Coronacrisis biedt kansen om na te denken over de keuzes in de publieke sector. Opwaardering van vitale beroepen is een optie

We moeten nu verder denken. Er is veel onzeker, maar over 3 of 12 maanden is de crisis met het coronavirus voorbij. Blijft dan alles bij hetzelfde? Als we dat niet willen, moeten we daar nu op voorsorteren. We kunnen nu stappen zetten om de conclusies die nu velen met de mond belijden vast te houden en in beleid om te zetten. Wat vitale beroepen zijn maakt de crisis duidelijk. En wat niet-vitale beroepen zijn eveneens. De overtuiging wordt breed gedragen dat vitale beroepen worden onderbetaald en niet-vitale beroepen worden overbetaald.

Dat moet en kan anders. In 2013 schreef ik in een commentaar naar aanleiding van het artikelDe elite werd een kongsi die voor zichzelf zorgt’ van Paul Frentrop het volgende: ‘Hoe dan ook toont Frentrop overtuigend aan dat ‘de semipublieke mismanagers op een vulkaan vol borrelend ongenoegen leven’. Die overbodige laag van managers in de semipublieke sector die ondernemer spelen zonder eigen risico te lopen. Ingedekt en ingelikt als lid van een politieke partij.’ Frentrop is lid van de Eerste Kamer namens FvD met politieke macht.

Machtigen staan nooit vrijwillig macht af. Dat geldt ook voor de waterdragers van de macht die met elkaar een geheim genootschap vormen. Partijen kunnen een beweging in gang zetten om dat een steuntje in de rug te geven. Het gaat om functies in de publieke en semi-publieke sector. Op een incidentele wethouder of hoge ambtenaar na is iedere Nederlander ervan overtuigd dat vitale beroepen financieel en maatschappelijk worden ondergewaardeerd. Dan hebben we het over de verpleegster, de onderwijzeres, de politieagent, de leraar, de vuilnisman, de brandweerman, de buschauffeur, de monteur en dat soort essentiële beroepen die nodig zijn om een samenleving te laten draaien. Waarom zouden ze niet een fikse loonsverhoging kunnen krijgen, zodat ook de aantrekkelijkheid van het beroep toeneemt en door een nieuwe instroom de werkdruk afneemt?

Het zal simpel gedacht zijn, maar het geld dat daarvoor nodig is kan weggehaald worden bij de niet-vitale beroepen in de publieke sector. Zoals voorlichters, marketeers, beleidsmedewerkers, projectleiders en managers. Ze zijn in grote mate misbaar. De wildgroei van dit type vage en bij nader inzien overbodige beroepen is afgelopen jaren ongekend geweest. De crisis met het coronavirus biedt de kans om bij de vanzelfsprekendheid daarvan stil te staan. Deze beroepen kunnen zinvol zijn en niet alle individuen hoeven ontslagen of gekort te worden in hun salaris, maar het moment is nu aangebroken om te concluderen dat een meerderheid van dit soort medewerkers in niet-vitale beroepen overbodig is. Dat vraagt om ander beleid.

Het is interessant dat mensen elkaar nu spreken en vooruitlopen op de gewenste verandering na deze crisis. Het lijkt de grootste omkeer in ons leven sinds de Tweede Wereldoorlog te worden. Maar na die oorlog waren de verwachtingen over een andere samenleving groot, maar veranderde er uiteindelijk niets. Dat gebeurde pas aan het einde van de jaren 1960. De reconstructie van 1945 was de situatie van 1939. Hoe kunnen we de kans verkleinen dat de reconstructie van 2021 de situatie van 2019 is? Hoe kunnen de wildgroei van de doldraaiende consumptiemaatschappij, het massatoerisme, de horeca, de vervuilende industrie, de bio-industrie en de macht van de financiële instellingen en de ambtelijke managers in de publieke sector ingeperkt worden? Gesteld dat we dat in meerderheid willen, hoe kunnen we dat realiseren? Om hoe dan ook een beweging van onderop in gang zetten om dat te ondersteunen. Daar moeten we nu al over nadenken, het ruimte geven in het publieke debat en onze politieke partijen ervan overtuigen. Nu is het moment daar.

Foto: Ben van Meerendonk / AHF, ‘Controle van fietslicht, 1946‘. Collectie IISG, Amsterdam.

