Debat over experiment met soepele bijstand met Jetta Klijnsma legt harteloosheid en gebrek aan compassie gasten ‘Jinek’ bloot

Vaak wordt vooral vanuit rechts-populistische hoek gezegd dat de Nederlandse media links zijn. Het wordt zelfs beschimpend de ‘linkse kerk’ genoemd. Maar het is een misverstand, de Nederlandse media zijn door de bank genomen rechts. De ‘rechtse kerk’ dus. Ze verdedigen de gevestigde orde en schurken tegen de macht aan. Journalisten kunnen weliswaar een sociaal-democratisch of links-liberaal wereldbeeld hebben, maar dat is ondergeschikt aan de media-organisaties waar ze bij in dienst zijn. Die wegen het zwaarst. Deze media vertegenwoordigen een conservatief, rechts-liberaal of zelfs populistisch wereldbeeld. Dat gaat soms gepaard met harteloosheid en een gebrek aan compassie. Dat leidt tot vervangende schaamte dit aan te moeten horen.

Het fragment van de talkshow ‘Eva Jinek’ (KRO-NCRV) uit de uitzending van 4 juli gaat over een tweejarig experiment in vijf gemeenten (Groningen, Ten Boer, Wageningen, Tilburg en Deventer) met soepelere bijstand. Demissionair staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA) informeert over een regeling voor bijstandsgerechtigden met een soepelere sollicitatieplicht en de mogelijkheid om maximaal 199 euro per maand bij te verdienen. Opzet is om deze bijstandsgerechtigden uit de bijstand te helpen. Dat kan bereikt worden door ze extra zekerheden te geven. Voorbeeld is kunstenares Bianca uit Groningen die geholpen wordt een eigen bedrijfje, een tassenatelier op te zetten. De regeling is geen hoofdprijs, maar wordt door gast Jan Smit zo voorgesteld. Ook gastvrouw Eva Jinek laat zich niet onbetuigd door te getuigen dat ze hierover wel eens gekke dromen heeft gehad. Klijnsma treft opmerkelijke agressie. De maatschappelijk gearriveerden aan tafel grossieren niet alleen in vooroordelen, maar vooral in harteloosheid en gebrek aan compassie. Het is ontluisterend om te zien. Het symboliseert het failliet van een betrokken samenleving waar mensen zich om elkaar bekommeren.

Staatssecretaris Klijnsma is natuurlijk wel iemand die makkelijk hoon opwekt. Ze mist de factor om serieus genomen te worden. Klijnsma is de uitvinder van het moestuinsocialisme. Ze heeft in haar functie in de afgelopen regeringsperiode weinig kansen gemist om zichzelf of haar partij de PvdA belachelijk te maken. Klijnsma valt niet te betrappen op een diepgaande analyse, maar praat doorgaans in tegeltjeswijsheden. Daarom is het jammer dat het kabinet Klijnsma naar de media afvaardigt om dit interessante experiment te verdedigen. Het verdient beter. Een handigere en minder naïeve bestuurder als staatssecretaris Martin van Rijn had het ongetwijfeld overtuigender verdedigd en minder wantrouwen ontmoet dan Klijnsma. Maar Jan Smit en Eva Jinek schoten ondanks Klijnsma in de eigen voet door zich zo te laten kennen. En dat zegt alles over ons. 

Meldpunt Internet Discriminatie billijkt ‘Sommige moslims menen uit de Koran te begrijpen dat homo’s gedood moeten worden’

