ‘However, the operator has reported that the situation remains very challenging and therefore it has not yet been possible to access the whole site to assess that all safety systems are fully functional.‘ Het is op dit moment dus nog niet duidelijk of de situatie onder controle is. Maar dat is geen feit dat voor onze hoofdredacteur van belang is. Hij laat de frieten uit zijn mening volgen. Niet zijn mening uit de feiten.
Met het beschieten van de kernenergiecentra van Zaporizhzhia hebben de Russische troepen volgens mensenrechten-experts, nucleaire deskundigen en politici een grens overschreden. Dat gaat in tegen het gezond verstand én het oorlogsrecht. Want als de Russische troepen een kerncentrale raken, dan kunnen hun eigen troepen besmet worden.
Van der Galien maakt zichzelf niet alleen tot een parodie van een journalist -dat doet hij al tijden en kunnen we van hem verwachten-, maar hij staat langzamerhand ook alleen in zijn inschatting van wat er in Oekraïne gebeurt. Europese radicaal-rechtse politici hebben afstand van de Russische inval in Oekraïne genomen. Premier Viktor Orbán, Matteo Salvini, Éric Zemmour, Marine Le Pen en vele andere ultra-rechtse politici hebben de Russische inval en het gebruik van geweld di direct gericht is op de burgerbevolking door de Russische krijgsmacht veroordeeld.
Van der Galien staat in Nederland in zijn overtuiging aan dezelfde kant als de FVD-politicus Thierry Baudet. In hun geniale domheid missen deze radicaal-rechtse opinieleiders de evenwichtigheid om te oordelen over een inval die de nationale veiligheid van Europa bedreigt. Ook hun leven kan straks bedreigd worden door de Russische agressie die niet meer in te perken valt.
Zelfs voor Van der Galien is het potsierlijk om te verwijzen naar Russische sociale media en daar enige argumentatie aan te ontlenen. Hij kan weten dat de censuur van de Russische overheid het niet toelaat dat in de media de waarheid wordt gesproken over de oorlog. Wie het woord oorlog of invasie gebruikt loopt zelfs kans op 15 jaar gevangenisstraf. Wie wil dat goedpraten behalve iemand die zwart wit noemt, en wit zwart? Is het breidelen van een vrije mening het idee van vrijheid dat Van der Galien indirect in bescherming neemt door de critici van Poetin te hekelen? Dat zegt dat vooral iets over onze hoofdredacteur.
Het Westen wil geen oorlog en de NAVO wil geen oorlog. Daarom zijn er ook geen NAVO-militairen in Oekraïne. Poetin is de oorlog begonnen, niet het Westen. D66 en GL pleiten niet voor een WWIII, maar willen dat de oorlog onmiddellijk stopt en het beschieten van de burgerbevolking door Russische troepen stopt. Om een humanitaire crisis te voorkomen die de Russische tropen nu aan het veroorzaken zijn.
Het is grappig gesteld met Van der Galien. Hij is een provocateur die als experiment probeert uit te vinden hoever hij kan gaan in het misleiden van de lezers van DDS. Hij is een digitale rattenvanger van Hamelen die zijn lezers op sleeptouw neemt. Hij probeert uit te vinden hoever hij kan gaan in zijn misleiding.
Het is ook emancipatie, namelijk dat de lezers van DDS voor zichzelf denken en hun eigen oordeel vormen. De onwaarheden die Van der Galien uit zijn geniale brein schudt hoeven dat niet te zijn. Net als Trump lacht hij over de domheid van zijn volgelingen die de onzin voor zoete koek aannemen. De tragiek van geradicaliseerde types als Trump, Baudet en Van der Galien is dat ze gevangen zitten in hun eigen verdienmodel en niet meer anders kunnen. Maar daarom hoeven ze anderen nog niet mee te nemen in hun ondermijning van de waarheid. Ze doen het wel.
Hoe kan het toch dat de Nederlandse politieke partijen hun potentieel niet benutten en het zo slecht doen? Zowel in strategisch als organisatorisch opzicht. Wat is er aan de hand met de Nederlandse politiek partijen? Niemand weet er nog enthousiasme voor op te brengen.
Opvallend is dat geen enkel deel van het politieke spectrum zich aan de malaise onttrekt. Links, rechts en centrum blunderen op hun eigen karakteristieke wijze. Hoe valt dat te verklaren?
Links zit zonder ideeën en bevindt zich in een geestelijk niemandsland. Maar ook strategisch opereert links onverstandig. Het vertrek van GL-kamerlid Bart Snels spreekt boekdelen. Hij was tegen hechte samenwerking of zelfs fusie met de PvdA. Snels koerste af op een kabinet VVD, D66, CDA en GL zoals Jos Heymans voor RTL Nieuws betoogt, maar kreeg hiervoor geen steun binnen zijn partij. Partijleider Jesse Klaver radicaliseerde en zette zich hiermee buitenspel.
