Kritiek van Max Pam op de ondermaatse televisie-journalistiek van de Nederlandse publieke omroep is deels terecht. Een antwoord

Deels mee eens Max. De Nederlandse treurbuis is wat de journalistieke kwaliteit betreft te triest voor woorden. Af en toe komt Nieuwsuur met een onderzoek of een reportage van niveau, er is HUMAN met de diepgravende analyse van Medialogica (misleiding aanschaf taser door Nationale Politie) en KRO-NCRV’s Pointer heeft ook af en toe goede analyses. Maar talkshows zoals OP1 zijn van een bedroevend ondermaats niveau. Ze zijn niet serieus te nemen als journalistiek medium.

Van de andere kant past enige relativering over de macht van de Nederlandse media. We moeten ze daarom niet te zwaar vallen. Want het zijn in de eerste plaats de politiek en het bedrijfsleven die de autoritaire regimes van de Russische Federatie (gas, olie) en China (van alles) geen strobreed in de weg willen en durven leggen.

Wat zou logischer zijn dan een boycot van China? Vanwege Tibet, vanwege de concentratiekampen waarin Oeigoeren zijn opgesloten, vanwege het verbreken van de afspraken over Hong Kong, vanwege de agressie en annexatie in de Chinese Zee en vanwege de op de EU gerichte campagne van misleiding. Maar de politiek en het bedrijfsleven doen niks. Zelfs geen symbolisch gebaar.

Hetzelfde geldt voor de opstelling van het Westen tegenover het Kremlin. Die is te terughoudend. Het machtscentrum dat al sinds de jaren 1960 de anti-Westerse terroristen steunt. Nu weer de Taliban in Afghanistan. Toenmalige president Obama en de Britse premier Cameron deden niks toen de Russen in 2014 tegen alle garanties in van het Boedapest Memorandum de Krim militair bezetten en inlijfden. Evenmin reageert het Westen krachtig op de reguliere Russische troepen die illegaal in Oost-Oekraine zijn gestationeerd.

Dus ja, de Nederlandse media excelleren in trivialiteiten en weten niet meer wat belangrijk is. Maar nee, dat weten de Westerse regeringen evenmin. Dus het valt de media niet echt kwalijk te nemen dat ze niet doen wat de Westerse staten nalaten. Op allerlei manieren volgt de Nederlandse televisie-journalistiek de agenda van anderen. Dat pakt extra beroerd uit als die anderen een verkeerde agenda hebben.

NB: Wat anders is waarom de Nederlandse publieke omroep de zomerperiode zonder voetbal en wielrennen benut om bijna uitsluitend oude sportprogramma’s, reeksen en reeksen detectives en oude, naar nostalgie neigende televisieprogramma’s uit te zenden. Dat warme bad gaat aardig vervelen en verdooft na verloop van tijd alle prikkels. Waarom geen kunstprogramma’s? Waarom geen politieke documentaires (de fantastische documentaire van Sergei Loznitsa over de begrafenis van Stalin). Waarom geen belangwekkende cinematografische werken van auteurs-regisseurs die alleen een oudere generatie nog lijkt te kennen? Waarom sluit de Nederlandse publieke omroep tijdens de zomerstop niet twee van de drie netten? Dan zijn we gelijk verlost van die ondermaatse talkshows waar je terecht kritiek op hebt.

Foto 1: Post op Facebook van Max Pam, 1 juli 2020.

Foto 2: Aankondiging van de Detectivezomer van KRO-NCRV, juni 2020.

Foto 3: Still uit de documentaire State Funeral (2019) van Sergei Loznitsa.

Zomerprogrammering van publieke omroep met detectives en voetbal is de ambitie voorbij. Waar laat dat de weetgrage kijker?

Update 28 juni 2018: De NPO zet de bijl in de journalistieke programma’s, aldus een bericht in NRC. Er is veel verzet tegen. Programmamakers en kijkers vragen zich af of de NPO gek geworden is. Het ondubbelzinnige antwoord is ‘ja’. Want hoe dwaas is het om te snijden in programma’s zoals ‘Andere Tijden’ of ‘Tegenlicht’ die de publieke taak het best belichamen? Deze politiek van de omroepen roept een variant op de boutade over Frankrijk in gedachten: ‘Een mooi land, maar jammer dat er Fransen wonen’. Zo is het ook met de omroep. ‘Een mooi omroepbestel, maar jammer dat omroepbobo’s er zich mee bemoeien’. Het wordt onderhand de hoogste tijd voor zowel de Haagse politiek als de samenleving om serieus na te gaan denken over het optuigen van een nationale omroep en het opheffen van de omroepen op levensbeschouwelijke grondslag. Het is een achterhaald zuilensysteem dat elders in de samenleving terecht allang verdwenen is. In een serieus en kwalitatief hoogstaand omroepbestel moeten programma’s centraal staan en niet de belangen van omroepen. 