Advertentie

ING-witwasschandaal: Laat omdat we geen andere middelen hebben, maatschappelijke uitsluiting van bankiers onze reactie zijn

De vanwege een witwasschandaal en fraude opgeofferde financiële topman van ING Koos Timmermans geeft in dit interview met Bloomberg van een maand geleden aan waar het bij banken als ING om gaat: kwantiteit boven kwaliteit. Dat is de valkuil waar de door de markt en de aandeelhouders opgejaagde bank vanzelf invalt. Dat is de weeffout van ING. De structuur en het verdienmodel van de banksector deugen niet. Dat is het probleem. Er zijn goede banken, zoals ASN, Triodos Bank, Handelsbanken, maar die zijn te klein en schieten tekort voor een klant die een breed aanbod aan financiële producten en diensten zoekt. Het mislukken van de Apeldoornse De Financiële Coöperatie geeft aan hoe lastig de banksector voor kleine, onmachtige banken is.

Banken die van de overheid het financieel systeem mogen beheren zijn een probleem omdat we niet zonder ze kunnen, maar ook omdat we evenmin verder met ze willen. Ze hebben sinds de kredietcrisis van 2008 steeds meer weerstand opgeroepen door hun wereldvreemdheid, schandalen, arrogantie en zelfgerichtheid. Ethische banken zijn te klein, en systeembanken zijn niet ethisch. Daarbij komt dat grote financiële instellingen zich aan landgrenzen onttrekken en het initiatief van staten hebben overgenomen. De Nederlandse overheid is niet meer in staat om de burgers die er klant zijn tegen de banken te beschermen of het initiatief van de geldschepping weer terug te nemen. Zoals het in de sector met een teveel aan Angelsaksisch jargon heet, een lose/lose situatie. De winnende, maar gecorrumpeerde bank is uiteindelijk ook een (morele) verliezer.

Het begin van verandering is bewustwording bij het publiek over banken en het gedrag van bankiers. Laten we niet ophouden de slechte bankiers kritisch te benaderen en niet meegaan in hun powerplay, onzinverhalen en puberachtig gedrag. Deze bankiers zijn klojo’s, onvolwassen kinderen die hun verantwoordelijkheid niet nemen, onvoldoende maatschappelijk besef tonen, geen geweten hebben en verstrikt zijn geraakt in hun eigen wereld van de kwartaalcijfers en daar zonder veel zelfkennis razend en opgejaagd in rondtollen.

Deze bankiers verdienen onze hoon, spot en volle minachting. Laat omdat we geen andere middelen hebben, hun maatschappelijke uitsluiting onze reactie zijn. Ze zijn uitschot als de beulen van de Franse revolutie die de guillotine bedienden en door het volk met de nek werden aangekeken. Ze hebben zich ontastbaar gemaakt, maar dat betekent niet dat we hun gedrag aanvaarden. Zo’n type als ING-topman Ralph Hamers denkt boven de wet te staan en positioneert zich als ondernemer, terwijl hij gewoon een werknemer is die evenals de loketbediende in dienst van het bedrijf is. Hij loopt geen ondernemersrisico, maar probeert samen met de commissarissen uit het zelfde old boys network zoveel mogelijk poen binnen te harken. Types als Hamers gijzelen de bank en de samenleving. Laten we daarom elke dag opnieuw zijn geloofwaardigheid en autoriteit ter discussie stellen totdat hij of zijn opvolgers eindelijk maatschappelijk aanvaardbaar gedrag gaan vertonen.

Wat in de kwestie van de illegale witwaspraktijken van de ING Group die tussen 2010 en 2016 speelde nog tamelijk onderbelicht blijft is waarom de regeringscommissarissen Lodewijk de Waal (tot 2013), Peter Elverding (2014) en Tineke Bahlmann (tot 2014) die door het kabinet naar ING werden gestuurd niet aan de bel hebben getrokken. Zaten ze in verkeerde commissies of hebben ze jaren zelfgenoegzaam zitten slapen?