Binnen de SP lijkt het omgekeerde te spelen. De partijleiding gaat de meer radicale elementen die lid zijn van de jongerenorganisatie ROOD of het ideeënplatform Marxistisch Forum uit de partij zetten. Niet als individuen, maar als groep. Met als gevolg dat lokale afdelingen zoals Utrecht uit elkaar dreigen te vallen. Chris Aalberts voor TPO die bekend staat als Baudet-watcher herkent in de chaos en het ondemocratisch gedrag van de partijleiding van de SP het patroon dat hij kent van FvD.
De PvdA is de partij met de minste ideeën omdat de partij gewoonweg niet weet wat de eigen identiteit is, waar het zich bevindt en welke kant het op moet gaan. Partijleider Ploumen is inspiratieloos en koos de vlucht vooruit in samenwerking met GL om een idee van daadkracht te suggereren. GL en SP hebben nog een zeker profiel in respectievelijk duurzaamheid en zorg, maar zelfs dat unieke verkooppunt mist de PvdA.
Rechts is negatief, radicaliseert en fragmenteert. FvD weet met partijleider Baudet niet te kiezen tussen het inzetten op partijpolitiek of op metapolitiek. Dat laatste betekent in navolging van het Franse en Duitse Nieuw Rechts van de jaren 1960 en 1970 het willen beïnvloeden van de cultuur en de publieke opinie zonder partijpolitieke activiteiten. De tragiek van partijleider Thierry Baudet lijkt dat hij zowel de intellectuele bagage mist om succesvol metapolitiek te bedrijven als het talent voor het politieke handwerk ontbeert. Daarom blijft hij sinds zijn Uil van Minerva-toespraak in 2019 waar hij duidelijk inzette op metapolitiek zwalken tussen de twee posities zonder dat zijn partij hem nog begrijpt en kan volgen.
De PVV is redelijk stabiel en relatief onkwetsbaar omdat het een partijorganisatie mist. Maar dat laatste wat een sterkte lijkt is tevens een zwakte omdat het een grens aan de groei stelt. In de schaduw van partijleider Geert Wilders kan niemand groeien. Hij speelt op veilig en lijkt door zijn voorzichtige aanpak minder te radicaliseren dan de andere rechtse partijen, maar Wilders’ professionalisme heeft als nadeel dat het resulteert in korte termijn denken en de partij een strategie voor de toekomst mist.
Rechtse splinters als JA21 met Joost Eerdmans en Wybren van Haga’s BVNL hebben onvoldoende aantrekkingskracht voor de kiezer. Het opportunisme van de leiders die van partij naar partij hoppen is zelfs voor de rechtse kiezer ongeloofwaardig. Types als Van Haga en Eerdmans zijn voorbeelden van baantjesjagers. Het opportunisme strookt niet met hun aanschoppen tegen de politiek omdat hun CV daar haaks op staat.
In het Centrum presteert de VVD goed dankzij de electorale aantrekkingskracht en positie van premier Mark Rutte. dat is overigens de achilleshiel van de VVD. Hoe gaat het verder na Rutte? Rutte heeft veel in moeten leveren aan statuur. De vlotheid van Rutte om zowel met links als rechts te kunnen samenwerken heeft twee nadelen. Het wordt steeds meer uitgelegd als oppervlakkigheid, gebrek aan ideeën en zelfs het ontbreken van politieke ruggengraat. Dat werd duidelijk toen in de formatie onder druk van het CDA de samenwerking met links, zonder dat het tot gesprekken kwam, werd geblokkeerd. Zo is in de beeldvorming de vlotte flexibiliteit van Rutte veranderd in stugheid.
Het CDA verkeert in chaos en in een identiteitscrisis. Een teken daarvan is dat kamerlid Pieter Omtzigt uit de partij is gestapt. Partijleider Hoekstra komt over als bekwaam, maar ook als kil, afstandelijk en weinig christelijk. Hij lijkt geen handige politicus die steun kan werven voor de standpunten van zijn partij. Is het wel zo duidelijk dat de partij naar het midden koerst en afstand heeft genomen van de rechtse koers van vorige partijleiders? De kiezersgunst toont een dramatische teruggang.
D66 had in Rob Jetten een bekwame partijleider, maar de partij wilde meer en koos voor Sigrid Kaag omdat die hoger zou kunnen stijgen. Tot en met het premierschap zoals de partij dacht. Maar Kaag is geen handige politicus en het team dat haar omringt lijkt te veel te willen. D66 denkt van zichzelf dat het groter en invloedrijker is dan het echt is. Eén goede verkiezingsuitslag is te weinig en moet niet overmoedig, maar nederig maken om het resultaat te kunnen verzilveren. Daarbij komt dat D66 een partij is die voor veel kiezers een tweede keuze is. Als de partij aan momentum verliest, dan daalt het ook gelijk flink omdat de partij geen sterk gedachtengoed heeft dat als een buffer voldoende kiezers kan vasthouden.
