Establishment heeft recht om te regeren verloren. Hoe kunnen hervormers een rol krijgen?

4a03238r

Heeft de elite de massa in de steek gelaten en het recht verloren om te regeren of moet de elite in opstand komen tegen de onwetende massa? Michael Krieger schetst de posities in een artikel voor Liberty Blitzkrieg dat Zero Hedge doorplaatst. Krieger is duidelijk met zijn maatschappijkritiek die tot op de bodem gaat: ‘The main thing to think about is what kind of society do we want to rebuild from the ashes. I am of the view that it must be a return to the Constitution and an elimination of central banking power and secrecy.’ 

Krieger praat vanuit een Amerikaanse situatie waar het grote geld de politiek bepaalt en de maatschappelijke verschillen scherper zijn dan in Europa. Op dit moment wordt de voorkeurskandidaat van het establishment Hillary Clinton zelfs door de Republikeinse oud-presidenten Bush aanbevolen. De elite kent herschikkingen. Ook in Europa heeft de elite de burgers in de steek gelaten. Vooral de laagopgeleiden, sociaal achtergestelden ondervinden geen voor- maar nadelen van het globalisme. Inkomensongelijkheid is onaanvaardbaar gegroeid en het maatschappelijk perspectief afgenomen. Om erger te voorkomen zoals een volksopstand en eeuwige chaos moeten verschillen om allerlei redenen worden teruggedraaid. Hoe kan dat gerepareerd worden?

Het antwoord is simpel: hervorming en resocialisatie van de samenleving. Maar de uitvoering is lastig als de elite niet inziet dat een stapje terug op termijn hun eigenbelang dient of deze elite onderling verdeeld is. De Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn illustratief. Als in een standaardmodel van een inleiding politieke geschiedenis staan de drie overgebleven kandidaten voor drie principieel verschillende oplossingsrichtingen: Hillary Clinton vertegenwoordigt de belangen van het establishment, Donald Trump het ongenoegen van de massa en Bernie Sanders de tussenpositie van hervorming en bemiddeling tussen massa en establishment.

Het establishment heeft de macht en geeft die niet uit handen. Dat gebeurt onder meer door het aansturen van de gevestigde media die de beeldvorming bepalen en het politiek bestel manipuleren. De theorie is dat Trump in de media zo snel kon stijgen om vervolgens in een vrije val in de steek te worden gelaten. Sanders   die de ideale compromiskandidaat was heeft op geen enkele moment bij de politieke en economische elite en in de media een eerlijke kans gehad. De steun voor hem ontstond ondanks establishment en media.

Europa heeft te kampen met de Brexit. De Britse massa heeft niet vanuit domheid of onwetendheid, maar vanuit normale berekening gestemd. Het is niet de massa, maar die elite die dat op haar geweten heeft.  De kloof tussen bevolkingsgroepen moet hersteld worden. Daar helpt geen laatdunkendheid van een zich beter achtende hoogopgeleide klasse tegenover de laagopgeleiden aan die een trap na van domheid wordt gegeven.

De theorie is simpel. De verzorgingsstaat moet niet verder afgebroken worden. Inkomensverschillen moeten verkleind worden. De macht van banken en mega-ondernemingen moet snel en hard worden teruggedrongen. Belastingonwijking moet aangepakt worden. Immigratie moet zowel beter gereguleerd als afgeremd worden. De EU moet 100% controle over de eigen buitengrenzen herstellen. De zelfbenoemde vertegenwoordigers van de massa Trump, Wilders of Marine Le Pen bieden geen oplossing, Maar de vertegenwoordigers van het establishment zoals Hillary Clinton, Rutte of Hollande evenmin. De toekomst is aan standvastige hervormers van het type Sanders of Jesse Klaver die manoeuvreren tussen de chaos van de afbrekers en de sinistere   stilstand en apathie van het establishment. De paradox is dat het establishment alleen het establishment kan overtuigen dat het in het eigenbelang is om een stapje terug te doen. Daarom is voor de nabije toekomst een samenwerking tussen hervormingsgezinde krachten in het establishment en hervormers het hoogst haalbare.

Foto: William Henry Jackson, ‘Colorful dragon painted on wall’. China, 1895.

Jacob Bos wil expositie inzetten als wapen tegen de negativiteit rondom asielzoekers. Is kunst daarvoor geschikt?

