Moet zendtijd voor godsdienst etc. op de Vlaamse publieke omroep representatief zijn? Maar betrouwbare statistieken ontbreken

Op Doorbraak gaat Philip Roose in een opinie-artikel in op het besluit van de Vlaamse publiek omroep VRT om in het kader van de zogenaamde levensbeschouwelijke programma’s ‘Aan de 40 uitzendingen op Eén van verschillende godsdiensten twee islamitische vieringen toe te voegen’. De vraag die dit besluit oproept is of deze programma’s de bedoeling hebben om representatief te zijn of dat ze traditionele voorkeursposities van vooral katholieken beschermen. Door het ontbreken van betrouwbare statistische cijfers is het onduidelijk of het aantal moslims dit besluit rechtvaardigt. Daarbij komt de complicatie dat ze representatief moeten zijn voor Vlaanderen en het Vlaamse volksdeel. Zo stapelt zich onduidelijkheid op onduidelijkheid. Mijn reactie:

Als het secularisme wordt opgevat als een politieke filosofie die zegt dat alle godsdiensten en levensovertuigingen een gelijke plek behoren te hebben onder de garantie van de nationale overheid, dan past daarbij in de media wat de zendtijd betreft -mits het in lijn is met het statuut van de publieke omroep- dezelfde afweging tussen godsdiensten en levensovertuigingen.

Dat zal in de praktijk neerkomen op het terugschroeven van de aandacht voor uitingen van traditionele christelijke godsdiensten en/of christelijke organisaties die tot nu toe een voorkeurspositie innnemen. Een volgende stap is dat de tot nu toe bij de publieke omroep voor godsdiensten en levensovertuigingen gereserveerde zendtijd anders verdeeld moet gaan worden.

Het gevolg is dat betrekkelijk nieuwe godsdiensten en levensovertuigingen zoals de islam, de kerk van het vliegend spaghettimonster, de kerk van cannabis of het humanisme meer recht hebben op zendtijd. Uitgaande van een eerlijke representatie van de verschillende godsdiensten en levensovertuigingen zoals die zich in de samenleving voordoet.

Complicatie bij grote, diverse en gefragmenteerde religieuze organisaties als de islam is dat het vele verschijningsvormen kent. Waarvan sommigen binnen de geïnstitutionaliseerde islam niet worden erkend, zoals de Amiddaya of de Soefi’s. Daarnaast is er nog het zeurende conflict tussen Sjiieten en Soennieten, en dat tussen zogenaamde orthodoxe en zogenaamde gematigde moslims.

Het verdient aanbeveling dat de nationale statistieken ook binnen de islamitische organisaties een onderverdeling maken naar stroming en richting. Net zoals ze dat voor het christendom doen tussen katholieken, oud-katholieken, conservatieve katholieken (Opus Dei, Pius X), protestanten, gereformeerden, oud-gereformeerden, baptisten, lutheranen en de tientallen richtingen en stromingen die het christendom kent.

Beredeneerd vanuit de maatschappelijke representatie kan vervolgens de verdeling van de zendtijd bij de publieke omroep afgeleid worden. Probleem is dat België in tegenstelling tot Nederland geen betrouwbare cijfers heeft over het aantal moslims. Naar schatting van Jan Hertogen (http://www.npdata.be) is dat nu zo’n 7,2% van de bevolking. Of dat ook geldt voor Vlaanderen is trouwens onduidelijk.

Daarbij blijft onduidelijk hoe de vertegenwoordiging binnen de islamitische zuil precies is en hoe de verschillende islamitische stromingen en richtingen zich in België tot elkaar verhouden. Evenmin blijkt uit zo’n percentage hoeveel ‘culturele moslims’ het bevat. Dus de moslims die niet belijdend zijn of een moskee bezoeken en nauwelijks nog moslim zijn te noemen, maar zich om sociale of culturele redenen niet officieel uit laten schrijven uit het bevolkingsregister. Daarbij komt dat dit aspect van de vrijheid van godsdienst om een godsdienst te verlaten binnen de islam met taboes en verboden is omkleed en daarom de werekelijke stand van zaken niet weergeeft.