rel

The Post Online publiceert in samenwerking met een melder van discriminatie deze brief van het Meldpunt Internet Discriminatie (MiND) in antwoord op een melding van homohaat op bladna.nl, ‘het forum van Marokkanen in de wereld’. Opvallend eraan is dat MiND concludeert dat homohaat juridisch niet strafbaar is als die vanuit een religieuze overtuiging wordt gedaan. Hiermee introduceert MiND rechtsongelijkheid en voorrechten voor leden van religieuze organisaties. Want die zouden ongestraft meer mogen kunnen zeggen dan degenen die geen lid zijn van een religieuze organisatie. Opmerkelijk is dat MiND in 2013 is opgericht op initiatief van het ministerie van Veiligheid en Justitie en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Op het forum van bladna.nl vliegen de beledigingen over en weer, zoals hier. Het lijkt onbegonnen werk om alle overtreders van artikel 137 c-e van het Wetboek van Strafrecht aan te pakken. Monitoring op discriminatie lijkt ook eerder een taak voor Facebook. Men kan nog stellen dat dit soort uitingen niet goed doordacht zijn en in een onbewaakt ogenblik zijn gemaakt. Maar het wordt er gelijk een stuk serieuzer op als het een semi-overheidsinstantie als MiND betreft. Met als gevolg dat het billijken van een discriminerende uiting als verlengde van overheidsbeleid wordt gezien. Het houdt in dat iemand met een religieuze overtuiging een bevoorrechte positie heeft en daarom meer mag discrimineren dan iemand zonder een religieuze overtuiging.

De opstelling van MiND in bovenstaande brief leidde tot afkeuring op sociale media en in de Tweede Kamer. Louis Bontes en Joram van Klaveren (VNL) stelden kamervragen aan minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie en Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ze willen onder meer weten of ‘de islam (net als andere levensbeschouwingen) nooit gebruikt kan worden als excuus voor feitelijke discriminatie of het oproepen tot geweld?’ MiND heeft vandaag schuld bekend en zegt in een beknopte en onvolledige verklaring dat ‘de uitingen in eerste instantie onjuist zijn beoordeeld. Dat betreuren we ten zeerste.’

Maar hiermee is de kous nog lang niet af. De vraag die oprijst is wie bij MiND deze melding heeft beoordeeld en welke juridische expertise deze medewerker bezit. Nog belangrijker om te weten is of de medewerker aan   de hand van interne richtlijnen -die zeggen dat de islam een streepje voor heeft als het om discriminatie gaat- tot de afweging is gekomen. Dus minder streng beoordeeld dient te worden vanwege de religieuze overtuiging van degenen die discrimineren. Is MiND wel objectief en neutraal? Valt het te wel vertrouwen als onpartijdige instelling die overheidssubsidie krijgt? Wat deze kwestie vooral oproept is de vraag naar de status van een meldpunt als MiND. Wat voor toegevoegde waarde heeft het en treedt het doelmatig op? Het kan een verzoek doen aan iemand over wie wegens discriminatie in een melding is geklaagd, maar uiteindelijk is het machteloos en bezit geen dwangmaatregel. Uitsluitend het OM kan een strafrechtelijk onderzoek beginnen.

Er is trouwens best iets voor het standpunt te zeggen dat de vrijheid van meningsuiting onbeperkt is. Hoewel die situatie feitelijk nergens bestaat. Zodat moslims mogen zeggen dat homoseksuelen om hun geaardheid gedood moeten worden. Maar dan moeten anderen op hun beurt mogen zeggen dat moslims om hun geloof gedood mogen worden of gewoonweg achterlijk zijn vanwege het aanhangen van een achterlijk geloof. Het is van tweeën een. Of men handhaaft zonder uitzonderingen strikt de wet of men doet dat niet en maakt de vrijheid van meningsuiting onbeperkt. Wat de MiND heeft laten zien is het slechtste van twee werelden: rechtsongelijkheid en voorrechten voor mensen met een islamitische overtuiging die worden gerechtvaardigd.

Foto: Schermafbeelding van brief van het MiND aan iemand die een melding heeft gedaan van homohaat in het artikelMeldpunt Internet Discriminatie (MiND): ‘Islamitische homohaat is geen discriminatie want islam’’ van TPO, 1 december 2016.