5

Beeldende kunst, wat kan de beschouwer ermee? Waar dient het voor? Daar bestaan veel gedachten over, die elkaar soms tegenspreken. Sommigen die niet van de straat zijn menen dat het een filosofische functie heeft. Dat speelt op het terrein van denksystemen, grondslagen en een totaalvisie op het leven. Dat klinkt niet mis.

In die visie scherpt kunst aan en maakt mensen bewust van de eigen situatie en omgeving. Kunst geeft het leven diepte, en zelfs zin en troost. Zoals anderen zich laten inspireren door religie. Niet toevallig putten kunst en religie uit dezelfde bron. Kunst laat mensen naast de werkelijkheid kijken zodat er reliëf ontstaat dat er voorheen wel was, maar niet werd gezien. De functie van kunst is niet zo direct dat het dient om de wereld te verbeteren. Want daarvoor is de politiek. Maar het kan wel de politieke bewustwording helpen vergroten.

Zo beredeneerd kent kunst uitsluitend voordelen. Het geeft naast schoonheid, zin en troost. Het helpt mensen in hun politieke en maatschappelijke bewustwording zonder dat het tot doel heeft om mensen op te zetten tegen de gevestigde orde. Omdat kunst dezelfde voordelen kent, maar minder explosief en onbeheersbaar is dan religie is het onbegrijpelijk dat overheden kunst niet veel meer gebruiken als beheersinstrument. Volgens de aard moet de overheid daarbij op afstand blijven omdat kunst anders een direct verlengde van de politiek wordt en ophoudt kunst te zijn. Juist door die afstand aarzelen overheden omdat ze volledige controle willen.

Kunst is voor de kunstenaar het omzetten en construeren van ongerichte impulsen tot een eigen wereld met een eigen vormentaal die de beschouwer richting en verdieping geeft. Kunst is een schaduwwereld die commentaar geeft op wat buiten de kunst bestaat en er daardoor onlosmakelijk mee verbonden is. Kunst is een halfproduct dat een brug slaat tussen illusie en realiteit. Kunst is de katalysator die maatschappelijke processen kan versnellen, zonder daardoor zelf te veranderen. Kunst heeft geen gevoel, maar roept gevoel op.

In Hoogeveen is er de glaskunstenaar Jacob Bos die volgens een bericht in RTV Drenthe ‘tegenwicht wil bieden aan alle negativiteit rondom asielzoekers’. Hij heeft het initiatief genomen om samen met andere kunstenaars en ‘kunstenaars onder vluchtelingen’ een expositie te houden. Hij is nog op zoek naar een expositieruimte. Interessant is wat Bos meent met deze expositie te kunnen doen, namelijk het uiten van een gevoel. ‘Dat kan met beeldende kunst’ zo meent Bos. Dat is een misvatting van Bos. Kunst roept in het beste geval gevoel op, maar kan dat zelf niet uiten. Een andere misvatting is dat kunst via het inrichten van een expositie direct een politiek doel kan dienen. Kunst kan de politieke bewustwording vergroten, maar niet in de plaats van politiek komen. Dan verliest kunst haar eigenheid en meerduidigheid, en wordt het een vehikel voor politieke actie.

Foto: Werk van de glaskunstenaar Jacob Bos.

Kloof tussen elite en burger. Keuze tussen lamlendigheid en uitbuiting

Jac. de Nijs, Gemeenteraad bezoekt Artis. Wethouder De Wit en G.W. Keja bij olifant, 1968. Collectie: Nationaal Archief.

Dit schreef ik in 2015:

De kloof tussen elite en burger is een probleem waar de politieke partijen grotendeels voor verantwoordelijk zijn. Het werkt meerdere kanten op. De elite kan de burger niet duidelijk maken wat essentieel is (klimaat, Europa, vluchtelingen) en begrijpt de zorgen (zorg, ouderen, baan, woning) van de burger niet die niet eindeloos wil calculeren met zorgverzekeringen die onvergelijkbaar zijn of treinkaartjes die niet meer tegen de beste prijs centraal ingekocht kunnen worden.

Daarbij komt de digitalisering die tot een nieuwe tweedeling leidt. Burgers zijn nog tevreden, maar vrezen voor hun toekomst zoals uit een buurtonderzoek van NRC bleek.