Er moet me iets van het hart over de zomerprogrammering van de publieke omroep. Maar het is als de klacht van een niet-gelovige die zich verbaast over het gebrek aan democratisering en redelijkheid van religieuze organisaties. Dat heeft iets schijnheilig en dubbeltongig. Want ik kijk nauwelijks naar de programma’s op NPO 1, 2 en 3. Actualiteitenrubriek Nieuwsuur en VPRO’s Tegenlicht en reisprogramma’s (Ruben Terlou, Thomas Erdbrink, Stef Biemans) zijn de enige programma’s die ik regelmatig zie. Bij een andere programmering zou dat echter best kunnen veranderen. Maar die verandering zit er voor mij deze zomer niet in, en overigens evenmin in de herfst, winter en lente. Maar in de zomer zet Hilversum de eigen gemakzucht zelfs nog in een hogere stand. Iemand die niks met sportprogramma’s en detectives heeft wordt de zenders afgejaagd.

Want wat is het geval? Op NPO 1 worden van 14 juni tot 15 juli alle wedstrijden van het WK Voetbal in de Russische Federatie uitgezonden. Dat zijn 63 wedstrijden van minimaal 90 minuten. Als daarbij alle voor- en nabeschouwingen en herhalingen opgeteld worden, dan telt dat op tot zo’n 100 uur wedstrijden en tientallen uren beschouwingen. Dat terwijl het Nederlands elftal niet meedoet omdat het zich niet wist te kwalificeren.

Men zou denken dat kijkers die niet van deze tsunami aan voetbalwedstrijden, voetbalbeschouwingen en voetbalnieuws houden een alternatief moet worden geboden. Dat gebeurt ook op NPO 2, maar dat alternatief is niet aanvullend aan voetbal, maar er min of meer een duplicaat van. Ofwel, de consumptie van uren voetbal wordt herhaald met de consumptie van uren detectives. Dat is merkwaardig, want hiermee wordt de weetgrage en nieuwsgierige kijker die geprikkeld wil worden en smacht naar kennis en nieuwe impulsen in de steek gelaten. Door de programmering kiest de publieke omroep voor coma, apathie en onzelfstandigheid.

Van 15 juni tot 15 juli zendt KRO-NCRV namelijk elke avond een detective uit op NPO 2 tijdens de Detectivemaand die deze omroep eens in de twee jaar presenteert. Zoals gezegd, als alternatief voor de grote voetbaltoernooien. In NRC zegt inkoopster Mignon Huisman van KRO-NCRV in gesprek met Wilfred Takken: ‘De gedachte was: mannen voetbal, vrouwen detectives. Maar ongeveer 40 procent van onze kijkers is man’. 

In deze constatering van Huisman komen vier misverstanden samen, hoewel het mogelijk is dat ze beter weet dan wat ze publiekelijk zegt, maar dat toch naar buiten brengt om het gemakzuchtig denken in formats van Hilversum, kijkcijfers, het kostenaspect (‘inkopen’) en gebrek aan creativiteit aan het zicht te onttrekken. Ten eerste dat detectives een alternatief voor voetbal zijn. Ten tweede dat programmering volgens een man/vrouw-verhouding bestaat en niet rolbevestigend en gedateerd is. Ten derde dat de uitzending van een grote hoeveelheid voetbal- en sporttoernooien beantwoord moet worden met een grote hoeveelheid van meer van hetzelfde van een ander genre. Ten vierde dat uit het feit dat in de zomer de omroepen zich in een vakantie-modus zetten dit betekent dat ook de kijkers van juni tot september met vakantie gaan.

Vraag is dat als Britse en Scandinavische detectives dat niet zijn, wat dan wel een goed alternatief voor voetbal is. En dan niet beredeneerd vanuit het commerciële belang van de publieke omroep (reclame inkomsten) of de profilering van de afzonderlijke omroepen, maar vanuit het belang van de kijker. Als het WK Voetbal, Wimbledon of de Tour de France op de publieke omroep in de zomer nou eenmaal tot in de kleinste details moeten worden uitgezonden, wat is dan het alternatief die de niet-sport liefhebbers optimaal bedient?