Basisinkomen: geen sociaal instrument, maar een politiek principe

Update 5 augustus 2015: Utrecht en Tilburg starten een experiment met een ‘basisinkomen’, aldus het AD. Staatssecretaris Jetta Klijnsma moet toestemming geven voor de proef. Maar is dit experiment wel gewenst? 

Iedereen een basisinkomen, is dat een gek idee? Stichting Ancient Power vindt dat de participatie van mensen in een uitzichtloze situatie vergroot moet worden. Dat speelt dus eerder op het vlak van ondersteuning van individuen, dan op een keuze voor de ordening van de samenleving. De Vereniging Basisinkomen lijkt principiëler, maar beredeneert het basisinkomen ook vanuit zwakte: ‘een onvoorwaardelijk basisinkomen aan iedereen die dat nodig heeft mensen zelf de regie weer in handen geeft’. In Tilburg wordt erover gedacht een experiment te starten met een onvoorwaardelijk basisinkomen voor uitsluitend mensen in de bijstand.

De paradox van het basisinkomen zit in de spanning tussen individu en groep. Wat betekent het voor de claim op burgers? Dus voor hun accommodatie en collaboratie aan de samenleving. Kunnen bij een basisinkomen mensen zich daar nog aan onttrekken? Voorzitter van de Vereniging Basisinkomen Adriaan Planken ziet in het basisinkomen een basiszekerheid, een voorziening, een vergoeding, een recht, een welzijnsverdeling en een historische rente. Maar is het niet vooral een gebrek aan focus om het dat allemaal tegelijk te laten zijn?

Het is gewenst om het idee van het basisinkomen te herijken en vanuit sterkte te gaan beredeneren. Het niet langer vooral te beschouwen als sociaal instrument, maar als politiek-filosofisch principe. In de publiciteit zou de koppeling met de steun aan sociaal zwakkeren niet langer centraal moeten staan. Vaak beargumenteerd door voorbeelden over de graaicultuur van bankiers en topbestuurders bij ondernemingen. Bewustwording centraal dus. De greep vanuit Sociale Zaken en Werkgelegenheid op het basisinkomen dient af te nemen.

Het principe is dat een basisinkomen de samenleving waardevoller, interessanter en beter maakt. Als uiting van positivisme en zinvolle inrichting van de samenleving. Politiek een herwaardering van het Rijnlands model. Om als succesvol project brede maatschappelijke steun te krijgen zou het debat over het basisinkomen weg moeten uit de hoek van welzijn, bijstand, welzijnsindustrie en sociaal zwakkeren. Dat werkt stigmatiserend en vult onder uitsluiting van velen het idee van een basisinkomen te eenzijdig in. Het principe ervan heeft daar immers even weinig mee van doen als met de miljoenenbonussen voor bankiers en topbestuurders.

Tegeltjeswijsheden van PvdA’er Klijnsma. Over armoede en banken

We Are Change Rotterdam bevraagt staatssecretaris Jetta Klijnsma en brengt haar in het nauw. Klijnsma praat in tegeltjeswijsheden en probeert zich eruit te redden door te antwoorden op vragen die niet gesteld worden, en de gestelde vragen te ontwijken. Tja, geen enkele Nederlandse politieke partij heeft de armoede uitgevonden, zegt Klijnsma die dat geloofwaardig probeert te maken door erop te wijzen dat ze historicus is.

Alsof ook maar iemand zou denken dat armoede een Nederlandse uitvinding is. Politiek is het maken van keuzes. Toenmalig minister Wouter Bos van de PvdA heeft in 2008 zeker 7 miljard euro gestopt in het redden van de banken dat de belastingbetaler nooit meer terugziet. Ook dat is de PvdA. De conclusie van het gesprek is dat we goed zonder die partij kunnen. Maar eigenlijk wisten we dat al. Toch goed dat het herhaald wordt.