Wat is het heetste hangijzer? Is dat het gebrek aan representativiteit bij de politieke partijen en het openbaar bestuur waar blanke, hoogopgeleide, welgestelde mannen van middelbare leeftijd het voor het zeggen hebben?

Veelzeggend is dat meer dan 20 jaar na zijn afscheid de ras-Amsterdammer Wim Keja beschouwd wordt als de laatste (of: enige) arbeider in de VVD. Bij de PvdA, CDA of GroenLinks is het niet anders, om over D66 nog maar te zwijgen. Hoewel SP en PVV anders suggereren zijn ook daar geen arbeiders meer te vinden in het kader. Dat leidt tot een systeemfout.

In de politiek wordt over het laagopgeleide deel van de bevolking gesproken, maar niet met of door die burgers. Partijen worden op dit tekort niet eens meer aangesproken.

Elite en burger matchen dus op twee manieren niet. De elite kan niet overtuigend en doelmatig aantonen wat de belangrijkste beleidsterreinen zijn. Zoals gezegd, klimaat, Europa en vluchtelingen. De politieke partijen kunnen zich door de achtergrond van de kaderleden niet meer emotioneel vereenzelvigen met een groot deel van de bevolking dat praktisch wordt losgelaten.

Niet in de steek gelaten omdat de verzorgingsstaat nog steeds goed van niveau is en het volledig wegsnijden ervan voor de partijen averechts zou uitpakken, maar op een psychologisch niveau losgelaten. SP en PVV werpen zich op om het ongenoegen te verwoorden, terwijl ze als politieke partij niet anders handelen dan andere partijen en evenmin de laagopgeleiden zelf opnemen.

Zo wordt de burger dubbel bedrogen: een onderwerp als Europa dat de middenpartijen door ontbrekende overtuiging niet over het voetlicht kunnen brengen wordt door radicale partijen onder het mom van het dichten van de kloof tussen elite en burger gebruikt om een eigen programmapunt over Europa te scoren. Waarbij het de vraag is wie zich naar wie richt: de onvrede van de burger naar de partij, of omgekeerd?

De burger wordt hoe dan ook gebruikt door de politieke partij om te scoren. Tweemaal over de hoofden van de burger heen: door lamlendigheid (middenpartijen) of door uitbuiting (SP en PVV). Het is lood om oud ijzer.

Bijscholing politici nodig: algemene ontwikkeling en culturele kennis

pet

Bij petities.nl is het vaak gissen naar betekenis. Soms zijn petities grappig, soms kort door de bocht, maar doorgaans zeggen ze iets over de inspiratie en betrokkenheid van mensen. Dat gissen heeft niet alleen met taalfouten te maken. Zoals ‘Wij constateren dat men vaak stemmen zonder voorkennis van de politiek‘. Een zin als een vuist die de tafel nooit raakt maar eeuwig in de lucht blijft zweven. Wat wordt ermee bedoeld?

Nog erger zijn denkfouten. Klopt het dat door een ‘gebrek aan kennis‘ het niet mogelijk is om ‘een goede afweging‘ te maken zodat een kiezer bij een passende partij uitkomt? Stemmen is toch geen raketwetenschap? De aanname doet een beroep op de verbeelding. En principieel: is de drempel om kiezers vanwege hun gebrekkige politieke kennis uit te sluiten van het politieke proces niet ronduit discriminatie? Wat te doen met laagopgeleide of laagintelligente kiezers bij wie een cursus weinig helpt? Of kiezers die elders opgroeiden.

De petitionist legt een direct verband tussen het gebrek aan politieke kennis van de kiezer en afgevaardigden die zonder ‘toets van kennis‘ van de kiezer niet gekozen zouden worden. Ofwel, als kiezers bijgespijkerd worden over hun politieke kennis, dan zullen ze door hun opgedane kennis bepaalde partijen mijden.

Welbeschouwd is het merkwaardig dat er voorwaarden aan kiezers gesteld moeten worden en niet aan vertegenwoordigers van politieke partijen. Wie herinnert zich niet dat de Tweede Kamer in 2000 in een vragenlijst van het Historisch Nieuwsblad een onvoldoende voor historische en parlementaire kennis haalde? In het commentaar van 2000 concludeerde CDA’er Cees Bremmer dat de test iets aangeeft over de cultuur-historische en algemene ontwikkeling van Tweede Kamerleden. Die is onder de maat. Historicus Henk Wesseling trekt de lijn door, hij is bezorgd over de algemene ontwikkeling van de gemiddelde parlementariër: ‘Maar ja, dat komt doordat er in Nederland geen overeenstemming meer is over wat men zou moeten weten als beschaafd mens. Laat het Historisch Nieuwsblad maar eens een paar cursussen voor politici organiseren.

