Gisteren kwam het nieuws naar buiten dat het Jan Cunen Museum in Oss wordt gesloten. Her gaat om een bezuinigingsmaatregel. De verdiensten van het museum worden door de cultuurwethouder erkend en staan buiten kijf. Ik vroeg in een commentaar of het nog zin heeft ‘om tegen de landelijke en lokale cultuurbarbaren van PvdA en VVD te vechten’. De vraag stellen is de vraag beantwoorden. Want in de politieke logica van na 2007 worden oplichters beloond -tot op de dag van vandaag- en instellingen die voor en van de gemeenschap zijn gesloten. Dit treft niet alleen de kunsten. Maar deze worden onevenredig hard getroffen.
Cultureel Nederland voelt zich niet voor het eerst geschoffeerd door de politiek. Naast de bezuinigingen die zouden worden geaccepteerd als ze evenredig waren is er de rancune vanuit de sfeer van LPF, PVV en VVD. Deze partijen reduceren kunst tot een bolwerk van links hobbyisme waarmee afgerekend moet worden. Da’s door VVD en PVV vanaf eind 2010 in regeringsbeleid omgezet. Waarbij het kabinet Rutte het door overdracht van verplichtingen en lasten zo stuurt dat de meeste lokale overheden zich als kapo’s laten gebruiken. Enkele bastions zoals Amsterdam waar vrijzinnige en sociaal-democratische politiek samenwerken bieden weerstand.
In de reacties op de voorgenomen sluiting van het Jan Cunen Museum speelt deze voorgeschiedenis mee. De rancune wordt gevoeld als machteloosheid om tegenover een autistische VVD en een PvdA die kunst heeft ‘uitgeruild’ werkelijk iets te kunnen beginnen. Er is bovengenoemde petitie ‘Geen sluiting Museum Jan Cunen te Oss‘ en er is een wordpress-pagina ‘Jan Cunen blijft‘. Bewoners van Oss worden door directeur Nicolette Bartelink opgeroepen om de raad te laten weten dat het museum behouden moet blijven. Dit wordt gedeeld met het protest tegen de intrekking van de subsidie voor het Stadsarchief. De ingehouden woede over de politiek die bovenmatig snijdt in het cultuurbudget is voelbaar. Maar die woede ontwikkelt geen macht waarvoor politieke partijen bang worden. Zelfs voetbalhooligans die voor hun plaatselijke ‘FC‘ gemeentelijke subsidies afdwongen door te dreigen met geweld tegen wethouders en raadsleden opereerden doelmatiger.
Onder het mom de een z’n brood is de ander z’n dood is er ook instemming met de sluiting van het museum. Directeur Peter Jongsma van het Golfbad Oss twittert: ‘Ik vraag me af: Is cultuur wel zo belangrijk en zoveel geld waard als iedereen nu roept?‘. Over het golfbad dat afhankelijk is van subsidie van de gemeente Oss kan hetzelfde gevraagd worden: ‘Is een golfbad wel zo belangrijk en zoveel geld waard als iedereen nu roept?‘. Of over een school, een ziekenhuis of een voetbalclub. Jongsma ziet de bui al hangen en zijn subsidie in gevaar komen. Zijn reactie is begrijpelijk en tekenend, maar verkeerd. En niet collegiaal tegenover directeur Bartelink. Jongsma maakt zich door zijn opstelling tot onderdeel van de partijpolitiek die maatschappelijke groeperingen tegen elkaar uitspeelt. De gewenste reactie is om gezamenlijk tegen de politiek op te komen. En om zijn vraag te beantwoorden. Ja, cultuur is zo belangrijk en zoveel geld waard als iedereen die protesteert nu roept.
Foto 1: Schermafbeelding van petitie Geen sluiting Museum Jan Cunen te Oss. 1 juni 2013.
Foto 2: Schermafbeelding van tweet Peter Jongsma, 31 mei 2013.
Pingback: Museum Jan Cunen of Golfbad Oss. Is dat het debat? | George Knight