Petitie: Flexwet alleen voor hulpbehoevenden. Is dat de oplossing?

flex

De Wet Werk en Zekerheid zegt tot doel te hebben de tweedeling op de arbeidsmarkt aan te pakken. In vele sectoren zoals de zorg of cultuur -en binnen hetzelfde bedrijf- is vaak sprake van een driedeling: mensen met een vaste baan, flexwerkers en vrijwilligers. Vele culturele instellingen zouden zonder vrijwilligers niet kunnen bestaan. Dan gaat het allang niet meer om additionele standaardbanen die betaald werk niet verdringen, maar om onmisbaar en hoogwaardig werk. Dus eigenlijk zou de Wet Werk en Zekerheid als ambitie moeten hebben om de driedeling aan te pakken. Daarover ontbreekt nu echter elke maatschappelijke of politieke discussie.

De petitie stuurt aan op een vierdeling: mensen met een vaste baan, onbeschermde flexwerkers, beschermde flexwerkers (hulpbehoevenden) en vrijwilligers. Maar de petitie heeft wel gelijk dat in veel gevallen de nieuwe Flexwet nadelig is. Bijvoorbeeld als gevolg van de voorwaarde dat er zes maanden tussen contracten moet zitten, wat drie maanden was. De Nederlandse arbeidsmarkt heet bij de tijd en flexibel te zijn, maar is feitelijk ongelijk, oneerlijk en ondoorzichtig. Het is een opalen constructie vol gestapelde wensen en randvoorwaarden waarvan het zelfs niet meer op het eerste gezicht duidelijk is wat de voor- en de nadelen zijn. De oplossing is herverdeling van werk en inkomen. Daar dient de Flexwet niet voor. Die plakt simpelweg pleisters op de wond.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Flexwet alleen voor hulpbehoevenden’ van Reinder Rustema.

Moestuinsocialisme volgens Klijnsma. Ze maakt PvdA belachelijk

klij

Staatssecretaris van Sociale Zaken Jetta Klijnsma verbergt achter een tsunami van empathie en meevoelen met de sociaal zwakkeren elk politiek gevoel en verstand van zaken. Ze is een kleine ramp in het kabinet Rutte II. Een sociaal-democratisch godswonder dat goede bedoelingen paart aan onnozelheid en zo buiten de werkelijkheid is komen te staan. Haar redding is dat ze onbeduidend is, niemand haar serieus neemt en daarom niet hoeft op te stappen. Voorlopig. Ze muntte dit weekend de term moestuinsocialisme.

Het laatste advies van Klijnsma behelst dat mensen hun pensioen aan kunnen vullen door een moestuin, zo vertelde ze het AD. Klijnsma ziet dat het pensioenstelsel niet bij het oude kan blijven en vindt dat er een debat moet komen over het pensioen van de toekomst. Haar idee van de moestuin neemt daar een voorschot op. Als het spreekwoordelijk verschuiven van de dekstoelen op het dek van de Titanic. Klijnsma beantwoordt de uitdagingen van de toekomst met oplossingen uit een archaïsch Nederland. Ze wil groene vingers voor allen.

Hoon was Klijnsma’s loon. Terecht. Ook PvdA-voorzitter Hans Spekman besefte dat-ie weer tegen een nieuw onbenul in z’n partij op moest treden en nam afstand van Klijnsma’s suggestie: ‘Mensen moeten niet afhankelijk zijn van een moestuin, dat is belachelijk’. Hij noemt het stom van haar, aldus NRC. Abvakabo-voorzitter Connie van Brenk vond de uitspraak een drama en vroeg om iemand met verstand van pensioenen. Voor de SP was het makkelijk scoren, Paul Ulenbelt plaatste een reeks tweets over het moestuinsocialisme van Klijnsma. De kwestie roept vooral de vraag op hoe de selectie bij politieke partijen verbeterd kan worden.

Foto: Tweet van Paul Ulenbelt (SP).

Kent Nederland armoedebeleid? Is de welvaart verkeerd verdeeld?

