Establishment heeft recht om te regeren verloren. Hoe kunnen hervormers een rol krijgen?

4a03238r

Heeft de elite de massa in de steek gelaten en het recht verloren om te regeren of moet de elite in opstand komen tegen de onwetende massa? Michael Krieger schetst de posities in een artikel voor Liberty Blitzkrieg dat Zero Hedge doorplaatst. Krieger is duidelijk met zijn maatschappijkritiek die tot op de bodem gaat: ‘The main thing to think about is what kind of society do we want to rebuild from the ashes. I am of the view that it must be a return to the Constitution and an elimination of central banking power and secrecy.’ 

Krieger praat vanuit een Amerikaanse situatie waar het grote geld de politiek bepaalt en de maatschappelijke verschillen scherper zijn dan in Europa. Op dit moment wordt de voorkeurskandidaat van het establishment Hillary Clinton zelfs door de Republikeinse oud-presidenten Bush aanbevolen. De elite kent herschikkingen. Ook in Europa heeft de elite de burgers in de steek gelaten. Vooral de laagopgeleiden, sociaal achtergestelden ondervinden geen voor- maar nadelen van het globalisme. Inkomensongelijkheid is onaanvaardbaar gegroeid en het maatschappelijk perspectief afgenomen. Om erger te voorkomen zoals een volksopstand en eeuwige chaos moeten verschillen om allerlei redenen worden teruggedraaid. Hoe kan dat gerepareerd worden?

Het antwoord is simpel: hervorming en resocialisatie van de samenleving. Maar de uitvoering is lastig als de elite niet inziet dat een stapje terug op termijn hun eigenbelang dient of deze elite onderling verdeeld is. De Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn illustratief. Als in een standaardmodel van een inleiding politieke geschiedenis staan de drie overgebleven kandidaten voor drie principieel verschillende oplossingsrichtingen: Hillary Clinton vertegenwoordigt de belangen van het establishment, Donald Trump het ongenoegen van de massa en Bernie Sanders de tussenpositie van hervorming en bemiddeling tussen massa en establishment.

Het establishment heeft de macht en geeft die niet uit handen. Dat gebeurt onder meer door het aansturen van de gevestigde media die de beeldvorming bepalen en het politiek bestel manipuleren. De theorie is dat Trump in de media zo snel kon stijgen om vervolgens in een vrije val in de steek te worden gelaten. Sanders   die de ideale compromiskandidaat was heeft op geen enkele moment bij de politieke en economische elite en in de media een eerlijke kans gehad. De steun voor hem ontstond ondanks establishment en media.

Europa heeft te kampen met de Brexit. De Britse massa heeft niet vanuit domheid of onwetendheid, maar vanuit normale berekening gestemd. Het is niet de massa, maar die elite die dat op haar geweten heeft.  De kloof tussen bevolkingsgroepen moet hersteld worden. Daar helpt geen laatdunkendheid van een zich beter achtende hoogopgeleide klasse tegenover de laagopgeleiden aan die een trap na van domheid wordt gegeven.

De theorie is simpel. De verzorgingsstaat moet niet verder afgebroken worden. Inkomensverschillen moeten verkleind worden. De macht van banken en mega-ondernemingen moet snel en hard worden teruggedrongen. Belastingonwijking moet aangepakt worden. Immigratie moet zowel beter gereguleerd als afgeremd worden. De EU moet 100% controle over de eigen buitengrenzen herstellen. De zelfbenoemde vertegenwoordigers van de massa Trump, Wilders of Marine Le Pen bieden geen oplossing, Maar de vertegenwoordigers van het establishment zoals Hillary Clinton, Rutte of Hollande evenmin. De toekomst is aan standvastige hervormers van het type Sanders of Jesse Klaver die manoeuvreren tussen de chaos van de afbrekers en de sinistere   stilstand en apathie van het establishment. De paradox is dat het establishment alleen het establishment kan overtuigen dat het in het eigenbelang is om een stapje terug te doen. Daarom is voor de nabije toekomst een samenwerking tussen hervormingsgezinde krachten in het establishment en hervormers het hoogst haalbare.

