Tamarah Benima krijgt kritiek op Rede van Fryslân. Ze wordt slecht begrepen door haar naïviteit, wereldvreemdheid en merkwaardige politieke oordelen

Schermafbeelding van deel artikel/ redeRede van Fryslân: We hebben waarheid nodig, maar welke? Van Bonifatius tot Woke‘ in het Friesch Dagblad, 28 oktober 2021.

De liberale rabbijn Tamarah Benima sprak gisteren in Leeuwarden de Rede van Fryslân uit. Daarop kreeg ze veel kritiek vanwege haar associatie van het regeringsbeleid inzake de aanpak van de COVID-19 pandemie met totalitaire regimes waarin ze ook naar nazi-Duitsland verwees. 

Als dat nog opgevat kan worden als een ongelukkige formulering en een doorgeslagen en verkeerd geland idee van democratie en politiek, dan geldt dat niet voor andere opmerkingen. Veelzeggend zijn in haar rede de tussenzinnen die het meest onthullend zijn over Benima’s wereldbeeld. Eruit spreekt naïviteit en wereldvreemdheid die het volwassen oordeel voorbij is. 

Neem de volgende opmerkingen: ‘Maar ik weet me ook, zeg ik als Jodin, gewaarschuwd door wat er in nazi-Duitsland plaatsvond. De beleidsmakers toen, op ieder niveau, dwars door de samenleving, hadden het beste voor met iedereen.’ Werkelijk, hadden vanaf 1933 de Duitse beleidsmakers op elk niveau het het beste voor met iedereen? Ik geloof er niks van, zoals historici de geschiedenis van toen bestuderen dat evenmin zullen doen. Waar baseert Benima zich op als ze meent dat in Duitsland van 1933 tot 1945 elke beleidsmaker het beste met iedereen voor had? 

Of neem de opmerking: ‘anderzijds de religies zoals we die kennen (waaronder ik trouwens ook coherente denksystemen versta als wetenschap en de Verlichtingsideologie; waarom ik dat doe voert hier te ver)’. Benima annexeert wetenschap en Verlichtingsideologie in het domein van de religie. Moeten volgens haar onze hoogleraren voortaan dominee, priester, imam genoemd worden? Komt de wetenschappelijke methode als een systematische manier om kennis te vergaren overeen, of is zelfs identiek met de manier hoe kennis binnen religie wordt vergaard? Benima maakt wetenschap ondergeschikt aan de gesloten geloofssystemen van de religiesector waarin ze werkzaam is. 

Of neem de opmerking: ‘alle mensen die op welk niveau ook beleid uitstippelen, of het nu bij de overheid, in de wetenschap of zelfs bij Big Tech en Big Pharma is, hebben de allerbeste bedoelingen. Daarvan ben ik overtuigd’. Nou ik niet. Kijk alleen maar naar de laatste onthullingen over Facebook (nu: Meta) die duidelijk maken dat de beleidsmakers van Facebook niet de beste bedoelingen hebben met democratie, samenleving, kinderen en volwassen burgers, behalve winstoptimalisatie. Kijk ook naar het desastreuze beleid van de Trump-regering inzake de aanpak van de pandemie die volgens Dr. Birx zeker tot 130.000 onnodige doden heeft geleid. De voorbeelden zijn legio en kunnen uitgebreid worden. Benima doet uitspraken over de werkelijkheid waarvan ze duidelijk geen goed beeld heeft.

Dat is jammer want ze doet in haar rede ook zinvolle uitspraken over identiteitspolitiek en het woke-activisme. Maar die raken ondergesneeuwd in de publiciteit over de domme uitspraken in haar rede. De fout die Benima maakt is dat zij blijkbaar mensen met verstand van politiek, politieke geschiedenis en politieke gevoeligheden niet mee heeft laten lezen. Dat had een hoop misverstand voorkomen, inclusief de beeldvorming dat zij naïef in de wereld staat en niet weet waarover ze praat in haar ivoren toren waar filosofen de toon aangeven. In de verbinding met de wereld ontspoort ze.

Het jammerlijke beeld dat nu blijft hangen is dat wat Benima betoogt het intellectuele gehalte en het gedachtengoed is dat past bij de liberale Joodse gemeente in Noord-Nederland waar zij rabbijn is. Zij heeft zichzelf, haar gemeente, Friesland en het Nederlandse publieke debat geen goed gedaan. Zij voedt de destructieve krachten die ze denkt te bestrijden.