Uit dit verslag resteert een gemengd beeld. En onzekerheid. Onduidelijk is wat de bron voor genoemde cijfers is. Hoe concreet is de beschrijving ‘het risico in armoede te vallen’? Dat kan inhouden dat een huishouden het nu nog redelijk goed heeft, maar dat donkere wolken van alle kanten op komen zetten. Zetten ze door?

Krapuul laat de welvaart de armoede ontmoeten in een kritisch verslag van Jaap de Pauw: ‘Momenteel, in 2014, zijn er zo’n 150 officiële voedselbanken in Nederland die wekelijks ongeveer 70.000 Nederlandse huishoudens van voedsel voorzien. Het zijn vooral mensen die in de schuldsanering zitten of een uitkering hebben, maar ook mensen met een klein inkomen en hoge vaste lasten, zoals zzp’ers.’ En: ‘En ook al is die armoede, zoals alles, relatief, het is een ziekmakende en uitzichtloze situatie waarin bijna 1 miljoen Nederlandse huishoudens verkeren. Ruim 200.000 huishoudens verkeren al langer dan 4 jaar achtereen in relatieve armoede. Ruim 300.000 kinderen groeien in armoede op. Het is de prijs die we betalen voor de geleende welvaart van de jaren 80 van de vorige eeuw. Het is mede het gevolg van de onbegrensde zucht naar winst van “de markt” en de financiële dienstverleners. Het is het gevolg van asociale politieke keuzes die gemaakt zijn en nog dagelijks gemaakt worden.’

Hoe kan de armoede in Nederland bestreden worden? Er zijn voorstellen voor een oplossing zoals het sluiten van de grenzen, het terugdraaien van de recente lastenverzwaringen, armoedebeleid dat de zwakkeren extra steunt of het extra belasten van de veelverdieners. Of moet er gekozen worden voor een radicale oplossing die leidt tot herverdeling van de welvaart? Maar wat is er voor nodig om dat te realiseren? Revolutie? Andere politieke machtsverhoudingen? Doelmatige politieke leiders met durf en compassie? Er is voorlopig geen antwoord. Het is met name onverteerbaar dat in een van de meest welvarende landen ter wereld honderdduizenden kinderen in armoede opgroeien en sociaal geïsoleerd worden. Dat zou niet zo moeten zijn en valt met name de politieke partijen aan te rekenen die de armoede vooral met mooie woorden bestrijden.

717px-Wybrand_Hendriks_(1744-1831),_De_Soepuitdeling,_1815,_Olieverf_op_doek

Foto: Wybrand Hendricks, De Soepuitdeling, (1815). Collectie: Teylers Museum Haarlem.

Grenzen aan de vrijheid van godsdienst: invloed buitenlandse islam

wp04bda3dd_05

Begin dit jaar waren kamerleden van SGP en CU het ‘Christenpesten‘ door D66 beu, aldus Trouw. Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie krijgt informatie over haar leden uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Volgens D66-kamelid Gerard Schouw zouden gemeenten niet langer persoonsgegevens mogen verstrekken aan kerken, omdat ‘sommige levensbeschouwelijke groepen wel uit de gemeentelijke basisadministratie kunnen putten en anderen niet‘. SGP-kamerlid Roelof Bisschop typeerde het voorstel als ‘kleinzielig christenpesten‘. CU-kamerlid Gert-Jan Segers zag er een ‘hoge zuurgraad‘ in. Zijn oplossing was om de toegang tot de GBA te verruimen zodat de uitzonderingspositie van de kerken verdwijnt.

Bezondigt de CU zich nu aan ‘Moslimpesten‘? Opnieuw volgens Trouw stelde Gert-Jan Segers vorige week in een kamerdebat over terrorisme voor om ‘buitenlandse geldstromen naar radicale moskeeën te verbieden, wanneer wordt opgeroepen tot haat of tot geweld tegen andersdenkenden’. De overheid zou volgens Segers te weinig doen om radicalisering van moslims te voorkomen. Vraag is echter of dit een taak van de overheid is. Religieuze instellingen gaan zelf over de inhoud. Of het nou christelijke of islamitische instellingen betreft. Segers simplificeert door radicalisering direct te koppelen aan oproepen tot haat en geweld. Dat hoeft het niet te zijn. Radicalisering kan ook het nastreven van verandering binnen de rechtsstaat inhouden.