Ook is de Verbelging of Vervlaamsing van de in België wonende moslims niet in de cijfers terug te vinden. Dat is het proces van emancipatie waarbij moslims geleidelijk opgaan in de Belgische samenleving en de normen en waarden ervan verinnerlijken. Met als ultieme stap dat ze afscheid nemen van hun godsdienst en het secularisme omarmen. Juist omdat ze daar de garantie van de overheid vinden voor hun nieuw verworven positie.

Kortom, er moet nog eerst heel wat statistisch en demografisch onderzoek in België plaatsvinden voordat duidelijk is welke bevolkingsgroep met welke godsdienst of levensovertuiging bij de publieke omroep recht heeft op de daarvoor bedoelde zendtijd. Mits dat idee van evenredige vertegenwoordiging leidend is. Als voorlopige regeling is het goed voorstelbaar om vertegenwoordigers van de islamitische zuil een deel van de zendtijd in te laten vullen. Zo’n 5% van het volume ljkt redelijk en goed overeen te komen met het demografische belang van die zuil.

Maar een echte modernisering van de zendtijd gaat verder en zal om te beginnen de oude voorkeursbehandelingen voor de christelijke (katholieke) organisaties af moeten schaffen om die in lijn te brengen met de werkelijke aanhang in de samenleving.

In een land als Nederland waar meer dan de helft van de bevolking zich niet laat inspireren door godsdienst leidde dat overigens tot de vraag of die zendtijd voor godsdiensten en levensovertuigingen nog wel een taak voor de publieke omroep is. Juist door de fragmentering van de religieuze sector in vele stromingen en richtingen lijkt niet broadcasting, maar narrowcasting via sociale media de oplossing voor de steeds moeilijkere voorwaarden om aan die representativiteit te kunnen voldoen. Waarbij zoals gezegd in België het ontbreken van betrouwbare statistische cijfers over de aanhang van godsdiensten en levensovertuigingen een bijkomende complicatie is in het realiseren van een representatieve verdeling van de zendtijd voor dit soort levensbeschouwelijke programma’s bij de publieke omroep.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelGoddelijke televisie’ van Philip Roose op Doorbraak.be, 4 december 2017.

Petitie: Zet een arbeider op de lijst van ‘volkspartij’ CDA voor de Tweede Kamer

cda

Deze petitie vraagt om ten minste ‘een arbeider’ op de kandidatenlijst van de CDA voor de Tweede Kamer te zetten. Een gerechtvaardigd verzoek aan een partij die zich afficheert als volkspartij.

Hetzelfde geldt trouwens ook voor de andere partijen die de pretentie van volkspartij hebben: PvdA en VVD. Laatstgenoemde partij draagt dat begrip zelfs in haar naam: ‘Volkspartij voor Vrijheid en Democratie’.

Maar niemand die nog echt denkt dat de VVD ook in werkelijkheid een volkspartij is. Wim Keja was in de VVD de laatste arbeider die het tot in de Tweede Kamer bracht. Dat is ook al weer langer dan 25 jaar geleden.

Het is een goed initiatief om bij volkspartijen arbeiders te kandideren. In een CDA dat pleit voor een ‘Duits’ kiessysteem met een gemengd districtenstelsel. Dan kunnen vanuit de regio de arbeiders pas echt toestromen. En de CDA helpen vitaliseren.

Foto: Schermafbeelding van deel petitie ‘Zet een arbeider op de CDA Tweede Kamer lijst’, 19 oktober 2016.

Kloof tussen elite en burger. Keuze tussen lamlendigheid en uitbuiting

Jac. de Nijs, Gemeenteraad bezoekt Artis. Wethouder De Wit en G.W. Keja bij olifant, 1968. Collectie: Nationaal Archief.