Foto: William Henry Jackson, ‘Colorful dragon painted on wall’. China, 1895.

Geerdink neemt afstand van complottheorieën. Kunstroof Westfries Museum diende Telegraaf als middel in Nee-campagne referendum

De toekomst zal uitwijzen of hij het bij het juiste eind had’, aldus museumdirecteur Ad Geerdink in een bericht van BNR Nieuwsradio over kunstspeurder Arthur Brand. Dit is een nieuwe kanttekening bij wat eerder een tweemanschap leek dat door dik en dun samen optrok. Voor het eerst houdt Geerdink in het openbaar duidelijk afstand van niet onderbouwde beweringen, zoals de laatste in een reeks dat resterende schilderijen in handen zijn van Russische criminelen: ‘Als dat klopt is dit geen prettige boodschap, maar er zijn wel meer uitspraken gedaan die later niet bleken te kloppen.’ Een understatement te elfder ure, maar een terechte opmerking van Geerdink. Het lijkt er sterk op dat hij lange tijd heeft vertrouwd op complottheorieën en slecht onderbouwde aannames, maar nu tot inzicht is gekomen of gebracht dat dat het Westfries Museum niet dient.

Zo was er op de dag van het Oekraïne-referendum een bericht in De Telegraaf zonder harde feiten met verwijzing naar ‘welingelichte bronnen’ waarin werd beweerd dat 12 van de 24 schilderijen zich in de buurt van de Poolse stad Krakau zouden bevinden. De Telegraaf stelde dat de opsporingen van de Oekraïense autoriteiten nog zonder resultaat waren, wat nu dus als aantoonbaar onjuist kan worden vastgesteld. Want op 6 april waren naar zeggen van de Oekraïense regering al twee schilderijen teruggevonden. Uitspraken die vanuit de marge van het Westfries Museum werden gedaan dat de nog niet teruggevonden schilderijen eerst in handen van personen in de entourage van oud-president Janoekovitsj waren, toen overgingen naar de extreem-rechtse OUN militie met medewerking van de geheime dienst SBU, toen naar Polen verhuisden en nu weer in handen van Russische criminelen zouden zijn moeten met een korreltje zout worden genomen.

betrokkenen

Welke rol de publiciteit over de kunstroof gespeeld heeft bij het Oekraïne-referendum valt te bezien. In de publiciteit beweert de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Pavlo Klimkin dat het teruggeven van de schilderijen voor 6 april het Nederlandse referendum hadden kunnen beïnvloeden. Dat valt te betwijfelen.

Duidelijk is dat verschillende uitingen van de Telegraaf Media Groep, zoals dagblad De Telegraaf en weblog Geen Stijl actief campagne hebben gevoerd tegen de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Hiertoe gebruikten ze de kunstroof van het Westfries Museum dat hun vanwege alle suggesties, aannames en complottheorieën een ideale focus bood voor hun eigen suggesties, aannames en complottheorieën over de EU en Oekraïne. Geen enkele bewering hoefde bewezen te worden, alles kon straffeloos worden beweerd. Het werd een succes omdat andere media de suggesties tamelijk kritiekloos verspreidden en zo de werking van de geruchten op het referendum hielpen vergroten. Dat werkte volgens het model: aandacht opwekken, de interesse wekkeneen mening opwekkeneen mening doen postvatten. Een ingreep van de Oekraïense regering had daar in een later stadium geen invloed meer op. Het vooroordeel was al in het onderbewuste vastgezet bij de doelgroep van vooral sociale achterblijvers, laagopgeleiden en malcontenten.

Foto: Afbeelding van Schema van Betrokkenen volgens het Westfries Museum in een bericht van december 2015. (Doorklikken op ‘Afbeeldingen gestolen kunst WFM’).

