Campagne van het CDA zegt ‘Een hele goede morgen!’

Maandag 28 januari 2019 is ‘Een hele goede morgen’-dag van het CDA. Dat is de campagne van deze partij die het op de eigen site toelicht: ‘Het CDA wil dat Nederland een mooie toekomst tegemoet gaat. Een land om door te geven aan onze kinderen en kleinkinderen, met zorg voor elkaar en een eerlijke economie. Én een land waarin we met respect met elkaar omgaan. Dit laat zich vangen in één en dezelfde zin: ‘Een hele goede morgen’. Dat wensen we elkaar toe. Elke dag weer. Het CDA gaat daarin het goede voorbeeld geven.’

Is deze campagne met de slogan ‘Een hele goede morgen’ briljant of een miskleun? Hoe dan ook is het CDA een verdeelde partij waarvan een leider als Sybrand Buma opteert voor een centrum-rechtse koers die de populistisch-conservatieve VVD de loef moet afsteken, terwijl een deel van de achterban die zich verenigt in kerkelijke gemeenschappen opteert voor centrum-links. Waarvan het kinderpardon een symbool is.

Lost het opgeruimd ‘Een hele goede morgen’ zeggen in een Nederland waar altijd de zon schijnt en iedereen lacht de prangende problemen op? Zoals de opwarming van de aarde en de afnemende diversiteit van de natuur, de inkomensongelijkheid, de klasse van sociaal zwakkeren en laagopgeleiden die zich buitengesloten voelt, de Brexit, de criminaliteit, de afnemende kwaliteit van het onderwijs, de autoritaire regimes die Nederland en de EU bedreigen of de multinationals en de banken die de politiek in de houdgreep houden?

Welk goede voorbeeld denkt het CDA te geven met deze campagne? Het CDA suggereert dat de kleine politiek van een vriendelijk gezicht en hoffelijkheid voor elkaar de grote politiek kan beïnvloeden. Als we vriendelijk voor elkaar zijn, dan komt de rest vanzelf, zo probeert dit CDA dit beeld aan Nederland op te dringen.

Nederlandse grootbedrijven en multimiljonairs die belasting ontwijken geven opdracht aan hun advocaten en trustkantoren om netjes belasting te betalen omdat ze beïnvloed zijn door vriendelijke gezichten. Criminelen gooien hun inbrekersgereedschap in de sloot omdat ze zijn overtuigd door de vriendelijkheid. De botteriken op de openbare weg getuigen van welgemanierdheid en hoffelijkheid als ze een vriendelijk woord horen. Automobilisten zetten vanwege de vervuiling hun wagens aan de kant en gaan lopen omdat hun een diep gevoel van gemeenschapszin overkomt. Pro-life demonstranten bij abortusklinieken staken hun actie omdat ze inzien dat er niets gaat boven een hele goede morgen. Het CDA, de partij die inhoud vervangt door vorm. De handreiking is een tekortkoming om door te pakken en harde keuzes te maken. U bent gewaarschuwd.

Advertentie

Klaas Dijkhoff trapt af voor de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen door tegen het Klimaatakkoord te trappen

VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff zegt het klimaatakkoord op waaraan de VVD mee onderhandelde, aldus een interview in De Telegraaf. D66 en CU noemen dat contractbreuk. Ze vinden dat de VVD de gemaakte afspraken niet eenzijdig kan opzeggen. Dijkhoff zegt zich sterk te maken voor ‘de gewone mensen’. Dat lijkt een obsessie te worden voor de top van de VVD. Ook premier Mark Rutte zegt bij herhaling zich sterk te maken voor ‘de gewone mensen’. CDA-partijleider Sybrand Buma sprak ook stoere taal toen hij zei op te komen voor ‘de gewone mensen’ die door een klimaatakkoord in hun portemonnee zouden worden aangetast. Ook PVV-leider Geert Wilders en SP-leider Lilian Marijnissen claimen op te komen voor ‘de gewone mensen’. Er valt onderhand een autobus te vullen met politici die zeggen op te komen voor ‘de gewone mensen’. Maar zeggen is niet hetzelfde als doen. Komen deze politici wel echt op voor ‘de gewone mensen’? Waar bestaat dat dan uit? In het afdwingen van scherpe keuzes of in het naar de mond praten van ‘de gewone mensen’?