Dit schreef ik in 2015:

De kloof tussen elite en burger is een probleem waar de politieke partijen grotendeels voor verantwoordelijk zijn. Het werkt meerdere kanten op. De elite kan de burger niet duidelijk maken wat essentieel is (klimaat, Europa, vluchtelingen) en begrijpt de zorgen (zorg, ouderen, baan, woning) van de burger niet die niet eindeloos wil calculeren met zorgverzekeringen die onvergelijkbaar zijn of treinkaartjes die niet meer tegen de beste prijs centraal ingekocht kunnen worden.

Daarbij komt de digitalisering die tot een nieuwe tweedeling leidt. Burgers zijn nog tevreden, maar vrezen voor hun toekomst zoals uit een buurtonderzoek van NRC bleek.

Wat is het heetste hangijzer? Is dat het gebrek aan representativiteit bij de politieke partijen en het openbaar bestuur waar blanke, hoogopgeleide, welgestelde mannen van middelbare leeftijd het voor het zeggen hebben?

Veelzeggend is dat meer dan 20 jaar na zijn afscheid de ras-Amsterdammer Wim Keja beschouwd wordt als de laatste (of: enige) arbeider in de VVD. Bij de PvdA, CDA of GroenLinks is het niet anders, om over D66 nog maar te zwijgen. Hoewel SP en PVV anders suggereren zijn ook daar geen arbeiders meer te vinden in het kader. Dat leidt tot een systeemfout.

In de politiek wordt over het laagopgeleide deel van de bevolking gesproken, maar niet met of door die burgers. Partijen worden op dit tekort niet eens meer aangesproken.

Elite en burger matchen dus op twee manieren niet. De elite kan niet overtuigend en doelmatig aantonen wat de belangrijkste beleidsterreinen zijn. Zoals gezegd, klimaat, Europa en vluchtelingen. De politieke partijen kunnen zich door de achtergrond van de kaderleden niet meer emotioneel vereenzelvigen met een groot deel van de bevolking dat praktisch wordt losgelaten.

Niet in de steek gelaten omdat de verzorgingsstaat nog steeds goed van niveau is en het volledig wegsnijden ervan voor de partijen averechts zou uitpakken, maar op een psychologisch niveau losgelaten. SP en PVV werpen zich op om het ongenoegen te verwoorden, terwijl ze als politieke partij niet anders handelen dan andere partijen en evenmin de laagopgeleiden zelf opnemen.

Zo wordt de burger dubbel bedrogen: een onderwerp als Europa dat de middenpartijen door ontbrekende overtuiging niet over het voetlicht kunnen brengen wordt door radicale partijen onder het mom van het dichten van de kloof tussen elite en burger gebruikt om een eigen programmapunt over Europa te scoren. Waarbij het de vraag is wie zich naar wie richt: de onvrede van de burger naar de partij, of omgekeerd?

De burger wordt hoe dan ook gebruikt door de politieke partij om te scoren. Tweemaal over de hoofden van de burger heen: door lamlendigheid (middenpartijen) of door uitbuiting (SP en PVV). Het is lood om oud ijzer.

Burgerinitiatief ‘Farao der Nederlanden’ van Arjen Lubach in Tweede Kamer

Gisteren bood Arjen Lubach zijn burgerinitiatief aan aan de Tweede Kamer. De programmamaker wil de eerste ‘Farao der Nederlanden’ worden en startte daarom dit burgerinitiatief waarvoor hij de benodigde 40.000 handtekeningen verzamelde. Nu bericht. Prins Willem Frederik heeft zichzelf 200 jaar geleden uitgeroepen tot koning van Nederland en op de troon geplaatst. En da’s de monarchie waaraan Nederland tot op de dag van vandaag vastzit. Wat Willem Frederik in 1815 deed, waarom zou dat Arjen Lubach niet lukken in 2015?