Schandaalbank HSBC, de gangsters van financiën

Iedereen die geïnteresseerd is in economie en de opkomst van China, de bankensector en de verwevenheid van politiek met de bankensector moet de documentaire Die Skandalbank/ Les gangsters de la finance (HSBC – Gangsters of Finance) van Jérôme Fritel voor Arte France over de Britse bank HSBC zien. Deze machtigste Britse bank is groot geworden in Hongkong en biedt toegang tot het Westen voor China, en omgekeerd. Daarbij dreigt het niet alleen extra corruptie en een foute belastingmoraal naar het Westen te halen, maar ook de instabiliteit van de Chinese bankensector. Dat kan de Westerse economie bij een volgende economische crisis nekken. HSBC is de spreekwoordelijk bank die te groot is om te worden aangepakt, too big to jail. Bankiers van HSBC ontspringen de straf die ze verdienen. Schandalen in de VS of Zwitserland wist de bank door politieke druk te neutraliseren. De documentaire moest het doen zonder medewerking van HSBC die de bank weigerde. Een oplossing biedt de documentaire niet. Het schetst het probleem van een almachtige bank die zich onaantastbaar heeft gemaakt en politici heeft opgekocht. Nationale overheden hebben het nakijken.

Tot 11 februari 2018 is hier op Arte een Engels ondertitelde versie te zien.

Sid Lukkassen weigert de echte macht aan te spreken. Als afleiding heeft hij het daarom over cultuurmarxisme

Buitenhof had in de uitzending van 3 september een debat tussen VVD’er Sid Lukkassen en journalist Casper Thomas (De Groene Amsterdammer). Het ging over het cultuurmarxisme dat er uiteindelijk op neerkomt dat overtuiging bepalender is dan kogels. Het idee is dat wie de overtuiging beheerst, de macht of de hegemonie heeft. De term is gemunt door de Italiaanse communist Antonio Gramsci. (Spreek uit: Gramsji). De pyramide in de video laat zien waar het in Lukkassens betoog aan schort. Hij richt zich niet op de top van de pyramide waar de macht zit, maar op de onderste laag. De Nederlandse Bank, de ECB, het IMF, de multinationals of de nationale regeringen (Rutte I, II en III) die het voor het zeggen hebben laat Lukkassen buiten schot in zijn maatschappijkritiek. Hij schetst daardoor een verwrongen beeld van de macht. Overigens ondersteunen zelfs de Nederlandse gevestigde media zoals de publieke omroepen de continuïteit van de gevestigde orde. Ze zijn daarom per definitie conservatief omdat ze opkomen voor de continuïteit van de bestaande samenleving.

Wat Lukkassen wil -zonder dat met zoveel woorden te zeggen- is maatschappelijke veranderingen van de afgelopen decennia terugdraaien. In die zin is hij geen conservatief die het bestaande wil bewaren en de gevestigde orde van nu accepteert, maar een revisionist, revanchist of nostalgicus die een verloren gegane situatie wil herstellen. Waarom hij het nodig acht om zijn maatschappijkritiek op te hangen aan de term cultuurmarxisme is onduidelijk, en weet hij evenmin duidelijk te maken. In elk geval zou zijn kritiek aan geloofwaardigheid winnen als hij zich richt op de zetels van de macht. En niet op de bijverschijnselen van of ondergeschikte invloeden op de macht. Lukkassen bestrijdt schimmen en mist bereidheid of ruggengraat om de echte macht aan te spreken. Wellicht is dat te lastig voor een VVD’er voor wie de economische ordening, eigendomsverhoudingen, macht van banken en bedrijfsleven overtuigingen vormen die niet te discussie staan.

Burgers pakken macht terug van financiële sector: CommonEasy

Echt begrijpen hoe het werkt doe ik niet. Maar de opzet is duidelijk. Een derde weg tussen verzekeren via de financiële sector en niet verzekeren. Het past in het patroon van burgerinitiatieven van de laatste jaren om de macht van de financiële sector (inclusief banken en verzekeringsmaatschappijen) te breken en de macht terug te pakken. Kritiek is dat banken of verzekeraars niet georiënteerd zijn op de burger en goed toezicht door de overheid op de financiële sector ontbreekt, maar ze bijna uitsluitend redeneren vanuit hun marktpositie en winstgevendheid. Uitzonderingen zijn kleinschalige banken die echter onvolledig zijn in de producten die ze aanbieden. Ook zij vullen het gat niet tussen klein en groot. Bankiers en verzekeraars zijn klojo’s en idioten.