De meest fundamentele kritiek op het klimaatakkoord is niet dat ‘de gewone mensen’ worden benadeeld, maar dat de industrie wordt ontzien en onvoldoende meewerkt, en als grootste vervuiler nog subsidie krijgt van het kabinet ook. Dus mede van VVD en CDA. Dat was de reden voor milieuorganisaties om in december 2018 de onderhandelingen te verlaten. Als de industrie en ‘de gewone mensen’ communicerende vaten zijn, in die zin dat de kosten door iemand betaald moeten worden, en de industrie door VVD en CDA worden ontzien, dan betekent dat dat deze twee rechtse partijen ‘de gewone mensen’ de rekening laten betalen en in de steek laten. Maar in de beeldvorming zeggen ze het omgekeerde in de hoop deze kritiek te neutraliseren.

Deze schermutselingen kunnen niet los gezien worden van de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 20 maart 2019 waarbij de meerderheid van de coalitie in de Eerste Kamer op het spel staat. Partijen profileren zich en scherpen hun profiel aan. Indirect helpt Dijkhoff ook Rob Jetten van D66 die zich voor zijn achterban juist sterk kan maken door op te komen voor het klimaatakkoord. Alle partijen willen dat ze deel zijn van een tweestrijd die de publiciteit domineert. Zo cynisch is partijpolitiek. Maar dat gaat niet zonder risico, want de geloofwaardigheid van Dijkhoff staat op het spel. Ik verwoordde dat vandaag in een tweet aan Rob Jetten:

In de video ‘Reactie van Klaas Dijkhoff op klimaattafels’ op het YouTube-kanaal van de VVD suggereert Dijkhoff dat het klimaat maakbaar en bijgebogen kan worden naar de wensen van zijn partij. Uit de vorm blijkt de symboliek. Staande voor een blauwe achtergrond houdt Dijkhoff een praatje tussen de schuifdeuren. Links en rechts gapen de gaten en schaduwen die diepte aan zijn betoog moeten geven. Het frame van de rafelrand wordt geïntegreerd in de video zodat Dijkhoff zich kan presenteren als oorspronkelijke, tegendraadse en moderne politicus. Maar hij verdrinkt in dit vormenspel waarin hij een projectie van een politicus speelt zonder zelf nog een politicus te zijn. Want achter de schaduwen wacht de echte, weerbarstige werkelijkheid. Dijkhoff claimt tegen beter weten in het te gaan fiksen. Hij tekent de ondertekenaars van het klimaatakkoord af als moralisten die met hun heilig vuur de samenleving op hun kop willen zetten. Dijkhoff is bang. Bang voor Buma. Bang voor de gele hesjes. Bang voor de milieubeweging. Bang voor de industrie. Bang voor zijn eigen populariteit. Bang voor de beeldvorming. Bang om harde keuzes te maken. Bang voor zijn eigen ruggengraat.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelVVD: ’nee’ tegenklimaatakkoord’ in De Telegraaf, 12 januari 2019.

Foto 2 en 4: Stills uit videoReactie van Klaas Dijkhoff op klimaattafels’ op YouTube-kanaal van de VVD, 21 december 2018.

Foto 3: Eigen tweet aan Rob Jetten, 12 januari 2019.

DDS zet kruistocht tegen NRC voort en misbruikt CDA’er Pieter Omtzigt, de nabestaanden van de MH17 en de journalistiek

Rechtse media en politici raken niet uitgesproken over wat CDA-kamerlid Pieter Omtzigt zou zijn aangedaan door NRC. Feitelijk is Omtzigt begin november op een bijeenkomst over de MH17 door Andreas Kouwenhoven en Wilmer Heck op een onzorgvuldigheid betrapt, heeft hij daarover zijn spijt betuigd en is de zaak daarmee afgedaan. Maar in navolging van de continue aanvallen van president Trump op de gevestigde media (op onder meer CNN, Morning Joe/MSNBC, The Washington Post) prent alternatief rechts van Nederland zich in dat aanvallen op de zogenaamde mainstream media lonen. Ook en juist indien ze geen enkele grond in de werkelijkheid hebben. DDS klopt deze kwestie voor eigen politiek gewin op. Pieter Omtzigt wordt zo voor een karretje gespannen waarvan het de vraag is of hij daarmee gediend is. DDS voert in een artikel de ‘voormalig Telegraaf-journaliste’ Jolande van der Graaf  op die de aanval op NRC mag openen. Mijn reactie bij het artikel:

Het is niet de taak van media om politiek te bedrijven. Daar is de oppositie voor. Dat geldt in gelijke mate voor NRC, Jolande van der Graaf of DDS. Ze moeten het voeren van oppositie overlaten aan de oppositie. Wat media zeker niet moeten doen is politiek stelling nemen en denken dat ze een soort politieke partij zijn en daar vervolgens naar moeten handelen. Dat ondermijnt de geloofwaardigheid van de media. Media moeten het nieuws verslaan.

Het is de vraag of beide journalisten van NRC in de kwestie Omtzigt-MH17 hun boekje te buiten zijn gegaan. En het is ook de vraag of in hun reactie Jolande van der Graaf of DDS hun boekje te buiten zijn gegaan.

Feit is dat Pieter Omtzigt in een FB-bericht van 13 november naar aanleiding van de berichten in NRC schreef: ‘Na de berichtgeving heb ik zaterdag aangegeven dat ik op deze bijeenkomst onzorgvuldig heb gehandeld, en dat ik dat betreur.’ Omtzigt gaf ook aan zijn woordvoerderschap over de MH17 ‘de komende tijd’ neer te leggen. Fractieleider Buma voegde hieraan toe dat Omtzigt fouten heeft gemaakt en ‘onzorgvuldig’ heeft gehandeld.

Kortom, Omtzigt heeft aangegeven onzorgvuldig in deze kwestie te hebben gehandeld. Dat staat haaks op wat Jolande van der Graaf of DDS er een maand later van maken. Waarschijnlijk uit politieke bedoelingen. Zoals gezegd is dat geen functie van de journalistiek.

Van der Graaf schuift de NRC-journalisten van alles in de schoenen dat niet in lijn is met de gang van zaken. Zo spreekt ze erover dat ze Omtzigt ervan hebben beticht ‘bewust Russisch nepnieuws te verspreiden’. Dat zuigt ze uit haar duim.

Het verwijt dat Omtzigt treft is dat hij naïef en onzorgvuldig is geweest -wat hij zelf toegeeft- en door mee te werken aan speculaties de nabestaanden onnodig in verwarring heeft gebracht. Het was de ‘getuige’ Alexandr die helemaal geen getuige bleek te zijn die zich liet kennen als een verspreider van nepnieuws. Omtzigt had afstand tot deze nepgetuige moeten houden en zich niet met hem in moeten laten. Achteraf betreurt Omtzigt dat.

NRC heeft verslag gedaan en onthult dat Omtzigt onzorgvuldig heeft gehandeld op genoemde bijeenkomt waar Alexandr sprak. Dat is normale journalistiek waar niks mis mee is. Als Omtzigt zich inzake deze kwestie benadeeld voelt door de verslaggeving van NRC, dan kan hij uiteraard een klacht indienen bij de Raad voor de Journalistiek. Dan worden de zaak in detail bekeken. Het is aan Omtzigt om daarover te beslissen. Hij heeft er weinig aan dat hij door politieke activisten die zich journalist noemen tegen zijn wil in gebruikt wordt in hun kruistocht tegen de gevestigde media.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelVoormalig Telegraaf-journaliste: ‘Pieter Omtzigt moet NRC voor de Raad voor Journalistiek slepen én aangifte doen van smaad en laster’’ van Micheal van der Galien op DDS, 12 december 2017.

Vliegende Merkel als voorbeeld voor Nederlandse politici

Op Angela Merkel is de verzuchting ‘vroeger waren er staatslieden zoals Adenauer, Churchill of De Gaulle, nu niet meer’ niet van toepassing. Zij neemt haar land bij de hand en leidt het naar de toekomst. Voorzichtig en weloverwogen. Deze vrouw wordt steeds meer als staatsman gezien. In een richting die de burgers mogelijk op het eerste gezicht niet voor ogen hadden, maar waar ze zich achteraf best mee kunnen identificeren.