Dit overzicht over links, rechts en centrum leidt tot de conclusie dat de Nederlandse politieke partijen slecht in vorm zijn en eigenlijk allen in zekere mate in een identiteitscrisis verkeren. Ze leven niet naar de kompas van hun politieke gedachtengoed of hebben dat nooit gedaan en al geruime tijd ingewisseld voor opiniepanels die de koers bepalen. Dat leidt tot een ratjetoe aan opzetjes die niet met elkaar samenhangen. Dat is niet het programma van een politieke partij die de macht wil delen om eigen ideeën te realiseren, maar het staketsel van een marketingbureau. Fragmentatie heeft geleid tot 19 partijen of afsplitsingen in de Tweede Kamer en dat leidt weer tot het hard bestrijden van concurrenten die vechten om schaarse zetels.
Als partijleiders het zelfvertrouwen missen om samen te werken en door hun partij ertoe worden gedwongen om steeds maar weer de eigen positie in de marketing te benadrukken, dan is politiek geen politiek meer, maar het zonder op adem te kunnen komen presenteren van een lege huls waarvan de inhoud ontbreekt. De schijn is het idee geworden.
Er klinkt steeds meer kritiek op de traag verlopende onderhandelingen voor een nieuw kabinet. Op 17 maart 2021 vonden de verkiezingen voor de Tweede Kamer plaats. Dat is inmiddels meer dan vijf maanden geleden. Er is nog geen zicht op een doorbraak. De indruk ontstaat steeds meer dat de politieke partijen uitsluitend met zichzelf en elkaar bezig zijn en de wereld om zich heen vergeten. Maar die wereld draait door ondanks de schijnbewegingen van de Nederlandse politiek.
In zijn column van 24 augustus 2021 in NRC constateert Tom-Jan Meeus dat de rechtse partijen een meerderheid van 81 zetels hebben. Dus het is van tweeën een. Of beide rechtse partijen VVD en CDA die nu deelnemen aan de besprekingen gaan volmondig voor een rechts kabinet dat hun voorkeur verdient en waar ze zich sterk voor zeggen te willen maken. Of ze laten die ambitie varen en gaan niet voor zo’n rechts kabinet en aanvaarden de deelname van centrumpartij D66 en de twee linkse partijen PvdA en GroenLinks. Een andere keuze is er niet.
Meeus zegt: ‘Links had decennia de reputatie verdeeld en ontoeschietelijk te zijn, nu is vooral rechts daar goed in. Een volbloed rechts kabinet zou afspraken met complotdenkers (FVD/corona), EU-sceptici (JA21 wil uit de euro) en een wegens groepsbelediging veroordeelde voorman (Wilders) vergen. Dan zijn Ploumen en Klaver natuurlijk een eitje‘. Kortom, het lijkt er verdacht veel op dat VVD en CDA geen volbloed rechts kabinet nastreven omdat de rechtse partijen PVV, FvD, Van Haga, SGP, JA21 en BBB te instabiel en te weinig constructief zijn. Maar Rutte en vooral Hoekstra houden ten onrechte vol dat PvdA en GroenLinks instabiel zijn.
Er is nog het aspect van de getalsverhoudingen tussen partijen in een kabinet dat ik naar aanleiding van een mediaoptreden van CDA’er Madeleine van Toorenburg in een commentaar van 6 juni 2021 noemde. Het is begrijpelijk dat PvdA en GroenLinks dat tot nu toe in de publiciteit niet naar voren hebben gebracht omdat het gaat over hun eigen nietige positie. Dat zou wel verhelderend zijn.
Schermafbeelding van deel commentaar ‘CDA en VVD vertragen formatie door te duwen op rechterkant en PvdA en GL samen uit te sluiten‘ van 6 juni 2021.
Bij de vorming van een kabinet draait het bij het formuleren van het regeerakkoord en de verdeling van de kabinetsposten om de zwaarte van de afzonderlijke partijen. Die weegt door in de resultaten. Niet toevallig hebben de grootste partijen VVD en D66 in juni 2021 van informateur Mariëtte Hamer de opdracht gekregen om een proeve van regeerakkoord te schrijven dat nu het werkdocument is voor de onderhandelingen.
In een nieuw kabinet Rutte-Kaag zullen PvdA en GroenLinks weinig in de melk te brokkelen hebben met hun in totaal 17 zetels. Vergelijk dat met de liberale as in dat kabinet van VVD en D66 van 58 zetels. Dat is 3,4 zoveel als beide linkse partijen. Of vergelijk het met de rechtse as van VVD en CDA met 49 zetels. Dat is 2,3 zoveel als beide linkse partijen.
Waar zijn VVD en CDA bang voor? Voor de eigen lusteloosheid, sloomheid en stuurloze drift?
Het is simpel. Of beide rechtse partijen kiezen voor een op en top rechts kabinet met onder meer PVV, FvD en rechtse splinters. Of ze kiezen voor een centrumkabinet met D66, PvdA en GroenLinks. Want D66 heeft een kabinet met de ChristenUnie geblokkeerd en uit wat bekend is uit de proeve van regeerakkoord zal de ChristenUnie zich daar niet in kunnen vinden. Zo moeilijk is het niet voor VVD en CDA om aan hun achterban uit te leggen dat PvdA en GroenLinks in een nieuw kabinet getalsmatig weinig in de melk te brokkelen hebben en dat het landsbelang nu vraagt om voortgang.