Kortom, de petitie van Stefan de Graaf is een goed initiatief, maar alleen aan de verkeerde doelgroep gericht vanuit de verkeerde analyse en met een verkeerde oplossing. Het zijn niet de Nederlandse kiezers, maar de parlementariërs en leden van het openbaar bestuur die bijgeschoold moeten worden. En dan niet zozeer in historische, parlementaire of politieke kennis, maar in algemene ontwikkeling en culturele kennis. En gezien alle ontsporingen hoort er zeker ook een cursus ethiek bij. Met als gewenst resultaat dat parlementariërs tot inzicht komen dat bezuinigen op kunst en cultuur leiden tot verschraling van de Nederlandse samenleving.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Herziening van het stemrecht‘, 15 maart 2014. Zie hier de Facebook-pagina van deze petitie. 

Kent Nederland armoedebeleid? Is de welvaart verkeerd verdeeld?

Uit dit verslag resteert een gemengd beeld. En onzekerheid. Onduidelijk is wat de bron voor genoemde cijfers is. Hoe concreet is de beschrijving ‘het risico in armoede te vallen’? Dat kan inhouden dat een huishouden het nu nog redelijk goed heeft, maar dat donkere wolken van alle kanten op komen zetten. Zetten ze door?

Krapuul laat de welvaart de armoede ontmoeten in een kritisch verslag van Jaap de Pauw: ‘Momenteel, in 2014, zijn er zo’n 150 officiële voedselbanken in Nederland die wekelijks ongeveer 70.000 Nederlandse huishoudens van voedsel voorzien. Het zijn vooral mensen die in de schuldsanering zitten of een uitkering hebben, maar ook mensen met een klein inkomen en hoge vaste lasten, zoals zzp’ers.’ En: ‘En ook al is die armoede, zoals alles, relatief, het is een ziekmakende en uitzichtloze situatie waarin bijna 1 miljoen Nederlandse huishoudens verkeren. Ruim 200.000 huishoudens verkeren al langer dan 4 jaar achtereen in relatieve armoede. Ruim 300.000 kinderen groeien in armoede op. Het is de prijs die we betalen voor de geleende welvaart van de jaren 80 van de vorige eeuw. Het is mede het gevolg van de onbegrensde zucht naar winst van “de markt” en de financiële dienstverleners. Het is het gevolg van asociale politieke keuzes die gemaakt zijn en nog dagelijks gemaakt worden.’

Hoe kan de armoede in Nederland bestreden worden? Er zijn voorstellen voor een oplossing zoals het sluiten van de grenzen, het terugdraaien van de recente lastenverzwaringen, armoedebeleid dat de zwakkeren extra steunt of het extra belasten van de veelverdieners. Of moet er gekozen worden voor een radicale oplossing die leidt tot herverdeling van de welvaart? Maar wat is er voor nodig om dat te realiseren? Revolutie? Andere politieke machtsverhoudingen? Doelmatige politieke leiders met durf en compassie? Er is voorlopig geen antwoord. Het is met name onverteerbaar dat in een van de meest welvarende landen ter wereld honderdduizenden kinderen in armoede opgroeien en sociaal geïsoleerd worden. Dat zou niet zo moeten zijn en valt met name de politieke partijen aan te rekenen die de armoede vooral met mooie woorden bestrijden.

717px-Wybrand_Hendriks_(1744-1831),_De_Soepuitdeling,_1815,_Olieverf_op_doek

Foto: Wybrand Hendricks, De Soepuitdeling, (1815). Collectie: Teylers Museum Haarlem.

Hoogopgeleiden voor D66 vormen pleidooi tegen verkiezingen

World Cup Finals, 1938. Paris, France. FIFA president Jules Rimet is assisted by a young boy in making the draw for the World Cup.