Asielzoekers in België met elkaar op de vuist vanwege hoofddoek

vtm

Zij komen naar hier, zij zijn hier te gast. Wij niet bij hen. Zij moeten zich aanpassen aan onze regels.’ Aldus Theo Francken, de Vlaamse staatssecretaris voor Asiel, Migratie en Administratieve Vereenvoudiging in de federale regering-Michel. Hij doelt met deze uitspraak op Afghaanse asielzoekers in het noodopvangcentrum van Leopoldsburg die een Syrisch meisje dat geen hoofddoek droeg wilden dwingen die wel te dragen en zich niet Westers te kleden. Iraakse en Syrische asielzoekers zouden voor het meisje in de bres zijn gesprongen, en een internationale vechtpartij was geboren. Een zevental personen zou verwondingen hebben opgelopen.

Theo Francken is lid van de Vlaamsgezinde partij van Bart De Wever, de N-VA en schuwt harde uitspraken niet. Hij staat bekend als een hardliner. Hij vervolgt op VTM Nieuws: ‘Als zij denken dat ze hun oorlogen en conflicten kunnen importeren, dan zijn ze aan het verkeerde adres. De komende dagen zal ik met de regering bespreken of we de sancties voor misdragende asielzoekers kunnen uitbreiden zodat zij ook hun permanent asielrecht kunnen verliezen. Op die manier moeten wij niet meer voor hen betalen.’

De vechtpartij geeft te denken. Begrijpelijk is het dat asielzoekers die hun eigen omgeving hebben verlaten en onder weinig benijdenswaardige omstandigheden opeengepakt zitten in een asielzoekerscentrum leiden aan stress. Ook begrijpelijk is het dat ze teruggrijpen naar gebruiken uit hun land van herkomst. Maar dat ze in een Westers land een andere asielzoekster menen te kunnen verplichten zich niet-Westers te kleden is absurd en getuigt van totaal gebrek aan realiteitszin. Zijn ze niet voorgelicht dat dit soort gedrag onaanvaardbaar is?

Deze Afghaanse asielzoekers die over de schreef gaan staan niet op zichzelf. Ze begrijpen niet hoe ze zich in West-Europa dienen te gedragen. Een trieste constatering. De volgens Duitse statistieken voornamelijk (80%) laagopgeleide asielzoekers hebben West-Europa weinig te bieden. Behalve hun archaïsche ideeën. Kansloos. 

Foto: Schermafbeelding van bericht100 ASIELZOEKERS OP DE VUIST OM HOOFDDOEK’ op VTM-Nieuws.

Kloof tussen elite en burger. Keuze tussen lamlendigheid en uitbuiting

Jac. de Nijs, Gemeenteraad bezoekt Artis. Wethouder De Wit en G.W. Keja bij olifant, 1968. Collectie: Nationaal Archief.

Dit schreef ik in 2015:

De kloof tussen elite en burger is een probleem waar de politieke partijen grotendeels voor verantwoordelijk zijn. Het werkt meerdere kanten op. De elite kan de burger niet duidelijk maken wat essentieel is (klimaat, Europa, vluchtelingen) en begrijpt de zorgen (zorg, ouderen, baan, woning) van de burger niet die niet eindeloos wil calculeren met zorgverzekeringen die onvergelijkbaar zijn of treinkaartjes die niet meer tegen de beste prijs centraal ingekocht kunnen worden.

Daarbij komt de digitalisering die tot een nieuwe tweedeling leidt. Burgers zijn nog tevreden, maar vrezen voor hun toekomst zoals uit een buurtonderzoek van NRC bleek.

Wat is het heetste hangijzer? Is dat het gebrek aan representativiteit bij de politieke partijen en het openbaar bestuur waar blanke, hoogopgeleide, welgestelde mannen van middelbare leeftijd het voor het zeggen hebben?