Te denken valt aan het uitzenden van registraties van podiumkunst (muziek, dans, toneel), klassieke, niet-Engelstalige films, informatieve programma’s (nieuws- en reisprogramma’s, documentaires, programma’s over geschiedenis) of kostuumdrama’s. Amusements- en showprogramma’s die de platheid ontstijgen worden door de publieke omroep vanwege het kostenaspect hoe dan ook nog nauwelijks uitgezonden. Praat- en realityprogramma’s zijn het hele jaar al overvloedig te zien en kunnen in de zomer opgeschort worden.

Mijn verlanglijstje zou de volgende elementen kunnen bevatten die beter aansluiten bij de sfeer van de zomer en de behoefte van de kijker dan de ‘alternatieve’ detectives die de geest niet prikkelen of intelligent onderhouden, maar dempen en in de slaapstand zetten. Het is een programmering met een jaarlijkse cyclus: 1) een filmcyclus van de melancholische Italiaanse regisseur Valerio Zurlini, 2) de beste documentaires en dramaseries van het afgelopen jaar van de Europese publieke omroepen via de EBU (bewerkt en met Nederlandse voice over of ondertiteling); 3) de beste documentaires en dramaseries van het afgelopen jaar van ARTE (bewerkt en met Nederlandse voice over of ondertiteling); 4) geschiedenisprogramma’s zoals The Vietnam War die de Vlaamse VRT wekelijks uitzendt (bewerkt en met Nederlandse voice over) of 5) registraties van podiumkunst waar Nederland in uitblinkt (experimentele en geïmproviseerde muziek, dans, opera, jeugdtheater) zoals de uit het publieke bestel verbannen Concertzender dat voor de radio met muziek doet.

Kunst is kunst, maar ook een wapen waarmee de strijd tegen terreur die van buiten komt en onverschilligheid die van binnen komt gewonnen kan worden. Het is de strijd om de harten en geesten van de eigen bevolking die telt en een positieve impuls kan geven. Met als neveneffect het verstevigen van de nationale identiteit op natuurlijke en niet geforceerde wijze. Media kunnen een opbouwende rol spelen. Niet omdat het educatief is of doelgroepen emancipeert, maar omdat kunst, films of documentaires de kijker een spiegel voorhouden en tot nadenken aanzetten. Dat is in Nederland uitzondering geworden. Nederland mist de vanzelfsprekende, positieve grondhouding tegenover kunst. De zomerprogrammering van de publieke omroep met sport en detectives is daar een akelig herkenningsteken van. Feit dat daar niet eens meer kritiek op komt geeft aan hoever de ambitie van de publieke omroep gedaald is en hoe normaal Nederlanders dat zijn gaan vinden.

Foto 1: Schermafbeelding van een still uit en de aankondiging van ‘The Lovely Month of May; A Documentary by Chris Marker and Pierre Lhomme’ door ARTE.

Foto 2: Schermafbeelding van de aankondiging van een uitzending van de Britse detective Grantchester door KRO-NCRV.

Yvonne Zonderop geeft voeding aan het idee van een postseculiere cultuur. NCRV’s ‘De Verwondering’ maakt er gretig gebruik van

De restauratie van religie in de beeldvorming is in volle gang. Dat is een goed te verdedigen standpunt: ‘Eert in elkander God.’ Religieuze organisaties zien uiteraard niet graag hun macht afbrokkelen en nemen waar mogelijk initiatief om dat proces te vertragen of verkeerd voor te stellen. Het is dan ook begrijpelijk dat de NCRV in het televisieprogramma De Verwondering aandacht aan religie en Godsbeleving besteedt. Het past immers in de doelstelling van een christelijke omroep. Maar het risico van dit soort programma’s is overmoed en zich meer toe-eigenen dan redelijk is. Vaak overschrijden opiniemakers in hun enthousiasme een rode lijn als ze niet zozeer hun eigen (christelijke) voortreffelijkheid aanprijzen, maar het gebrek aan voortreffelijkheid van ‘andersdenkenden’ terloops aan de orde stellen. Dat is de valkuil van deze programma’s. Als gasten daar voeding aan geven, dan is een kritische reactie het gepaste antwoord. Zoals bij bovenstaand videofragment:

Het ontgaat me wat mw. Zonderop bedoelt met ‘De secularisatie is voorbij. Religie is helemaal terug,’ Zowel het een als het ander onderbouwt ze niet. Wat ze beweert klinkt verre van logisch. Het lijkt eerder wensdenken dan dat ze een weergave van de werkelijkheid geeft.