Opiniepeilingen zijn vermaak. Het zijn dagkoersen die een dag later al achterhaald zijn. Peilingen zijn een halffabrikaat en vrijbrief voor uitweidingen en conclusies die alle kanten uitgaan. Ondanks dat besef vullen ze steeds weer kolommen en zendtijd. Opiniepeilingen spreken elkaar voortdurend tegen. Als legers die met de garantie van de overwinning gezegend tegen elkaar ten oorlog trekken. Peilingen komen niet alleen niet tot stand door wetenschap of betrouwbare methodologie, maar zijn ook nogal geestdodend. Als de bezwerende saaiheid van de waterstanden: ‘Grave beneden +1, Lobith -2′ of de voetbaluitslagen. Voor de liefhebbers.

Peil.nl van opiniepeiler Maurice de Hond stelt in ‘De stemming van 27 oktober 2013‘ dat het niet eerder ‘zo een groot verschil in electorale voorkeur tussen de kiezers met een hoge en lage opleiding‘ zag. Onder de kiezers met een hoge opleiding is volgens Peil.nl ‘D66 veruit de grootste partij’ met 23% aanhang. VVD volgt met 18%. In de wekelijkse peiling haalt D66 nu 14%, te weten 22 zetels. De PVV scoort laag onder hoogopgeleiden, maar het hoogst onder middenopgeleiden. De PVV normaliseert verder. Maar ook liefst 1/3 van allelaagopgeleiden steunt de PVV. De SP heeft een soortgelijk, maar iets minder buitenissig profiel.

Peil.nl concludeert dat ‘kiezers met een hoge opleiding beduidend meer vertrouwen in de politiek hebben’ en de kans groter is dat hoogopgeleiden de gang naar de stembus maken. Dat zou partijen die veel steun onder hoogopgeleiden hebben een electorale basis geven. De PVV en SP met een tegengesteld profiel juist niet. 

Wat is het allemaal waard? Ik ben toevallig hoogopgeleid, politiek betrokken en maak telkens met tegenzin de gang naar de stembus. Ik zie de zin er niet van in. Vaak blijf ik thuis omdat ik geen partij kan vinden die me zelfs maar enigszins bevalt. Hoewel ik uitzondering kan zijn, lijkt het me sterk dat ik de enige in mijn categorie ben. Vele hoogopgeleiden nemen afstand van de partijpolitiek waarvan ze meer verwachten dan belangenbehartiging. Die ontwikkeling blijft bij Peil.nl ongenoemd. Laatst sprak de hoogopgeleide David Van Reybrouck zich in Buitenhof uit tegen verkiezingen omdat ze de democratie niet dienen, maar juist blokkeren.

Hij ziet meer in loting. De peilingen van Maurice de Hond ondersteunen zijn pleidooi. Opiniepeilingen zijn onzin omdat ze vertekenen, maar verkiezingen doen dat nog in grotere mate. Het valt toch niet te peilen dat D66 met zoveel steun onder hoogopgeleiden verkiezingen kan winnen omdat de laagopgeleiden thuisblijven?

Loten_voor_de_militie

Foto 1: Jules Rimet leidt de loting door z’n kleinzoon Yves voor de Wereldbeker in Frankrijk 1938.

Foto 2: Loten voor de nationale militie, 1880.

PVV vraagt excuses massa-immigratie en islamisering. Onderzoek?

wl63

PVV’ers Geert Wilders en Joram van Klaveren stelden gisteren kamervragen onder de titel ‘De wens van het Nederlandse volk de voortgaande islamisering te stoppen‘ aan premier Rutte en vice-premier Asscher van Sociale Zaken. Ze verwijzen naar De Telegraaf dat resultaten geeft van een opinie-onderzoek door bureau Peil.nl van Maurice de Hond in opdracht van de PVV. Ofwel, de PVV verwijst in deze vragen naar zichzelf.

Uit het onderzoek blijkt dat meer dan driekwart van de Nederlandse bevolking de mening heeft dat de islam geen verrijking voor ons land is. En dat bijna 70% van de Nederlanders vindt dat er genoeg islam in Nederland is. Verder willen de vragenstellers weten hoe het kabinet gehoor gaat geven aan de wens van een meerderheid om de bouw van moskeeën te stoppen, een grondwettelijk verbod op de sharia in te voeren en de immigratie uit islamitische landen te stoppen. De slotvraag luidt wanneer het kabinet ‘het Nederlandse volk haar excuses aan[biedt] voor de massa-immigratie en het faciliteren en bevorderen van de islamisering van Nederland‘.

