Hoe een Quiz aanzet tot nadenken over wat vanzelfsprekend is

Hier is weer zo’n Amerikaanse quiz op internet die in 10, 20 of 60 vragen antwoord geeft op de vraag waar iemand staat. Eerder was er de kleinste politieke quiz of de News IQ quiz. Deze keer stuitte ik op de Political Spectrum Quiz. Wat heb ik eraan om te weten dat ik een ‘left social libertarian‘ ben? In Nederland is het begrip libertariër nauwelijks bekend. In de VS staat het trouwens onder druk sinds Rand Paul, de zoon van Ron Paul de kandidatuur van Mitt Romney steunt. Kortom, de tegenstellingen in de matrix bepalen de uitkomst.

Met name een vraag vond ik typerend in dubbelzinnigheid: 40. Gay equality is a sign of progress. Ik kwam er niet uit en heb het maar neutraal beantwoord. Als iemand gelijke rechten voor homosexuelen immers een teken van vooruitgang vindt, dan is dat een mening die uitgaat van een positie waarin die rechten niet vanzelfsprekend worden gevonden. Maar dat vind ik wel. Dus me uitspreken voor vooruitgang houdt in dat ik me uitspraak tegen vooruitgang. Tegen dit soort cultuurverschillen botst iedereen op bij het beantwoorden.

Foto: Schermafbeelding van m’n score in de Political Spectrum Quiz

Wat meet een Amerikaanse politieke quiz bij een Nederlander?

Weer eens een Amerikaanse politieke quiz. Niet over de eigen politieke voorkeur, maar over de kennis van de twee belangrijkste partijen. Dus de Democraten en de Republikeinen. Pew News IQ Quiz neemt 13 vragen voor deze test. Meet zo’n quiz nou het IQ, inzicht of algemene ontwikkeling, of een combinatie ervan?

Een analyse van de uitkomsten wijst op demografische verschillen. Gemiddeld zijn Republikeinen ouder en welvarender, en da’s de reden dat ze meer vragen goed beantwoorden. Laagopgeleiden zijn zich minder bewust van politieke standpunten en weten politieke leiders minder goed met partijen te associëren. Geeft dit de Republikeinse kiezer meer invloed omdat-ie beter geïnformeerd is en beter beseft waarover-ie praat?

Wat heeft een Nederlander aan deze quiz? Niets. Behalve dat de relativiteit ervan blijkt. De aandacht voor de Amerikaanse politiek in de Nederlandse pers helpt om de vragen beter te beantwoorden dan het merendeel van de Amerikanen. Daarnaast is de internationalisering van media behulpzaam. Zo kan op zoek naar ‘zware’ informatie een Nederlander de Amerikaanse kranten online volgen en via internet de Amerikaanse radio beluisteren. Meer dan de gemiddelde Amerikaan doet. Welbeschouwd een vervreemdend fenomeen.

Het goed beantwoorden van deze quiz verandert niets. Behalve het idee dat men kennis van en inzicht in het politieke debat heeft. Dat verklaart echter niets over de politiek die er onveranderd door blijft. Toch is het Pew Research Center een serieus onderzoeksinstituut dat veel waardering krijgt. Bewustwording binnen de marges van de politieke marketing zal het idee zijn. Maar kunnen niet beter de hoofdrolspelers van de Amerikaanse politiek bewust gemaakt worden? Werkt dat niet doelmatiger en sneller dan de kiezer die moet volgen?

In het verlengde daarvan het volgende. Wie dit blog volgt weet dat hier nooit verwezen wordt naar de Nederlandse politieke peilingen. Want ze verklaren naar mijn idee niet meer dan de bedrijfsmatigheid van de peilingbureau’s. Ze leiden zelfs af van de fundamenten waar het in de politiek om zou moeten gaan. Peilingen zijn de gemakzucht van een makkelijke en hapklare mening. Is dat met bovengenoemde quiz ook niet zo?

Foto: Schermafbeelding van Pew Research Center, 28 april 2012