PVV benadeelt zichzelf door defensief te zijn over kunst en cultuur

De PVV doet mee aan de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018 in Utrecht en publiceert een verkiezingsprogramma met de titel ‘Utrecht weer van ons’ dat nog niet digitaal te vinden is. Hoe dan ook maakt de website van de PVV een rommelige, niet actuele en weinig slagvaardige indruk. Als dat illustratief is voor de PVV, dan ziet het er slecht uit voor de partij. Wel is er uit 2015 het verkiezingsprogramma van de provinciale PVV Utrecht. Dat bevat de bovenstaande paragraaf Cultuur. Omdat de PVV zich onveranderlijk opstelt is dat een eerste indicatie voor wat het voor de stad Utrecht in petto heeft. Ik twijfel bij verkiezingen elke keer weer of ik ga stemmen en zo ja, op welke partij. Maar als inwoner van de stad Utrecht weet ik nu al één ding absoluut zeker, ik stem niet op de PVV. Voor lezers van dit blog zal dat geen verrassing zijn.

Neem bovenstaande paragraaf die begint met een alinea vol foute en impliciete aannames. Nederland is geen land met joods-christelijke wortels. Tot diep in de 19de eeuw werden joden uitgesloten en gediscrimineerd. Ze hadden niets in de melk te brokkelen en hun invloed drong politiek of maatschappelijk niet door tot de hoofdstroom. Datzelfde gold voor de katholieken die in de tijden dat Nederland zich als natie vormde hooguit getolereerd werden. Als met ‘humanistische wortels‘ de Verlichting bedoeld wordt dan valt nog enigszins te beredeneren waar volgens de PVV de scheiding van kerk en staat vandaan komt. Dat die scheiding mede zou voortkomen uit de joods-christelijke wortels maakt het er weer onbegrijpelijk op. Of er moet mee bedoeld worden dat aan de basis van de Verlichting christelijke denkers stonden die een proces op gang hielpen dat uiteindelijk leidde tot de scheiding van kerk en staat. Maar dat moest dan wel eerst voor de poorten van de hel uit de machtsgreep van de christelijke lobby van die tijd weggesleept worden. Vrijwillig ging dat niet. Dat de PVV de scheiding van kerk en staat niet beschermt, maar afbreekt blijkt uit de bruuske bejegening door de PVV van de islam. Om dat te rechtvaardigen wordt zoals bekend door de PVV de islam geen godsdienst, maar een ideologie genoemd. Dat slaat echter dood omdat elke godsdienst door de leerstellingen een ideologie is.

De PVV zegt voor de bescherming van het nationaal cultureel erfgoed in Utrecht te zijn. Dat lijkt zich te beperken tot landschappen en molens. Dat speelt zich af op het gebied van de materiële monumentenzorg. De PVV plaatst dat in het verlengde van het geschiedenisonderwijs, de openstelling en de vermarkting van de monumenten en de landschappen. Het is overigens de vraag of meer bezoek van monumenten altijd tot hogere recettes leidt vanwege de meerkosten om dat te beheersen. Daarnaast getuigt het van een buitenissige opvatting dat openstelling van monumenten een voorwaarde voor subsidie is. Sommige monumenten zijn te weerloos om ze voor een breed publiek openbaar toegankelijk te maken en ‘aan te laten raken’.

Utrechts kandidatuur van de Culturele Hoofdstad van Europa 2018 was zeker geen succes. Utrecht viel in de eerste ronde af, net als Den Haag. In een volgende ronde vielen Brabantstad (Eindhoven) en Maastricht af. Dat is het risico van een competitie waar er maar één kan winnen. In dit geval was dat het Friese Leeuwarden. Dat de gemeente Utrecht hieraan ‘vele miljoenen’ heeft besteed is niet terug te vinden in de documentatie, maar alleen in de fantasie van de PVV. Volgen een bericht van RTV Utrecht waren de promotiekosten 1,2 miljoen euro. Dat is geen geld dat aan kunst besteed is, maar het zijn projectkosten die juist deels aan de reguliere kunstbegroting werden onttrokken. Een en ander speelt zich af op het gebied van stadspromotie, marketing, ‘gastvrijheidseconomie’ en toerisme. Dat is de plaag die tegenwoordig kunstprojecten overspoelt, om niet te zeggen wegspoelt. Zoals het commercieel succesvolle, maar inhoudelijk voorspelbare en in veel gevallen platvloerse en te nadrukkelijk door marketing gedreven jubileumjaar 2017 van De Stijl illustreert.