De PVV maakt het beide ministers en zichzelf te makkelijk. Afkeer van een bevolkingsgroep of een opinie-onderzoek over hoe ‘de Nederlandse bevolking’ over de islam denkt is geen grond voor beleid. Nederland is een land van minderheden waarbij over allerlei minderheidsgroepen negatieve uitkomsten mogelijk zijn. Roma, homosexuelen, gokkende en wokkende Chinezen, transgender mensen, pedofielen, WikiLeaks-supporters, agressieve atheïsten, naïeve koningsgezinden, solistische republikeinen, orthodoxe christenen, hitsige priesters, graaiende bankiers, zakkenvullende bestuurders, duikende journalisten of conservatieve politici. In de pluriformiteit wordt door de overheid iedere groep beschermd tegen de luimen van de ander.

In de vragen van de PVV is meer te vinden dan de automatische reflex en het eigen gelijk. De vraag naar de massa-immigratie is een terugkerende stijlfiguur van de PVV, maar biedt toch perspectief. Pieter Lakeman en Jan van de Beek deden vooronderzoek. CPB-directeur Coen Teulings beweerde in 2010 dat Nederland ‘de slechte immigranten kreeg’. Nog steeds is onduidelijk waarom dat zo was. Omdat massa-immigratie en islamisering niet samenvallen lijkt het verstandig dat te scheiden. Nog steeds hangen de suggesties van de PVV uit 2010 boven het publieke debat dat de massa-immigratie ons land jaarlijks 7 miljard euro kost. Dit als uitkomst van een onderzoek van Nyfer. Het kabinet Balkenende IV wenste het niet uit te zoeken. Een politiek-historisch onderzoek naar de massa-immigratie kan de PVV antwoord geven op haar terugkerende vragen.

Foto: Wim van der Linden, ‘Bij het Café Billard ‘Populair’ van H. Kroonen, Nieuwmarkt 9, tijdens de kermis, april-mei 1963‘. Credits: Stadsarchief Amsterdam.

Commercial Tricky Mitt

Republikeins presidentskandidaat Mitt Romney wordt in een snoeiharde commercial vergeleken met president Nixon, ofwel Tricky Dick. Het wordt gefinancierd door het progressieve MoveOn. De commercial eindigt met een lachende Nixon en een referentie naar zijn ‘I’m Not A Crook’ bekentenis. Later moest Nixon aftreden.

Foto: President Nixon told a White House news conference on June 29, 1972 that the Vietnam War could be over –if the talks “go forward in a constructive and serious way” — by January 20, 1973, when his term of office ends. (UPI Photo/Files)

Wat meet een Amerikaanse politieke quiz bij een Nederlander?

Weer eens een Amerikaanse politieke quiz. Niet over de eigen politieke voorkeur, maar over de kennis van de twee belangrijkste partijen. Dus de Democraten en de Republikeinen. Pew News IQ Quiz neemt 13 vragen voor deze test. Meet zo’n quiz nou het IQ, inzicht of algemene ontwikkeling, of een combinatie ervan?

Een analyse van de uitkomsten wijst op demografische verschillen. Gemiddeld zijn Republikeinen ouder en welvarender, en da’s de reden dat ze meer vragen goed beantwoorden. Laagopgeleiden zijn zich minder bewust van politieke standpunten en weten politieke leiders minder goed met partijen te associëren. Geeft dit de Republikeinse kiezer meer invloed omdat-ie beter geïnformeerd is en beter beseft waarover-ie praat?

Wat heeft een Nederlander aan deze quiz? Niets. Behalve dat de relativiteit ervan blijkt. De aandacht voor de Amerikaanse politiek in de Nederlandse pers helpt om de vragen beter te beantwoorden dan het merendeel van de Amerikanen. Daarnaast is de internationalisering van media behulpzaam. Zo kan op zoek naar ‘zware’ informatie een Nederlander de Amerikaanse kranten online volgen en via internet de Amerikaanse radio beluisteren. Meer dan de gemiddelde Amerikaan doet. Welbeschouwd een vervreemdend fenomeen.

Het goed beantwoorden van deze quiz verandert niets. Behalve het idee dat men kennis van en inzicht in het politieke debat heeft. Dat verklaart echter niets over de politiek die er onveranderd door blijft. Toch is het Pew Research Center een serieus onderzoeksinstituut dat veel waardering krijgt. Bewustwording binnen de marges van de politieke marketing zal het idee zijn. Maar kunnen niet beter de hoofdrolspelers van de Amerikaanse politiek bewust gemaakt worden? Werkt dat niet doelmatiger en sneller dan de kiezer die moet volgen?