Veelzeggend is dat meer dan 20 jaar na zijn afscheid de ras-Amsterdammer Wim Keja beschouwd wordt als de laatste (of: enige) arbeider in de VVD. Bij de PvdA, CDA of GroenLinks is het niet anders, om over D66 nog maar te zwijgen. Hoewel SP en PVV anders suggereren zijn ook daar geen arbeiders meer te vinden in het kader. Dat leidt tot een systeemfout.

In de politiek wordt over het laagopgeleide deel van de bevolking gesproken, maar niet met of door die burgers. Partijen worden op dit tekort niet eens meer aangesproken.

Elite en burger matchen dus op twee manieren niet. De elite kan niet overtuigend en doelmatig aantonen wat de belangrijkste beleidsterreinen zijn. Zoals gezegd, klimaat, Europa en vluchtelingen. De politieke partijen kunnen zich door de achtergrond van de kaderleden niet meer emotioneel vereenzelvigen met een groot deel van de bevolking dat praktisch wordt losgelaten.

Niet in de steek gelaten omdat de verzorgingsstaat nog steeds goed van niveau is en het volledig wegsnijden ervan voor de partijen averechts zou uitpakken, maar op een psychologisch niveau losgelaten. SP en PVV werpen zich op om het ongenoegen te verwoorden, terwijl ze als politieke partij niet anders handelen dan andere partijen en evenmin de laagopgeleiden zelf opnemen.

Zo wordt de burger dubbel bedrogen: een onderwerp als Europa dat de middenpartijen door ontbrekende overtuiging niet over het voetlicht kunnen brengen wordt door radicale partijen onder het mom van het dichten van de kloof tussen elite en burger gebruikt om een eigen programmapunt over Europa te scoren. Waarbij het de vraag is wie zich naar wie richt: de onvrede van de burger naar de partij, of omgekeerd?

De burger wordt hoe dan ook gebruikt door de politieke partij om te scoren. Tweemaal over de hoofden van de burger heen: door lamlendigheid (middenpartijen) of door uitbuiting (SP en PVV). Het is lood om oud ijzer.

Bijscholing politici nodig: algemene ontwikkeling en culturele kennis

pet

Bij petities.nl is het vaak gissen naar betekenis. Soms zijn petities grappig, soms kort door de bocht, maar doorgaans zeggen ze iets over de inspiratie en betrokkenheid van mensen. Dat gissen heeft niet alleen met taalfouten te maken. Zoals ‘Wij constateren dat men vaak stemmen zonder voorkennis van de politiek‘. Een zin als een vuist die de tafel nooit raakt maar eeuwig in de lucht blijft zweven. Wat wordt ermee bedoeld?

Nog erger zijn denkfouten. Klopt het dat door een ‘gebrek aan kennis‘ het niet mogelijk is om ‘een goede afweging‘ te maken zodat een kiezer bij een passende partij uitkomt? Stemmen is toch geen raketwetenschap? De aanname doet een beroep op de verbeelding. En principieel: is de drempel om kiezers vanwege hun gebrekkige politieke kennis uit te sluiten van het politieke proces niet ronduit discriminatie? Wat te doen met laagopgeleide of laagintelligente kiezers bij wie een cursus weinig helpt? Of kiezers die elders opgroeiden.

De petitionist legt een direct verband tussen het gebrek aan politieke kennis van de kiezer en afgevaardigden die zonder ‘toets van kennis‘ van de kiezer niet gekozen zouden worden. Ofwel, als kiezers bijgespijkerd worden over hun politieke kennis, dan zullen ze door hun opgedane kennis bepaalde partijen mijden.