De aarzelende aanpak van de evacuatie uit Kabul roept de vraag op hoe minister Kaag sinds mei 2021 de regiodirectie DAO/ZA heeft aangestuurd en hoe de inlichtingendiensten het kabinet hebben geïnformeerd over de toestand in Afghanistan en wat het kabinet daarmee heeft gedaan. Het heeft in elk geval niet gehandeld zoals Frankrijk deed. Hoeveel tijd heeft premier Rutte de afgelopen drie maanden aan Afghanistan besteed? Dat is de schaduwzijde van de Nederlandse politiek die op het Binnenhof kringetjes om zichzelf draait als een adolescent die op zoek is naar een eigen identiteit.
Voor welk probleem blijven VVD en CDA een oplossing zoeken? Het lijkt er steeds meer op dat ze niet weten wie ze zijn.
Stuurt het CDA in de persoon van Madeleine van Toorenburg de hulptroepen van Team B de media in om de georkestreerde boodschap te verspreiden en de reactie erop in te schatten dat deze partij een coalitie over rechts wil of spreekt zij op eigen initiatief namens de rechterflank van het CDA?
Waarschijnlijk moet ze in opdracht van de partijleiding eraan mee helpen om het voldongen feit van een centrum-rechts kabinet te helpen forceren. Dat zou een voorzetting van het huidige kabinet zijn, met de CU, of een inwisseling van deze partij voor PvdA óf GL. Persoonlijk kan meespelen dat zij inschat dat zij meer kans op een kabinetspost heeft als minder partijen beloond moeten worden. Daarom lijkt ze ook over haar eigen carrière te praten, zonder dat uiteraard toe te geven.
Het CDA behaalde bij de laatste verkiezingen 9,5% van de stemmen en heeft 15 zetels in de Tweede Kamer. Leider Hoekstra heeft niet uitgesproken dat hij wil toetreden tot een nieuw kabinet. Hij houdt nog steeds een slag om de arm. Dat heeft te maken met de machtige positie in de partij van kamerlid Pieter Omtzigt die niet gecharmeerd is van premier Rutte die volgens hem de verkeerde bestuurscultuur zou belichamen. Nu Omtzigt wegens ziekte voor langere tijd uitgeschakeld is lijkt het CDA geleidelijk uit de schulp te kruipen.
Het opvallende in de formatie is in de laatst weken de verandering van toon en retoriek van de rechtse partijen CDA en VVD. Of ze zelfvertrouwen hebben gekregen is de vraag, maar vaststaat dat ze die publiekelijk tonen. Dat kan als fluiten in het donker worden uitgelegd. Het tegen beter weten in willen forceren van een voldongen feit.
De VVD meent die vrijheid te kunnen nemen omdat de positie van premier Rutte niet langer hevig, maar overigens nog wel gematigd ter discussie staat en het CDA omdat de positie van de genoemde Omtzigt is verzwakt.
Eerst erkenden deze partijen volmondig (VVD) en deemoedig (CDA) dat er sprake was van een liberaal motorblok van VVD-D66 als basis voor een coalitie. Nu proberen ze in de beeldvorming een werkelijkheid te creëren van een rechts kabinet. Zoals gezegd is dat vooral van het CDA een ondoorgrondelijke manoeuvre omdat het nog niet eens heeft verklaard deel te willen uitmaken van een nieuw kabinet. Het CDA formeert op afstand in ijle lucht.
Dat tamboereren op een rechts kabinet met als joker zelfs het dreigen met het radicaal-rechtse JA21 wringt omdat de positie die D66 heeft bij monde van partijleider Sigrid Kaag niet verzwakt is. Deze partij heeft nog steeds de sleutel in handen. Het valt niet in te zien dat de tactiek waarmee Van Toorenburg in navolging van Hoekstra, die weer werd gevolgd door Rutte, het veld wordt ingestuurd zal werken. Als niet alleen PvdA en GL elkaar vasthouden, maar D66, PvdA en GL dat doen, dan valt niet in te zien hoe dit blok van 41 zetels dat nodig is voor een meerderheid gepasseerd kan worden.
Premier Rutte zei afgelopen weken dat PvdA en GL ver van hem afstaan. Dat was een tamelijk overbodige en al te opzichtige uitspraak. Wat is ver? D66 kan zeggen dat CU ver van hen afstaat en dat het niet uitsluitend met rechtse partijen wil samenwerken. Welke open deur gooide Rutte hier open? Kijk naar Israël waar partijen die ver van elkaar afstaan samen een kabinet vormen. Wat denkt Rutte wat hij ermee zegt dat partijen ver van elkaar afstaan? Dat is nou eenmaal politiek. Moeten volgens Rutte alle partijen hetzelfde zijn?
In Nederland coalitieland zijn partijen niet gelijkgeschakeld. Ze zijn onderling verschillend. Maar alle partijen die tot het midden gerekend kunnen worden zijn nou ook weer niet zo anders van elkaar dat ze niet samen kunnen werken. De constructieve zes, te weten VVD, D66, CDA, PvdA, GL en CU zijn binnen marges programmatisch inwisselbaar. De accenten zijn anders, maar de verschillen zijn overbrugbaar.