Kritiek op de Vrede van Utrecht is zinvoller, maar wordt verkeerd gericht. Dat kostte 27,5 en mogelijk 35 miljoen euro, zoals dit bericht uit 2013 van de SP verduidelijkt. Maar het is te kort door de bocht van de PVV om dat door associatie te koppelen aan ‘kunstsubsidie’, omdat het hier ook voornamelijk ging om kosten voor stadspromotie, marketing, ‘gastvrijheidseconomie’ en toerisme. De toegenomen stroom toeristen naar Utrecht lijkt hier een gevolg van te zijn. De vraag die de PVV niet stelt is of tot die diepte-investering in stadspromotie en toerisme in 2012 wel besloten had moeten worden vanwege de ongewenste neveneffecten die zich nu openbaren. Utrecht wordt in navolging van Amsterdam steeds meer overspoeld door massaal toerisme. Dit heeft onder meer geleid tot onbeheersbaarheid van verkeersstromen (probleem parkeerplekken fietsen), café’s en restaurants en de Airbnb-verhuur in woonwijken. Utrechts gemeentebestuur heeft mede door dit beleid dat leidde tot een exponentiële toename van het bezoek de grip op delen van de stad verloren.

Het is een slecht doordacht uitgangspunt van de PVV dat overheidssubsidies altijd een tijdelijk karakter hebben. Het onderwijs en het openbaar vervoer worden door overheidssubsidies in de lucht gehouden. Wie doorklikt op de externe link ‘Subsidies van de overheid’ bij het lemma ‘Subsidie’ op Wikipedia komt terecht op het ondernemersplein voor bedrijven. Landbouwsubsidies zijn eveneens doorgaans structureel.

Het is jammer dat de PVV zich defensief opstelt als het om kunst en cultuur gaat. De partij gaat voorbij aan de positieve rol die Nederlandse kunstenaars voor de nationale identiteit, de sociale cohesie en het thuisgevoel kunnen spelen. Elementen die de PVV in beginsel aanspreken. De partij laat zich telkens weer afleiden door de dwanggedachte dat kunstenaars lid van een linkse kerk zijn en zich tegen de PVV zouden richten. Maar als de partij kunst een grotere rol zou durven geven, dan zou de PVV zich positief kunnen onderscheiden van andere partijen. En aan steun winnen. Want die gaan evenmin ruimhartig om met kunst en cultuur die ze op de koop toe nemen. Voor de PVV zou kunst een onderwerp kunnen zijn om zich positief te onderscheiden, zoals de partij dat bij dierenwelzijn ook deed. Datzelfde geldt voor kunst in het algemeen. In Frankrijk en Duitsland wordt kunst actief ingezet voor het tot stand brengen van verbinding tussen burgers. Precies wat de PVV ook beoogt, maar koudwatervrees om dat via kunst en cultuur te doen blijft de partij onvoordelig in de weg zitten.

Foto: Schermafbeelding van paragraaf ‘Cultuur’ uit ‘Verkiezingsprogramma 2015-2019 ‘Nee tegen windmolens’’, van de provinciale PVV Utrecht, 2015.

Gabriël van den Brink hekelt secularisatie en prijst protestantisme. In NRC dat staat voor Verlichting en liberalisme. Logisch?

br

NRC gaf op 1 februari Gabriël van den Brink een volle pagina in de papieren krant voor zijn opinie-artikelExperts, toon eens wat meer zelfkritiek’. Het gaat over de relatie tussen wetenschap en maatschappij, en de waarheidsvinding in de wetenschap die door externe en interne bedreigingen onder druk staat. Bovenstaande alinea’s wijzen op een externe bedreiging en komen uit een iets anders vormgegeven digitale versie van 27 januari. Van den Brink wordt in de papieren versie ‘hoogleraar wijsbegeerte bij Centrum Ethos aan de Vrije Universiteit in Amsterdam‘ genoemd, maar zijn naam is niet terug te vinden in de lijst medewerkers. Volgens een toelichting van Centrum Ethos ‘onderzoekt [Gabriël van den Brink] de kloof tussen burger en politiek. Dat doet hij op basis van empirische maar ook filosofische methodes’. Waaruit bestaan die filosofische methodes?

De tweede alinea is merkwaardig omdat het meer overhoop haalt dan verklaart. De essentie ervan blijft onuitgesproken. Deels door ruimtegebrek, maar de vraag is of er ook een reden is dat Van den Brink dit liever ongenoemd laat. Met ‘de mentaliteit van het protestantisme in Noordwest-Europa’ refereert hij aan de rationaliteit van het Calvinisme zoals de baanbrekende socioloog Max Weber dat ruim een eeuw geleden benoemde. Van den Brink maakt reuzenstappen als hij twee zinnen later concludeert dat ‘het cultiveren van waarden als verantwoordelijkheid en redelijkheid sinds de secularisatie niet langer voor zich spreekt’. Dat is een verstrekkende conclusie die de secularisatie een dolk in de rug steekt. Zoals gezegd doet Van den Brink aan ‘hit and run’ en loopt zonder uitleg snel verder. Er komt nog een aap uit de mouw met de observatie dat ‘het ontstaan van een multiculturele samenleving een deugd als eerlijkheid nog meer onder druk zette’.