Dat Nederlandse politici worstelen met de grenzen aan de vrijheid van godsdienst blijkt uit kamervragen van Keklik Yücel (PvdA) aan minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken over de Blauwe Moskee in Amsterdam Slotervaart. Ze verwijst naar berichtgeving van 25 mei in Het Parool. De moslimbroeder en hoge ambtenaar van het ministerie van Religieuze Zaken van Koeweit Mutlaq Alqarawi wordt er bestuursvoorzitter. Journalist Carel Brendel doet op zijn blog al jaren verslag van de toenemende invloed van buitenlandse mogendheden op in Nederland gevestigde moskeeën. Hij merkt op dat Koeweit feitelijk al sinds 2011 aan de macht is bij deze moskee in Slotervaart. De reacties op de berichtgeving in Het Parool tekenen de gebrekkige kennis.

Yücel vraagt wat Asscher vindt van ‘de sturing door buitenlandse mogendheden van Nederlandse moskeeën en daarmee indirect aan Nederlandse moslims‘ en wat zijn opvatting is ‘over het (mede) financieren door andere landen van gebedshuizen in Nederland‘. Ze vraagt om een ‘zo compleet mogelijk overzicht (..) van de moskeeën in Nederland die worden geleid, nadrukkelijk gestuurd of overwegend beïnvloed door (iemand uit) een ander land‘ en of er indicaties zijn of door ‘een meer orthodoxe instelling van het islamitische gebedswerk in moskeeën‘ ‘radicalisering kan worden bevorderd‘. En Yücel vraagt of dat dan ‘de integratie van moslims in de Nederlandse samenleving belemmert‘. Tenslotte wil Yücel weten of ‘moskeeën zoals de Blauwe Moskee en andere kerkelijke instellingen subsidie [wordt] verstrekt‘ en als dit zo is of dit wenselijk is.

De vragen van Keklik Yücel hebben de verdienste dat ze lezen als de opzet voor een nota over de toekomstige omgang met religieuze instellingen. Inclusief ondersteuning door landelijke en lokale overheden. Politieke of maatschappelijke afkeuring over radicalisering van moslims of moskeeën legt geen juridische grond onder het verbieden van buitenlandse geldstromen. Of het moet gaan via de omweg van de openbare orde. Gert-Jan Segers loopt een risico dat PvdA, D66 en VVD de uiterste consequentie uit zijn oproep trekken. Door als voorwaarde voor steun te stellen dat religieuze instellingen voortaan algemeen toegankelijk moeten zijn en ‘neutraal’ van aard. Of door een stop aan alle facilitaire, geldelijke en bestuurlijke steun van de overheden.

Foto: Blauwe Moskee in Amsterdam Nieuw-West (Slotervaart).

Aanpak van eerwraak en vrouwenonderdrukking; hoe lang nog?

Keklik

Kamerlid Keklik Yucel (of Yücel) van de PvdA vertegenwoordigt binnen links een nieuwe manier van denken over de islam.  Een verademing na het oudlinks van Hedy D’Ancona die volgens een voormalig JS-voorzitter alles goedpraatte als het om de islam ging. Yucel ziet dat de islam in bepaalde gevallen functioneert als een gevangenis voor meisjes en vrouwen. Een schande dat een monsterverbond van linkse en christelijke politiek dit onrecht zou lang heeft laten voortbestaan. De politiek moet eindelijk eens krachtig stelling durven nemen.