In het verlengde daarvan het volgende. Wie dit blog volgt weet dat hier nooit verwezen wordt naar de Nederlandse politieke peilingen. Want ze verklaren naar mijn idee niet meer dan de bedrijfsmatigheid van de peilingbureau’s. Ze leiden zelfs af van de fundamenten waar het in de politiek om zou moeten gaan. Peilingen zijn de gemakzucht van een makkelijke en hapklare mening. Is dat met bovengenoemde quiz ook niet zo?

Foto: Schermafbeelding van Pew Research Center, 28 april 2012

Ineke van Gent representeert hersenloosheid van kamerleden

Update 5 mei: Vice-fractievoorzitter van GroenLinks Ineke van Gent heeft verklaard dat ze na de verkiezingen van 12 september niet terugkeert in de Tweede Kamer. Ze vindt het ‘tijd voor nieuwe uitdagingen’.  

Kamerlid voor GroenLinks Ineke van Gent heeft zichzelf voor schut gezet in een gesprek met Lex Uiting voor het radioprogramma Giel van 3FM. Het overkwam eerder John Leerdam die vervroegd terugtrad als tijdelijk kamerlid. Van Gent ging serieus in op de suggestie dat Richard Nixon een goede spindoctor voor president Obama zou kunnen zijn. Het werd op 27 maart opgenomen en toen twitterde ze al: ‘Ik ben vandaag “nat” gegaan bij radio 3 over Richard Nixon en Obama. Dacht 5 minuten al na gesprek die Nixon leeft niet meer!’

Het Historisch Nieuwsblad peilde in 1996 de historische kennis van kamerleden. Ze haalden een onvoldoende en bleken slecht op de hoogte van de feiten. Dat veel politici hun foute antwoorden wegwimpelden met het argument dat feiten niet belangrijk zijn, maar dat het gaat om de ‘ontwikkelingen’ bracht de Utrechtse historicus Righart tot de volgende reactie: ‘Feiten zijn geen flauwekul’, stelt hij. ‘Dat is slap onderwijskundig geklets. Je moet toch weten wanneer en in welke context die ontwikkelingen plaats vonden. Zo’n argument is alleen een maskering van domheid.’ Politici zouden meer dan gewone Nederlanders op de hoogte moeten zijn van de vaderlandse geschiedenis, vindt Righart. ‘Ze zijn toch bijna allemaal doctorandus? Juist politici moeten zich hoeden voor kortademig denken dat voortkomt uit een gebrek aan historische kennis.’

Veelgehoorde kritiek op hedendaagse politici is dat ze niet de gemiddelde bevolking representeren. Ze zouden te hoogopgeleid zijn. Een bakker, metselaar of machinist weet niet meer tot hoge functies in politieke partijen door te dringen. Laat staan dat ze het als Jan Schaeffer, Marcus Bakker, Boer Koekoek of Wim Keja tot de kamerbanken schoppen. Maar wat is zo’n ‘hoge opleiding’ waard als basale kennis van en inzicht in de geschiedenis ontbreekt? En niet alleen over iets van 400 jaar geleden, maar ook over recente ontwikkelingen. Zet in de Tweede Kamer niet eerder een middelmaat zowel de laag- als hoogopgeleiden de voet dwars?

Sinds 1996 lijkt het kortademig denken in de Tweede Kamer eerder toe- dan afgenomen. Winnaar Gerrit Valk (PvdA) antwoordde als volgt op zijn goede score: ‘Ik ben nog van voor de basisvorming. En van huis uit ben ik historicus.’ Erg verbaasd over de lage scores van zijn collega’s is Valk niet, maar een ‘beetje onrustbarend’ is het volgens hem wel. ‘Het verbaast mij dat collega’s roepen dat ze niet geïnteresseerd zijn in historische feiten. Met feiten is niets mis. Kennis gaat aan inzicht vooraf.‘ Kamerleden van GroenLinks presteerden in 1996 het slechts van alle partijen. De hersenloosheid van Ineke van Gent past in een patroon. Weet zij veel.

Foto: Ineke van Gent in gesprek met Lex Uiting van 3 FM