Van den Brinks artikel gaat over de waarheid en integriteit in de wetenschap, maar als in een Droste-effect toont hij in zijn bewijsvoering het omgekeerde aan van wat hij betoogt. Want hoe integer en waardevrij is hij in zijn betoog, en welke gedachtengoed sleept hij impliciet met zich mee? Waar is de conclusie op gebaseerd dat waarden als verantwoordelijkheid en redelijkheid sinds de secularisatie niet langer voor zichzelf spreken? Dit is een normatieve uitspraak die Van den Brink niet onderbouwt. Hij stelt de secularisatie – die het proces van ontkerkelijking en verwereldlijking omvat- via de toetssteen waarheidsvinding onder verdenking en maakt die ondergeschikt aan de mentaliteit van het calvinisme. Hij trekt dit door naar het multiculturalisme dat hij negatief beoordeelt vanwege de teloorgang van het protestantisme en de opgang van de secularisatie.

Gabriël van den Brink bezondigt zich in dit artikel aan gemakzuchtige journalistiek die haaks staat op de wetenschappelijkheid waar hij voor pleit. Wat hij zegt hoeft niet onwaar te zijn, maar hij lijkt vooral het verkeerde medium van het krantenartikel gekozen te hebben. Hij bedoelt het waarschijnlijk genuanceerder dan uit de aannames blijkt die erg kort door de bocht zijn en raadselachtig klinken. Die keuze valt Van den Brink echter wel te verwijten evenals de Redactie Opinie van NRC die het artikel geschikt achtte voor plaatsing. Het is ruimdenkend van een krant die Lux et Libertas als motto heeft dat het een artikel plaatst dat tegen de mentaliteit van de Verlichting -waar de secularisering een onlosmakelijk aspect van is- en het liberalisme ingaat. Van den Brink verklaart dat lachend in z’n vuistje waarschijnlijk omdat de NRC door de secularisatie aan verantwoordelijkheid en redelijkheid heeft verloren. Zo is het betoog rond van een wetenschappelijk onderzoeker die in de heimelijkheid het protestantisme vooropzet. Zonder dat we dit echt mogen weten.

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikelExperts, toon eens wat meer zelfkritiek’ van Gabriël van den Brink in NRC, 27 januari 2017. (Geplaatste in papieren versie van NRC op 1 februari 2017).

Stop eindelijk eens met de bekostiging van het bijzonder onderwijs

703-800x520

Is het normaal dat een rechtsstaat organisaties financiert die elementaire beginselen zoals de gelijkheid tussen man en vrouw niet respecteert (men mag zijn vrouw slaan met een stok volgens de Koran (38:44), de Bijbel (Kolossenzen,3:18) heeft het over de verplichte onderwerping van de vrouw aan haar man? Is het anno 2015 verdedigbaar dat publieke middelen worden gebruikt om ideologieën te verspreiden die aangeven dat homoseksuelen mogen worden gedood (Leviticus 20:13)?’ Aldus Bob D’hoedt van Jong-N-VA Aarschot in een opinieartikel voor het Vlaamsgezinde internettijdschrift Doorbraak.be.

D’hoedt heeft het over zes godsdiensten die in België een jaarlijkse overheidssubsidie van meer dan 650 miljoen euro krijgen. De criteria voor toekenning zijn volgens D’hoedt vaag. Waarom is subsidie beperkt tot zes kerkgenootschappen terwijl er talloze godsdiensten zijn? In Nederland werd in 1983 de Wet beëindiging financiële verhouding tussen Staat en Kerk ingevoerd dat een eind maakte aan overheidsverplichtingen ten aanzien van kerkgenootschappen. Maar in Nederland is de scheiding van Kerk en Staat niet definitief door artikel 23 van de Grondwet die het bijzonder onderwijs ‘uit de openbare kas bekostigt’. Is dat noodzakelijk?

Bekostiging van bijzonder onderwijs is een oud strijdpunt tussen rechts en links, tussen religieuze en niet-religieuze politieke partijen. Dat bijzondere scholen het recht hebben om te bestaan is geen punt van discussie. Wel waarom de overheid dat zou moeten bekostigen. Het is niet nodig om zo ver te gaan als D’hoedt die stelt: ‘De vraag die dus gesteld moet worden is waarom een volledige maatschappij moet meebetalen voor godsdiensten die elkaar tegenspreken en de waarden van de Verlichting ontkennen.’ Want dat leidt tot een debat dat gaat over het intern functioneren van kerkgenootschappen, en daar moet de staat zich niet mee bemoeien. Evenmin is vanwege die inmenging het idee haalbaar om kerkgenootschappen -of in Nederland instellingen van bijzonder onderwijs- volgens een systeem van ‘evidence based religion’ te toetsen.