Madeleine van Toorenburg heeft gelijk dat er tijd verspild is. Maar anders dan zij het probeert te framen. Door toedoen van Hoekstra en in navolging van hem een stoet VVD’ers en CDA’ers die hun mening in de media uitventten is tijd verloren gegaan. Hoekstra’s roep om een rechts kabinet en zijn bedekte blokkade om PvdA én GL samen tot een volgend kabinet toe te laten heeft tot tijdverlies geleid. Zo’n uitspraak is uiteraard deel van de onderhandelingen die zich deels in de media afspelen. Maar voor het proces is zo’n eenzijdige blokkade niet constructief.
Wat zal de realiteit van zo’n centrum-kabinet van VVD, D66, CDA, PvdA en GL zijn? Het kabinet Rutte III heeft 16 ministers en acht staatssecretarissen. Onlangs zei premier Rutte dat vooral het aantal ministersposten uitgebreid moet worden. Hij voerde als reden de burn out van bewindslieden aan, maar evenzeer kan men er het voorsorteren van een vijfpartijen-kabinet in zien. Er zijn meer kabinetsposten nodig omdat meer partijen met posten tevreden moeten worden gesteld.
De vijf partijen hebben samen 90 zetels. De module die leidt tot een kleine toename van het aantal kabinetsposten is 3 en resteert in 30 kabinetsposten (nu 24). Dat houdt in dat VVD, D66, CDA, PvdA en GL respectievelijk 11 (inclusief bonus voor premier), 8, 5, 3 en 3 kabinetsposten toebedeeld krijgen. De twee linkse partijen zullen naar verwachting karig bedeeld worden. Door te schuiven met de zwaarte van een staatssecretaris of de lichtheid van een minister kan het machtsevenwicht dat volgt uit het aantal zetels per partij gewaardeerd worden.
Die berekening roept de vraag op voor welk gevaar Hoekstra en Van Toorenburg nou eigenlijk waarschuwen. PvdA en GL krijgen naar alle verwachtingen hooguit samen zes kabinetsposten waarvan wellicht slechts elk een van zwaarder kaliber om zich te kunnen profileren. De zware posten zullen naar VVD, D66 en CDA (Financiën) gaan.
Wat Van Toorenburg vergeet te zeggen is dat de linkse partijen als ze tot het kabinet Rutte IV toetreden weinig in de melk te brokkelen zullen hebben. Ligt voor Van Toorenburg een staatssecretariaat Binnenlandse Zaken in het verschiet als opvolger van Raymond Knops? Als beloning voor haar partijtrouw en lobbywerk als slippendrager van de partijleiding van het CDA.
Update 17 juni 2021: Het is nu exact drie maanden na de verkiezingen op 17 maart. Er is nog geen begin van het zicht op een coalitie. Het instabiele CDA vertraagt met overmoed, obstructie en rechtse praatjes van partijleider Hoekstra de formatie. Ik speculeerde in onderstaand commentaar op een coalitie van VVD-D66-PvdA-SP. Dat heeft nu een meerderheid van 76 zetels. Twee bezwaren zijn er tegen. SP wil zelf niet en VVD wil geen twee linkse partijen in het kabinet. Maar dat laatste bezwaar is onzin omdat PvdA en SP getalsmatig weinig in de melk te brokkelen hebben. Met in totaal 18 zetels hebben ze minder dan D66 dat met 24 zetels weer 10 zetels minder heeft dan de VVD. Die krachtsverhouding kan in het regeerakkoord en de verdeling van ministersposten vertaald worden. SP en PvdA hebben samen een belang van 24%. Moet de VVD met 45% daar bang voor zijn? Waar is de VVD bang voor?
Volgende week woensdag 17 maart 2021 kennen we de exit poll van de verkiezingen voor de Tweede Kamer. De 70-plussers konden afgelopen week al stemmen en op 15 en 16 maart kunnen risicogroepen en alle anderen die zich daartoe rekenen stemmen.
Welke kant gaat het op? Laten we uitgaan van de nu bekende laatste peiling van 8 maart 2021. De marges zijn groot en er kunnen nog verschuivingen in optreden. Dat komt mede omdat de campagne niet echt leeft en vele kiezers nog twijfelen. Volgen ze hun overtuiging of stemmen ze strategisch? Of blljven ze thuis?
Uiteindelijk gaat het om het vormen van een coalitie. Zo komt een kabinet tot stand. Laten we het aantal zetels per blok bekijken. Blokken kunnen elkaar overlappen. De volgende blokken zijn te onderscheiden:
Binnen radicaal-rechts hebben PVV en FvD zich door hun radicale opstelling en (persoonlijke) verwijten aan andere partijen buiten de orde geplaatst. SGP is een gespleten partij omdat het zich in praktijk gouvernementeel opstelt, maar in theorie anti-rechtsstatelijk is. Het valt niet in te zien dat linkse of liberale partijen met de in de kern theocratische SGP willen samenwerken. JA21 heeft even radicale standpunten als PVV en FvD, maar lijkt zich in de samenwerking met andere partijen wat schappelijker op te stellen. Veel is nog onduidelijk over deze partij. Ook het buitengesloten zijn binnen radicaal-rechts kent dus verschillen. Het kan er op uitlopen dat deze partijen met hun 29 zetels buiten een coalitie vallen. Er resteren 121 zetels.