Welbeschouwd is het merkwaardig dat er voorwaarden aan kiezers gesteld moeten worden en niet aan vertegenwoordigers van politieke partijen. Wie herinnert zich niet dat de Tweede Kamer in 2000 in een vragenlijst van het Historisch Nieuwsblad een onvoldoende voor historische en parlementaire kennis haalde? In het commentaar van 2000 concludeerde CDA’er Cees Bremmer dat de test iets aangeeft over de cultuur-historische en algemene ontwikkeling van Tweede Kamerleden. Die is onder de maat. Historicus Henk Wesseling trekt de lijn door, hij is bezorgd over de algemene ontwikkeling van de gemiddelde parlementariër: ‘Maar ja, dat komt doordat er in Nederland geen overeenstemming meer is over wat men zou moeten weten als beschaafd mens. Laat het Historisch Nieuwsblad maar eens een paar cursussen voor politici organiseren.

Kortom, de petitie van Stefan de Graaf is een goed initiatief, maar alleen aan de verkeerde doelgroep gericht vanuit de verkeerde analyse en met een verkeerde oplossing. Het zijn niet de Nederlandse kiezers, maar de parlementariërs en leden van het openbaar bestuur die bijgeschoold moeten worden. En dan niet zozeer in historische, parlementaire of politieke kennis, maar in algemene ontwikkeling en culturele kennis. En gezien alle ontsporingen hoort er zeker ook een cursus ethiek bij. Met als gewenst resultaat dat parlementariërs tot inzicht komen dat bezuinigen op kunst en cultuur leiden tot verschraling van de Nederlandse samenleving.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Herziening van het stemrecht‘, 15 maart 2014. Zie hier de Facebook-pagina van deze petitie. 

Kent Nederland armoedebeleid? Is de welvaart verkeerd verdeeld?

Uit dit verslag resteert een gemengd beeld. En onzekerheid. Onduidelijk is wat de bron voor genoemde cijfers is. Hoe concreet is de beschrijving ‘het risico in armoede te vallen’? Dat kan inhouden dat een huishouden het nu nog redelijk goed heeft, maar dat donkere wolken van alle kanten op komen zetten. Zetten ze door?

Krapuul laat de welvaart de armoede ontmoeten in een kritisch verslag van Jaap de Pauw: ‘Momenteel, in 2014, zijn er zo’n 150 officiële voedselbanken in Nederland die wekelijks ongeveer 70.000 Nederlandse huishoudens van voedsel voorzien. Het zijn vooral mensen die in de schuldsanering zitten of een uitkering hebben, maar ook mensen met een klein inkomen en hoge vaste lasten, zoals zzp’ers.’ En: ‘En ook al is die armoede, zoals alles, relatief, het is een ziekmakende en uitzichtloze situatie waarin bijna 1 miljoen Nederlandse huishoudens verkeren. Ruim 200.000 huishoudens verkeren al langer dan 4 jaar achtereen in relatieve armoede. Ruim 300.000 kinderen groeien in armoede op. Het is de prijs die we betalen voor de geleende welvaart van de jaren 80 van de vorige eeuw. Het is mede het gevolg van de onbegrensde zucht naar winst van “de markt” en de financiële dienstverleners. Het is het gevolg van asociale politieke keuzes die gemaakt zijn en nog dagelijks gemaakt worden.’

Hoe kan de armoede in Nederland bestreden worden? Er zijn voorstellen voor een oplossing zoals het sluiten van de grenzen, het terugdraaien van de recente lastenverzwaringen, armoedebeleid dat de zwakkeren extra steunt of het extra belasten van de veelverdieners. Of moet er gekozen worden voor een radicale oplossing die leidt tot herverdeling van de welvaart? Maar wat is er voor nodig om dat te realiseren? Revolutie? Andere politieke machtsverhoudingen? Doelmatige politieke leiders met durf en compassie? Er is voorlopig geen antwoord. Het is met name onverteerbaar dat in een van de meest welvarende landen ter wereld honderdduizenden kinderen in armoede opgroeien en sociaal geïsoleerd worden. Dat zou niet zo moeten zijn en valt met name de politieke partijen aan te rekenen die de armoede vooral met mooie woorden bestrijden.