Een argument om het bijzonder onderwijs door de overheid te laten blijven bekostigen is dat het externe partijen invloed zou geven. Maar dat is te defensief gedacht. De pluriformiteit van het primair onderwijs wordt gegarandeerd in artikel 8.3 van de Wet op het primair onderwijs dat zegt: ‘Het onderwijs a) gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving; en b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie’. Dat geeft de onderwijsinspectie kwantitatieve instrumenten om scholen die in vreemd vaarwater terechtkomen actief te monitoren, eisen te stellen en bij de les te houden.

Opvallend is dat tegengestelde bewegingen door elkaar heenlopen. Het maatschappelijk belang van religie in de westerse samenlevingen neemt geleidelijk af. Dat legitimeert steeds minder de bekostiging van het bijzonder onderwijs op religieuze grondslag. Tegelijk is ter verdediging van het religieus onderwijs de toepassing van artikel 23 uitgebreid met bijzonder onderwijs op niet-religieuze grondslag. Zodat het ook levensovertuigingen omvat. Dat staat niet alleen haaks op een terugtredende overheid, maar ook op het idee van de scheiding van kerk en staat. Het is geen overheidstaak om bijzonder onderwijs te bekostigen.

Foto: ‘1928/1929 Meisjesklas, Schoolklas 1928-1929

Onvermijdelijk dat subsidie levensbeschouwelijke omroepen stopt

omr

Is het erg dat in Nederland en Vlaanderen subsidie voor ‘levensbeschouwelijke omroepen’ wordt geschrapt en is het toeval dat dit beleid uitgevoerd wordt door liberale bewindslieden? Past het stoppen van de subsidie bij een pluriforme samenleving waarin de publieke omroep als taak vertegenwoordiging van minderheden heeft?

De term ‘levensbeschouwelijke omroepen’ is verhullend omdat het in beide landen op de uitzondering van de humanisten na om omroepen op religieuze basis gaat. Het is merkwaardig dat het Nederlandse Commissariaat van de Media spreekt over ‘kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag’. Typerend is dat het Commissariaat zeven hoofdstromen onderscheidt waarvan er zes religieus zijn: ‘het Boeddhisme, het Hindoeïsme, het Humanisme, de Islam, het Jodendom, het Katholicisme en het Protestantisme.’ Uit onderzoek blijkt dat de helft van de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet religieus is.

Er zijn vier problemen met de levensbeschouwelijke omroepen. 1) Vanwege maatschappelijke en technische ontwikkelingen neemt door het kijkgedrag het belang van lineaire televisie af waardoor de representativiteit wordt ondergraven. Narrowcasting neemt het over van broadcasting; 2) Er ontbreken hoofdstromen zoals die tot uiting zouden kunnen komen in de Atheïstische Omroep, Kopimi Omroep, Wiccan OmroepNihilisme Omroep of allerlei soorten Vrijzinnige Omroep; 3) De bestaande levensbeschouwingen die ten grondslag liggen aan de omroepen zijn niet langer representatief. Zo vertegenwoordigt het Jodendom slechts 43.000 en het Boeddhisme zo’n 60.000 gelovigen en is het merkwaardig dat het Christendom volgens de omschrijving van het Commissariaat twee hoofdstromen kent en de Islam niet. 4) De onderlinge verdeling van de zendtijd is onevenwichtig. Zo krijgt de Humanistische Omroep die in zekere zin 50% van de bevolking vertegenwoordigt  32 uur televisie terwijl de Protestante hoofdstroom met zo’n 12% vertegenwoordiging 104 uur televisie krijgt.

Omdat de ‘levensbeschouwelijke omroepen’ als relict van het verleden niet meer representatief zijn voor de hedendaagse samenleving die zo pluriform is geworden zou het een logische ontwikkeling zijn als ze bij de tijd gebracht werden door opname van nieuwe stromingen en het afwaarderen van het belang van religieuze hoofdstromen. Dat de liberale bewindslieden Sven Gatz in Vlaanderen en Sander Dekker in Nederland daaraan niet beginnen en vermoedelijk uit bezuinigingsdrift het instituut levensbeschouwelijke omroepen binnen de publieke omroep bij het oud vuil zetten is jammer, maar onvermijdelijk. Het nieuwe dat zo divers is valt lastig te integreren binnen de publieke omroep en het oude heeft zijn tijd gehad. De oplossing zit ‘m op internet waar levensbeschouwelijke omroepen in een eigen domein hun eigen doelgroepen kunnen bedienen.

Foto: Schermafbeelding ‘Levensbeschouwelijke omroepen België verdwijnen‘ van EO.