Nederland heeft geen leider van het kaliber Merkel. Nederland heeft de flexibele Rutte, de onbuigzame Buma, de handige Pechtold, de tobberige Asscher, de rancuneuze Wilders, de koddige Roemer of de communicatieve Klaver. Nederland krijgt de leiding die het verdient, zo wordt gezegd. Het is makkelijk om kritiek te hebben op de huidige generatie Nederlandse politici. Maar het is nog moeilijker om er geen kritiek op te hebben.

Van A naar Beter, heet het in overheidsbeïnvloeding die Nederlanders op de weg een duwtje wil geven om de beste route te kiezen. Soms is de kortste weg niet de snelste weg. Of de beste weg. Politici beseffen dat, maar ze handelen er op dit moment niet naar. Ze geven de indruk te veel belang te hechten aan hun eigen positie en die van hun partij of hun favoriete onderwerpen die de eigen achterban bedient. Ze overstijgen de tijd en partijgrenzen niet. Hun voorzichtigheid en bedachtzaamheid slaat om in bangigheid en blikvernauwing.

Zo tikt tijd die gevuld wordt met details weg terwijl belangrijke vragen wegens ontbrekend besef van urgentie blijven liggen. Hoe Nederland toekomstbestendig te maken? Hoe het politieke bestel te moderniseren? Hoe de welvaart beter verdelen? Welke geopolitieke positie moet Nederland in de EU kiezen nu de Britten door de Brexit en de VS door het onberekenbare gedrag van president Trump gedeeltelijk dreigen weg te vallen? Zoekt Nederland aansluiting bij de Duits-Franse as? Nederlandse politici sleutelen aan het Binnenhof met elkaar, verwijten elkaar niet te bewegen, maar blijven zelf stilstaan. Buiten de landsgrenzen is er de vliegende Merkel.

Foto: ‘The flying Merkel … J.P. Schantin crossing the great American desert on his flying Merkel motorcycle’, 1913. Collectie Library of Congress.

Begripsverwarring over het populisme dat zich in de greep van de pseudo-populisten bevindt

Wat is een populist? In elk geval is iemand die zich populist noemt er niet per definitie een. Donald Trump is geen populist omdat hij geen populistische agenda heeft en niet opkomt voor het volk. Bernie Sanders is wel een populist omdat hij wel een populistische agenda heeft en opkomt voor het volk. Dat gaat samen met de waardering die populisten van het volk krijgen. Sanders is op dit moment de populairste senator van de VS en Trump de in de recente geschiedenis minst populaire president. Een populist die niet scoort is geen populist.

Het begrip populisme is inderdaad breed. Om het te begrijpen kan het best een onderscheid gemaakt worden tussen authentieke populisten en pseudo-populisten. Want iemand als Trump die een volksverzekering wil afschaffen of talrijke bankiers van Goldman Sachs in zijn team benoemt komt niet op voor het volk. Iemand als Trump zou de journalistiek daarom niet langer een populist moeten noemen, maar een pseudo-populist. Dat dekt de lading beter en vermijdt begripsverwarring. Om in Trumps eigen termen te blijven: neppopulist.

Populisme heeft dus te maken met echtheid en oprechtheid. Premier Mark Rutte of CDA-leider Sybrand Buma die zich populistisch uitlaten zijn geen populisten -zonder dat ze dat zelf overigens pretenderen- omdat ze in hun politiek het belang van het volk niet centraal stellen. UKIP-leider Nigel Farage of Tory-leider Boris Johnson zijn evenmin populisten omdat ze geen populistische agenda hebben en slechts in naam opkomen voor het volk. Hun populisme is pure marketing. Bij Geert Wilders of Marine Le Pen is het beeld gemengd. Ze hebben hun agenda via marketing afgestemd op het volk en doen alsof ze dat bedienen. Of ze dat echt doen is echter de vraag. Hun inzet is niet het opkomen voor het volk, maar het volk gebruiken voor het realiseren van hun politieke agenda. In dit geval nationalisme en verzwakking van de EU. Sanders lijkt de enige echte populist.