Volgens de statistieken van het CBS neemt het percentage Nederlanders dat zich zegt door religie te laten inspireren jaarlijks af. Secularisatie als politieke filosofie gaat gestaag verder. Daar vindt religie een gepaste rol in.

Daarnaast begeeft mw. Zonderop zich op dun ijs door half-verhullend, half-suggestief normen en waarden exclusief te verbinden aan godsdienst. Dat is nogal een slag in de lucht en doet opnieuw geen recht aan de werkelijkheid en ‘andersdenkenden’ met een serieuze levensovertuiging die zich niet laten inspireren door godsdienst en gewoon hun leven inhoud, zin en koers geven.

Kortom, wat wil mw. Zonderop nou eigenlijk beweren? Hoeveel appels en peren kan ze vergelijken in haar historische fruitmand zonder de grip te verliezen? De wereld verandert continue. Elke generatie beweert dat veranderingen nog nooit zo snel en cruciaal zijn geweest. Maar dat heeft niets met de ontkerkelijking of de rol van religie te maken.

Mw. Zonderop gooit allerlei ongelijksoortige balletjes in de lucht, maar maakt zich er niet verantwoordelijk voor om ze op te vangen. Het is een verdienstelijke act voor wie de absurditeit van het leven wil doorgronden. Maar het is pijnlijk om de eigen act vervolgens zelf tot de kern van het absurdisme te maken. Eén gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden.

Foto: Schermafbeelding van een deel artikel ‘Hoog tijd om te stoppen met lacherig te doen over religie’ op Kerknet.be, 13 april 2018.

Petitie ‘Stop The Passion in Nunspeet’ stemt tot nadenken

Leden van de verschillende kerken uit Nunspeet en Elspeet vinden de opvoering van The Passion op 23 maart 2018 in Nunspeet godslasterlijk. De vertelling gaat over de laatste uren van het in het christendom belangrijkste hoofdpersoon Jezus Christus. De kerkleden vinden dat van hun geloof een publieksevenement wordt gemaakt. The Passion is een co-productie van de christelijke omroepen KRO-NCRV en EO. Het is meer dan de registratie en uitzending van het drama en omvat ook activiteiten waar mensen zich voor aan kunnen melden op de website. Op de website wordt als motief voor de productie gegeven: ‘The Passion is bij uitstek geschikt om een breed niet-christelijk publiek te bereiken met het lijdensverhaal van Jezus’.

De kerkleden in Nunspeet en Elspeet zijn dus niet de doelgroep waar The Passion voor wordt gemaakt. Dat is een breed niet-christelijk publiek dat in contact wordt gebracht met een lijdensverhaal van Jezus dat het wellicht niet of onvolledig kent. Om dat brede publiek te bereiken wordt de vertelling opgeleukt met Nederlandstalige popmuziek en niet met christelijke songs. Zogenaamde BN’ers spelen de rollen.

The Passion is een hybride evenement. Het zit tussen twee stoelen in. Tussen christendom en niet-christendom. Tussen een gelovig en een niet-gelovig publiek. Tussen respect voor een religieus verhaal en godslastering. Tussen popularisering of zelfs vulgarisering van een van de belangrijkste verhalen van het christendom en een terughoudende opstelling die dat verhaal behoedzaam en zonder ketelmuziek behandelt.

De focus van The Passion is niet gericht op degenen aan de uiterste kanten van het levensbeschouwelijke spectrum. Zoals de opstellers van deze petitie of degenen die niets met godsdienst te maken willen hebben. Beide groepen zullen elkaar kunnen vinden in de afwijzing van The Passion. Het is een manier van prediking en evangelisatie die gericht is op een breed publiek dat cultureel, maar religieus geen verwantschap met het christendom heeft. The Passion is marketing en het uitventen van een religieuze boodschap. Niet zozeer om zieltjes te winnen voor de christelijke kerken, maar voor beide christelijke omroepen. The Passion is handel.

Foto: Schermafbeelding van deel petitieStop The Passion in Nunspeet’ op petities.nl.

Eva Jinek besteedt kritiekloze aandacht aan tentoonstelling over Louis Vuitton. Gaat het programma over ethische grenzen?