Omdat voor een coalitie de steun van minimaal 76 zetels nodig is kunnen er maximaal 45 zetels (121 – 76) afvallen. Liefst iets minder dan 45 zetels om een veilige marge voor een meerderheid in te bouwen, maar evenmin veel minder dan 45 zetels omdat er dan te veel partijen aan een kabinet moeten deelnemen. Laten we daarom uitgaan dat er nog 41 zetels afvallen en een coalitie steunt op 80 zetels.
De VVD is getalsmatig nodig omdat niet valt in te zien hoe het enige alternatief zonder VVD én radicaal-rechts, namelijk een zeven-partijen kabinet van CDA-D66-PvdA-GL-SP-CU-PvdD (77 zetels) levensvatbaar is en programmatische samenhang vertoont. Als de VVD onmisbaar is, dan is of het CDA of D66 die tussen de 15 en 17 zetels scoren misbaar. Omdat het CDA onder de nieuwe partijleider Wobke Hoekstra is afgeslagen naar rechts en deels de VVD rechts is gepasseerd heeft de VVD er op dit moment geen belang bij om samen met het CDA in een kabinet te gaan zitten. Hoewel een sterke oppositie tegen het kabinet evenmin aantrekkelijk is. Toch wijst een en ander op een rompkabinet van VVD en D66. Dat is 52 zetels. Waar komen de resterende 28 zetels vandaan om tot 80 te komen?
Links is nu aan zet. Opname van alle drie de linkse partijen PvdA, GL en SP in het kabinet is er een te veel omdat de achterban van de VVD dat niet zal begrijpen omdat zo het evenwicht in het kabinet te ver naar links doorschiet. De degelijke bestuurderspartij PvdA lijkt een betrouwbare kandidaat voor deelname aan het kabinet Rutte IV.
Resteert de keuze tussen GL en de SP. De laatste lijkt wat radicaler, maar redelijker en de eerste wat inschikkelijker, maar minder stabiel. Wat voor de VVD tegen GL pleit is de stevige opstelling van die partij over het klimaat. Dat is voor de bedrijfslobby binnen de VVD een brug te ver. GL lijkt ook de eigen hand overspeeld te hebben met marketing praatjes over een links blok, terwijl PvdA en SP daar niks van willen weten.
De SP gaat net als de SGP in theorie voor een ander wereldbeeld, maar laat zich in de praktijk kennen als redelijke bontgenoot. Dat heeft de partij op lokaal niveau bewezen, waar het betrouwbaar opereert. Probleem is vooral de sceptische EU-opstelling van de SP en de animositeit met de PvdA. Denk aan de harde en mislukte anti-Timmermans campagne van de SP bij de Europese verkiezingen. Maar zowel het een als het ander valt glad te strijken. Dat pleit voor opname van de SP in het kabinet.
Zo komt een kabinet van VVD, D66, PvdA en SP in de steigers te staan. Maar het is een smalle marge, Volgens de huidige peilingen is deze coalitie met 74 zetels niet genoeg voor een meerderheid. In de Eerste Kamer doet deze coalitie het met 29 van de 75 zetels nog slechter. De toevoeging van de CU lost dat probleem in de Tweede Kamer op (80 zetels), maar in de Eerste Kamer niet (33 zetels). Samenwerking met de Fractie-Nanninga (= JA21) in de Eerste Kamer lost dat probleem daar op, terwijl de 2 zetels van JA21 in de Tweede Kamer zelfs de deelname van de CU overbodig maken. Toch al een partij met zalvende praatjes waar liberalen weinig van moeten hebben.
De minimale constructie voor een stabiele coalitie in de Staten-Generaal is een kabinet van VVD, D66, PvdA en SP met gedoogsteun van JA21. Als pragmatische oplossing is het mogelijk dat de partij een partijloos staatssecretariaat over veiligheid of migratie gegund wordt, zodat de partij niet formeel aan het kabinet deelneemt. Ermee wordt het argument geneutraliseerd dat radicaal-rechts bij voorbaat buitengesloten wordt. Het toont berekenend, maar dat type argument is in elk kabinet ingebakken.
Een ding is zeker. Zo zal het niet gaan. Elke coalitie is onwaarschijnlijk totdat het waarschijnlijk wordt. Dat is een uitspraak met een hoog Johan Cruijff gehalte. Of is het omgekeerd: Elke coalitie is waarschijnlijk totdat het onwaarschijnlijk wordt? Enfin, dit soort speculaties is bruikbaar omdat het ons leert dat coalitievorming niet zozeer het verkennen van opties, maar het opruimen van blokkades is. Dat gaat volgens een vaste methode waarbij het resultaat minder belangrijk is dan het erop wijzen dat de methode bestaat. De chaos maakt het overzichtelijk omdat die een veelheid aan kansen biedt. Dat is de paradox.