Wilders winnaar of verliezer? Op de vraag of het populisme definitief verslagen is zijn vele antwoorden mogelijk

De Nederlandse verkiezingen voor de Tweede Kamer hielden afgelopen week de hele wereld bezig. Er bestond overeenstemming over het antwoord op de vraag of het rechts-populisme van PVV’er Geert Wilders was doorgebroken. Dat was niet gebeurd. Maar de vraag of het populisme nu definitief verslagen is wordt verschillend beantwoord. De Chinese staatszender CGTN kiest een enerzijds-anderzijds benadering. Sommige analisten wijzen erop dat Wilders ondanks een perfecte storm (Brexit, Trump, Oekraïne-referendum, Erdogan) niet heeft kunnen profiteren en dat daarom zijn doorbraak in de toekomst minder waarschijnlijk is geworden. Andere analisten kiezen weer een andere benadering door te zeggen dat ze menen dat het populisme niet bij radicaal-rechts (PVV) en extreem-rechts (FvD) is doorgebroken, maar bij gematigd-rechts (VVD en CDA).

Radicaal-rechts is niet verder gekomen dan 15%. Met echt populisme is niets fout. PvdA’er Wouter Bos brak daar in 2005 een lans voor in de Johan de Wittlezing. Volgens Bos was een beetje populisme goed voor de democratie. Het maakt politici immers grijpbaar en menselijk. De personalisering van de politiek maakt deze boeiender en aantrekkelijker. Politiek functioneert pas optimaal als vorm en vent (of vrouw) samengaan. Maar ze behoren in evenwicht te zijn. Uit Bos’ woorden blijkt dat inhoud die slecht verwoord wordt niet overkomt. En dat goede verwoording zonder inhoud tot niks leidt. Vermoedelijk doelde premier Rutte op dat deels dichten van de kloof tussen politiek en burger door zijn onderscheid tussen goed en verkeerd populisme. Het populisme van Trump of Wilders is in werkelijkheid trouwens geen populisme, maar pseudo-populisme. Wilders wil de kloof met de burger helemaal niet dichten, maar die burger voor zijn karretje spannen.

Hoe dan ook heeft Wilders zijn leidende positie in de peilingen van 30 tot 35 zetels niet waar kunnen maken. Op radicaal-rechtse partijen heeft slechts 15% van de bevolking een stem uitgebracht. Dat is de winst van de verkiezingen en tekent de stabiliteit van Nederland en het verstand van de Nederlandse bevolking. Nederland is coalitieland met een politiek van geven en nemen. Niet van overrompelen en overbluffen. Uit internationale onderzoeken blijkt dat Nederland vergeleken met andere landen gunstig scoort op het gebied van rechtsstaat, persvrijheid, welzijn, geluk, corruptie of inkomensgelijkheid (Gini-coëfficiënt). Dat op een grote hoop vegen door radicaal-rechts via een omweg gelijk te stellen aan rechts of zelfs centrum-links is onterecht.

De budgetvoorstellen aan het congres die de Amerikaanse president Trump afgelopen week deed geven aan wat echt populisme is dat zich door alternatieve-rechtse ideologie laat voeren. Hij kwam met een begroting die het bedrijfsleven bedient. Dat is in de Nederlandse verhoudingen ondenkbaar. Trump stelde voor om de subsidie van The National Endowment for the Arts en de publieke omroep PBO volledig af te schaffen. Dat is de echte kaalslag, dat is de bijl aan de wortels van de overlegsamenleving die elke doelgroep min of meer evenwichtig bedient. Populisme zet bevolkingsgroepen tegen elkaar op. Dat is het populisme dat kunst en journalistiek bij het grof vuil wil zetten. Wie het verschil niet ziet tussen conservatieve politiek die de belangen van de beter gesitueerden bedient en hedendaagse populisten die begrippen als waarheid, feit en volk willen ondermijnen, elke politieke discussie willen ontregelen en het politieke bestel zelf omver willen gooien om buiten de politiek om hun belangen te dienen bestrijdt het populisme niet, maar praat het naar de mond.

