Kathy Miller voert ontslaggesprek met The Guardian in Ohio. Zelfs te bot voor Trump. Komt haar racisme voort uit onwetendheid?

Paul Lewis van The Guardian gaat op reportage in Ohio. Een swingstate in de rustbelt waar de working-class niet vanzelfsprekend meer Democratisch stemt. Logisch trouwens, omdat de ‘Democratische’ kandidaat Hillary Clinton nauwelijks nog opkomt voor werknemers, maar zich heeft verbonden aan de aandeelhouders en bestuurders van banken en mega-ondernemingen. Feitelijk worden degenen die vroeger ‘arbeiders’ werden genoemd door beide grote partijen in de steek gelaten. Want Trump is nog rigoureuzer in zijn steun voor corporate America. Zo wil hij de vennootschapsbelasting (‘Corporate Tax Rates’) waarvan ondernemingen profiteren verlagen van 35 naar 15%. Met als gevolg een gigantisch begrotingstekort. En op wie wordt dat afgewenteld? Exact, op de werknemers die vanwege hun eigenbelang op Trump menen te moeten stemmen.

De reportage wordt verbijsterend als de Britse journalist Lewis Kathy Miller interviewt. Zij was tot voor kort de voorzitter van Trumps campagne in Mahoning County en werd als gevolg van de uitspraken in dit interview door de Trump campagne aan de kant gezet. Want alles stemmen tellen. Volgens FiveThirtyEight heeft Trump in Ohio een voorsprong in de peilingen van een kleine 2%. In deze staat maken de Afro-Amerikanen 13% van de bevolking uit. Na 5’00’’ vraagt Lewis hoe het zit met het racisme. Miller is duidelijk: ‘If you’re black and you haven’t been successful in the last 50 years, it’s your own fault. You’ve had every opportunity, it was given to you.’ Millers gezicht spreekt boekdelen. Zoveel onverhuld racisme is hij in Engeland niet gewend.

Cenk Uygur kijkt in een analyse achter de waarheid van Kathy Miller. Hij toont dat aan met demografische gegevens. Zijn conclusie is dat het niet eens zozeer racisme is dat iemand als Miller drijft, maar eerder onwetendheid en wereldvreemdheid. In haar parallelle wereld oordeelt ze over een situatie die ze niet kent. En die ze zonder zich te verdiepen in de achtergronden klaarblijkelijk ook niet eens wil leren kennen.

Hoewel de verschillen tussen de VS en Nederland groot zijn, geldt deze analyse toch in mindere mate voor Nederland. Want migrantenkinderen hebben niet dezelfde startkwalificatie en staan op achterstand door het simpele feit dat ze migrant zijn. In hoeverre cultuur daarin een rol speelt is de vraag die directeur van het Verwey-Jonker Instituut Majone Steketee in een interview met NRC nog niet kan beantwoorden. Hoe het kan dat Aziatische migrantenjongeren in Nederland in gedrag meer lijken op autochtone jongeren dan op andere migrantenjongeren moet nog onderzocht worden. Racisme bestaat zoals Kathy Miller bewijst, maar zijn niet altijd de volledige verklaring voor gedrag. De uitdaging is om dat onnoembare boven tafel te krijgen.

 

Advertentie

NIDI schetst toekomstscenario vol met honderdjarigen

adele100-1

Bij sommige berichten staat het verstand stil. Zoals het persbericht van onderzoeksinstituut NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) over de levensduur van pasgeborenen. Uit nieuwe prognoses blijkt dat honderdjarigen in de toekomst eerder regel dan uitzondering zijn. Volgens het meest optimistische scenario dat ervan uitgaat dat ‘de verhoging van de overlevingskansen zich onverminderd voortzet‘ ‘zou twee derde van de pasgeboren meisjes en de helft van de jongens een leeftijd van honderd jaar halen‘. Hier geeft het NIDI een beschrijving van scenario’s. Vraag is of dit groot nieuws is. In elk geval is het prikkelend nieuws.

Over bijna 100 jaar zouden twee derde van de pasgeboren meisjes nog in leven zijn. Het NIDI merkt op dat het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) prognoses tot het jaar 2060 maakt. Het NIDI breidt dat nu met liefst 50 jaar uit naar 2110. Da’s nogal een verschil. Het NIDI noemt zelf remmende effecten als obesitas op de stijging van de levensduur. Het acht dat gerelateerd aan een sociale klasse. Maar als effect valt ook te denken aan milieuproblemen, oorlogen, epidemieën, afnemende voedselkwaliteit, resistentie voor antibiotica, afnemend aanbod van goede zorg en sluitende verzorgingshuizen die min of meer voor iedereen gelden.