Opnieuw toont de politiek verontwaardiging over eerwraak en andere vormen van vrouwenonderdrukking. Deze keer naar aanleiding van de moord van de moeder op een dochter in IJsselstein. Aangejaagd door kamervragen door de PVV aan staatssecretaris Fred Teeven en minister Lodewijk Asscher waarin niet vrouwenrechten centraal staan, maar massa-immigratie uit islamitische landen, denaturalisatie en uitzetting.

De PvdA en VVD zeggen zich geschokt te tonen. Eerwraak moet hard aangepakt worden. VVD-er Malik Azmani zegt dat voor dit soort middeleeuwse praktijken in ons land geen plaats mag zijn. Echt? Dat eerwraak in Nederland voorkomt en sommige molimvrouwen thuis worden opgesloten is toch al jaren bekend? Nog maar vier maanden geleden verscheen het rapport ‘Leven in gedwongen isolement’ van het Verwey-Jonker Instituut met de uitkomst dat er in Amsterdam 200 tot 300 vrouwen in gedwongen isolement leven.

Toch is er een omslag in het denken over dit onderwerp. Het verschil is dat er niemand meer is te vinden die een goed woordje wil doen voor een godsdienst die vrouwen onderdrukt. Electoraal is dat niet langer profijtelijk. Mede door de achteruitgang van de oudlinkse en christelijke politiek. Diegenen die dat ooit goedpraatten zijn tot het besef gekomen dat ze nog dommer zijn dan de onderdrukkers. De verandering ten goede gaat langzaam, ergerniswekkend langzaam, maar moet toch maar als een positief signaal opgepakt worden. Kamerleden als Keklik Yucel die zich inzetten voor vrouwenrechten moeten wel druk blijven zetten.

Foto: Schermafbeelding van een tweet van PvdA-kamerlid Keklik Yucel

Woonwensen van moslims ingewilligd, maar volgens welke norm?

De kamerleden voor de VVD Barbara Visser en Malik Azmani stellen de ministers voor Wonen Stef Blok en van Sociale Zaken Lodewijk Asscher kamervragen over sociale woningen die speciaal voor moslims in Amsterdam worden ingericht. Woningcorporatie Eigen Haard zegt in een toelichting dat het om de renovatie van het complex Koningsvrouwen gaat. Wensen van islamitische bewoners zijn ingewilligd, zoals ‘een plek buiten de woning om schoenen op te bergen, een kraan voor rituele wassingen en schuifdeuren tussen de woonkeuken en achterkamer.’ Volgens de corporatie juichen andere bewoners die betrokken waren bij de renovatie dat toe.

Vraag 5 raakt aan het principe dat ‘woningcorporaties zich niet moeten bezighouden met het aanbieden van woningen die specifiek inspelen op woonwensen van diverse geloofsgroepen in dit land.‘ In vraag 6 vragen beide VVD-ers of speciale aanpassingen de segregatie niet bevorderen en de integratie belemmeren. En: ‘Kunt u tevens voorstellen dat er moslims zijn in dit land die hier helemaal niet op zitten te wachten, die niet anders zouden willen worden behandeld dan alle andere Nederlanders, gelovig of niet gelovig?

Dat laatste aspect lijkt het enige steekhoudende bezwaar tegen de aanpassingen. Het sluit moslims af van een vrije keuze en op in de sociale dwang om voor een ‘halal‘-woning te kiezen. Volgens enkele islamologen is de ‘halalwoning’ trouwens een fictie. Dus zijn de aanpassingen dat ook. Daarbij komt dat moslims onderling divers zijn, ook in hun mate van integratie en belijden van de islam. Sommigen zijn op weg naar de uitgang van hun geloof, maar worden door sociale redenen gedwongen die stap nog niet definitief te zetten. Dit is de afgelopen decennia door overheden onvoldoende onderkend. Ze sluiten moslims op in hun eigen beeld van de islam. Behalve deze aanmerking lijken er geen bezwaren om sociale huurwoningen aan de wensen van bewoners aan te passen. Het verdient juist aanbeveling om daar veel meer dan nu gebeurt werk van te maken.

Foto: Halal-stempel.