717px-Wybrand_Hendriks_(1744-1831),_De_Soepuitdeling,_1815,_Olieverf_op_doek

Foto: Wybrand Hendricks, De Soepuitdeling, (1815). Collectie: Teylers Museum Haarlem.

Wat meet een Amerikaanse politieke quiz bij een Nederlander?

Weer eens een Amerikaanse politieke quiz. Niet over de eigen politieke voorkeur, maar over de kennis van de twee belangrijkste partijen. Dus de Democraten en de Republikeinen. Pew News IQ Quiz neemt 13 vragen voor deze test. Meet zo’n quiz nou het IQ, inzicht of algemene ontwikkeling, of een combinatie ervan?

Een analyse van de uitkomsten wijst op demografische verschillen. Gemiddeld zijn Republikeinen ouder en welvarender, en da’s de reden dat ze meer vragen goed beantwoorden. Laagopgeleiden zijn zich minder bewust van politieke standpunten en weten politieke leiders minder goed met partijen te associëren. Geeft dit de Republikeinse kiezer meer invloed omdat-ie beter geïnformeerd is en beter beseft waarover-ie praat?

Wat heeft een Nederlander aan deze quiz? Niets. Behalve dat de relativiteit ervan blijkt. De aandacht voor de Amerikaanse politiek in de Nederlandse pers helpt om de vragen beter te beantwoorden dan het merendeel van de Amerikanen. Daarnaast is de internationalisering van media behulpzaam. Zo kan op zoek naar ‘zware’ informatie een Nederlander de Amerikaanse kranten online volgen en via internet de Amerikaanse radio beluisteren. Meer dan de gemiddelde Amerikaan doet. Welbeschouwd een vervreemdend fenomeen.

Het goed beantwoorden van deze quiz verandert niets. Behalve het idee dat men kennis van en inzicht in het politieke debat heeft. Dat verklaart echter niets over de politiek die er onveranderd door blijft. Toch is het Pew Research Center een serieus onderzoeksinstituut dat veel waardering krijgt. Bewustwording binnen de marges van de politieke marketing zal het idee zijn. Maar kunnen niet beter de hoofdrolspelers van de Amerikaanse politiek bewust gemaakt worden? Werkt dat niet doelmatiger en sneller dan de kiezer die moet volgen?

In het verlengde daarvan het volgende. Wie dit blog volgt weet dat hier nooit verwezen wordt naar de Nederlandse politieke peilingen. Want ze verklaren naar mijn idee niet meer dan de bedrijfsmatigheid van de peilingbureau’s. Ze leiden zelfs af van de fundamenten waar het in de politiek om zou moeten gaan. Peilingen zijn de gemakzucht van een makkelijke en hapklare mening. Is dat met bovengenoemde quiz ook niet zo?

Foto: Schermafbeelding van Pew Research Center, 28 april 2012

Ineke van Gent representeert hersenloosheid van kamerleden

Update 5 mei: Vice-fractievoorzitter van GroenLinks Ineke van Gent heeft verklaard dat ze na de verkiezingen van 12 september niet terugkeert in de Tweede Kamer. Ze vindt het ‘tijd voor nieuwe uitdagingen’.  

Kamerlid voor GroenLinks Ineke van Gent heeft zichzelf voor schut gezet in een gesprek met Lex Uiting voor het radioprogramma Giel van 3FM. Het overkwam eerder John Leerdam die vervroegd terugtrad als tijdelijk kamerlid. Van Gent ging serieus in op de suggestie dat Richard Nixon een goede spindoctor voor president Obama zou kunnen zijn. Het werd op 27 maart opgenomen en toen twitterde ze al: ‘Ik ben vandaag “nat” gegaan bij radio 3 over Richard Nixon en Obama. Dacht 5 minuten al na gesprek die Nixon leeft niet meer!’