De reactie hierop is zelfbewustzijn van burgers over de eigen machtspositie met als gevolg dat de burger zich weer opstelt als burger en niet door overheid of bedrijven weggezet wordt als consument. Een burger praat mee, deelt de macht en beslist over het eigen lot, een consument is een verbruiker die alleen passief af kan nemen wat aangeboden wordt. CommonEasy zegt terug te gaan naar de kern en zet digitale middelen in om dat te bereiken. Hier zijn de details te lezen. Om echt te begrijpen hoe het werkt. Het is een zinvol initiatief. Al is het maar om de bewustwording te vergroten dat burgers niet afhankelijk zijn van banken en verzekeraars.

Debat over experiment met soepele bijstand met Jetta Klijnsma legt harteloosheid en gebrek aan compassie gasten ‘Jinek’ bloot

Vaak wordt vooral vanuit rechts-populistische hoek gezegd dat de Nederlandse media links zijn. Het wordt zelfs beschimpend de ‘linkse kerk’ genoemd. Maar het is een misverstand, de Nederlandse media zijn door de bank genomen rechts. De ‘rechtse kerk’ dus. Ze verdedigen de gevestigde orde en schurken tegen de macht aan. Journalisten kunnen weliswaar een sociaal-democratisch of links-liberaal wereldbeeld hebben, maar dat is ondergeschikt aan de media-organisaties waar ze bij in dienst zijn. Die wegen het zwaarst. Deze media vertegenwoordigen een conservatief, rechts-liberaal of zelfs populistisch wereldbeeld. Dat gaat soms gepaard met harteloosheid en een gebrek aan compassie. Dat leidt tot vervangende schaamte dit aan te moeten horen.

Het fragment van de talkshow ‘Eva Jinek’ (KRO-NCRV) uit de uitzending van 4 juli gaat over een tweejarig experiment in vijf gemeenten (Groningen, Ten Boer, Wageningen, Tilburg en Deventer) met soepelere bijstand. Demissionair staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA) informeert over een regeling voor bijstandsgerechtigden met een soepelere sollicitatieplicht en de mogelijkheid om maximaal 199 euro per maand bij te verdienen. Opzet is om deze bijstandsgerechtigden uit de bijstand te helpen. Dat kan bereikt worden door ze extra zekerheden te geven. Voorbeeld is kunstenares Bianca uit Groningen die geholpen wordt een eigen bedrijfje, een tassenatelier op te zetten. De regeling is geen hoofdprijs, maar wordt door gast Jan Smit zo voorgesteld. Ook gastvrouw Eva Jinek laat zich niet onbetuigd door te getuigen dat ze hierover wel eens gekke dromen heeft gehad. Klijnsma treft opmerkelijke agressie. De maatschappelijk gearriveerden aan tafel grossieren niet alleen in vooroordelen, maar vooral in harteloosheid en gebrek aan compassie. Het is ontluisterend om te zien. Het symboliseert het failliet van een betrokken samenleving waar mensen zich om elkaar bekommeren.

Staatssecretaris Klijnsma is natuurlijk wel iemand die makkelijk hoon opwekt. Ze mist de factor om serieus genomen te worden. Klijnsma is de uitvinder van het moestuinsocialisme. Ze heeft in haar functie in de afgelopen regeringsperiode weinig kansen gemist om zichzelf of haar partij de PvdA belachelijk te maken. Klijnsma valt niet te betrappen op een diepgaande analyse, maar praat doorgaans in tegeltjeswijsheden. Daarom is het jammer dat het kabinet Klijnsma naar de media afvaardigt om dit interessante experiment te verdedigen. Het verdient beter. Een handigere en minder naïeve bestuurder als staatssecretaris Martin van Rijn had het ongetwijfeld overtuigender verdedigd en minder wantrouwen ontmoet dan Klijnsma. Maar Jan Smit en Eva Jinek schoten ondanks Klijnsma in de eigen voet door zich zo te laten kennen. En dat zegt alles over ons. 