Louis Vuitton is onderdeel van de LVMH Group met de Franse zakenman Bernard Arnault aan het hoofd. Het creëert volgens de geest van LVMH ‘producten die een unieke knowhow, een zorgvuldig bewaard erfgoed en een dynamische betrokkenheid bij de moderniteit belichamen’. Deze ronkende pretentie is de marketing van een luxemerk dat lederwaren, prêt-à-porter, accessoires, schoenen, horloges en sieraden in de markt zet. Het leent van kunst om zichzelf in het zonnetje te zetten. Kunst wordt getemd en als halffabrikaat ondergeschikt gemaakt aan de pretentie van de commercie. De campagne ‘Masters’ met dode en levende kunstenaars als Koons, Da Vinci, Titiaan, Rubens, Fragonard en Van Gogh was exemplarisch voor wat Louis Vuitton doet. Het zet marketing in die zich nadrukkelijk presenteert als marketing. Het lijkt te zeggen, er is niets verkeerd aan het verkopen van producten of overtuigingen. Commercie is de nieuwe kunst die de oude kunst verdringt.

Louis Vuitton moet doen waar het goed in is. Namelijk winst maken. Dat journalisten zich echter met deze doelstelling lijken te vereenzelvigen is opvallend. Wat is het belang van de talkshow Eva Jinek (KRO-NCRV) om kritiekloze aandacht te besteden aan de tentoonstelling ‘Legendary Trunks’ in de Amsterdamse Beurs van Berlage met ‘meer dan 300 authentieke artikelen en koffers van Louis Vuitton’? Veelzeggend is Jineks toevoeging ‘zonder dat we hier reclame maken’, waarna het programma meer dan 5 minuten reclame voor merk en producten van Louis Vuitton maakt. Dit geeft aan dat Jinek beseft dat dit item over Louis Vuitton op z’n minst vragen oproept over sluikreclame. De reizende tentoonstelling is een productie van het in Zweden gevestigde bedrijf Nordic Exhibitions dat door de Beurs van Berlage als eerste wordt overgenomen. Er is ook de door Louis Vuitton georganiseerde tentoonstelling ‘Volez, Voguez, Voyagez’ die sinds 2015 te zien is geweest in Parijs, Tokio, Seoul en New York. Verschil is dat die Louis Vuitton productie gratis toegankelijk is en die van Nordic Exhibitions in Amsterdam voor volwassenen € 17 kost. Voor-de-gek-houderij om geld.

Debat over experiment met soepele bijstand met Jetta Klijnsma legt harteloosheid en gebrek aan compassie gasten ‘Jinek’ bloot

Vaak wordt vooral vanuit rechts-populistische hoek gezegd dat de Nederlandse media links zijn. Het wordt zelfs beschimpend de ‘linkse kerk’ genoemd. Maar het is een misverstand, de Nederlandse media zijn door de bank genomen rechts. De ‘rechtse kerk’ dus. Ze verdedigen de gevestigde orde en schurken tegen de macht aan. Journalisten kunnen weliswaar een sociaal-democratisch of links-liberaal wereldbeeld hebben, maar dat is ondergeschikt aan de media-organisaties waar ze bij in dienst zijn. Die wegen het zwaarst. Deze media vertegenwoordigen een conservatief, rechts-liberaal of zelfs populistisch wereldbeeld. Dat gaat soms gepaard met harteloosheid en een gebrek aan compassie. Dat leidt tot vervangende schaamte dit aan te moeten horen.

Het fragment van de talkshow ‘Eva Jinek’ (KRO-NCRV) uit de uitzending van 4 juli gaat over een tweejarig experiment in vijf gemeenten (Groningen, Ten Boer, Wageningen, Tilburg en Deventer) met soepelere bijstand. Demissionair staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA) informeert over een regeling voor bijstandsgerechtigden met een soepelere sollicitatieplicht en de mogelijkheid om maximaal 199 euro per maand bij te verdienen. Opzet is om deze bijstandsgerechtigden uit de bijstand te helpen. Dat kan bereikt worden door ze extra zekerheden te geven. Voorbeeld is kunstenares Bianca uit Groningen die geholpen wordt een eigen bedrijfje, een tassenatelier op te zetten. De regeling is geen hoofdprijs, maar wordt door gast Jan Smit zo voorgesteld. Ook gastvrouw Eva Jinek laat zich niet onbetuigd door te getuigen dat ze hierover wel eens gekke dromen heeft gehad. Klijnsma treft opmerkelijke agressie. De maatschappelijk gearriveerden aan tafel grossieren niet alleen in vooroordelen, maar vooral in harteloosheid en gebrek aan compassie. Het is ontluisterend om te zien. Het symboliseert het failliet van een betrokken samenleving waar mensen zich om elkaar bekommeren.