Uit hun reacties blijkt dat de kamerleden niet precies weten hoe serieus ze dit burgerinitiatief moeten nemen. Dat maakt het ongrijpbaar en sterk. Desgevraagd verschuilen ze zich achter de procedure die nu eenmaal gevolgd moet worden. Afwijzen oogt humorloos en niet ‘in touch‘ met het hedendaagse levensgevoel, maar omarmen vanwege de overduidelijke satire is evenmin verstandig omdat het de kamerleden tot figuranten in een ernstige schertsvertoning maakt. Daarom moeten ze wel afstand houden. Daarbij komt dat er nauwelijks nog republikeinen in de Tweede Kamer zitten of partijen zijn die de monarchie ter discussie willen stellen.

be5305ec4ca179cf63c3b2f628926cbc_full

Foto: Toespraak van Arjen Lubach bij het aanbieden van het burgerinitiatief in de Tweede Kamer, 10 november 2015. ,

Onvermijdelijk dat subsidie levensbeschouwelijke omroepen stopt

omr

Is het erg dat in Nederland en Vlaanderen subsidie voor ‘levensbeschouwelijke omroepen’ wordt geschrapt en is het toeval dat dit beleid uitgevoerd wordt door liberale bewindslieden? Past het stoppen van de subsidie bij een pluriforme samenleving waarin de publieke omroep als taak vertegenwoordiging van minderheden heeft?

De term ‘levensbeschouwelijke omroepen’ is verhullend omdat het in beide landen op de uitzondering van de humanisten na om omroepen op religieuze basis gaat. Het is merkwaardig dat het Nederlandse Commissariaat van de Media spreekt over ‘kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag’. Typerend is dat het Commissariaat zeven hoofdstromen onderscheidt waarvan er zes religieus zijn: ‘het Boeddhisme, het Hindoeïsme, het Humanisme, de Islam, het Jodendom, het Katholicisme en het Protestantisme.’ Uit onderzoek blijkt dat de helft van de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet religieus is.

Er zijn vier problemen met de levensbeschouwelijke omroepen. 1) Vanwege maatschappelijke en technische ontwikkelingen neemt door het kijkgedrag het belang van lineaire televisie af waardoor de representativiteit wordt ondergraven. Narrowcasting neemt het over van broadcasting; 2) Er ontbreken hoofdstromen zoals die tot uiting zouden kunnen komen in de Atheïstische Omroep, Kopimi Omroep, Wiccan OmroepNihilisme Omroep of allerlei soorten Vrijzinnige Omroep; 3) De bestaande levensbeschouwingen die ten grondslag liggen aan de omroepen zijn niet langer representatief. Zo vertegenwoordigt het Jodendom slechts 43.000 en het Boeddhisme zo’n 60.000 gelovigen en is het merkwaardig dat het Christendom volgens de omschrijving van het Commissariaat twee hoofdstromen kent en de Islam niet. 4) De onderlinge verdeling van de zendtijd is onevenwichtig. Zo krijgt de Humanistische Omroep die in zekere zin 50% van de bevolking vertegenwoordigt  32 uur televisie terwijl de Protestante hoofdstroom met zo’n 12% vertegenwoordiging 104 uur televisie krijgt.

Omdat de ‘levensbeschouwelijke omroepen’ als relict van het verleden niet meer representatief zijn voor de hedendaagse samenleving die zo pluriform is geworden zou het een logische ontwikkeling zijn als ze bij de tijd gebracht werden door opname van nieuwe stromingen en het afwaarderen van het belang van religieuze hoofdstromen. Dat de liberale bewindslieden Sven Gatz in Vlaanderen en Sander Dekker in Nederland daaraan niet beginnen en vermoedelijk uit bezuinigingsdrift het instituut levensbeschouwelijke omroepen binnen de publieke omroep bij het oud vuil zetten is jammer, maar onvermijdelijk. Het nieuwe dat zo divers is valt lastig te integreren binnen de publieke omroep en het oude heeft zijn tijd gehad. De oplossing zit ‘m op internet waar levensbeschouwelijke omroepen in een eigen domein hun eigen doelgroepen kunnen bedienen.