Het Historisch Nieuwsblad peilde in 1996 de historische kennis van kamerleden. Ze haalden een onvoldoende en bleken slecht op de hoogte van de feiten. Dat veel politici hun foute antwoorden wegwimpelden met het argument dat feiten niet belangrijk zijn, maar dat het gaat om de ‘ontwikkelingen’ bracht de Utrechtse historicus Righart tot de volgende reactie: ‘Feiten zijn geen flauwekul’, stelt hij. ‘Dat is slap onderwijskundig geklets. Je moet toch weten wanneer en in welke context die ontwikkelingen plaats vonden. Zo’n argument is alleen een maskering van domheid.’ Politici zouden meer dan gewone Nederlanders op de hoogte moeten zijn van de vaderlandse geschiedenis, vindt Righart. ‘Ze zijn toch bijna allemaal doctorandus? Juist politici moeten zich hoeden voor kortademig denken dat voortkomt uit een gebrek aan historische kennis.’

Veelgehoorde kritiek op hedendaagse politici is dat ze niet de gemiddelde bevolking representeren. Ze zouden te hoogopgeleid zijn. Een bakker, metselaar of machinist weet niet meer tot hoge functies in politieke partijen door te dringen. Laat staan dat ze het als Jan Schaeffer, Marcus Bakker, Boer Koekoek of Wim Keja tot de kamerbanken schoppen. Maar wat is zo’n ‘hoge opleiding’ waard als basale kennis van en inzicht in de geschiedenis ontbreekt? En niet alleen over iets van 400 jaar geleden, maar ook over recente ontwikkelingen. Zet in de Tweede Kamer niet eerder een middelmaat zowel de laag- als hoogopgeleiden de voet dwars?

Sinds 1996 lijkt het kortademig denken in de Tweede Kamer eerder toe- dan afgenomen. Winnaar Gerrit Valk (PvdA) antwoordde als volgt op zijn goede score: ‘Ik ben nog van voor de basisvorming. En van huis uit ben ik historicus.’ Erg verbaasd over de lage scores van zijn collega’s is Valk niet, maar een ‘beetje onrustbarend’ is het volgens hem wel. ‘Het verbaast mij dat collega’s roepen dat ze niet geïnteresseerd zijn in historische feiten. Met feiten is niets mis. Kennis gaat aan inzicht vooraf.‘ Kamerleden van GroenLinks presteerden in 1996 het slechts van alle partijen. De hersenloosheid van Ineke van Gent past in een patroon. Weet zij veel.

Foto: Ineke van Gent in gesprek met Lex Uiting van 3 FM

Trouw legt Amerikaanse voorverkiezingen langs religieuze meetlat

Dagblad Trouw is als het over religie gaat nooit te beroerd om lekker uit te pakken met details. Zelfs als het de waarheid niet dichterbij brengt. Laten we eens kijken. Trouw begint: Bij voorverkiezing in de Amerikaanse staten Alabama en Mississippi maakten evangelicalen dinsdag de dienst uit. Misschien komt dat omdat er in die staten voornamelijk evangelicalen wonen? Trouw gaat voorbij aan het feit dat Romney er 25 van de 90 gedelegeerden wint. Santorum wint er 32. Da’s 7 gedelegeerden meer. Maakten evangelicalen de dienst uit?

Volgens Trouw haalt Santorum ‘ruim’ een derde van de stemmen. In Alabama 34,5% en in Mississippi 32,8%. Hoezo ruim? Romney blijft rond de 30% steken. Een verschil van nog geen 4%. De volgende passage is grappig: De staten vallen niet alleen op vanwege hun religiositeit, meldt persbureau AP. Nergens in het land ligt het aantal hoogopgeleiden zo laag. Raken we aan een diepere waarheid? Gaat religiositeit samen met een lage opleiding? Of is een lage opleiding wellicht een voorwaarde voor religiositeit? Trouw suggereert veel.