Nederland kent een archipel van rechts-radicale en -extremistische groeperingen. Ze zijn verdeeld en relatief zwak en vormen daarom volgens de inschatting van de overheid geen groot gevaar voor de veiligheid, zoals onlangs bleek uit het antwoord op kamervragen van Sjoerd Sjoerdsma (D66). Maar de kans dat ze naar geweld grijpen wordt niet uitgesloten. Het loopt van complotdenkers over het 5G-netwerk, het RIVM, vaccinatie, het stikstofdossier en het coronavirus, tot anti-semitisten, anti-LHBTQ, anti-vrouw, anti-overheid, anti-Black Lives Matter en racisten. Sinds 2019 kan men aan dit ultrarechtse gedachtegoed de geradicaliseerde boeren van Farmers Defence Force toevoegen. Die door de agro-industrie zijn gesponsord en op de been geholpen. Uit een vandaag gepubliceerd Brits rapport van de Commissie voor de bestrijding van extremisme (CCE) blijkt dat extremisten de pandemie benutten om hun haat te verspreiden. In Nederland zal het niet veel anders zijn.
Veelzeggend is een bericht op de rechts-radicale site DDS over ene Femke Marije-Wiersma die werkt voor de Nederlandse Melkveehoudersvakbond en reageert op GL-leider Jesse Klaver. Zowel zij als de auteur van het stukje gooien alle remmen los en gaan elke nuance uit de weg. Dat is opmerkelijk voor wie dat rechtse idioom niet kent. Het past in het patroon van de complotdenkers, malcontenten en achtergestelden die het als hun opdracht zien om tegen de gebezigde orde te schoppen en chaos en onrust te creëeren. Bij gebrek aan argumenten doen ze dat niet op een zakelijke, maar op een persoonlijke manier. Het klopt met de observatie van de overheid en de AIVD. Namelijk dat ultrarechts in Nederland gefragmenteerd en marginaal is, maar ook op sociale media slecht geïnformeerden aanzet tot copy cat gedrag. Mijn reactie bij dit artikel op DDS:
Het is verdedigbaar om het met de standpunten of kijk op de wereld van een ander niet eens te zijn. Dan zegt men: ‘Ik ben het niet met u eens. Ik denk er anders over’. En vervolgens geeft men aan waarom en hoe men anders denkt over een bepaald standpunt. Daar kan die ander dan weer op reageren. Zo ontstaat een discussie. Dat hoort bij een volwassen, open democratie.
Wat Femke Marije en Michael van der Galien doen is het omgekeerde. Ze spelen het op de man. Zo raakt het zakelijke verschil van mening uit het zicht. De eerste noemt Jesse Klaver ‘een slecht mens’ en de laatste noemt hem ‘een schoft’. Dat is ongelukkig en niet zinvol. Men kan het ook anders zien, namelijk dat Marije en Van der Galien geen steekhoudende argumenten hebben en het daarom maar op de persoon spelen. Lekker simpel, bij gebrek aan beter.
Jesse Klaver schrijft in betreffende tweet dat minister Schouten niet veilig op bezoek (in Zeeland) kan gaan. Want zij heeft op advies van veiligheidsmensen haar bezoek afgebroken. Klaver vraagt zich af waar de intimidatie stopt. Hij verzoekt PVV en FvD om afstand te nemen van de radicale boeren.
Marije maakt niet aannemelijk wat er niet klopt aan deze tweet van Klaver. De feiten in de tweet kloppen. Niet Klaver, maar Marije neemt een loopje met de waarheid. Zoals gezegd, zij slaat de plank mis door het op de persoon te spelen en Klaver ‘een slecht mens’ te noemen. Omdat hij een andere mening heeft?
Klaver maakt, zoals inmiddels de meeste Nederlanders, een onderscheid tussen geradicaliseerde boeren en andere boeren. Klaver heeft het uitsluitend over ‘agressieve FDF-boeren’. Feit is dat minister Schouten haar bezoek moest afgelasten door het optreden van de geradicaliseerde boeren. Zij demonstreren in veel gevallen niet vreedzaam, maar intimiderend. Hiermee schieten de radicale boeren in eigen voet en verliezen ze steeds meer de sympathie van de Nederlanders.
Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel ‘BZV Femke Marije veegt de vloer aan met Jesse Klaver: ‘Een slecht mens’’ van Michael van der galien op DDS, 9 juli 2020.
Foto 3: Antwoord 4 met vraag van Kamervragen over het bericht over dreiging extreemrechts en het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 52 van Minister Grapperhaus naar aanleiding van het artikel ‘Dreiging extreemrechts is een grote blinde vlek’, 1 juli 2020.
Update 12 juni 2019: Hans Wiegel stapt op als informateur in Zuid-Holland nadat het CDA gisterenavond is afgehaakt. Hij acht volgens een brief aan de Commissaris en de leden van de Staten zijn opdracht zinloos. Wiegel was door partijleider Baudet van FvD aangezocht als informateur en startte zijn werkzaamheden op 1 april. Het vervolg is onduidelijk, maar mogelijk kan de tweede partij nu het initiatief nemen: de VVD.