Foto: Schermafbeelding ‘Levensbeschouwelijke omroepen België verdwijnen‘ van EO.

Lubach: burgerinitiatief Farao der Nederlanden. Tegen monarchie

Arjen Lubach komt met kritiek op de monarchie. Vooral op de Erfopvolging, dat regelt dat opvolging binnen een dynastie van ouder op kind wordt doorgegeven. Maar hoewel het achteraf in de grondwet is vastgelegd is de historische legitimiteit voor deze regeling flinterdun. Prins Willem Frederik heeft zichzelf 200 jaar geleden uitgeroepen tot koning van  Nederland en op de troon geplaatst. En da’s de monarchie waaraan Nederland tot op de dag van vandaag vastzit. Lubach is half spottend, half serieus een burgerinitiatief begonnen om zichzelf tot farao te laten erkennen. Want wat Willem Frederik in 1815 deed, waarom zou dat Arjen Lubach niet lukken in 2015? Tekenen van het burgerinitiatief ‘Farao der Nederlanden’ kan hier. Hoe meer monarchie, hoe beter. 

far

Foto: BurgerinitiatiefFarao der Nederlanden’.

Vrije Politiek in de raad. Op weg naar partijonafhankelijkheid?

Dit filmpje uit april 2013 was me ontgaan. Dick Schouw bracht me er van op de hoogte. Hij is woordvoerder van de OPA beweging en was de afgelopen tijd in het nieuws door zijn betrokkenheid bij 50Plus. Hij werd door het bestuur geschorst, maar toen toch weer niet. Hij ziet de oplossing voor de ‘Oudere Politiek‘ in de ‘Vrije Politiek‘. OPA koppelt dat in de toelichting aan ouderen, maar opvallend speelt dat aspect in het filmpje geen rol. Dat komt omdat Vrije Politiek weer een andere initiatiefnemer kent: oud-D66’er en ‘ondernemer-adviseur‘ Leo Broers uit Helmond. Hij zet zich in voor partijonafhankelijke politiek. Met de opzet het vertrouwen in de politiek te herwinnen. Hier meer over Vrije Politiek HelmondOPA wil de Vrije Politiek in praktijk brengen.

Elk initiatief om uit de schaduw van de gevestigde partijpolitiek te komen is welkom. Dus ook wat de Vrije Politiek en de OPA Beweging doen. Omdat een realistisch alternatief de meeste kans van slagen heeft als het aansluit bij het bestaande vinden veranderingen per definitie in de marge plaats. Daar pleitte ik hier ook voor een combinatie van gevestigde politiek en burgerbeweging. Hoe ze samenkomen zonder dat het nieuwe het eigen karakter verliest is een eeuwig zoeken, navigeren en afbakenen. De flessenhals zit ‘m zoals zo vaak in de overgang van theorie naar praktijk. Die stap proberen de Brabanders Schouw en Broers te zetten.

Het filmpje over Vrije Politiek is overigens minder vernieuwend dan het lijkt. Het voert het duale stelsel van de gemeentepolitiek consequent uit zoals het bedoeld is. Da’s weer wel vernieuwend. Namelijk met gescheiden bevoegdheden voor raad en college. Dat betekent dat de raadsleden niet meebesturen, maar toezicht houden. Zodat ze precies dat doen wat het filmpje zegt: samenwerken, coalities zoeken en elkaar vinden om de grote lijn uit te zetten. Wat niet per definitie alleen technisch is, maar ook het herschikken of opzetten van de ideologische veren kan inhouden. Wethouders zijn dan managers die het beleid uitvoeren. In praktijk maakt het duale stelsel de partijpolitiek zoals we die kennen al overbodig. Waarom beseffen we dat dan nog niet?

vp

Foto: Schermafbeelding van Manifest Vrije Politiek door Leo Broers.