Maar Trouw moet nog op stoom komen: Romney scoort slecht in staten met een overwegend christelijk electoraat. Conservatieve christenen hebben weinig op met zijn mormoonse geloofsovertuiging. Velen zien het mormonisme als een vreemd en onbekend geloof, sommigen noemen het een theologische dwaalleer. Oei. Trouw suggereert dat het mormonisme slecht scoort bij christenen. Inclusief de miljoenen mormonen die in Utah, Colorado, Nevada, New Mexico en andere staten het verschil maken door op Romney te stemmen?

Trouw zegt dat supporters van Romneys tegenstanders zich negatief uitlaten over het mormonisme. Tweederde van de protestanten ziet mormonen als christenen. Onder evangelicalen is dat één derde. Wat verklaart het en welk verschil maakt het in de verkiezingen? Maakt het iets uit dat Santorum in de staten op de dunbevolkte prairies en in het zuiden wint waar Romney nauwelijks campagne voert? Trouw geeft geen idee.

Foto: Mitt Romney spreekt op campagne in Liberty, Missouri, 13 maart 2012. Missouri gelooft

Taalpolitiek van overheid kan het Nederlands opwaarderen

De VVD wil een taaleis stellen aan iedereen die in aanmerking wil komen voor een bijstandsuitkering. Iedereen moet behoorlijk Nederlands kunnen spreken. VVD-Kamerlid Cora van Nieuwenhuizen hoopt dat een voorstel met deze strekking straks wordt uitgevoerd. CDA, PVV en D66 staan er welwillend tegenover. Naar pas achteraf bekend werd komt staatssecretaris Paul de Krom nog voor de zomer met een wetsvoorstel hierover.

De maatregel raakt vele niet-Westerse allochtonen. Van deze groep heeft 11% een uitkering. Voor autochtonen bedraagt dat percentage 1,7%. Het idee van D66-kamerlid Fatma Koşer Kaya dat ‘iemand in beginsel Nederlands moet spreken als hij een beroep doet op een uitkering’ is een redelijk uitgangspunt. Zeker als dat direct verband houdt met de arbeidsmarkt.

Mijn pijn zit elders, namelijk bij de ontbrekende taalpolitiek van de overheid en het bezuinigen op onderwijs voor allochtonen. Marcia Luyten publiceerde in de NRC van 14 januari 2012 een stuk ‘Is dit nou de stem van Nederland?’ waarin ze aantoont dat het Nederlands in het publieke debat onder druk staat ten koste van het Engels, vaag kosmopolitisme en pseudo-nationalisme. Met name laagopgeleiden verliezen hun identiteit en lopen vervolgens in de richting van de PVV die geborgenheid belooft. In de Nederlandse taal en gebruiken.

Het Nederlands is een beeldende en praktische taal die de Nederlanders past als een handschoen. De overheid kan richtlijnen opstellen en geld vrijmaken om het bereik van het Nederlands in het publieke domein te vergroten. Dat kan om te beginnen door de cultuurbezuinigingen op kunsten zoals toneel, literatuur en film die gebruik maken van het Nederlands terug te draaien. Maar het kan ook door beter onderwijs in het Nederlands. Of door programma’s die de positie van het Nederlands in het straatbeeld verbeteren. Niet ‘sale‘, maar ‘uitverkoop‘. Niet ‘shop‘, maar ‘winkel‘. Liefst geen verboden of quota, maar positieve actie.

Het initiatiefvoorstel van Cora van Nieuwenhuizen komt te vroeg omdat het allochtonen tot iets verplicht dat de overheid zelf niet eens biedt. In haar ronkende turbotaal met Engelstalige woorden en een ambtelijk en gemankeerde versie van het Nederlands. Is het niet verstandiger om laagopgeleide allochtonen die een uitkering aanvragen en voor wie het Nederlands geen moedertaal is een voorbeeld van goed Nederlands voor te houden? Op straat en kantoor, in de media, politiek en ambtenarij. Dat kan door een blik naar de toekomst die onze mooie taal op waarde schat en werk maakt van taalpolitiek, cultuurinvesteringen en onderwijs.

Foto: Winkelruit met aankondiging uitverkoop.