PvdA: notitie ‘Met vertrouwen linksom!’ bevat bruikbare elementen

death-of-10000-roses-07

De samenbindende sleutelzin van de notitie ‘Met vertrouwen linksom!’ van verontruste PvdA-ers luidt: ‘Echter, als wij blijven hangen in het naar rechts opgeschoven politieke centrum, zullen de extreem-rechtse, conservatief-nationalistische en xenofobe bewegingen zoals PVV, Front National, de Liga Nord, De Gouden Dageraad en vele anderen aan de macht komen.’ Dat wordt uitgewerkt in het laatste van de aandachtspunten ‘Vijf over Links’: ‘Het assertief uitdragen en verdedigen van onze Europese waarden uit de Verlichting’:

Wij pleiten ook voor meer aandacht voor het uitdragen van en de verdediging van onze Europese waarden die zijn oorsprong vinden in de Verlichting, zoals tolerantie, pluriformiteit, vrijheid, democratie, mensen- en burgerrechten, non-discriminatie, rechtstaat en scheiding van kerk en staat. Ze worden aan onze buitengrenzen openlijk aangevallen door jihadisten en autoritair- islamitische regeringen als ook door de conservatief-nationalistische autoritaire regimes in Rusland en China. De soft-power van Europa moet geloofwaardiger worden met een Europees geïntegreerd buitenlands beleid, een humaner en effectiever asielbeleid, meer hulp aan vluchtelingen en meer en effectievere ontwikkelingssamenwerking, en worden versterkt met hard-power van een moderne, effectieve Europese defensie.’

In drie zinnen wordt een helder perspectief voor de Nederlandse- en Europese buitenlandpolitiek geschetst die erop neerkomt dat om de EU te redden de EU moet veranderen door terug te gaan naar de eigen waarden. Dit is ook richtinggevend voor de binnenlandse politiek. Hier valt weinig op af te dingen, hoewel het de vraag is of de beschikbare middelen deze principes kunnen dragen. Maar de richting tussen aantasting van waarden door externe (Rusland) en interne krachten (‘neoliberalisme’) is een geloofwaardige en realistische koers.

Deze principiële stellingname stelt de vergezichten over een linkse meerderheid in de schaduw die klinken als een uitgevonden traditie die nooit was en zelfbedrog is als gevolg van groepsdynamiek. Het schetst het tekort van de PvdA dat romantisch blijft terug-verlangen naar een linkse meerderheid die Nederland nooit gekend heeft. Als de PvdA van dat denken en die retoriek afstand kan doen en beseft dat het beter een sterke linkse eigenheid en standvastigheid kan combineren met een soepele en niet rigide toenadering tot partijen in het politiek midden (D66, CDA) dan kan de PvdA weer relevant worden en in zichzelf gaan geloven. Uitgevonden traditie en symboliek met rozen zit de PvdA in de weg. Dat moet slijten om de PvdA bij de tijd te brengen.

PvdA-denker René Cuperus zag Nederland voor drie vuurproeven staan: de uitweg uit de financiële crisis, het antwoord op het politieke onbehagen, en herstel en rehabilitatie van het publieke ethos van overheid en publieke sector. Het accent op de Europese waarden verbindt in de notitie deze drie vuurproeven en voorziet ze van een positief stempel. Weg van het verwijt van jaloezie. Bovenop de alarmtoestand die alle sociaal-democratische partijen treft en niet typisch PvdA is. Nu de praktijk nog. In de PvdA wordt goed nagedacht, maar verkeerd gekozen. Leiders zijn te pragmatisch (Kok), te weinig tactisch (Bos), te weinig operationeel (Cohen), te weinig strategisch (Samsom) of te wendbaar (Asscher). Welke leider past bij het nieuwe profiel?

Foto: Anya Gallaccio ‘The Beautiful Life and Death of 10,000 Roses’.

Atheïsten behoren tot religieuze meerderheid van Nederland. Is dat zinvol?

rel

Volgens het rapport ‘The Future of World Religions: Population Growth Projections, 2010-2050’ van Pew Research Center heeft Nederland in 2050 een andere religieuze meerderheid (religious majority) dan in 2010. Niet langer een christelijke, maar een ongebonden (unaffiliated) meerderheid. Uit de cijfers van het CBS valt af te leiden dat Nederland in 2010 mogelijk al geen christelijke meerderheid meer had, omdat moslims en niet-godsdienstigen 49% van de bevolking uitmaakten. Joden, hindoes, boeddhisten en andere gelovigen maakten 6% uit. Maar zeker sinds 2012 heeft Nederland volgens het CBS geen christelijke meerderheid meer.