Wat is de beste weg naar een politiek systeem van de burgers?

dam

Wat is partijpolitiek? Enkelen zijn lid van een politieke partij en roeren zich binnen zo’n organisatie. Zo’n 36% tot 75% van de kiesgerechtigden stemt om de paar jaar op een partij. Maar zo gauw de stem is uitgebracht verliezen ze het zicht erop. De stem smoort binnen of buiten een coalitie. Daar blijft het niet bij. Is zo’n partij nou een vehikel om externe belangen veilig te stellen, carrière te maken of een instrument om de macht te helpen verdelen? Hoe dan ook pleitte ik hier herhaaldelijk voor meer ideologie in de politiek. Tuig de politieke partijen weer op met ideologische veren, zodat duidelijker dan nu wordt dat ze uiteenlopende wereldbeelden representeren. Zeg maar, een samenhangend pakket van beleidsvoorstellen waaruit gekozen kan worden.

Uiteraard kunnen niet alle programmatische varianten door afzonderlijke partijen afgedekt worden. Dat zou op zeven hoofdlijnen al tot 49 partijen leiden. Omdat programmapunten samenhangen en terug te brengen zijn tot fundamentele verschillen over machtsdeling, bezit van productiemiddelen, nationale identiteit, rechten en vrijheden kan het aantal partijen beperkt blijven. Er zijn echter ook belangenpartijen -soms onterecht one-issuepartijen genoemd (ouderenpartijen, Partij voor de Dieren) – die zich programmatisch beperken. De tendens bestaat dat partijen programmatisch naar elkaar toe bewegen. Het befaamde politieke kluitjesvoetbal met een drukbezet centrum. Wie tegen de NAVO of voor de republiek is kan nu nergens z’n stem meer kwijt.

Een pleidooi voor meer partijpolitiek straks houdt niet in dat men de partijpolitiek van nu niet weg wenst. Integendeel zegt de deconstructivist die graag op puinhopen bouwt en een fundamentele verbetering wil doorvoeren. Voorwaarde om meer partijpolitiek met meer ideologie in de toekomst te realiseren is het leegtrekken van de huidige politieke partijen. Da’s dus een pleidooi voor minder partijpolitiek nu. Zo is vanwege de representatie van belangen en de verdediging van bepaalde waarden Nederland gediend bij een sterke sociaal-democratische beweging die het nu niet heeft. De PvdA blokkeert de opbouw van een krachtige sociaal-democratische partij. De PvdA moet eerst verdwijnen om dat voor de toekomst mogelijk te maken.

Opbouw is lastig. Naar aanleiding van de posting ‘Eén-partijstaat Nederland, Nico Baakman en misbruik van de wet‘ stuurde politicoloog Nico Baakman me een notitie met de volgende tabel. Hij merkt op: ‘Er bestaat een aanmerkelijk verschil tussen de kans op succes voor gevestigde en voor nieuwe partijen. Over de hele periode (1948 – 2012) slaagde gemiddeld 94,3% van de partijen die al in de Kamer vertegenwoordigd waren erin bij een volgende verkiezing opnieuw zetels te behalen, terwijl van de partijen die nog geen zetels hadden slechts 10% daar in slaagde. Vergelijken we de periodes ’48-’63 en ’67 – ’12, dan is de kans voor gevestigde partijen in de Kamer te blijven weliswaar afgenomen (van 97,3 naar 94,2%) maar de kans voor voor nieuwe lijsten in de Kamer te komen daalde sterker (van 16,0 maar 9,2%) terwijl het aantal nieuwe lijsten dat een poging waagde juist groeide van gemiddeld 5 naar gemiddeld 12,2 per verkiezing. Daar zou men uit kunnen afleiden dat het moeilijker is geworden voor nieuwkomers een of meer Kamerzetels te verwerven.’