Hans de Boer slaat toe in één-tweetje met De Telegraaf. Een malloot torpedeert opnieuw zijn eigen geloofwaardigheid

Werkgeversvoorzitter Hans de Boer (VNO-NCW) slaat opnieuw toe in een één-tweetje met De Telegraaf. Volgens hem zou Nederland 17.000 banen en een miljard euro aan belastinginkomsten mislopen vanwege ‘te strikte regels rond bonussen in de financiële sector’. Hiermee neemt hij een voorschotje op een kamermotie die die regels wil vastleggen. Het is onduidelijk waar de Boer zijn schattingen op baseert. Een onderbouwing ervoor geeft hij niet. Die is ook onmogelijk te geven omdat vele landen azen op bedrijven die in een complex proces vanwege de Brexit hun Londense vestigen willen verplaatsen naar de EU. Het nattevingerwerk van De Boer doet het werk. Hij laat zich opnieuw als ijdeltuit kennen die zijn eigenbelang oppimpt door De Telegraaf te laten zeggen dat hij ‘samen met het kabinet in het diepste geheim geprobeerd heeft om een aantal gerenommeerde handelsbanken naar Nederland te halen’. Het diepste geheim dat bij De Boer niet veilig is en hij in de krant zet. De Boer laat samen met De Telegraaf zijn demagogische hart spreken door te stellen dat die 1 miljard euro aan belastinginkomsten aan goede zorg besteed kan worden. Samen leggen ze de schuld bij de PvdA. IJdeltuit en malloot De Boer en activistische journalisten Visser en De Winther van De Telegraaf.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelPvdA torpedeert duizenden banen’ in De Telegraaf, 26 juni 2017.

Jack Ma legt uit wat er schort aan de besteding van opbrengsten van het globalisme. Tevens een antwoord aan de populisten

De Chinese multimiljonair Jack Ma van het concern Alibaba heeft er belang bij om Trumps kritiek op China te weerleggen. Of om te buigen. De vrees bestaat dat Trump protectionisme tot kern van zijn economisch beleid maakt. Dat is schadelijk voor de internationale handel. Ma presenteert zijn argumenten slim. Hij zegt dat niet zozeer outsourcing van de Amerikaanse maakindustrie naar China of Mexico tot een rampzalige economische situatie in het Middenwesten -en wat hij het Middenoosten noemt- van de VS  heeft geleid, maar de verkeerde aanwending van de winst uit die globalisering. Waar is dat geld gebleven? Dat ging naar recente oorlogen die 14.300.000.000.000 USD kostten. Dat geld had volgens Ma beter besteed kunnen worden aan de verbetering van de infrastructuur die verwaarloosd is. Zeg maar: een nieuwe New Deal. Daarnaast heeft Ma kritiek op de financiële sector van Wall Street die in zichzelf verkeert en opereert ten koste van de reële economie.

Heeft Ma gelijk? Hij heeft een punt dat de veiligheidsindustrie en Wall Street veel overheidsgeld naar zich toe trekken. Mede door hun invloed op de politiek. Politici worden met geld gekocht om de continue stroom overheidsgeld te garanderen. Dat gaat ten koste van andere sectoren. En van gewone mensen. President Obama past trouwens het verwijt dat hij dat mechanisme niet heeft omgebogen. De tragiek is dat Trump door zijn kabinetsbenoemingen en beleid als geen andere president een vertegenwoordiger van Wall Street en big money is. Hij beloofde het moeras droog te leggen, maar doet het omgekeerde. Hij pompt er extra water in.

Of Trump een aanleiding voor een oorlog met bijvoorbeeld Iran gaat creëren om de veiligheidsindustrie te bedienen valt af te wachten. Hij kan ook volstaan met hogere Defensiebestedingen alleen. Hoewel generaals die wapens dan ook graag in willen zetten, als het geweer aan de muur in een stuk van Tsjechov. Wapens moeten afgaan. In Europa gaan de Amerikaanse ministers Mattis en Tillerson de boer op om de Europeanen te bewegen meer geld uit te geven aan de NAVO. EU-lidstaten moeten de bekende 2%-norm halen. Uiteraard grotendeels te besteden aan Amerikaanse waar. Als Europeanen slim zijn, dan steken ze de 10 of 30 miljard euro extra bestedingen per jaar in hun eigen wapenindustrie. Maar dat rekent buiten de realiteit van de Dick Berlijns, Jack de Vriesen en andere neoconservatieven die door de Amerikaanse wapenindustrie zijn gekocht en lobbyen voor Amerikaanse wapenfabricanten. Dan is er nog de reële Russische dreiging in Oost-Europa die alle wapenfabricanten in de kaart speelt. En niet gewone mensen en hoeders van de democratie die voor een evenwichtige en duurzame verdeling van overheidsgeld pleiten. Gedesillusioneerd hebben ze het nakijken.