Volgens Pew behoren de ongebonden tot een religieuze groep. Pastafarianismus, Kopinisme, Wicca of Neo-Paganisme, Miracle of Love, Satanisme, Spiritualiteit, Secularisme, Atheïsme, Humanisme, Agnosticisme, Vrijzinnigheid, Nihilisme en nog veel meer worden als ongebonden religie beschouwd. Nu zijn wereldwijd de ongebondenen na het christendom en de islam de in grootte derde levensbeschouwelijke groep. Statistieken van het CBS waarop Pew zich waarschijnlijk baseert zijn rommelig en niet consequent. Het christendom  wordt onderverdeeld in stromingen, maar de islam niet. Terwijl daar de onderlinge verschillen juist groter lijken. Maar ook de groep ongebondenen is een ratjetoe, met atheïsten die zelfs tot een religieuze groep behoren.

Moet er waarde aan de statistieken gehecht worden? Ja en nee, ze dienen maatschappelijke veranderingen beter weer te geven dan nu. De diversiteit is zo groot geworden dat een klassiek perspectief dat de grote monotheïstische religies als maatstaf neemt de nieuwste ontwikkelingen onvoldoende verklaart. Statistieken kunnen een geschikt hulpmiddel zijn bij beleidsontwikkeling, maar dan moeten ze wel gemoderniseerd zijn.

Foto: Schermafbeelding uit rapport ‘The Future of World Religions: Population Growth Projections, 2010-2050’ van Pew Research Center, 2 april 2015.

Petitie: Maak van Satanisme erkend geloof. Pleidooi voor religies

satan

De erkenning van een religie hangt af van meer dan de inhoud van de religie alleen. Een overzicht van religies met het aantal aanhangers maakt inzichtelijk hoe gefragmenteerd religies zijn. Inclusief spirituele stromingen loopt hun aantal in de duizenden. De vraag hoe bepaald wordt wat een religie is valt lastig te beantwoorden. Vaak zijn ze streekgebonden. Complicatie is dat een religie vaak een paraplu is waar veel verscheidenheid onder schuilgaat en dat religies zijn ontstaan door afsplitsingen. Zoals het christendom uit het jodendom voortkomt, of het het boeddhisme uit het hindoeïsme. Betrekkelijk nieuwe religies zijn het Pastafarianismus, het Kopinisme, het Neo-Paganisme of Wicca, Miracle of Love, Scientology en het Satanisme. 

Volgens de grondwet kan iedereen zonder overheidsbelemmering met gelijkgestemden een religie beginnen en heeft dan automatisch recht op de privileges die religieuze organisaties nu krijgen. Hoe meer religies, hoe beter. Aanhang en respect moeten ze natuurlijk zelf verdienen. Maar de overheid dient ze de kans te bieden om onder gelijke voorwaarden met bestaande religies de concurrentie om de volksgunst aan te gaan. Laat iedereen die een eigen religie wenst te beginnen een ANBI-status aanvragen. Het belastingvoordeel is groot. Iedereen heeft het recht om een religie te beginnen met leerstellingen en zingeving. Of zelfs zonder dat.

Wat volgens petitionist Jens van der Steenen een geloof erkend maakt is een moeilijkere vraag dan het op het eerste gezicht lijkt. Want erkend door wie, op welke gronden en volgens welke normen? En waarom denkt hij 10.000 handtekeningen nodig te hebben? In Binnenmaas opperde een winkelier laatst om voor zijn winkel een museum-status aan te vragen zodat hij open kon zijn op zondag. Waarom niet de religie-status aangevraagd?

De tijd is gekomen om minder verkrampt om te gaan met religieuze organisaties. Ze op dezelfde manier aan de wet te toetsen als andere maatschappelijke organisaties. Dat maakt het tevens mogelijk om achter een eventuele economische, politieke of criminele dekmantel te kijken en een organisatie die claimt een religie te zijn overheidssteun te onthouden of zelfs te verbieden. Als dat niet aan de orde is dienen organisaties die zich voegen bij bestaande religieuze organisaties en spirituele stromingen door de overheid geen strobreed in de weg te worden gelegd. En exact gelijk beoordeeld en bevooroordeeld te worden als de bestaande religies.

Foto: Schermafbeelding van petities ‘Satanisme’ van Jens van der Steenen op Petities24.com.

Ewoud van Rijn onderzoekt. Beeldende kunst en Wiccan religie

foto 4

De Rotterdamse kunstenaar Ewoud van Rijn was een van de genomineerden voor de Dolf Henkes Prijs 2014 in TENT. Uiteindelijk gewonnen door Lidwien van de Ven met haar fotowerk. Zijn werk maakt nieuwsgierig en roept vragen op. De toelichting op zijn werk roept nieuwe vragen op: ‘In een mix van teksten, tekeningen, sculptuur en performances zoekt Van Rijn in het gebied waar beeldende kunst en esoterisch gedachtegoed elkaar overlappen naar een nieuwe, betekenisvolle positionering van de kunstenaar.’ Complexe materie dus.