Het populisme van Trump, Marine Le Pen of Wilders streeft naar de ontmanteling van de wereldorde. Met als slecht uitgewerkt en praktisch onhaalbaar doel de vestiging van de natiestaat. Die ontmanteling raakt direct aan de nationale veiligheid van Nederland en het voortbestaan van Europese landen. Dat is van een andere orde dan een uit politiek opportunisme retorisch populisme van VVD en CDA dat zich niet in daden vertaalt doordat het binnen de rechtsstaat blijft. Uiteraard schuift het politieke landschap soms naar links of naar rechts. Dat is een pendule die heen en weer slaat en het politiek bestel zelf niet echt raakt. Op actie volgt altijd reactie. Nederland is nog steeds een redelijk welvarend en egalitair land. Het populisme van Trump of Wilders is anders en probeert onze samenleving in de kern te veranderen door de rechtsstatelijkheid en democratische weerbaarheid ervan te vernietigen. Daar is uiteindelijk geen antwoord op. Dat is de echte zorg.

CDA danst de polonaise. Subcultuur van burgerlijkheid

De verkiezingen zijn geweest en de uitslagen druppelen binnen. De VVD is de grootste partij en het ziet er naar uit dat de PVV de tweede partij wordt. CDA en D66 volgen daar kort achter. En daar weer achter SP en GroenLinks. De PvdA heeft grandioos verloren. Een aantal kleinere partijen snoept de winst van het PvdA op.

Uit de verslagen van de bijeenkomsten van de partijen op de uitslagenenavond was te zien dat elke achterban een subcultuur is. SP is een sociale werkplaats van communale snit met een leider die door de voorzitter op de achterste rij gecontroleerd wordt. VVD als een jolijtig clubje dat overduidelijk tevreden met zichzelf is en waar ontwikkeling de pret niet in de weg staat. D66 dat de beschaving van de hogere burger uitdraagt en dat zo gereserveerd doet dat het een kennisgeving is. GroenLinks als de zoekende partij die tot op het laatste moment gevangen zit in de greep van de marketing waar de spontaniteit moeite doet om door te breken. En dan is er het CDA als de meest kleinburgerlijke partij met de meest bekrompen en humorloze leider die Nederland op dit moment heeft. Het CDA waagt zich aan de polonaise. Als uiting van haar ultieme fantasie.

Carré-debat: ‘Nederland heeft zijn eigen cultuur onvoldoende beschermd tegen het afbraakbeleid van VVD, CDA en PVV’

xl

De tweede stelling in het Carré-debat van 5 maart luidde: ‘Nederland heeft zijn eigen cultuur onvoldoende beschermd’. Sybrand Buma (CDA) was het eens met die stelling en bracht het terug tot de constatering dat ‘Nederland “hard moet opstaan tegen de radicale islam”. De leider van GroenLinks Jesse Klaver vond dat Nederland de tolerantie te weinig beschermde (‘Nederland is vrijheid, tolerantie, empathie, en dat staat op het spel’) en was het praktisch oneens met de stelling. Lodewijk Asscher (PvdA) erkende dat er bedreigingen zijn, zoals islamitische radicalen, maar was optimistisch over de toekomst van Nederlandse cultuur.

Deze weergave maakt de onbenulligheid van de partijpolitiek in een notendop duidelijk. Zwendel die draait om het omdraaien van de waarheid voor eigen gewin. Het is beuzelarij en kwaadwillendheid tegelijk. In een politiek debat maken politici een aspect van een aspect tot hoofdzaak omdat het partijen om electorale redenen goed uitkomt. Zowel de partijen die de islam de schuld van alles willen geven (CDA) om kiezers van de PVV te trekken als partijen die het omgekeerde willen door de tegenstanders van Wilders in hun kamp te trekken. Wilders had ervoor gekozen om bij dit debat niet aanwezig te zijn, maar bepaalde op de achtergrond wel de inhoud en de invulling van deze stelling. Door alle politieke partijen werd de hoofdzaak verzwegen.