De toekomstkunde of futurologie kent een constante, namelijk dat de uitkomsten achteraf nooit blijken te kloppen. Maar daarvoor is zulk onderzoek ook niet bedoeld. Het geeft een richting aan die van belang is bij de inrichting van ons land in 2040, 2060 of 2110. Om over de toekomstige inrichting van Nederland na te denken zijn de scenario’s van het NIDI daarom zinvol. Dat denken kan nu al begonnen worden. Want een huis dat 75 jaar staat moet anders gebouwd worden dan een huis dat 110 jaar staat. Vraag is hoe het verschil tussen een horizon van 4 (politiek), 50 (CBS) en 100 (NIDI) jaar overbrugd kan worden. Wellicht moet de politiek naar de toekomst bewegen en zich wat meer verbeeldingskracht aanmeten zoals het NIDI nu doet.

589px-Street_intersection_Futarama

Foto 1: Adele Rummens, de oudste vrouw van België in de bloemen in Leuven op haar honderdjarige verjaardag. 1937.

Foto 2: Norman Bel Geddes, Street Intersection Futurama voor de New York World Fair, 1939-1940. Met als thema ‘The world of tomorrow’. Zie ook: Futurama op GKKort.

Hoe een Quiz aanzet tot nadenken over wat vanzelfsprekend is

Hier is weer zo’n Amerikaanse quiz op internet die in 10, 20 of 60 vragen antwoord geeft op de vraag waar iemand staat. Eerder was er de kleinste politieke quiz of de News IQ quiz. Deze keer stuitte ik op de Political Spectrum Quiz. Wat heb ik eraan om te weten dat ik een ‘left social libertarian‘ ben? In Nederland is het begrip libertariër nauwelijks bekend. In de VS staat het trouwens onder druk sinds Rand Paul, de zoon van Ron Paul de kandidatuur van Mitt Romney steunt. Kortom, de tegenstellingen in de matrix bepalen de uitkomst.

Met name een vraag vond ik typerend in dubbelzinnigheid: 40. Gay equality is a sign of progress. Ik kwam er niet uit en heb het maar neutraal beantwoord. Als iemand gelijke rechten voor homosexuelen immers een teken van vooruitgang vindt, dan is dat een mening die uitgaat van een positie waarin die rechten niet vanzelfsprekend worden gevonden. Maar dat vind ik wel. Dus me uitspreken voor vooruitgang houdt in dat ik me uitspraak tegen vooruitgang. Tegen dit soort cultuurverschillen botst iedereen op bij het beantwoorden.

Foto: Schermafbeelding van m’n score in de Political Spectrum Quiz

Wat meet een Amerikaanse politieke quiz bij een Nederlander?

Weer eens een Amerikaanse politieke quiz. Niet over de eigen politieke voorkeur, maar over de kennis van de twee belangrijkste partijen. Dus de Democraten en de Republikeinen. Pew News IQ Quiz neemt 13 vragen voor deze test. Meet zo’n quiz nou het IQ, inzicht of algemene ontwikkeling, of een combinatie ervan?

Een analyse van de uitkomsten wijst op demografische verschillen. Gemiddeld zijn Republikeinen ouder en welvarender, en da’s de reden dat ze meer vragen goed beantwoorden. Laagopgeleiden zijn zich minder bewust van politieke standpunten en weten politieke leiders minder goed met partijen te associëren. Geeft dit de Republikeinse kiezer meer invloed omdat-ie beter geïnformeerd is en beter beseft waarover-ie praat?

Wat heeft een Nederlander aan deze quiz? Niets. Behalve dat de relativiteit ervan blijkt. De aandacht voor de Amerikaanse politiek in de Nederlandse pers helpt om de vragen beter te beantwoorden dan het merendeel van de Amerikanen. Daarnaast is de internationalisering van media behulpzaam. Zo kan op zoek naar ‘zware’ informatie een Nederlander de Amerikaanse kranten online volgen en via internet de Amerikaanse radio beluisteren. Meer dan de gemiddelde Amerikaan doet. Welbeschouwd een vervreemdend fenomeen.

Het goed beantwoorden van deze quiz verandert niets. Behalve het idee dat men kennis van en inzicht in het politieke debat heeft. Dat verklaart echter niets over de politiek die er onveranderd door blijft. Toch is het Pew Research Center een serieus onderzoeksinstituut dat veel waardering krijgt. Bewustwording binnen de marges van de politieke marketing zal het idee zijn. Maar kunnen niet beter de hoofdrolspelers van de Amerikaanse politiek bewust gemaakt worden? Werkt dat niet doelmatiger en sneller dan de kiezer die moet volgen?

In het verlengde daarvan het volgende. Wie dit blog volgt weet dat hier nooit verwezen wordt naar de Nederlandse politieke peilingen. Want ze verklaren naar mijn idee niet meer dan de bedrijfsmatigheid van de peilingbureau’s. Ze leiden zelfs af van de fundamenten waar het in de politiek om zou moeten gaan. Peilingen zijn de gemakzucht van een makkelijke en hapklare mening. Is dat met bovengenoemde quiz ook niet zo?

Foto: Schermafbeelding van Pew Research Center, 28 april 2012