In Zuid-Holland is VVD’er Hans Wiegel de informateur die door de grootste partij FvD is gevraagd om een college te smeden. In een brief van 1 april liet Wiegel weten een college na te streven waarin de twee grootste partijen vertegenwoordigd zijn: FvD en de VVD. Bij een totaal van 55 zetels heeft een college 28 zetels nodig voor een meerderheid. FvD (11) en VVD (10) hebben 21 zetels. Waar halen ze de resterende 7 zetels vandaan?
Het programmatisch dicht tegen FvD aanleunende PVV heeft 4 zetels. Gesteld dat de linkse partijen (GL, PvdA, SP, PvdD, CU, DENK) en de middenpartij D66 niet in een college met FvD én PVV gaan zitten, resteren 50+ (2) en SGP (2). Zo ontstaat een rechts college van FvD, VVD, PVV, SGP en 50+. Zoals uit bovenstaande tweet blijkt antwoordt CDA-Statenlid Meindert Stolk ontkennend op mijn vraag of het CDA zitting neemt in een college met FvD, VVD en PVV. Hij zegt dat het CDA niet aan die coalitie zal meewerken. Dat laat alleen de weg open voor een vijfpartijen-coalitie van FvD, VVD, PVV, SGP en 50+. Maar dat lijkt een verre van stabiele combinatie.
Uiteraard zijn er ook combinaties mogelijk zonder PVV. Want het is niet gezegd dat de onderhandelaar van de FvD zich sterk zal maken voor de PVV als dat de kansen van FvD verkleint. Informateur Wiegel verwijst in zijn brief niet toevallig naar ‘partijen, die zo’n 4 of 5 Statenleden hebben‘. Dat zijn naast de PVV: CDA (4), GL (5), PvdA (4), D66 (5). Met twee van deze partijen ontstaat ook een meerderheid in de Provinciale Staten ZH.
Het wordt spannend welke twee partijen in een college met FvD en VVD willen stappen. Gezien de animositeit met FvD lijken GL en D66 zo goed als uitgesloten en het meest onwaarschijnlijk. Dat laat het CDA en PvdA over. Ik heb CDA Zuid-Holland de combinatie FvD, VVD, CDA, PvdA niet voorgelegd, dus wie weet. De inschatting van de partijleiding van het CDA en de PvdA zal zijn hoe hun achterban daarop reageert. Zeker voor de opkrabbelende PvdA zal een college met drie rechtse partijen een hele opgave zijn om te verkopen.
Wat dan? VVD, D66, GL, CDA en PvdA komen ook aan 28 zetels. Met 6 gedeputeerden, 2 voor de VVD en 1 voor de anderen. Ook een vijfpartijen-coalitie. Wordt het deze uitkomst en hoelang moeten we erop wachten?
Foto: Tweet van Meindert Stolk (lid Provinciale Staten ZH voor het CDA) als antwoord op mijn tweet, 3 april 2019.
Onderstaande reactie schreef ik op 22 januari 2011 bij de plaatsing van het ‘De Wegh der Weegen; Armando Museum in Landhuis Oud Amelisweerd. Een Rapportage Haalbaarheidsonderzoek.’ Denk ik er meer dan acht jaar later anders over nu de exploitant Stichting MOA in 2018 failliet is gegaan en het bestuur van de gemeente Utrecht een onderzoek heeft toegezegd naar de verhuizing van het antieke Chinese behang? Voor erfgoed- en museumdeskundigen een gruwel, zelfs een no-go area, maar blijkbaar voor delen van de Utrechtse politiek een begaanbare weg om met opoffering van cultureel erfgoed uit het bestuurlijke doolhof te ontsnappen. Omdat deskundigen hierover de wethouder vermoedelijk niet positief zullen adviseren valt overigens niet te verwachten dat het plan meer dan een proefballon wordt. Nee, ik denk er acht jaar later nog hetzelfde over. De oorzaak van de mislukking is terug te voeren tot de tunnelvisie, kortom een te smal perspectief. Inmiddels zouden Utrechtse raadsleden kunnen weten dat ze er een kwestie bij hebben. Als hun voorgangers in 2011 niet hadden zitten slapen en de waarschuwingen hadden opgepikt dan was dat niet het geval geweest. Maar acht jaar is een eeuwigheid in de politiek. Jammer is wel dat de politiek van Utrecht en Amersfoort hiervan niet wil leren. In Amersfoort wordt een voorstel van Amersfoort2014 voor een onderzoek afgewezen. In Utrecht lijkt zelfs dat besef niet door te dringen dat deze kwestie wel eens een onderzoek waard zou kunnen zijn. Dit gaat uiteindelijk niet over een rijksmonument in Bunnik, maar om de haperende kwaliteit van het openbaar bestuur. En dat is pas echt zorgelijk voor wie in Amersfoort of Utrecht woont.
Foto: Reactie aan Helena bij artikel ‘Onderzoek Armando Museum roept vragen op’. Andere commentaren op dit blog over Museum Oud-Amelisweerd kunnen opgeroepen worden door rechts bovenin de marge ‘Zoek op dit blog’ zoektermen als ‘Armando’, ‘Amelisweerd’ of ‘Amersfoort’ in te tikken.