Baakman

Partijen die in het parlement vertegenwoordigd zijn functioneren onvoldoende. Ze verzaken hun hoofdtaak de bevolking direct te representeren. Ze dienen andere meesters die soms wel, maar vaak niet belangen hebben die overeenkomen met die van de bevolking. Tegelijkertijd worden politieke partijen steeds minder relevant omdat de macht nog slechts sporadisch in nationale parlementen wordt verdeeld. De kaders worden in de bestuurskamers van de EU, het IMF, de banken of het grootbedrijf bepaald. Voor nieuwe politieke partijen is het steeds moeilijker om tot het parlement door te dringen. De Eén-partijstaat is ontstaan waar partijlozen of nieuwe partijen door de gezamenlijke kaste van politieke partijen juridisch buiten het openbaar bestuur worden gehouden. Zodat een evenwichtige representatie van de bevolking en een programmatische update nog verder uit zicht raakt. Oplossing is een implosie van het politieke systeem. Voor de nieuwe emancipatie.

Foto 1: Verkiezingsuitslagen menigte op Dam, 1962. Credits: Nationaal Archief, CC-BY-SA.

Foto 2: Schermafbeelding van een tabel uit een notitie van Nico A. A. Baakman die hij me op 28 mei 2013 stuurde.

Partijloze kan in Nederland geen burgemeester worden. Op Sicilië wel

Der Spiegel besteedt aandacht aan Renato Accorinti. De burgemeester van Messina, de Siciliaanse stad met 250.000 inwoners. Waar de machtige maffia aan de touwtjes trekt. Maar blijkbaar niet aan alle. De partijloze vrijgezel en gymnastiekleraar Accorinti realiseerde het onmogelijk en werd op 24 juni burgemeester. Hij wil de inwoners laten spreken. En gaat daarom terug naar de basis, zo zegt-ie. Zal-ie slagen? Tja, waarom ook niet?

Minder is meer is de kreet van de moderne architectuur die in weinig landen zo is nagevolgd als in Nederland. Waarom zou deze wijsheid niet voor de Nederlandse politiek kunnen gelden? Schrap tierelantijnen, arabesken en ornamenten van de partijpolitiek. Zodat ook in Nederland iemand als Renato Accorinti burgemeester kan worden. Zucht, het kan niet en het mag niet. De paradox is dat in het ‘corrupte’ Italië een partijloze wel en in het ‘democratische’ Nederland geen burgemeester kan worden. Want Nederlandse politieke partijen verdelen onder elkaar de functies. Ze voorkomen dat een partijloze burgemeester wordt. Stel je voor, anders hapert de bestuursmachine van de partijen. Zij controleren namens zichzelf het proces. Is Italië daarom een vrijer land?

image-552050-galleryV9-ehce

Foto: De nieuwe burgemeester van Messina: Renato Accorinti. 2013. Credits: Der Spiegel/ Nicolò Lanfranchi.

Onderzoek: misstanden R’damse moskee-internaten niet aangepakt

De NRC en RTV Rijnmond zijn met een eigen onderzoek in de illegale internaten in Rotterdamse moskeeën gedoken. Twee maanden geleden kwam de misstanden voor het eerst in het nieuws. De overheid zou gedogen en haar regierol onvoldoende vervullen. Omdat Rotterdam de stukken niet beschikbaar wilde stellen hebben beide media ze opgevraagd met behulp van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). En de vertrouwelijke documenten bevestigen dat de gemeentelijke diensten, deelgemeenten en het college onvoldoende optraden.

Brandveiligheids-expert Nico Scholten concludeert na bestudering van de stukken dat het fout had kunnen gaan: ‘Het is zeker tijdelijk brandonveilig geweest. Het had mis kunnen gaan. We hebben in Nederland regels en daar zit een onderbodem aan; daar is niet aan voldaan. De problemen hadden binnen de gestelde termijn opgelost moeten worden, maar dat is tijdenlang niet gebeurd.‘ Scholten noemt de dossiers chaotisch. Een en ander roept de vraag op of dit gevolgen moet krijgen voor de verantwoordelijke wethouder Hamit Karukus.