Hoe anders zou het antwoord op de stelling kunnen zijn in een volwassen democratie met volwassen politici met een volwassen geest die de ruimte hebben om onderwerpen niet terug te brengen tot een geleerd lesje en een reductie van de werkelijkheid. Hier doet zich het tekort aan brille en eruditie van een generatie politici kennen die opereert als middenstanders die voor hun toko hun handelswaar aanprijzen en niet de geestelijke vermogens hebben om verder te kijken dan eigen marketing. Het gemankeerde antwoord op de vraag doet kiezers afvragen of deze lijsttrekkers op zoek naar kiezers het verdienen dat kiezers een lijsttrekker vinden.

Nederland kan zijn cultuur voldoende beschermen met beleidsmaatregelen die de Nederlandse taal, kunst, geschiedenis en het (cultuur)onderwijs steunen. Maar dat doet de huidige politieke klasse niet. Het kort juist op dit beleid dat een basis onder de Nederlandse culturele identiteit zou kunnen leggen. Hoofdzaak zijn dus geen defensieve maatregelen tegen de radicale islam wat Buma, Klaver en Asscher er in hun reacties van maken, maar offensieve maatregelen die de Nederlandse kunst en cultuur positief  en ruimhartig steunen. Het sterke vermoeden dat Buma weet dat hij deze steun voor de Nederlandse cultuur heeft laten liggen en daarom als afleiding de aanval op de radicale islam zoekt maakt het er nog valser, schijnheiliger en onbetamelijker op.

Wie herinnert zich in 2011 niet toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD) in het kabinet Rutte I dat werd gevormd door VVD en CDA en gedoogd door PVV? Dat zijn de drie partijen die met duivels plezier en breed verkondigde minachting de cultuursector een lesje leerden door bovenmatig te korten op het cultuurbudget waardoor de culturele basisinfrastructuur van Nederland ernstig werd aangetast. In 2017 werken deze bovenmatige korting en imageschade nog na en zijn kunst en cultuur deze klap nog steeds niet te boven.

Het zijn niet toevallig drie conservatieve partijen die nu vanwege politiek gewin het hardst schreeuwen dat de Nederlandse cultuur onvoldoende beschermd wordt. Daarbij niet bij zichzelf te rade gaan wat ze fout deden, maar naar de islam verwijzen. Denken de politici van VVD, CDA en PVV dat kiezers zo gemakkelijk zijn te misleiden? Ze speculeren blijkbaar op een ontbrekend politiek geheugen van de kiezer. Denken VVD, CDA en PVV dat het de kiezer is ontschoten dat de oorzaak van de verzwakking van de Nederlandse cultuursector is gelegen in het beleid van VVD, CDA en PVV? Gevoegd bij genoemde uitblijvende beleidsmaatregelen om het Nederlandse taal-, geschiedenis- en cultuuronderwijs grondig te versterken. Feitelijk had de stelling moeten luiden ‘Nederland heeft zijn eigen cultuur onvoldoende beschermd tegen het afbraakbeleid van VVD, CDA en PVV’. Partijpolitiek die mogelijk wordt gemaakt door slechte journalistiek is om akelig van te worden.

Foto: Schermafbeelding van still uit videoKlaver en Buma fel tegen elkaar in debat over Nederlandse cultuur’. NOS, 5 maart 2017.

Afrofobe Sybrand Buma. Hoe het CDA zich ongeloofwaardig maakt

Kiza Magendane maakt zijn betoog minder sterk door naar Emile Roemer te verwijzen. In het partijprogramma van de SP worden Afrika en Afrikanen alleen in het kader van de immigratiestromen of noodhulp gezien. Een defensieve houding die niet overeenkomt met wat Roemer in het filmpje zegt en pretendeert te zijn. Ook de SP komt niet met een Marshall-plan voor Afrika of een industrialisatiebeleid dat gericht is op Afrika. Ofwel, Kiza laat zich misleiden door de SP dat Afrika niet vanuit het Afrikaans belang ziet. Uit projecties van de wereldbevolking tot 2100 blijkt dat Afrika een onvoorstelbare 80% van de groei voor haar rekening neemt.