Westen moet in 2017 Russische agressie beantwoorden met een nieuwe doctrine. Geen herbewapening maar resocialisering

ff49f1cdebf7ba064dee66554571833d

Wat brengt 2017? Hoofdzaak is om de bedreiging van de Europese democratieën door het Kremlin een halt toe te roepen. Hoe dat moet leert de geschiedenis. Op 12 maart 1947 kondigde de Amerikaanse president Harry Truman in een toespraak tot het congres zijn Truman-doctrine aan. Het wordt gezien als het begin van de Koude Oorlog. Zonder dat Truman de Sovjet-Unie noemde was dat gericht tegen het Sovjet-communisme dat Europa dreigde te overrompelen. Nu is de focus het nationalisme van de Russische Federatie. Deze staat is minder machtig dan de toenmalige Sovjet-Unie, maar gewiekster in het gebruik van de macht.

De agressie van het Kremlin dient beantwoord te worden door inzet van alle middelen. Wat er tot nu toe aan schort is niet dat de Westerse democratieën geen voldoende middelen hebben om te reageren, maar weifelen en weigeren om die in te zetten. Dat moet in 2017 veranderen. Belangrijk is daarom dat de VS de westerse landen als Canada, Australië, Japan en de EU-lidstaten op één lijn te brengt en laat opereren onder dezelfde noemer. Dat is geen oproep tot een nieuwe Koude Oorlog of een excuus voor herbewapening, maar een oproep om de schadelijke effecten van de Russische agressie in te perken. Kortom, een nieuwe containment.

In 1947 waren het Griekenland en Turkije die via inmenging van het Kremlin in communistische handen dreigden te vallen, nu zijn het Frankrijk en Italië. Zoals in 1947 kunnen de sociaal-democratie en het links-liberalisme met een programma van gematigd anti-globalisme en inkomensgelijkheid een sleutelrol spelen in het neutraliseren van extreem-links. Daartoe moet in de westerse hoofdsteden beter dan nu beseft worden dat het cowboy-kapitalisme dat de bankensector en het bedrijfsleven onverklaarbare voordelen biedt het Kremlin in de kaart speelt. En daarom snel moet veranderen. Centrum-rechts kan hetzelfde doen om rechts-extremisten en -populisten de wind uit de zeilen te nemen. De bijvangst is een politiek van resocialisering.

Er lijken voor zo’n nieuwe beleidsprogramma twee problemen te bestaan. De eerste is het aantreden van de Amerikaanse president Trump en het tweede is de macht van het grote geld in de Amerikaanse politiek en de macht die het uitoefent over Europa. Dat laatste lijkt onoverkomelijker dan het eerste. Men mag hopen dat als Trump eenmaal in de bestuurderstoel zit hij de Russische bedreiging beter op waarde schat dan nu en uit de campagne stand komt en ernaar handelt. Los van zijn zakelijke belangenbehartiging via de politiek. Maar als hij zich niet kan onttrekken aan de macht van zijn sponsors met hun belangen in bedrijfsleven en banken, dan heeft het Westen geen politieke manoeuvreerruimte om in Europa sociaal-democraten, liberalen, christen-democraten en gematigde anti-globalisten geloofwaardig de Russische schaduwen te laten bestrijden.

Foto: The Red Iceberg, 1947.

Joseph Stiglitz over Obama en de financiële sector

Amy Goodman praat met econoom Joseph Stiglitz over de fouten van president Obama. Volgens Stiglitz. Naast handelsverdrag TPP is dat de onvoldoende hervorming van de financiële sector. Hij verklaart de Britse Brexit en de opkomst van Donald Trump vanuit ‘woede en een gebrek aan vertrouwen, en een sterk gevoel dat het systeem niet deugt’. Stiglitz heeft begrip voor de kritiek van mensen die door de globalisering en de financiële liberalisering hun baan hebben verloren. ‘Weet je wat’, zegt Joseph Stiglitz, ‘ik denk dat ze gelijk hebben’.