Staatssecretaris Klijnsma is natuurlijk wel iemand die makkelijk hoon opwekt. Ze mist de factor om serieus genomen te worden. Klijnsma is de uitvinder van het moestuinsocialisme. Ze heeft in haar functie in de afgelopen regeringsperiode weinig kansen gemist om zichzelf of haar partij de PvdA belachelijk te maken. Klijnsma valt niet te betrappen op een diepgaande analyse, maar praat doorgaans in tegeltjeswijsheden. Daarom is het jammer dat het kabinet Klijnsma naar de media afvaardigt om dit interessante experiment te verdedigen. Het verdient beter. Een handigere en minder naïeve bestuurder als staatssecretaris Martin van Rijn had het ongetwijfeld overtuigender verdedigd en minder wantrouwen ontmoet dan Klijnsma. Maar Jan Smit en Eva Jinek schoten ondanks Klijnsma in de eigen voet door zich zo te laten kennen. En dat zegt alles over ons. 

Christelijke organisaties proberen het grote publiek te inspireren met hun mythe van Jezus. Moet de overheid dat zomaar toestaan?

Een bepaald soort christenen heeft er een handje van kritiek te leveren op de ‘achterlijke’ islam. Dat zou als het al een religie en geen ideologie is niet open staan voor onderzoek naar de wortels van het geloof. Verbod op onderzoek zou zelfs opgesloten liggen in de doctrine van de islam. De bron moet verborgen blijven om de menselijke constructie ervan te verhullen en net te doen alsof het een van God gegeven religie is. Christendom is fundamenteel niet anders. Het kiest alleen een andere tactiek om de oorsprong te verbergen. Christendom buigt mee, maar houdt het antwoord van de menselijke constructie buiten de kern van het geloof.

Raw Story komt met een uitdagende reeks over Jezus. Het eerste artikel is een interview van Valerie Tarico met auteur, historicus en onderzoeker David Fitzgerald die enige bekendheid heeft gekregen door zijn boek Nailed. Met de veelzeggende ondertitel ‘Ten Christian Myths That Show Jesus Never Existed at All’. De mythe wordt doorgeprikt en de leugen ervan vastgepind, zo is het idee. Tarico: ‘Fitzgerald neemt het controversiële perspectief in dat de persoon van Jezus in het hart van het christendom gehistorieerde mythologie is. Dit   betekent dat de oorspronkelijke kern een reeks oude religieuze tropen of mythen was waar historische details aan toegevoegd zijn zoals ze werden verteld en overgeleverd door mensen die geloofden dat ze echt waren’.

Volgens Fitzgerald kunnen buitenstaanders argumenten aanvoeren totdat ze een ons wegen, maar ‘christenen moeten geloven dat Jezus werkelijk was en verdedigers van het geloof stelden een reeks bewijzen op waarvan ze beweren dat die de kwestie oplost.’ Maar het is een schijnoplossing die dient om het debat tot zwijgen te brengen onder de suggestie dat de vraag beantwoord is. Het blokkeren van de vraag naar Jezus’ ontstaan is dus niet veel anders dan de defensieve opstelling van de islam die de vraag naar het eigen ontstaan niet echt wil stellen, laat staan onderzocht wil zien. Of Fitzgerald gelijk in zijn bevindingen heeft is niet de hoofdzaak.

Interessanter is de vraag waarom de religieuze sector -waar wereldwijd miljoenen mensen hun broodwinning, legitimiteit en maatschappelijke of politieke positie aan ontlenen- zoveel ruimte krijgt van mensen buiten de sector. Waarom krijgen religies het voordeel van de twijfel en volle ruimte in de eigen uitleg van hun ontstaan?

Dat is begrijpelijk voorzover het over het functioneren van de eigen organisatie gaat, maar wordt merkwaardig als het de levens van allen buiten de religieuze sector beïnvloedt en zelfs in hoge mate bepaalt. Overheden zouden hier weerbaarder in kunnen optreden om degenen buiten de religieuze sector af te schermen tegen deze invloed. Het zou religieuze instellingen sieren als ze de passie op zouden kunnen brengen om hun eigen bestaan fundamenteel door te lichten.  Maar ze beseffen dat een doorgeprikte mythe weinig waard is. Daarom blokkeren ze dat historische onderzoek of komen met schijnbewijzen om dat onderzoek te neutraliseren.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelThe Passion leeft opnieuw in heel Nederland’ van EO en KRO-NCRV, 13 april 2017.