Maar Kiza heeft gelijk dat Sybrand Buma Afrofoob, antichristelijk en egoïstisch is. Buma is een windvaan die normen en waarden inlevert voor een goede uitslag. Zijn marketing is zo opzichtig een laagje vernis dat het potsierlijk is. Buma is de ultieme politieke bedrieger die de zweem van bedrog niet van zich af kan schudden.

Andere hardliners staan voor een principe en eisen van zichzelf dat ze naar een principe leven. Niet Buma. Hij leeft volgens marketing die volledig zijn overtuiging stuurt. Elk woord dat hij zegt klinkt ongeloofwaardig. Zijn standpunten zijn hieraan ondergeschikt en worden onnavolgbare constructies. Zoals over de EU dat het CDA mondjesmaat steunt, maar waaraan het de foute analyse koppelt dat het falen van de EU komt door de EU en niet door de EU-lidstaten. Buma is nadrukkelijk verbolgen, getergd en nijdig. Buma is alles waarom kiezers twijfelen te kiezen. De persoon ‘Buma’ is het symbool van een gekunstelde en niet oprechte campagne.

CDA nietszeggend, leeg en ongeloofwaardig in politieke marketing

Dit verkiezingsspotje is op 2 januari 2017 op het YouTube-kanaal cdatv gezet. Een leger filmpje is nauwelijks mogelijk. Het gaat nergens over en sluit in de toelichting ook nog eens halfslachtig aan bij het populisme: ‘Als steeds meer mensen het gevoel hebben dat het niet goed gaat in Nederland, is het tijd voor verandering.’ Dit staat haaks op de gouvernementele CDA die altijd vol zelfverzekerdheid verkondigde ‘Wij regeren dit land’.

Dit spotje van het CDA van Sybrand Buma geeft aan dat de christen-democraten niet alleen de ambitie en het zelfvertrouwen kwijt zijn om het land te regeren, maar het suggereert ook nog eens dat zich overlevert aan ‘steeds meer mensen die een gevoel hebben dat het niet goed gaat met Nederland’. Dit CDA zet dus het gevoel van mensen centraal. Niet God of het CDA-kader. Dit gaat echter voorbij aan de traditie van het CDA van de afgelopen 35 jaar. Waarin de partij elke hervorming van het politieke bestel -inclusief vormen van directe democratie- blokkeert om de burgers zover mogelijk van de politieke besluitvorming af te houden.

Naast de trendbreuk met de eigen traditie van gouvernementalisme dat het CDA zegt in te wisselen voor aansluiting bij de volkswil van het populisme, is dit filmpje nog om een andere reden ongeloofwaardig. Onzin waarvan de top van het CDA kan weten dat het onzin is. Uit vergelijkende onderzoeken over onder meer rechtsstaat, welvaart en corruptie blijkt dat Nederland het in vergelijking met andere landen uitstekend doet. Zo’n negen van de tien Nederlanders zijn gelukkig met hun leven, zo blijkt uit onderzoek van het CBS uit 2016. Is het verstandige politieke marketing om gelukkige mensen een gevoel aan te praten dat het niet goed gaat met hun leven? Is de doelgroep wel ontvankelijk voor het populisme waar dit filmpje op speculeert?

Wat het CDA onderscheidend maakt in vergelijking met andere politieke partijen blijkt niet uit dit filmpje. Door de optimale nietszeggendheid is het inwisselbaar tegen elk algemeen beeld dat volgt uit elk filmpje van elke partij. Elke partij zal immers zeggen het als opdracht te zien om het land door te geven aan de volgende generatie. Een zelfs maar terloopse verwijzing naar het gedachtengoed van de christen-democratie, het christendom, religie of God ontbreekt. Een verwijzing naar de bestuurskracht en -ervaring van het CDA ontbreekt. Een verwijzing naar de erfenis van een jongere generatie die wordt bepaald door de natuur, het klimaat en het aloude idee van rentmeesterschap uit de Bijbel ontbreekt ook. Dat laatste begrip had het nog een hedendaags christelijk tintje kunnen geven. Maar zelfs dat was blijkbaar te uitgesproken voor de nieuwe nietszeggende marketing van het CDA die iedereen wil vangen, maar dreigt niemand aan te spreken.