Van Rijn geeft op een eigen blog meer duidelijkheid over zijn zoektocht naar de stand van de kunst waaraan hij meer koppelt dan kunst en kunstenaarspraktijk alleen. Ook moralisme of Neo-Paganisme. Ofwel Wicca, de moderne hekserij: ‘Stemming from the spiritual attitudes within early modernism, Wicca’s sampling of existing ‘traditions’ into a new religious phenomenon has many tangents with today’s artist practice. Through an output of text, images and performance, it puts forward challenging approaches to fundamental socio-cultural concepts such as time and history, nature and ecology, gender relations, spirituality and religion. Employing a wide range of media -from drawing to artists’ publications and from installation to performance- Van Rijn’s research explores Neo-Paganism as an invented revivalist tradition based on rejected knowledge.’

Hoe Wiccan religie, modernisme, kunst, media, traditie en kennis samenhangen is de vraag. Onderzoek moet beantwoorden hoe die samenhang is. Van Rijn zit op het goede spoor van een modern levensgevoel. Hij heeft beet. Hoewel de theorie zijn werk nog overspoelt en de juiste vorm niet gevonden lijkt om de bevindingen weer te geven. Het is niet dwingend. Overal worden uit politieke of maatschappelijke doeleinden met gebruikmaking van religie tradities opnieuw uitgevonden. Zie hoe Rusland en Oekraïne religie ondergeschikt maken aan de politiek of zie hoe hetzelfde gebeurt met de islam in moslimstaten. Op het niveau van individuen biedt de moderne hekserij dezelfde ontkenning van het belang van kennis en een vlucht in de romantiek. Op zoek naar zingeving, troost, verbinding en oude waarden die het modernisme omver kegelen.

Foto: Installatie van Ewoud van Rijn op de tentoonstelling Dolf Henkes Prijs 2014 in TENT. Credits: Lydia van Oosten.

Atheïsme als wanbegrip dat toch zin heeft. Met Richard Dawkins

Richard Dawkins is een zogenaamde ‘new atheist’, als deel van een activistische vorm van atheïsme die sinds een jaar of 15 de confrontatie met religie niet schuwt en zichzelf graag als rationeel en verlicht wil onderscheiden. Steven Ketell zet het op een rijtje in de notitie ‘Faithless: The politics of new atheism’.

Zowel met het een als het ander heb ik niets. Religie heeft me nooit geïnspireerd. Geloven is echter wel een interessant fenomeen als mensenwerk. Niet kathedralen, maar de godsdiensten zelf zijn de meest imposante constructies die mensen hebben gebouwd. Om zin te geven aan een schijnbaar zinloos leven. Theoloog Harry Kuitert zei: ‘Alle spreken over boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van boven te komen’.

Het atheïsme inspireert me evenmin. Waarom zou iemand zich met een negatief begrip afzetten tegen de afwezigheid van geloof in goden om zich positief te onderscheiden? Om zich zo indirect weet aan religie te binden. Iemand die nooit iets met religie heeft gehad hoeft geen rekeningen te vereffenen. Godzijdank.

Kettell merkt op over ‘new atheist‘ Sam Harris: ‘Sam Harris (2007), for example, has argued that the continued use of the term ‘atheism’, as defined purely by its relationship to religion, has been “a mistake of some consequence” that has contributed to the marginalisation of atheism as little more than a “cranky sub-culture”. Instead, Harris argues for the rejection of all labels, maintaining that “there is no reason for us to fight in well-ordered ranks, like the red coats of Atheism”, and that victory will only be achieved when the very notion of god is no longer taken seriously and atheism becomes “scarcely intelligible as a concept”.

Het is een keuze. Of frontale aanval of gefragmenteerde guerrilla. Of atheïsme optuigen als een politieke positie die zich strijdvaardig tegenover religie positioneert. Of atheïsme als losse beweging die de oude herkomst van het a-theïsme voorbij is maar minder doelmatig is en al op de toekomst vooruitloopt. Voorlopig voel ik me comfortabel door te pleiten voor het begrip secularisme dat zegt dat alle levensbeschouwingen gelijkelijk naast elkaar behoren te bestaan. Zonder de ene voor te trekken of de andere te bevorderen. Maar dit secularisme is een nog niet gerealiseerd eindpunt. Voorlopig zijn de ‘new atheïst’ nodig die vuile handen willen maken om de voorkeurpositie van religies af te breken. Het is niet anders. We moeten het ermee doen.